Mededeling van de Minister voor Milieu en Wonen, van 31 maart 2020, nr. IENW/BSK-2020/48508, inzake de implementatie van Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/1845 en (EU) 2019/1846 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN,

deelt, overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede dat Gedelegeerde Richtlijnen:

  • (EU) 2019/1845 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) in bepaalde rubber onderdelen voor gebruik in motorsystemen (PbEU 2019, L 283) en

  • (EU) 2019/1846 van de Commissie van 8 augustus 2019 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in soldeer voor gebruik in bepaalde verbrandingsmotoren (PbEU 2019, L 283, zoals gerectificeerd in PbEU 2019, L 321),

zijn geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

De wijzigingen van Bijlage III van Richtlijn 2011/65/EU als gevolg van implementatie van Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/1845 en (EU) 2019/1846 gaan gelden met ingang van 1 mei 2020.

Met deze bekendmaking wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van artikel 2, eerste lid, van de hiervoor genoemde gedelegeerde richtlijnen om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken op uiterlijk 30 april 2020.

Deze mededeling zal aan de Europese Commissie worden gestuurd, waarmee uitvoering wordt gegeven aan artikel 2, tweede lid, van de hiervoor genoemde gedelegeerde richtlijnen.

Onderstaande transponeringstabel geeft aan op welke wijze de betreffende gedelegeerde richtlijnen zijn geïmplementeerd:

Bepalingen EU-richtlijnen

Bepaling in nationale regeling

Toelichting

Artikel 1

Artikel 15 Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

Wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU. Door het instrument van dynamische verwijzing in artikel 15 van de nationale regeling wordt in omzetting voorzien.

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen implementatie

Richt zich tot de lidstaat.

Door middel van de dynamische verwijzing in de eerder genoemde bepaling gaan Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/1845 en (EU) 2019/1846 gelden met ingang van 30 april 2020.

De bekendmaking zal aan de Europese Commissie worden gestuurd.

Artikel 3

Behoeft geen implementatie

Betreft de datum van inwerkingtreding van de gedelegeerde richtlijnen.

Artikel 4

Behoeft geen implementatie

De gedelegeerde richtlijnen zijn tot de lidstaten gericht.

DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN, namens deze, DE DIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, G.A. Jurgens

Naar boven