Provincie Flevoland – verkeersbesluit - plaatsen van verkeersborden en aanbrengen van verkeerstekens ten behoeve van de tijdelijke omlegging van de weg – Drontermeerdijk N306

Logo Flevoland

Gelet op:

Artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

Overwegende:

Dat op de Drontermeerdijk de N306 is gelegen.

Dat de N306 een weg is die onder beheer valt van de provincie Flevoland.

Dat de N306 is gecategoriseerd als een gebiedsontsluitingsweg.

Dat de N306 gelegen is buiten de bebouwde kom.

Dat op de N306 een maximumsnelheid geldt van 80 km/h zoals bedoeld in artikel 21 van het RVV 1990.

Dat in het kader van de gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid in de regio Kampen-Dronten maatregelen worden genomen om de waterveiligheid te verbeteren.

Dat de Drontermeerdijk versterkt moet worden om vanaf 2022 bij extreme weersomstandigheden het hoogwater van de IJssel veilig buiten de polder te houden en richting het IJsselmeer te leiden.

Dat de werkzaamheden plaatsvinden over een afstand van circa drie kilometer vanaf de Roggebotsluis/N306 richting Elburg.

Dat op de kruin van de dijk de provinciale weg N306 is gelegen.

Dat ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden om de Drontermeerdijk te versterken, de bestaande provinciale weg N306 afgesloten moet worden en tijdelijk verlegd wordt in binnendijkse richting.

Dat een tijdelijke verlegging van de weg bijdraagt aan continuering van de doorstroming van het verkeer tussen Roggebot en Elburg in vergelijking met een volledige afsluiting van de provinciale weg gedurende een bepaalde periode.

Dat als gevolg van het tijdelijk verleggen van de weg het verplichte fiets/bromfietspad inclusief fietsoversteek ter hoogte van het kruispunt N306/Stobbenweg tijdelijk verlegd moet worden in zuidelijke richting.

Dat de verlegde tijdelijke provinciale weg een beperkte breedte heeft van 5,50 m.

Dat het vanwege de beperkte breedte gewenst is om gedurende de periode van de dijkversterkingswerkzaamheden tijdelijk een lagere maximumsnelheid dan 80 km/h in te stellen en dit ook fysiek te ondersteunen met maatregelen als snelheidsbeperkende drempels en/of plateaus.

Dat het vanwege de beperkte breedte gewenst is om gedurende de periode van de dijkversterkingswerkzaamheden tijdelijk het elkaar onderling inhalen voor motorvoertuigen niet toe te staan.

Dat de verlegde tijdelijke provinciale weg vanwege de constructie van de spoortunnel (ter hoogte van hmp 2,05) beperkt belast kan worden door zware voertuigen (maximale totaalmassa 50 ton).

Dat als gevolg van het tijdelijk verleggen van de provinciale weg N306 de afslagen naar de twee haventjes (ter hoogte van hmp 1,1 en hmp 2,5) langs het Drontermeer niet meer bereikbaar zijn.

Dat het gewenst is om, gelet op de uitvoeringsduur van de dijkversterkingswerkzaamheden, gemotoriseerd bestemmingsverkeer richting de twee haventjes langs het Drontermeer via het reeds aanwezige verplichte fiets/bromfietspad te laten rijden, waarbij het gemotoriseerde verkeer ondergeschikt is aan de fietser;

Dat kerend werkverkeer op de Drontermeerdijk voorkomen moet worden.

Dat de bouwweg voor het bouwverkeer van de Reevesluis (tussen hmp 2,55 en hmp 3,0) niet toegankelijk dient te zijn voor (brom)fietsers.

Dat op grond van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 het gewenst is om in het kader van het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers gewenst is om maatregelen te treffen.

Dat overleg heeft plaatsgevonden met de politie Midden-Nederland, district Flevoland, zoals voorgeschreven in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland

  • I.

    Tot het tijdelijk afsluiten van de bestaande provinciale weg N306 op de Drontermeerdijk tussen hmp 0,0 en 3,2, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

     

  • II.

    Tot het tijdelijk verleggen van de provinciale weg N306 tussen hmp 0,0 en 3,6 in binnendijkse richting, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • III.

    Tot het tijdelijk instellen van een maximumsnelheid van 50 km/h op de verlegde provinciale weg N306 en een maximumsnelheid van 30 km/h ter hoogte van het gebouw van ProRail (hmp 2,1) en de toegang naar de bouwweg voor de Reevesluis (hmp 3,0) door plaatsing van borden A1 (30) en A1 (50) van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • IV.

    Tot het tijdelijk instellen van een verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen op de verlegde provinciale weg N306 tussen hmp 0,2 en hmp 3,5 door plaatsing van bord F1 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van een doorgetrokken streep zoals bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • V.

    Tot het tijdelijk mogelijk maken van het gebruik van het pad langs de N306 Drontermeerdijk tussen hmp 0,15 en hmp 1,1 door gemotoriseerd bestemmingsverkeer door opheffing van het verplichte fiets/bromfietspad en plaatsing van bord C12 met onderbord OB108 van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • VI.

    Tot het tijdelijk instellen van een gebod tot het volgen van een verplichte rijrichting bij het verlaten van de bouwweg op de N306 ter hoogte van hmp 0,5 door plaatsing van bord D5 van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • VII.

    Tot het tijdelijk instellen van een voorrangsregeling bij het verlaten van de bouwweg op de N306 ter hoogte van hmp 0,5 en hmp 3,0 door plaatsing van bord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

   

  • VIII.

    Tot het tijdelijk instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa hoger is dan 50 ton, voor de tijdelijke verlegde weg op de N306 tussen hmp 0,0 en hmp 3,2, door plaatsing van bord C21 van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • IX.

    Tot het tijdelijk instellen van een geslotenverklaring in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren en vee bij de toegang naar de bouwweg op de N306 ter hoogte van hmp 3,0, met uitzondering van bestemmingsverkeer, door plaatsing van bord C1 en onderbord OB108 van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1;

 

  • X.

    Tot het tijdelijk instellen van een geslotenverklaring in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren en vee op de bouwweg op de N306 ter hoogte van hmp 3,0, met uitzondering van werkverkeer, door plaatsing van bord C1 en een onderbord met de tekst “uitgezonderd werkverkeer” van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform bijgaande tekening 402963-02A01-1; 

Voornoemde maatregelen worden ingesteld voor de duur van de uitvoering van de dijkversterkingswerkzaamheden tot 30 september 2021 of zoveel korter of langer als noodzakelijk. 

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking van dit besluit en ligt gedurende 6 weken, samen met de bij dit besluit behorende situatietekening, ter inzage bij het provinciehuis, Visarenddreef 1 te Lelystad. 

Aldus besloten op grond van de door Gedeputeerde Staten van Flevoland d.d. 10 september 2013 met kenmerk 1529235 vastgesteld besluit mandaat/machtiging en in mandaat besloten door het hoofd van de afdeling Infrastructuur, drs. R. van der Werff. 

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van publicatie schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. 

Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad. 

Dit besluit is genomen op 24 december 2019                     

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland 

Bezwaar

Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken.

 

Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo’ n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter.

Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons – voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift – een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo’n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten. 

 

 

 

Naar boven