Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders

16 april 2020

Nr. 2853860

Directoraat-generaal Migratie

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014;

Maakt bekend:

Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2020 dient te worden voorzien als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, bedraagt 6.500 personen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asielgerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder reikwijdte van de taakstellingssystematiek van de Huisvestingswet 2014 vallen.

De prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het nieuwe aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt en het aantal vergunninghouders dat naar verwachting op 1 juli 2020 nog in de opvang verblijft om te worden uitgeplaatst. De taakstelling is in de tweede helft van 2020 hoger dan in de eerste helft (toen 5.500). De IND zal naar verwachting in 2020 meer beslissingen op asiel nemen, waardoor er ook meer asielzoekers een vergunning zullen ontvangen.

De ontwikkelingen met betrekking tot de productie van de IND en de bestrijding van het corona-virus in de komende periode kunnen echter van grote invloed zijn op het aantal vergunninghouders dat daadwerkelijk voor huisvesting bemiddeld kan worden in de tweede helft van 2020. Het kan daarom nodig zijn om de taakstelling op een later moment bij te stellen.

De huisvestingstaakstelling voor het tweede halfjaar van 2020 bedraagt 6.500 te huisvesten vergunninghouders.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog moeten worden geleverd. Mocht er per 1 juli 2020 sprake zijn van een achterstand dan wel voorsprong op de taakstelling van de 1e helft van 2020, dan zal deze achterstand respectievelijk voorsprong bij de realisering van de gemeentelijke taakstelling voor de tweede helft van 2020 worden betrokken.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven