Verkeersmaatregel Stuwweg

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2019-37763

Burgemeester en Wethouders van Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat de Stuwweg een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom van Maastricht is;

dat de Stuwweg langs de oever loopt van een uitloper van de Maas;

dat er door Rijkswaterstaat een onderzoek is uitgevoerd naar de stabiliteit van de oever;

dat uit dit onderzoek is gebleken dat de oever niet stabiel is;

dat Rijkswaterstaat nog geen formeel standpunt heeft gegeven over de stabiliteit van de oever en mogelijke (veiligheids)risico’s;

dat de gemeente een second-opinion heeft laten uitvoeren door ingenieursbureau Tauw op het onderzoek om mogelijke (veiligheids)risico’s inzichtelijk te maken;

dat in dit onderzoek het effect van verschillende verkeersbelastingen van de weg op de stabiliteit van de oever is doorgerekend;

dat dit onderzoek uitwijst dat zwaar verkeer een negatieve invloed heeft op de (reeds aanwezige) instabiliteit van de oever;

dat het ingenieursbureau adviseert om de Stuwweg af te sluiten voor verkeer zwaarder dan 3,5 ton;

dat het gewenst is, vooruitlopend op een formeel standpunt van Rijkswaterstaat, geen risico te lopen ten aanzien van de gebruiksveiligheid van de weg en de Stuwweg af te sluiten voor verkeer zwaarder dan 3,5 ton;

dat deze maatregel wordt genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

 

BESLUITEN:

 

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Stuwweg in hun besluit van 4 november 2016, Ruimte / Mobiliteit / 2016-36307;

  • 2.

    door het plaatsen van de borden C21 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord een geslotenverklaring in te stellen voor de Stuwweg, 100 meter na de kruising met de Oude Smeermaeserweg, voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de som van de aslasten of de totaalmassa hoger is dan 3,5 ton;

  • 3.

    door het in stand houden van het bord A4 van Bijlage I van het RVV 1990 een adviessnelheid van 30 km/u wordt ingesteld voor de Stuwweg.

 

Maastricht, 8 januari 2020

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie,

voor deze,

Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 8 januari 2020 tot en met 19 februari 2020, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 8 januari 2020.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoekster van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven