Call for proposals Open Competitie 2020, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

subsidieronde 2020

Den Haag, februari 2020

ZonMw

Missie van ZonMw

ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie.

Vooruitgang vraagt om onderzoek en ontwikkeling. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis – om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren.

ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het Ministerie van VWS en NWO.

ZonMw Open Competitie

Informatie over het programma vindt u onder andere in deze Call for proposals en op onze website. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat via e-mail:

opencompetitie@zonmw.nlof telefoon: 070 349 52 88.

ZonMw

Laan van Nieuw Oost-Indië 334 Postbus 93245

2509 AE Den Haag Tel. 070 349 51 11

www.zonmw.nl

info@zonmw.nl

INHOUDSOPGAVE

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

2

 

1.3

Geldigheidsduur Call for proposals

2

2

Doel

2

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan aanvragen

3

 

3.2

Wat kunt u aanvragen

4

 

3.3

Wanneer kunt u aanvragen?

8

 

3.4

Het opstellen van de aanvraag

8

 

3.5

Subsidievoorwaarden

9

 

3.6

Het indienen van een aanvraag

11

4

Beoordelingsprocedure

12

 

4.1

Procedure projectidee

12

 

4.2

Procedure uitgewerkte aanvraag

12

5

Beoordelingscriteria

13

 

5.1

Relevantie

13

 

5.2

Kwaliteit

14

 

5.5

Kwalificaties en prioriteitstelling

15

 

5.6

Indicatief tijdpad

15

6

Programmacommissie

16

 

6.1

Algemeen

16

 

6.2

Taken commissie

16

7

Contact

16

 

7.1

Inhoudelijke vragen

15

 

7.2

Technische vragen over elektronisch aanvraagsysteem

16

1 INLEIDING

1.1 ACHTERGROND

ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. Sinds de subsidieronde van 2019 kunnen onderzoeksvoorstellen voor vrij, fundamenteel onderzoek worden ingediend in een nieuw instrument: de ZonMw Open Competitie. In lijn met de NWO breed ingezette harmonisatie en vereenvoudiging van financieringsinstrumenten zijn de programma’s ZonMw TOP-subsidies en Investeringen Middelgroot tezamen vervangen door deze ZonMw Open Competitie.

Met een subsidie van maximaal € 750.000 kunnen excellente onderzoeksteams hun onderzoekslijnen vernieuwen voor wat betreft inhoud én samenwerking. Het oogmerk is ruimte creëren voor een vernieuwende samenwerking die leidt tot innovatieve (grensverleggende) wetenschap van uitzonderlijke kwaliteit op het terrein van gezondheidsonderzoek.

Tegelijkertijd is het mogelijk een extra subsidie aan te vragen voor middelgrote infrastructuur via de investeringsmodule. Deze optionele investeringsmodule bedraagt minimaal € 100.000 en maximal € 250.000 en is bedoeld voor financiering van een investering zoals apparatuur. Voor deze extra infrastructuur investering is matching verplicht.

In deze Call for proposals vindt u informatie over het indienen van een onderzoeksvoorstel bij de ZonMw Open Competitie voor de ronde 2020. Dit financieringsinstrument staat open voor onderzoeksvoorstellen met een vraag- of probleemstelling op het (grens)gebied van fundamenteel onderzoek naar gezondheidszorg en innovatie.

1.2 BESCHIKBAAR BUDGET

Voor de subsidieronde 2020 bedraagt het totaal beschikbare budget voor toekenning van subsidies € 12.500.000. De maximaal aan te vragen subsidie per aanvraag zonder investeringsmodule is € 750.000. Daarnaast is het mogelijk om een optionele investeringsmodule van € 100.000 – 250.000 bovenop de maximaal aan te vragen subsidie in te dienen. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag voor aanvragen met een investeringsmodule is dan € 1.000.000,–.

1.3 GELDIGHEIDSDUUR CALL FOR PROPOSALS

Deze Call for proposals is geldig voor de ZonMw Open Competitie, subsidieronde 2020.

De deadline voor het indienen van een projectidee1 is 16 april 2020, voor 14.00 uur CE(S)T.

De deadline voor het indienen van een uitgewerkte aanvraag2 is 15 september 2020, voor 14.00 uur CE(S)T.

2 DOEL

ZonMw Open Competitie is bedoeld voor excellente onderzoeksteams om hun onderzoekslijnen te vernieuwen betreffende inhoud én samenwerking. Het oogmerk is ruimte creëren voor een vernieuwende samenwerking die leidt tot innovatieve (grensverleggende) wetenschap van uitzonderlijke kwaliteit op het terrein van gezondheidsonderzoek.3

Met het oog op team science is ZonMw Open Competitie specifiek bedoeld voor vernieuwende en grensverleggende combinaties van twee of meer onderzoeksgroepen en is een criterium voor relevantie bij de beoordeling van de ingediende aanvragen. De samenwerking in het onderzoeksteam dient evident vernieuwend te zijn. In het aanvraagformulier wordt alsmede gevraagd de vernieuwende elementen in het gekozen onderzoek duidelijk te beschrijven. Hierbij geldt de kanttekening dat eventueel kan worden voortgebouwd op een eerste oriënterende of verkennende samenwerking voor het gekozen onderzoek.

Het potentiële, bij voorkeur breed uitstralende, effect van het gekozen onderzoek op de wetenschap is een belangrijk criterium in de beoordeling. Daarnaast zijn hoge kwaliteit en innovatie van het onderzoek, met een goed en duidelijk theoretisch kader en plan van aanpak, een excellente samenstelling en wetenschappelijk profiel van de projectteam, en kennisbenutting/participatie belangrijke criteria.

