Aanwijzingsbesluit toezichthouders Drank- en Horecawet en Wet op de kansspelen, gemeente Duiven

Logo Duiven

De burgemeester van de gemeente Duiven;

Overwegende dat:

  • ambtenaren werkzaam binnen de gemeenschappelijke regeling 1Stroom toezichthoudende taken uitvoeren voor de gemeenten Duiven en Westervoort en dat aanwijzing tot toezichthouder noodzakelijk is om gebruik te kunnen maken van toezichthoudende bevoegdheden;

  • de bevoegdheid tot aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren berust bij de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van iedere afzonderlijke gemeente en dat deze medewerkers van de teams Omgevingszaken en Toezicht & Handhaving met bepaalde functieprofielen bij besluiten van 20 maart 2018 hebben aangewezen als toezichthouders voor diverse wettelijke voorschriften in de fysieke leefomgeving;

  • in voornoemde besluiten niet de aanwijzing voor de Drank- en Horecawet en de Wet op de kansspelen is begrepen en dat aanwijzing door de burgemeester noodzakelijk is om toezicht op deze wetten uit te kunnen oefenen;  

     

Gelet op:

  • artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 41, eerste lid aanhef en onder b van de Drank- en Horecawet;

  • artikel 2 lid 2 van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet;

  • artikel 34 tweede lid van de Wet op de kansspelen;

  

B E S L U I T :

 

  • 1.

    Medewerkers van het team Toezicht & Handhaving met het functieprofiel medewerker handhaving, die met goed gevolg het examen toezichthouder Drank- en Horecawet als bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet hebben afgelegd en door de Minister van Rechtsbescherming op grond van artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering als buitengewoon ambtenaar zijn belast met de opsporing van strafbare feiten, aan te wijzen als toezichthouder op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Drank- en Horecawet.

  • 2.

    Medewerkers van het team Toezicht & Handhaving met het functieprofiel medewerker handhaving aan te wijzen als toezichthouder op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet op de kansspelen;

  • 3.

    Dit besluit in het elektronisch gemeenteblad en daarnaast op grond van artikel 34 derde lid van de Wet op de Kansspelen in de Staatscourant bekend te maken; 

  • 4.

    Dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na bekendmaking in de Staatscourant.

   

Rechtsmiddelen

Als u het niet eens bent met dit besluit dan kunt u tegen dit besluit binnen zes weken, ingaande de dag na publicatie, een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van Duiven, Postbus 6, 6920 AA Duiven. In dit bezwaarschrift vermeldt u tegen welk besluit u bezwaar maakt en wat uw redenen daarvoor zijn. Daarnaast vermeldt u uw naam en adres en ondertekent u het bezwaarschrift. U kunt ook digitaal bezwaar maken via: https://www.duiven.nl/bezwaar-en-beroep.

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dit betekent dat tijdens het bezwaar het besluit kan worden uitgevoerd. Bent u van mening dat er sprake is van een spoedeisend belang dan kunt u gelijktijdig met uw bezwaar een verzoek om een voorlopige voorziening (tijdelijke maatregel) richten aan de Voorzieningenrechter, Rechtbank Gelderland, Team bestuursrecht Arnhem, Postbus 9030 6800 EM Arnhem. Hieraan zijn kosten verbonden (griffierecht).

 

Duiven, 6 januari 2020 

Burgemeester van Duiven,    

 

mr. J.M.L. (Jacques) Niederer

     

Toelichting  

Achtergrond

Toezicht- en handhavingstaken worden aangewezen met een zogenaamd aanwijzingsbesluit. Het aanwijzen van toezichthouders kan individueel of categoraal, aldus de Memorie van toelichting bij de derde Tranche van de Algemene wet bestuursrecht (MvT TK 1993-1994, 23700, p.139). Dit laatste betekent dat de aanwijzing is verbonden aan bijvoorbeeld dienst, afdeling of team. Het voordeel van een categoriale aanwijzing is dat er bij personele wijzigingen niet opnieuw aanwijzingsbesluiten genomen moeten worden dan wel hoeven te worden ingetrokken. Om de bevoegdheden van de toezichthouder, als bedoeld in afdeling 5:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), van toepassing te doen zijn, is een uitdrukkelijke aanwijzing door het bevoegd bestuursorgaan vereist. 

Definitie toezichthouder (art. 5:11 Awb)

Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon die, bij of krachtens wettelijk voorschrift, is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.  

Rechten en verplichtingen

Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde termijn alle medewerking te verlenen (art. 5:20 lid 1 Awb). Verder geldt voor elke toezichthouder de verplichting dat hij slechts van zijn bevoegdheden gebruik kan maken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig Is (art. 5:13 Awb).. 

Bevoegdheden

De Awb regelt het specifiek toekennen van bevoegdheden aan toezichthouders. Het betreft de in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 Awb opgenomen bevoegdheden. Een toezichthouder als bedoeld in afdeling 5:2 van de Awb mag op grond van zijn aanstelling plaatsen betreden (met uitzondering van woningen), inlichtingen vorderen, personen vorderen inzage te geven in hun identiteitsbewijs en heeft recht op inzage in zakelijke gegevens en bescheiden en het nemen van afschriften daarvan. Bovendien kan een toezichthouder op basis van artikel 5:20 van de Awb een ieder verplichten medewerking te verlenen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden als die medewerking redelijkerwijs gevorderd kan worden. Het opzettelijk niet voldoen aan deze vordering is strafbaar gesteld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht. 

Termijn

De aanwijzing tot toezichthouder geschiedt tot wederopzegging dan wel tot beëindiging van het dienstverband, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de functie van toezichthouder. De aanwijzing tot toezichthouder betreft ook tijdelijke medewerkers, die hun werkzaamheden onder het toezicht en verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders uitvoeren. 

Argumenten

Toezichthouders moeten volgens een wettelijk correcte manier aangewezen worden om hun functie uit te kunnen voeren, maar ook om te borgen dat bevindingen en constateringen van de toezichthouders gebruikt kunnen worden in een bestuursrechtelijk geschil.

Naar boven