Verkeersbesluit – gemeente Haarlemmermeer – Vijfhuizen – Bedrijventerrein De Liede

Logo Haarlemmermeer

Onderwerp: diverse verkeersmaatregelen

Nummer X.2020.01972

Gelet op het volgende:

• Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

• De Algemene wet bestuursrecht (AWB) vereist zorgvuldigheid en belangenafweging bij de totstandkoming van besluiten, waaronder verkeersbesluiten. Artikel 3:2 van de AWB schrijft voor dat het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaart. Naast de belangenafweging bepaalt artikel 3:4 van de AWB dat de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

• Artikel 21 van het BABW bevat voorschriften omtrent de motivering van verkeersbesluiten. Het verkeersbesluit moet in ieder geval weergeven welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het besluit. Indien tevens andere van die belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

• Artikel 2 van de Wegenverkeerswet noemt de volgende doelen:

1. In eerste instantie:

a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;

b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;

c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

2. In tweede instantie ook voor:

a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

• Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) dient overleg te worden gevoerd met de korpschef van de Nationale Politie.

• De vermelde wegen zijn in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer.

• Krachtens artikel 18, lid 1 onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 worden verkeersbesluiten genomen door het college van B&W. In het Mandaat-, machtiging en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2020 is voor de bevoegdheid tot het nemen en intrekken van verkeersbesluiten een ondermandaat verleend aan de cluster- en teammanagers van de cluster B&O (Beheer & Onderhoud). De maatregelen vallen onder dit ondermandaat.

Overwegingen en motivatie

In 2013 is het bestemmingsplan de Liede vastgesteld. Hierin zijn de kaders vastgelegd voor de verdere gebiedsontwikkeling van dit al lang bestaande bedrijventerrein. Inmiddels is al gestart met deze nieuwe gebiedsontwikkeling. Met dit verkeersbesluit worden de verkeersmaatregelen bekrachtigd.

Het huidige gebied bestaat uit een fijnmazig netwerk van betrekkelijk smalle wegen dat wordt ontsloten via de Spaarnwouderweg. Deze weg is een oud polderlint dat niet geschikt is om de verdere groei van het bedrijventerrein te faciliteren. Daarom wordt een nieuwe wegenstructuur aangelegd die ervoor zorgt dat de Spaarnwouderweg wordt ontlast. Zowel ten zuiden als ten noorden van de Spaarnwouderweg wordt een nieuwe weg aangelegd zodat er rondom het bedrijventerrein een rondweg ontstaat. Deze rondweg wordt de ontsluitingsroute van het gebied en zal met een breedte van 7,00 meter geschikt worden gemaakt om de toename van het verkeer te kunnen verwerken. Het zuidelijke deel is de ‘nieuwe’ Spaarnwouderweg en het noordelijke deel is de Hybrideweg. In het verkeersbesluit worden deze straten aangegeven als respectievelijk zuidelijke rondweg en noordelijke rondweg.

De bestaande Spaarnwouderweg zal veel minder gebruikt worden als doorgaande route, maar wordt vooral belangrijk voor langzaam verkeer. Er zijn wel woningen en bedrijven aan deze weg gelegen die bereikbaar moeten zijn voor regulier gemotoriseerd verkeer, maar ook nog voor vrachtverkeer. Om te ontmoedigen dat de Spaarnwouderweg voor vrachtverkeer als doorgaande weg wordt gebruikt wordt voor deze categorie een knip aangebracht. Ter hoogte van de bestaande wegversmalling nabij de Remweg wordt de versmalling aangepast. Fietsers kunnen hierbij langs de versmalling en regulier gemotoriseerd verkeer elkaar om en om passeren. Voor vrachtverkeer wordt het fysiek nauwelijks mogelijk, maar helemaal onmogelijk kunnen we het niet maken in verband met de bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten. Daarom worden borden C7 geplaatst. De Spaarnwouderweg wordt voorzien van fietsstroken om de aanwezigheid van deze categorie te benadrukken.

Het autoverkeer afkomstig van de Schipholweg wordt naar de nieuwe wegenstructuur geleid door de aanleg van een T-kruising. Bij deze kruising wordt de Spaarnwouderweg als niet doorlopende tak afgekoppeld van de doorlopende route. Verder wordt de situatie van het (brom)fietsverkeer op de Spaarnwouderweg ter hoogte van het viaduct Schipholweg verbeterd. De oversteken over de Spaarnwouderweg worden opgeheven waardoor het bromfietspad ter hoogte van het viaduct eenzijdig (in twee richtingen) langs de Spaarnwouderweg kan komen te liggen.

Parallel aan dit verkeerbesluit wordt ook een komgrenzenbesluit voorbereid. Op dit moment ligt het hele gebied buiten de bebouwde kom. De maximum snelheid op de Spaarnwouderweg is nu nog 60 km/u, maar met de uitbreiding van het bedrijventerrein krijgt het gebied een grotere dichtheid. Daarmee krijgt het meer de uitstraling van een bebouwde kom en bovendien voldoet het dan ook aan de richtlijnen voor het vaststellen van een bebouwde komgrens.

In de huidige situatie is uitsluitend de bestaande Spaarnwouderweg in eigendom en beheer bij de gemeente Haarlemmermeer. Alle overige wegen (onder meer de Remweg, Dynamoweg, Krukas, Achterasweg, Motorweg en Ecoweg) liggen op particulier terrein. In de toekomstige situatie blijft dit zo. De zuidelijke rondweg komt in eigendom en beheer bij de gemeente Haarlemmermeer. De noordelijke rondweg blijft deels eigendom van afvalzorg, maar komt wel in beheer bij de gemeente Haarlemmermeer.

In dit verkeersbesluit worden diverse verkeersmaatregelen genomen die voor de toekomstige situatie op het bedrijventerrein De Liede noodzakelijk zijn. Met de maatregelen wordt beoogd om de afwikkeling van het (toekomstige) verkeer te waarborgen en de verkeersveiligheid en de leefbaarheid van de bewoners en de bedrijven te verbeteren. Daarnaast ook het verbeteren van de verkeersveiligheid voor langzaam verkeer.

 

Maatregelen (bebording en belijning)

De volgende maatregelen worden getroffen:

1. het intrekken van de maximum snelheid van 60 km/u op de Spaarnwouderweg, tussen het viaduct van de N205 en de Vijfhuizerdijk (verwijderen borden A1 en A2 RVV 1990 met opdruk zone en 60);

2. het intrekken van het enkelzijdige (brom)fietspad op het gedeelte onder het viaduct van de N205 ten westen van de Spaarnwouderweg (verwijderen bord G12a RVV 1990);

3. het intrekken van de aanduiding einde (brom)fietspad op het gedeelte onder het viaduct van de N205 ten oosten van de Spaarnwouderweg (verwijderen bord G12b RVV 1990);

4. het intrekken van de bestaande voorrangsregelingen tussen de (brom)fietspaden en de Spaarnwouderweg op het gedeelte onder het viaduct van de N205 (verwijderen borden B6 RVV 1990 en haaientanden artikel 80 RVV 1990);

5. het verwijderen van diverse waarschuwingsborden langs de Spaarnwouderweg die onder meer betrekking hebben op slipgevaar, obstakels en versmallingen. Dit zijn borden uit de J-categorie en zijn derhalve niet verkeersbesluitplichtig;

6. het instellen van 50 km/u (bekrachtigd door komgrenzenbesluit) zodanig dat alle wegen in beheer van de gemeente Haarlemmermeer, dus de Spaarnwouderweg, zuidelijke rondweg en de noordelijke rondweg hieronder vallen;

7. het regelen van de voorrang (plaatsen borden B3, B4, B5 en B6 RVV 1990 en haaientanden artikel 80 RVV 1990 en waar nodig onderborden OB503OB04) op de volgende locaties:

a. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – noordelijke rondweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg en het (brom)fietsverkeer voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de noordelijke rondweg;

b. ter hoogte van het kruispunt zuidelijke rondweg – verbindingsweg Spaarnwouderweg, zodanig dat het verkeer op de zuidelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de verbindingsweg Spaarnwouderweg;

c. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – verbindingsweg Spaarnwouderweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de verbindingsweg Spaarnwouderweg;

d. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – Remweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Remweg;

e. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – Ecoweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Ecoweg;

f. ter hoogte van het kruispunt noordelijke rondweg – Motorweg (toekomstige oostelijke aansluiting), zodanig dat het verkeer op de noordelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Motorweg;

g. ter hoogte van het kruispunt noordelijke rondweg – Motorweg (westelijke aansluiting), zodanig dat het verkeer op de noordelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Motorweg;

h. ter hoogte van het kruispunt noordelijke/zuidelijke rondweg – Spaarnwouderweg, zodanig dat het verkeer op de noordelijke/zuidelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Spaarnwouderweg;