De verwachte uitkomst van een project is primair wetenschappelijke verdieping (kennisvermeerdering, model- en theorievorming) binnen een nieuwe samenwerking tussen onderzoeksgroepen. ZonMw ziet deze open stimulans van de wetenschap als dé innovatiemotor voor vernieuwing in wetenschap en gezondheidszorg voor de langere termijn.

3 RICHTLIJNEN VOOR AANVRAGERS

3.1 WIE KAN AANVRAGEN4

Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers met een vergelijkbare aanstelling kunnen als hoofdaanvrager een aanvraag indienen als zij:

  • In dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij een van de onderstaande organisaties:

    • Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;

    • Universitaire medische centra;

    • KNAW- en NWO instituten;

    • het Nederlands Kanker Instituut;

    • het Prinses Máxima Centrum.

  • én een dienstverband (aanstellingsduur) bij deze organisatie hebben voor tenminste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een emeritaat of enkel een 0-uren aanstelling is uitgesloten van indiening.

Medewerkers van andere onderzoeksinstituten kunnen slechts als hoofd- en medeaanvrager een aanvraag indienen wanneer tenminste aan de volgende cumulatieve voorwaarden voor de rechtspersoon wordt voldaan:

  • is gevestigd in Nederland5;

  • is onafhankelijk in de uitvoering van onderzoek;

  • heeft een publieke taak;

  • heeft geen winstoogmerk anders dan ten behoeve doen van verder onderzoek

  • in het onderzoek waarvoor subsidie wordt gevraagd werkt het instituut samen met een universiteit, blijkend uit een personele of materiële bijdrage aan het onderzoek vanuit die universiteit;

  • de onderzoekers hebben vrijheid van publicatie in de internationale wetenschappelijke literatuur.

Let op: Deze voorwaarden worden voorafgaand aan het indienen van de aanvraag getoetst door ZonMw. De organisatie van de aanvrager levert daartoe uiterlijk 10 werkdagen voor de deadline van indiening per e-mail in ieder geval de volgende documenten aan:

  • een recent uittreksel van de kamer van koophandel;

  • de oprichtingsakte c.q. de statuten c.q. ander formeel document waaruit de publieke taak en het ontbreken van winstoogmerk blijkt;

  • de laatst beschikbare jaarrekening voorzien van controleverklaring.

Indien toetsing door ZonMw van de aanvragers niet op voorhand plaats gevonden heeft, kan ZonMw de aanvraag niet in behandeling nemen.

De 29 Nederlandse publieke kennisorganisaties (zie voor de lijst van deze Rijksinstellingen) hoeven de genoemde documenten niet op voorhand aan te leveren, aangezien ZonMw ervan uit gaat dat deze organisaties in beginsel zullen voldoen aan de in paragraaf 3.1 gestelde voorwaarden. Indien ZonMw nadere toetsing na indiening van het voorstel toch noodzakelijk acht, dient de aanvrager van een dergelijke organisatie op verzoek van NWO deze documenten alsnog aan te leveren.

GEZONDHEIDS(ZORG)WETENSCHAPPERS (G(Z)W) WORDEN EXPLICIET UITGENODIGD AANVRAGEN IN TE DIENEN.

Uit het verleden blijkt dat G(Z)W onderzoek een risico loopt ondervertegenwoordigd te zijn ten opzichte van de overige (bio/para)medische disciplines, zowel bij indiening als honorering. Het ZonMw-bestuur streeft naar een evenredig aandeel G(Z)W in de ZonMw Open Competitie. Bij een ex aequo prioritering van twee of meer aanvragen, die aan alle voorwaarden voldoen, wordt de voorkeur gegeven aan het G(Z)W voorstel.

AANVULLENDE VOORWAARDEN6:

Hoofdaanvrager:

  • De hoofdaanvrager mag slechts indienen als hij/zij volgens de formele ontvankelijkheidsregels niet meer bij de Vernieuwingsimpuls kan indienen, zoals beschreven in de documenten voor de Vernieuwingsimpuls (zie www.nwo.nl/vernieuwingsimpuls). U kunt Vici-subsidie aanvragen tot maximaal 15 jaar na promotie. Dit geldt niet voor medeaanvragers.

  • Binnen de Vernieuwingsimpuls wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de Extensie-regeling. Indien de hoofdaanvrager op grond van de extensieregeling een aanvraag in de Vici in zou kunnen dienen, mag de hoofdaanvrager ook een aanvraag bij de ZonMw Open Competitie 2020 in dienen. Echter, door het indienen van een projectidee in de ZonMw Open Competitie, verklaart de hoofdaanvrager in 2020 geen aanvraag in de Vernieuwingsimpuls in te zullen dienen.

