Provincie Noord-Holland - verkeersbesluit - toestaan van ruiters - brom- fietspad ter hoogte van de Dorpstraat en de Vredemakersweg onder de N194, gemeente Koggenland

Logo Noord-Holland

Verkeersbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van d.d. 7 april 2020, nr. 1400036/1400043, tot het toestaan van ruiters op het brom- fietspad ter hoogte van de Dorpstraat en de Vredemakersweg onder de N194 in de gemeente Koggenland.

Aanleiding

De gemeente Koggenland heeft een verzoek ingediend om ruiters gebruik te laten maken van het (brom)fietspad in Obdam en De Goorn. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om ruiters op een verkeersveilige wijze de N194 over te laten kruisen.

De gemeente heeft klachten ontvangen van ruiters dat zij moeilijk de N194 over kunnen steken na de aanleg van de dubbelbaans rotondes. Gevraagd wordt of ruiters gebruik mogen maken van de tunnels voor het (brom)fietsverkeer. Hiervoor is een verkeersbesluit nodig.

Op de N194 zijn diverse kruisingen vervangen door dubbelbaans rotondes. Daarbij zijn er voor de voetgangers, fiets en brommers tunnels aangelegd, zodat ze op een verkeersveilige wijze de N194 kunnen oversteken.

De gemeente Koggerland vraagt of er toestemming kan worden gegeven aan ruiter om gebruik te maken van de tunnels. Niet alle fietstunnels zijn geschikt voor ruiters om er gebruik van te maken. De volgende fietstunnels zijn geschikt voor ruiters:

Dorpstraat, Obdam

Door de reconstructie van de N194, De Braken is de kruising van de N194 met de Dorpstraat verplaatst naar de Laan van Meerweide. Daarbij is de gelijkvloerse aansluiting van de Dorpstraat opgeheven en is ter plaatse onder de provinciale weg N194 een tunnel gemaakt voor het (brom)fietsverkeer.

Vredemakersweg, De Goorn

Na de reconstructie is de rotonde vervangen door een dubbelbaans rotonde. Op deze locatie was al een (brom)fietstunnel, deze heeft een nieuwe locatie gekregen.

Maatregelen en motivering

Paard en begeleider toegestaan op het (brom)fietspad Dorpstraat

Onder de N194 ter hoogte van de Dorpstraat en de Vredemakersweg is een (brom)fietspad in de vorm van een tunnel aangelegd. Normaal gesproken dient een ruiter gebruik te maken van de rijbaan. Om de N194 in de nieuwe situatie over te steken dient een ruiter echter een rotonde met dubbele rijbanen over te steken. De oversteeklengte voor de ruiters wordt hierdoor langer dan gebruikelijk waardoor het voor zowel ruiters als motorvoertuigen op de rotonde niet veilig is.

Volgens de principes van Duurzaam Veilig dienen verkeersstromen zoveel mogelijk homogeen te zijn en dient een groot verschil in massa en snelheid te worden voorkomen. Bij voorkeur worden deze verkeersdeelnemers van elkaar gescheiden. Gezien het grote snelheidsverschil tussen ruiters en het verkeer op de rotonde, kunnen ruiters beter gebruik maken van de (brom)fietstunnel om de N194 over te steken.

De (brom)fietstunnel is voor ruiters een veiligere oplossing om naar de andere zijde van de N194 te komen. Voor de veiligheid van de fietsers en de ruiters dienen ruiters af te stappen en hun paard aan de hand mee te voeren. Dit heeft tevens te maken met de beperkte hoogte van de (brom)fietstunnel. Er is een snelheidsverschil tussen de ruiters en fietsers. Dit verschil is echter minder groot dan tussen ruiters en motorvoertuigen. Daarnaast dienen ruiters af te stappen en hun paard aan de hand door de (brom)fietstunnel te begeleiden. Hierdoor verwachten wij dat fietsers en ruiters voldoende op elkaar kunnen anticiperen en beoordelen wij deze verkeerssituatie als voldoende veilig.

Om het (brom)fietspad voor paarden en hun begeleiders te kunnen toestaan wordt er onder het aanwezige G12a-bord een onderbord geplaatst met de volgende tekst: ”paard en begeleider toegestaan”. Daarnaast wordt er een tweede onderbord geplaatst met de volgende tekst.

“Beste ruiter, i.v.m. de beperkte hoogte van deze tunnel dient u af te stappen. U bent te gast in deze fiets-voetgangerstunnel. Voorkom overlast voor andere gebruikers. Houd uw paard onder controle! Ruim eventuele mest van uw dier op!”.

Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit

Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12, en artikel 8 lid 2 onder f van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het plaatsen van het hiervoor gemelde onderbord “paard en begeleider toegestaan” onder het verkeersbord G12a van bijlage I van het RVV 1990 een verkeersbesluit worden genomen. De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994.

Advies politie

Over een verkeersbesluit moet op grond van artikel 24 van het BABW overleg worden gevoerd met de korpschef van het betrokken politiekorps. Dit besluit is voorgelegd aan de daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van de politie. Deze heeft een positief advies gegeven.

Afweging belangen

De maatregel leidt tot een verbetering van de verkeersveiligheid. De (brom)fietstunnel is voor ruiters een veiligere oplossing om naar de andere zijde van de N194 te komen. Voor de veiligheid van de fietsers en de ruiters dienen ruiters af te stappen en hun paard aan de hand mee te voeren. Dit heeft tevens te maken met de beperkte hoogte van de (brom)fietstunnel. Er is een snelheidsverschil tussen de ruiters en fietsers. Dit verschil is echter minder groot dan tussen ruiters en motorvoertuigen. Daarnaast dienen ruiters af te stappen en hun paard aan de hand door de (brom)fietstunnel te begeleiden. Hierdoor verwachten wij dat fietsers en ruiters voldoende op elkaar kunnen anticiperen en beoordelen wij deze verkeerssituatie als voldoende veilig. Gelet hierop verwachten wij niet dat door de maatregelen belangen onevenredig geschaad zullen worden.

Bevoegdheid

Het weggedeelte waar dit verkeersbesluit over gaat, is in beheer bij de provincie Noord-Holland. Daarom zijn wij (Gedeputeerde Staten van Noord-Holland) op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.”

Besluit

Gelet op het voorgaande besluiten wij:

  • 1.

    Door het plaatsen van een onderbord met daarop de tekst “paard en begeleider toegestaan” onder het bestaande bord G12a van bijlage I van het RVV 1990, begeleiders met hun paard toe te staan om gebruik te maken van het (brom)fietspad ter hoogte van de Dorpstraat/N194 en de Vredemakersweg/N194.

  • 2.

    Van dit besluit mededeling te doen in De Staatscourant.

Haarlem, 7 april 2020,

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

namens dezen,

F.C.D. Noordberger

Sectormanager Beheerstrategie en Programmering Infrastructuur a.i.

Rechtsmiddelen

1.Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens van het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken, Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u –bij een spoedeisend belang- een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland.

2.Voor vragen of opmerkingen over het besluit kunt u bellen met het servicepunt Noord-Holland, telefoonnummer (gratis): 0800 200 600.

Naar boven