8. het aanduiden dat het niet is toegestaan voor (brom)fietsers en voetgangers om vanaf het viaduct N205 de Spaarnwouderweg te gebruiken door het instellen van een geslotenverklaring voor deze categorieën (plaatsen borden C15 en C16 RVV 1990);

9. het aanduiden dat het niet is toegestaan voor vrachtverkeer om de Spaarnwouderweg als doorgaande route te gebruiken (plaatsen borden C7 RVV 1990). Dit gaat in combinatie met een wegversmalling dat wordt aangeduid met waarschuwingsborden J17 RVV 1990;

10. het aanduiden van een verplichte rijrichting, uitsluitend voor vrachtverkeer dat vanuit de Remweg in de richting van de Spaarnwouderweg rijdt (plaatsen bord D5 (D05r) RVV 1990 en onderbord OB11);

11. het instellen van een gebod om het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft op het (brom)fietspad langs de Spaarnwouderweg ter hoogte van het viaduct N205 (plaatsen borden D2 (D02ro_BB22) RVV 1990);

12. het aanduiden van de nieuwe (brom)fietspaden rondom het kruispunt Spaarnwouderweg-noordelijke rondweg-zuidelijke rondweg (plaatsen borden G12a en G12b RVV 1990);

13. het aanduiden van fietsstroken op de Spaarnwouderweg, tussen het vrijliggende fietspad en Vijfhuizerdijk (aanbrengen 1-1 markering en fietssymbolen artikel 1 RVV 1990).

De aan te brengen bebording en markering staat aangegeven op de bij dit besluit behorende tekeningen met de nummers 2019-100-19 en 2019-100-20.

 

Motivering Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994):

Motivatie van de maatregel geschiedt uit het oogpunt van:

• artikel 2, lid 1a van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• artikel 2, lid 1b van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• artikel 2, lid 1c van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• artikel 2, lid 1d van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

• artikel 2, lid 2a van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

• artikel 2, lid 2b van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

Door de maatregel wordt geen van de belangen genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 geschaad.

Belangenafweging

Bewoners

De maatregelen zijn in het belang van bewoners. Bewoners in dit gebied wonen voornamelijk aan de Spaarnwouderweg waarover in de toekomst veel minder (vracht)verkeer zal rijden. Dit komt ten goede aan de verkeersveiligheid en de leefbaarheid.

Bedrijven

De maatregelen zijn in het belang van (toekomstige) bedrijven. Ondanks dat er iets moet worden omgereden zorgt de rondweg voor een betere en verkeersveilige bereikbaarheid van de bedrijven en afwikkeling van het verkeer van en naar het bedrijventerrein. Een paar bedrijven die door de knip voor vrachtverkeer op de Spaarnwouderweg minder direct bereikbaar zijn worden weliswaar licht geschaad, maar met hen is hierover in overleg geweest. Bovendien blijft de bereikbaarheid voor hen gegarandeerd en komt het ten goede aan de verkeersveiligheid.

(Doorgaand) gemotoriseerd verkeer

De maatregelen hebben geen negatieve gevolgen voor (doorgaand) gemotoriseerd verkeer. De Spaarnwouderweg was en is geen weg voor doorgaand gemotoriseerd verkeer tussen de Schipholweg en de dijk, maar bied vooral de ontsluiting van het bedrijventerrein. Met de uitbreiding van dit bedrijventerrein en de toekomstige rondweg als doorgaande verbinding binnen dit bedrijventerrein worden de belangen voor (doorgaand) gemotoriseerd verkeer zelfs gediend uit het oogpunt van verkeersveiligheid.

Landbouwverkeer

Door de maatregelen worden de belangen van landbouwvoertuigen licht geschaad. Het beperkte aandeel aan landbouwverkeer kan in de toekomst gebruik maken van de rondweg wat betekent dat zij iets moeten omrijden ten opzichte van de huidige situatie.

Langzaam verkeer

De maatregelen zijn in het belang van langzaam verkeer. Onder meer omdat het (brom)fietspad niet meer twee keer de Spaarnwouderweg kruist, maar daar parallel langs wordt gelegd. De oversteek ter hoogte van de noordelijke rondweg is zodanig vormgegeven dat (brom)fietsers veilig en in de voorrang kunnen oversteken om hun weg te kunnen vervolgens over de Spaarnwouderweg. En omdat de rondweg wordt aangelegd rijdt er veel minder verkeer over de Spaarnwouderweg waardoor de maatregelen ten goede komen aan de verkeerveiligheid, maar ook het comfort voor langzaam verkeer.

Openbaar vervoer

De maatregelen hebben geen gevolgen voor openbaar vervoer.

Nood- en hulpdiensten

De maatregelen zijn in het belang van nood- en hulpdiensten omdat de bereikbaarheid van, naar en binnen het bedrijventerrein wordt verbeterd. Nood- en hulpdiensten kunnen bovendien van de versmalling op de Spaarnwouderweg ter hoogte van de Remweg gebruik blijven maken omdat deze zodanig is ontworpen dat het grootste en zwaarste voertuigen (waterwagen) van de brandweer er ook nog door heen kan.

Parkeerders

De maatregelen hebben geen gevolgen voor parkeerders. Ook niet in verband met het aanbrengen van de fietsstroken op de Spaarnwouderweg omdat er op de Spaarnwouderweg al niet wordt geparkeerd.

 

Algemeen belang

Met de maatregelen wordt beoogd om de afwikkeling van het (toekomstige) verkeer te waarborgen en de verkeersveiligheid en de leefbaarheid van de bewoners en de bedrijven te verbeteren. Daarnaast ook het verbeteren van de verkeersveiligheid en het comfort voor langzaam verkeer. Dit is in het algemeen belang.

Afweging

Alles afwegende zijn burgemeester en wethouders van mening dat de maatregelen in het algemeen belang zijn en in het belang van alle weggebruikers, omdat de zowel de verkeersveiligheid, leefbaarheid en de doorstroming wordt verbeterd. Er worden geen belangen onevenredig geschaad, ook niet die van het beperkte aandeel landbouwverkeer die zeer kort moeten omrijden. Deze belangen wegen minder zwaar dan de weggebruikers die gebaat zijn bij de verkeersmaatregelen.

Voorbereiding en overleg

De plannen zijn de afgelopen maanden en jaren in meerdere bijeenkomsten toegelicht en met de omgeving besproken. De meest recente informatiebijeenkomst was op 15-10-2019. Naar aanleiding hiervan zijn geen aanpassingen van de plannen en de maatregelen doorgevoerd.

Om de rechtstreeks bij het verkeersbesluit betrokken belangen goed af te kunnen wegen verdient het de aanbeveling om, vooral bij complexe en omstreden maatregelen, een voorbereidingsprocedure te volgen. Hier is vanaf gezien omdat de maatregelen geen complexe maatregelen betreffen en de belangen voldoende in beeld zijn.

Overleg met de Nationale Politie heeft plaatsgevonden in de Werkgroep Verkeer, waarin de door de korpschef gemachtigde medewerker verkeersadvisering, alsmede de Brandweer en Connexxion, vertegenwoordigd zijn. Op 04-02-2020 is dit besluit behandeld in de werkgroep. De leden van de Werkgroep gaan akkoord met de voorgestelde maatregelen.

Publicatie

Het besluit wordt gepubliceerd in de Digitale Staatscourant.

Besluiten

In overeenstemming met de tekeningen met de nummers 2019-100-19 en 2019-100-20, die een onderdeel zijn van dit besluit, wordt besloten tot de volgende verkeersmaatregelen:

1. het intrekken van de maximum snelheid van 60 km/u op de Spaarnwouderweg, tussen het viaduct N205 en de Vijfhuizerdijk door het verwijderen van borden conform model A1 en A2 uit bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 met opdruk “zone” en “60”;

2. het intrekken van het enkelzijdige (brom)fietspad op het gedeelte onder het viaduct N205 ten westen van de Spaarnwouderweg door het verwijderen van bord conform model G12a uit bijlage 1 van het RVV 1990;

3. het intrekken van de aanduiding einde (brom)fietspad op het gedeelte onder het viaduct N205 ten oosten van de Spaarnwouderweg door het verwijderen van bord conform model G12b uit bijlage 1 van het RVV 1990;