  • De ZonMw Open Competitie is bedoeld voor hoofdaanvragers die reeds een Vici-toekenning hebben ontvangen vóór 2017, of voor de indiening van een Vici-aanvraag niet meer in aanmerking komen;

  • Van de hoofdaanvrager wordt verwacht dat hij/zij het totale project (dat in uitvoering vaak een complexe coördinatie verlangt) zowel inhoudelijk als organisatorisch kan dragen en een bezoldigde aanstelling heeft gedurende de looptijd van het project;

Hoofd- en medeaanvragers:

  • Aanvragers die in de Vici-subsidieronde 2020 met deadline 26 maart 2020 een aanvraag hebben ingediend (vooraanmelding of uitgewerkte aanvraag) bij ZonMw of één van de NWO domeinen, zijn uitgesloten om als hoofd- of medeaanvrager deel te nemen aan deze ronde;

  • Aanvragers die in de afgelopen jaren (toekenningsdatum in 2017, 2018, 2019 of 2020) een Vici-subsidie hebben gekregen, kunnen niet binnen de ZonMw Open Competitie als hoofd- of medeaanvrager subsidie aanvragen;

  • Aanvragers die in de afgelopen jaren (toekenningsdatum in 2017, 2018, of 2019) een ZonMw TOP-subsidie hebben gekregen, kunnen niet binnen de ZonMw Open Competitie als hoofd- of medeaanvrager subsidie aanvragen;

  • Aanvragers die in het afgelopen jaar (toekenningsdatum in 2020) een ZonMw Open Competitie subsidie hebben gekregen, kunnen gedurende de looptijd van hun subsidie niet opnieuw binnen de ZonMw Open Competitie als hoofd- of medeaanvrager subsidie aanvragen;

  • Voor de subsidieronde van ZonMw Open Competitie 2020 is het niet toegestaan om als projectlid bij méér dan één aanvraag betrokken te zijn. Alle op een aanvraag (aanvraagformulier en Mijn ZonMw) opgevoerde personen worden als projectleden beschouwd (met uitzondering van de bestuurlijk verantwoordelijke).

3.2 WAT KUNT U AANVRAGEN

Alle aan te vragen onderdelen van de begroting (personeel, materieel krediet, investeringen) moeten in verhouding tot het onderzoek staan, te motiveren in het onderzoeksvoorstel.

De maximale aan te vragen subsidie zonder investeringsmodule is € 750.000,–. Hiernaast is er een optionele subsidie voor de investeringsmodule van € 100.000 – 250.000,–. De maximale aan te vragen subsidie met investeringsmodule € 1.000.000,–. Er is geen minimumbedrag. De looptijd van een project is minimaal vier tot maximaal vijf jaar.

U bouwt de begroting op aan de hand van NWO-breed gestandaardiseerde financiële bouwstenen, de zogenaamde modules. In deze call kunnen de modules Personeel (1a, 1b, 1c en 1f), Materieel krediet (2) en Kennisbenutting (4a) zo vaak worden aangevraagd als nodig is voor het beoogde onderzoek; uiteraard binnen de maximaal aan te vragen subsidie. De modules Investeringen (3) en Internationalisering (5) zijn optioneel.

Voor een aanvraag binnen deze ronde zijn de volgende modules beschikbaar:

1. PERSONEEL7

Voor personeel dat een substantiële bijdrage levert aan het onderzoek kan subsidie voor salariskosten worden aangevraagd. Deze kosten zijn afhankelijk van het type aanstelling aan een Nederlands instituut en worden vergoed volgens de afspraken in het akkoord Bekostiging wetenschappelijk onderzoek met de VSNU en zijn gebaseerd op de CAO-NFU. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op https://www.zonmw.nl/nl/subsidies/voorwaarden-en-financien/.

MODULE 1A PERSONEEL PROMOVENDUS/ PHD

Een promovendus wordt 48 maanden voor 1.0 fte aangesteld of voor een equivalent zoals 0,8 fte voor 60 maanden. Indien voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek een afwijkende aanstellingsduur noodzakelijk wordt geacht, kan, mits goed gemotiveerd, hiervan worden afgeweken. De aanstellingsduur moet wel altijd minimaal 48 maanden 1.0 fte zijn.

MODULE 1B PERSONEEL POSTDOC

Een postdoc wordt aangesteld voor een looptijd tussen 12 en 48 maanden met een minimale omvang van 0,5 fte. Deze inzet kan wel over een langere of kortere periode gespreid worden, bijvoorbeeld over de gehele looptijd van het project. Voor een beperkte inzet van een expertise van een postdoc staat het materieel krediet ter beschikking.

BENCH FEE

Per ZonMw gefinancierde projectmedewerker uit module 1a en/of 1b komt er eenmalig een persoonsgebonden bench fee van € 5.000 bovenop de salaris- en materiele kosten ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de betreffende projectmedewerker.

MODULE 1C NIET-WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL (NWP)

Deze module kan alleen aangevraagd worden in combinatie met 1a en/of 1b. Voor de aanstelling van niet-wetenschappelijk personeel, specifiek noodzakelijk voor het aangevraagde onderzoeksproject, kan in deze module maximaal € 100.000 per aanvraag aangevraagd worden. Het kan hier gaan om bijvoorbeeld student-assistenten, programmeurs, technisch assistenten, analisten etc. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte gedurende 12 maanden. De minimale aanstelling kan over een langere periode gespreid worden. Indien men een expertise gedurende kortere tijd wenst in te zetten staat hiervoor het materieel krediet ter beschikking.

MODULE 1F OVERIG WETENSCHAPPELIJK PERSONEEL (OWP)

Budget voor overig wetenschappelijk personeel, zoals AIOS (arts in opleiding tot specialist, ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist), of mensen met een universitaire master of titel drs. of ir., (bijv. data scientist, methodoloog) die noodzakelijk zijn voor het aangevraagd onderzoeksproject. Deze module kan alleen aangevraagd worden in combinatie met module 1a en/of 1b. De aanstelling bij 1 fte is maximaal 48 maanden en bij deeltijd maximaal 60 maanden. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte gedurende 12 maanden. Deze inzet kan wel over een langere of kortere periode gespreid worden, bijvoorbeeld over de gehele looptijd van het project.

MODULE 1G VERVANGING VAN AANVRAGERS

In deze call kan per (mede)aanvrager eenmaal de module vervanging worden aangevraagd tot een maximum van 3 vervangingsposten per aanvraag. Per vervangingspost gelden de volgende voorwaarden:

Met deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd voor de kosten van de te vervangen hoofd- en/of mede-aanvrager(s). Hiermee kan de werkgever van de betreffende aanvrager de kosten dekken om hem/haar vrij te stellen van onderwijs-, begeleidings-, bestuurs- of beheertaken (geen onderzoekstaken). De door de vervanging vrijgekomen tijd mag/mogen de aanvrager(s) alleen inzetten voor werkzaamheden in het kader van het project. In de aanvraag moet beschreven worden welke werkzaamheden in het kader van het project de aanvrager(s) in de vrijgestelde tijd zullen verrichten. Er kan voor maximaal het equivalent van 5 voltijdsmaanden vervanging worden aangevraagd. ZonMw financiert de vervanging op basis van de op het moment van subsidieverlening geldende salaristabellen (www.nwo.nl/salaristabellen) voor een senior wetenschappelijk medewerker (schaal 11.0).

Deze module geldt alleen voor aanvragers gevestigd in Nederland en kan niet gebruikt worden in combinatie met module 5c Money follows Cooperation voor de betreffende medeaanvrager.

2. MATERIEEL KREDIET

Per fte aangevraagde wetenschappelijke positie (module 1a en 1b) kunt u maximaal € 15.000 materieel krediet per jaar van de aanstelling vragen. Voor kleinere aanstellingen wordt er naar rato aangevraagd. Het totale materieel krediet kunt u naar eigen inzicht over de duur van het project spreiden.

Het aan te vragen materiaal krediet is gespecificeerd naar onderstaande drie categorieën:

PROJECTGEBONDEN GOEDEREN/DIENSTEN:

  • verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.)

  • meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.)

  • kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. CBS), waarvoor het totaalbedrag niet meer dan € 25.000,– per aanvraag bedraagt

  • toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanrooms, synchrotrons, etc.)

  • werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, etc.)

  • personele kosten voor een kleinere omvang aanstelling dan aangeboden in module 1 b en/of niet-wetenschappelijk personeel

  • kosten voor proefpersonen

  • apparatuur en/of software (bijv. lasers, specialistische computers of computerprogramma’s, etc.). Voor deze kleine apparatuur en/of software geldt dat het bedrag per aanvraag niet meer dan € 100.000 mag bedragen.

  • meetkosten

REIS- EN VERBLIJFSKOSTEN (VOOR AANGEVRAAGDE MEDEWERKERS IN MODULE 1A EN 1B):

  • reis- en verblijfskosten (nationaal en internationaal)

  • congresbezoek (maximaal 2 per jaar per gefinancierde medewerker (uit module 1a en/of 1b))

  • veldwerk

  • werkbezoek

UITVOERINGSKOSTEN:

  • kosten open access publiceren (uitsluitend in full gold Open Access tijdschriften, geregistreerd in de ‘Directory of Open Access Journals’ https://doaj.org/)

  • kosten datamanagement

  • kosten werving (incl. advertentiekosten)

  • kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven)

Niet aangevraagd kunnen worden:

  • Basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptops, bureaus etc.)

  • Onderhouds- en verzekeringskosten.

Indien het maximumbedrag van € 15.000 per jaar per fte wetenschappelijke positie niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden. Hiervoor dient voorafgaand aan de indiening goedkeuring door ZonMw te worden verleend. Het maximumbedrag voor kleine apparatuur (€ 100.000) is hierop een uitzondering.

3. INVESTERINGEN

Deze module is optioneel en kan per aanvraag maximaal één keer worden ingezet.

Voor investeringen in wetenschappelijk vernieuwende apparatuur en dataverzameling van ten minste lokaal of (inter-)nationaal belang kunnen in deze module middelen worden aangevraagd. U moet de kosten voor investeringen uitgebreid specificeren en motiveren. Belangrijke aspecten zoals het belang van de investering voor het onderzoek, de kwaliteit en het innovatieve karakter, de toegankelijkheid voor onderzoekers anders dan de direct betrokken aanvragers en continuering van de faciliteit na afloop van de subsidietermijn zijn onder 5. Beoordelingscriteria beschreven.

Subsidiabel zijn:

  • kosten voor investeringen in wetenschappelijke apparatuur;

  • kosten voor investeringen in datasets;

  • personeelskosten voor het opzetten van databases en de initiële digitalisering van het bibliografisch apparaat, indien deze niet gekocht kunnen worden

  • personeelskosten voor medewerkers met essentiële technische expertise noodzakelijk voor de ontwikkeling of bouw van een investering

Niet-subsidiabel zijn in deze module:

  • kosten voor infrastructurele voorzieningen die tot de gebruikelijke infrastructuur gerekend kunnen worden;

  • dataverzamelingen, en eventuele bijbehorende software en bibliografieën die reeds op andere wijze beschikbaar zijn (zie hiervoor materiële kosten);

  • overige personeelskosten, waaronder personeelskosten voor de exploitatie en het uitvoeren van onderzoek met bestaande datasets of een reeds ontwikkelde faciliteit;

  • onderhoud en gebruik van de apparatuur.

  • kosten voor een extra garantieperiode.