4. het intrekken van de bestaande voorrangsregelingen tussen de (brom)fietspaden en de Spaarnwouderweg op het gedeelte onder het viaduct N205 door het verwijderen van borden conform model B6 uit bijlage 1 van het RVV 1990 en haaientanden artikel 80 van het RVV 1990;

5. het regelen van de voorrang door het plaatsen van borden conform model B3, B4, B5 en B6 uit bijlage 1 RVV 1990 en haaientanden artikel 80 van het RVV 1990 en waar nodig onderborden OB503OB04 op de volgende locaties:

a. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – noordelijke rondweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg en het (brom)fietsverkeer voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de noordelijke rondweg;

b. ter hoogte van het kruispunt zuidelijke rondweg – verbindingsweg Spaarnwouderweg, zodanig dat het verkeer op de zuidelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de verbindingsweg Spaarnwouderweg;

c. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – verbindingsweg Spaarnwouderweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de verbindingsweg Spaarnwouderweg;

d. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – Remweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Remweg;

e. ter hoogte van het kruispunt Spaarnwouderweg – Ecoweg, zodanig dat het verkeer op de Spaarnwouderweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Ecoweg;

f. ter hoogte van het kruispunt noordelijke rondweg – Motorweg (toekomstige oostelijke aansluiting), zodanig dat het verkeer op de noordelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Motorweg;

g. ter hoogte van het kruispunt noordelijke rondweg – Motorweg (westelijke aansluiting), zodanig dat het verkeer op de noordelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Motorweg;

h. ter hoogte van het kruispunt noordelijke/zuidelijke rondweg – Spaarnwouderweg, zodanig dat het verkeer op de noordelijke/zuidelijke rondweg voorrang heeft ten opzichte van het verkeer op de Spaarnwouderweg;

6. het aanduiden dat het niet is toegestaan voor (brom)fietsers en voetgangers om vanaf het viaduct N205 de Spaarnwouderweg te gebruiken door het instellen van een geslotenverklaring voor deze categorieën door het plaatsen van borden conform model C15 en C16 uit bijlage 1 van het RVV 1990;

7. het aanduiden dat het niet is toegestaan voor vrachtverkeer om de Spaarnwouderweg als doorgaande route te gebruiken door het plaatsen van borden conform model C7 uit bijlage 1 van het RVV 1990;

8. het aanduiden van een verplichte rijrichting, uitsluitend voor vrachtverkeer dat vanuit de Remweg in de richting van de Spaarnwouderweg rijdt door het plaatsen van bord conform model D5 (D05r) uit bijlage 1 van het RVV 1990 en onderbord OB11;

9. het instellen van een gebod om het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft op het (brom)fietspad langs de Spaarnwouderweg ter hoogte van het viaduct N205 door het plaatsen van borden conform model D2 (D02ro_BB22) uit bijlage 1 van het RVV 1990;

10. het aanduiden van de nieuwe (brom)fietspaden rondom het kruispunt Spaarnwouderweg-noordelijke rondweg-zuidelijke rondweg door het plaatsen van borden conform model G12a en G12b uit bijlage 1 van het RVV 1990;

11. het aanduiden van fietsstroken op de Spaarnwouderweg, tussen het vrijliggende fietspad en de Vijfhuizerdijk door het aanbrengen 1-1 markering en fietssymbolen artikel 1 RVV 1990;

12. dit besluit ter openbare kennis te brengen op 28-2-2020.

 

Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer

namens dezen,

de gemeentesecretaris,

voor deze,

de teammanager Vakdisciplines,

 

 

M. Koster

 

 

 

 

 

Terinzagelegging

Het besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant (overheid.nl). Het besluit en de tekening waarop de maatregelen staan aangegeven, liggen gedurende zes weken vanaf de publicatiedatum voor een ieder na een telefonische afspraak ter inzage op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur in het Informatiecentrum van het raadhuis, Raadhuisplein 1 in Hoofddorp.

 

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, binnen zes weken na publicatie van dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer, het cluster Juridische Zaken van het team Ondersteuning, Postbus 250, 2130 AG Hoofddorp. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, p/a Arrondissementsrechtbank Haarlem, sector Bestuursrecht Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed, gelet op het betrokken belang, dat vereist. Voor de behandeling van het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

 

Naar boven