De kosten voor investeringen dienen in de aanvraag adequaat gespecificeerd en gemotiveerd te worden. De aangevraagde bijdrage is maximaal € 250.000,– met een ondergrens van € 100.000 euro voor apparatuur (voor dataverzamelingen is de ondergrens € 25.000). De instelling moet minimaal 25% in cash aan kosten bijdragen aan de totale kosten van de investering. Een matchingsverklaring van de instelling is verplicht en is een criterium voor ontvankelijkheid van de aanvraag. Hierbij is van belang dat de instelling in de verklaring de omvang van de bijdrage expliciet aangeeft. De verklaring is onvoorwaardelijk en bevat geen ontbindende bepalingen.

4. KENNISBENUTTING

De aangevraagde bijdrage moet gespecificeerd zijn en mag niet hoger zijn dan € 50.000.

Het doel van deze module is het bevorderen van benutting van kennis die uit het onderzoek voortgekomen is.

Aangezien kennisbenutting in de verschillende wetenschapsgebieden zeer veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke kosten nodig zijn voor kennisdeling en gebruik, voor het creëren of onderhouden van samenwerking en/of (samen)- ontwikkelen van diverse kennisproducten.

Zoals bijvoorbeeld kosten voor de organisatie van nationale of internationale bijeenkomsten/symposium/workshops met het voornaamste doel kennisbenutting, voor het maken van een lespakket, voor een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden of kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag. Dit omvat niet alleen de middelen voor de kennisproductie in nauwe zin maar ook allerhande activiteiten en middelen om kennis op te halen in het veld alsook deze te delen met stakeholders en / of potentiele (eind-) gebruikers. Daarnaast kan er ook geld worden aangevraagd om in het veld advies in te winnen over kennisbenutting- en verspreiding en/of implementatie (bijvoorbeeld communicatie of implementatie adviseurs).

Daarnaast streeft ZonMw naar het betrekken van belanghebbenden (participatie), indien mogelijk inclusief de (eind)doelgroep of (eind)gebruiker die beschikt over ‘ervaringsdeskundigheid’. Met ‘betrekken’ bedoelt ZonMw concreet het raadplegen, advies inwinnen, samenwerken en/of laten (mee)beslissen van betrokkenen bij de projecten voor de opzet, uitvoeren of evaluatie. Hierbij is het aan de aanvrager om te specificeren welke belanghebbenden relevant zijn voor de betreffende aanvraag. Maak in uw aanvraag expliciet duidelijk hoe u belanghebbenden bij uw project betrekt.

5. INTERNATIONALISERING

MODULE 5A INTERNATIONALISERING

Het doel van deze module is het stimuleren van internationale samenwerking. De aangevraagde bijdrage mag niet hoger zijn dan € 50.000. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn. Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.

Subsidiabel zijn:

  • reis- en verblijfskosten voor zover het om directe onderzoekskosten gaat voortvloeiende uit de internationale samenwerking en om additionele kosten die niet op een andere manier bijvoorbeeld uit de bench fee worden gedekt. (Voor een overzicht van de tarieflijst buitenland per land zie deze tabel van de rijksoverheid: Tarieflijst verblijf en andere kostenbuitenland)

  • reis- en verblijfskosten voor buitenlandse gastonderzoekers

  • kosten voor de organisatie van internationale workshops/symposia/wetenschappelijke bijeenkomsten

MODULE 5B MONEY FOLLOWS COOPERATION (MFC)

Het doel van deze module is het stimuleren van internationale samenwerking via het principe Money follows Cooperation. Dit geeft de mogelijkheid om een deel van het project aan een kennisinstelling met een publieke taak buiten Nederland uit te voeren. Deze moet onafhankelijk zijn in de uitvoering van het onderzoek.

De aanvrager moet overtuigend onderbouwen op welke wijze de onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling specifieke expertise aan het onderzoeksproject bijdraagt die in Nederland niet op het voor het project noodzakelijke niveau beschikbaar is.

Deze voorwaarde geldt niet wanneer NWO een bilaterale overeenkomst omtrent Money follows Cooperation heeft gesloten met de nationale onderzoeksfinancier van het land waar de buitenlandse kennisinstelling zich bevindt (zie 5c).

Het aangevraagde budget binnen deze module moet minder dan 30% van het totale aangevraagde budget bedragen zonder het meerekenen van de optionele investeringsmodule.

Een onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling dient aan de in paragraaf 3.1 van deze Call for proposals gestelde vereisten voor medeaanvragers te voldoen, met uitzondering van de voorwaarde dat de medeaanvrager binnen het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd dient te zijn.

De aanvrager ontvangt de subsidie en is verantwoordelijk voor het overmaken aan de buitenlandse kennisinstelling en het verantwoorden van het MfC-deel van de subsidie.

Het wisselkoersrisico ligt bij de aanvrager. Baten of lasten door wisselkoersen zijn derhalve niet subsidiabel. De aanvrager is verantwoordelijk voor:

  • de financiële verantwoording van alle kosten in zowel Euro’s als de lokale munteenheid, waarbij de gehanteerde wisselkoers zichtbaar moeten zijn.

  • Een redelijke vaststelling van de hoogte van de wisselkoersen. Op aanvraag van ZonMw moet de aanvrager een beschrijving van deze redelijke vaststelling ten allen tijde kunnen geven.

ZonMw verstrekt geen subsidie aan medeaanvragers in het buitenland die vallen onder (inter-)nationale sanctiewet- en regelgeving. De EU sanctions map is hiervoor richtinggevend.

MODULE 5C (CO)FINANCIERING DOOR HET FONDS NATIONAL DE LA RECHERCHE DE LUXEMBOURG

Uitgangspunt is dat onderzoeksgroep waarmee u samenwerkt wordt gefinancierd door een zustercouncil waarmee ZonMw afspraken heeft over het (co)financieren van bilaterale projecten; op dit moment uitsluitend het Fonds National de la Recherche de Luxembourg (FNR). ZonMw beoordeelt een aanvraag in zijn geheel, in afstemming met deze zustercouncil. De buitenlandse component telt niet mee voor de bepaling van de minimale of de maximale budgetgrootte aan Nederlandse zijde. In het geval van een honorering van de aanvraag, draagt het FNR bij door financiering van de Luxemburgse onderzoeksgroep. Deze financiering is bovenop de maximaal aan te vragen subsidie bij ZonMw.

Meer informatie vindt u via https://www.fnr.lu/international-cooperation/nwo-zon-mw/.

3.3 WANNEER KUNT U AANVRAGEN?

De deadline voor het indienen van een projectidee is 16 april 2020, voor 14.00 uur CE(S)T.

De deadline voor het indienen van een uitgewerkte aanvraag is 15 september 2020, voor 14.00 uur CE(S)T.

Bij het indienen van uw aanvraag in mijn ZonMw dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze Call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

3.4 HET OPSTELLEN VAN DE AANVRAAG

  • Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem Mijn ZonMw.

  • Het online aanvraagformulier en de bijlage dienen in de Engelse taal te worden ingevuld.

  • Sla het aanvraagformulier en de bijlagen op als pdf-bestanden en upload het in Mijn ZonMw.

NB. Het aanvraagformulier voor het opstellen van een uitgewerkte aanvraag zal op de website van het financieringsinstrument verschijnen tegen het einde van de fase van vooraanmeldingen (uiterlijk eind juli 2020).

3.5 SUBSIDIEVOORWAARDEN

Projectideeën en uitgewerkte aanvragen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om in behandeling te worden genomen (ontvankelijkheidscriteria). ZonMw neemt geen projectideeën/uitgewerkte aanvragen in behandeling wanneer zich één of meer van de volgende situaties voordoen:

  • 1. De aanvraag is niet ingediend via Mijn ZonMw.

  • 2. De aanvraag is ingediend na de deadline.

  • 3. De aanvraag voldoet niet aan de in deze Call beschreven voorwaarden (in het bijzonder zoals vermeld onder 3.1 en 3.4).

  • 4. De aanvraag is niet opgesteld conform het format voor het opstellen van een projectidee of uitgewerkte aanvraag.

  • 5. De aanvraag is niet volgens de in deze Call beschreven voorwaarden ingevuld, of niet correct of onvolledig, en de aanvrager heeft niet of niet op tijd, voldaan aan het verzoek een gecorrigeerde aanvraag in te dienen.

  • 6. Het project kan niet binnen zes maanden na toekenning van de financiering starten.

Op alle aanvragen zijn de NWO Subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

OPEN ACCESS

Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowlegde in the Sciences and Humanities (2003) zetten ZonMw en NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat voortkomt door financiering van NWO vrij beschikbaar te maken via internet (open access). Daarmee geeft ZonMw invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access beschikbaar te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze Call for proposals dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn. ZonMw accepteert daarbij verschillende routes:

  • publicatie in een open access tijdschrift,

  • deponeren van een versie van het artikel in een repository of

  • publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daarover www.openaccess.nl.

Eventuele kosten voor publiceren in open access tijdschriften kunnen worden begroot in de projectbegroting. ZonMw vergoedt geen kosten voor publicaties in hybride tijdschriften. Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze Call for proposals. Onder publicaties worden ook wetenschappelijke monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken verstaan Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.

DORA

Op 18 april 2019 heeft NWO de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA) ondertekend. DORA is een wereldwijd initiatief om bij de beoordeling van onderzoek en onderzoekers minder af te gaan op bibliometrische indicatoren (zoals publicaties en citaties) en meer op andere criteria. De verklaring bevat een set van aanbevelingen over de verbetering van onderzoeksbeoordelingen. ZonMw onderschrijft de principes van de DORA-verklaring en past haar procedures hierop aan, onder meer door:

  • scherper te formuleren en onderbouwen welke criteria gebruikt worden voor het beoordelen van kwaliteit;

  • in deze call en het aanvraagformulier niet te verwijzen naar Journal Impact Factoren en H-index;

  • de referenten en leden van de beoordelingscommissie actief te informeren over wat de DORA-verklaring betekent voor de uitvoering van hun werkzaamheden, en hen te trainen om bij de beoordeling van onderzoeksvoorstellen de inhoudelijke kwaliteit van de onderzoeker en het voorstel centraal te stellen;

  • publicatielijsten in de aanvraag te maximeren en onderzoekers te vragen om op verhalende wijze aan te geven wat hun bijdrage is aan hun wetenschapsgebied.

DATAMANAGEMENT – TOEGANG TOT DATA

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. ZonMw verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door ZonMw zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. ZonMw hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan middels de datamanagementparagraaf (in de uitgewerkte aanvraag) in de onderzoeksaanvraag, en het datamanagementplan na honorering.

1. Datamanagementparagraaf

De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moet worden zodat zij vrij beschikbaar kan worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kan worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit te beargumenteren in de datamanagementparagraaf.

2. Datamanagementplan

Na honorering van een aanvraag werkt de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit tot een datamanagementplan. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de kennisinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan zijn ingediend bij ZonMw. ZonMw keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door ZonMw is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld. Meer informatie over het datamanagementplan van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.

KENNISBENUTTING EN PARTICIPATIE

Kennisbenutting gaat over het delen of door-ontwikkelen van kennis in samenspraak met onderzoekers uit eigen of andere disciplines, stakeholders en/ of (eind-) gebruikers. Dat kan gaan om resultaten en conclusies, maar ook over andere kennis in zorgonderzoek, bijvoorbeeld kennis over de methoden van onderzoek inclusief apparatuurgebruik, data en data infrastructuren, theoretische verrijking door multidisciplinare inzichten, of juist kennis op operationeel niveau: vaardigheden van onderzoekers.

De nieuwe kennis uit fundamenteel onderzoek is meestal heel specifiek, levert een klein puzzelstuk waaruit, soms al meteen en soms juist later, ideeën ontstaan over mogelijkheden voor preventie, therapieën of behandelingen. Deze kennis is vaak het startpunt van een innovatiecyclus waarin dan verdere puzzelstukken worden ontwikkeld.

ZonMw stimuleert daarom het betrekken (participatie) van belanghebbenden, indien mogelijk inclusief de einddoelgroep of eindgebruiker die beschikt over ‘ervaringsdeskundigheid’, bij een project. Met ‘betrekken’ bedoelen we concreet het raadplegen, advies inwinnen, samenwerken en/of laten (mee)beslissen van betrokkenen bij de projecten. Dat kan bijvoorbeeld onderdeel zijn van het vooronderzoek, het ontwikkelen van indicatoren, het benaderen van proefpersonen, het reflecteren op (verrassende) resultaten of conclusies, het vertalen van inzichten naar de praktijk in kennisproducten.

Aangezien kennisbenutting veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke doelen relevant zijn, welke strategie erbij past, en welke aanpak en middelen daarvoor nodig zijn.

Overdracht van kennis kan zowel naar andere wetenschappelijke disciplines als naar gebruikers buiten de wetenschap (bedrijfsleven/maatschappij/gezondheidszorg) plaatsvinden. ZonMw vraagt daarom van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor financiering om met behulp van een aantal vragen, zoals hoe zal kennisbenutting geïmplementeerd worden en hoe beoogt de onderzoeker kennisbenutting te bevorderen, een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun project. Deze toelichting wordt meegewogen in de beoordeling. In de uitgewerkte aanvraag wordt u gevraagd om hier veel dieper op in te gaan.

NAGOYA PROTOCOL

Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). ZonMw gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

ETHISCHE ASPECTEN

Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies is informatie over DEC te vinden en bij onder andere de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.

Een aanvrager is verantwoordelijk voor het nagaan of zijn/haar onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het tijdig verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie en/of het tijdig verkrijgen van een vergunning op grond van de WBO, indien nodig.

ZonMw onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. De aanvragers dienen de bestaande codes te onderschrijven en na te leven.

Bij honorering wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat de verklaring van de juiste ethische commissie of vergunning op grond van de WBO wordt verkregen. Een onderzoeksproject kan pas starten als ZonMw (indien nodig) een kopie van de goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning WBO ontvangen heeft. ZonMw verwacht dat de kandidaten rekening houden met het tijdpad van de beoordelingsprocedure en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie of de aanvraag voor een WBO vergunning. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt ZonMw zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.

DIEREXPERIMENTEEL ONDERZOEK

Indien de aanvraag dierexperimenteel onderzoek betreft, dan is het gebruik van de ARRIVE guidelines verplicht. Een duidelijke onderbouwing van het gebruik van deze richtlijn behoort in het plan van aanpak te worden opgenomen.

De ARRIVE guideline is bedoeld als richtlijn voor publicaties, maar kan ook worden gebruikt als richtlijn van voorwaarden voor goed dierexperimenteel onderzoek (bijvoorbeeld, randomiseren, blindering, goede statische- en methodologische onderbouwing etc.). Deze richtlijn is te vinden op de website Equator Network. Kijk hierbij ook op de websites van Experimental design assistent (EDA) en PREPARE.

N.B. Bij eventuele honorering is registratie van de opzet van uw proefdieronderzoek bij Preclinical Trials verplicht. Het registratienummer (bewijs van registratie) moet binnen 6 weken na eventuele honorering worden ingediend.

WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT

ZonMw en NWO hebben in de NWO Subsidieregeling 2017 opgenomen dat al het door ZonMw en NWO gefinancierde onderzoek uitgevoerd moet worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. Meer informatie over het NWO-beleid wetenschappelijke integriteit is te vinden op de website: www.nwo.nl/integriteit.

3.6 HET INDIENEN VAN EEN AANVRAAG

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem Mijn ZonMw. Aanvragen die niet via Mijn ZonMw zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

De hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor het indienen van de volledige aanvraag via het eigen Mijn ZonMw-account. Indien een aanvrager nog geen Mijn ZonMw-account heeft, dient u deze minimaal enkele dagen voor het indienen een account aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de aanvrager al een account heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Bij het indienen van uw aanvraag in Mijn ZonMw dient u online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline(s) van deze Call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Voor vragen van technische aard kunt u contact opnemen met de servicedesk, zie 7.1.2.

HET INDIENEN VAN EEN PROJECTIDEE

De procedure begint met het indienen van een projectidee. Een projectidee bestaat uit twee delen: een online deel in Mijn ZonMw (een aantal tabbladen) en het onderzoeksvoorstel (aanvraagformulier) met biosketches, eventuele figuren (max. 1A) en een matchingsverklaring indien inzet van de investeringsmodule. U vult alles in het Engels in. Het aanvraagformulier (preliminary application form). In één van de tabbladen kunt u het aanvraagformulier uploaden.

Zie hoofdstuk 3.1 voor eventueel aanvullende documenten in het geval van medeaanvragers die onder andere organisaties dan universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden valt. Deze dienen uiterlijk 10 werkdagen voor de sluitingsdatum van 16 april 2020 voor 14.00 via opencompetitie@zonmw.nlaangeleverd te worden.

HET INDIENEN VAN EEN UITGEWERKTE SUBSIDIEAANVRAAG

Aanvragen die niet aan de projectideefase hebben meegedaan worden niet in behandeling genomen.

De procedure voor het indienen van een uitgewerkte subsidieaanvraag is in grote lijnen vergelijkbaar met het projectidee met toevoeging van een Engelstalige gespecificeerde begroting voor Academic Institutions. Daarnaast dient u een publiekssamenvatting in zowel het Engels als Nederlands aan te leveren.

Let op: De uitgewerkte aanvraag is een uitwerking van het projectidee. Het is in de uitgewerkte aanvraag niet toegestaan nieuwe projectleden toe te voegen ten opzichte van het projectidee, tenzij de commissie in haar advies naar aanleiding van het projectidee uitdrukkelijk heeft aangegeven bepaalde expertise te missen in de projectgroep. Daarnaast mag het budget niet meer dan 15% verschillen van het budget dat is ingediend met het projectidee.

4 BEOORDELINGSPROCEDURE

4.1 PROCEDURE PROJECTIDEE

ONTVANKELIJKHEID

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Het bureau beoordeelt, in opdracht van het ZonMw-bestuur, de volledigheid van de aanvraag. Alleen aanvragen die aan de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 voldoen, zijn ontvankelijk en worden in behandeling genomen. De aanvraag dient in het Engels te worden opgesteld.

PROJECTIDEE

De commissie beoordeelt en rangschikt de projectideeën aan de hand van de relevantie voor de ZonMw Open Competitie, de vernieuwende samenstelling van het onderzoeksteam, de inhoudelijke en procedurele criteria uit deze Call for proposals en op wetenschappelijke kwaliteit (zie hoofdstuk 2 en 4.2)

De uitkomst van de projectideeronde is een advies: ZonMw nodigt de meest kansrijke aanvragers uit om een uitgewerkte subsidieaanvraag in te dienen of ontraadt de overige aanvragers om dit te doen. Het aantal uit te nodigen aanvragers wordt bepaald door het beschikbare budget. Als richtlijn geldt dat maximaal drie à vier keer zoveel aanvragen worden uitgewerkt als er uiteindelijk kunnen worden gehonoreerd.

Indien u ondanks een negatief advies toch een uitgewerkte aanvraag wilt indienen, neem dan spoedig contact op met het programmasecretariaat in verband met de technische in Mijn ZonMw.

4.2 PROCEDURE UITGEWERKTE SUBSIDIEAANVRAAG

REFERENTEN EN WEERWOORD

De uitgewerkte aanvraag dient een uitwerking te zijn van de beoordeelde projectidee; wijzigingen in de onderzoeksopzet zijn daarmee niet toegestaan tenzij hier nadrukkelijk door de commissie om is gevraagd. Als de ontvankelijkheidscontrole op administratieve volledigheid van de uitgewerkte aanvraag succesvol doorlopen is, legt ZonMw de aanvraag voor aan externe (internationale) referenten. Dit zijn onafhankelijke adviseurs die deskundig zijn op het vakgebied van de aanvraag en beoordelen de relevantie en kwaliteit aan de hand van de criteria zoals beschreven in 5.2. De hoofdaanvrager wordt tijdens de projectidee fase al gevraagd maximaal drie non-referees op te geven

ZonMw streeft ernaar per aanvraag drie referenten te raadplegen; ten minste twee referenten beoordelen elke aanvraag. De referenten worden verzocht op elk criterium de sterke en minder sterke punten te benoemen en dit oordeel te onderbouwen in een rapport. De referenten scoren de criteria niet maar geven een totaalwaardering over de kwaliteit van de aanvraag.

De referentenrapporten worden geanonimiseerd verstuurd naar de aanvrager voor schriftelijke wederhoor (het weerwoord). U ontvangt bericht over de exacte deadline en periode van het weerwoord. Referenten beoordelen de aanvraag op alle criteria. Ook als referenten zeer positief zijn, mag de aanvrager een reactie daarop in het wederhoor geven.

EVALUATIE REFERENTENRAPPORTEN, WEDERHOOR EN INTERVIEWSELECTIE

De commissie komt op basis van de aanvraag, referentenrapporten en wederhoor tot een zelfstandig oordeel over de criteria voor relevantie en kwaliteit van de aanvraag zoals beschreven in 5.2. De commissie kan dus van het oordeel van de referenten afwijken. Het wederhoor kan hiertoe aanleiding geven. Ook kan de commissie de argumenten van een referent anders wegen of bij verschillen tussen referenten, de argumenten van één van hen minder zwaar of zwaarder meewegen. Na deze vergadering brengt de commissie een advies uit aan ZonMw om de niet voor interview geselecteerde aanvragen af te wijzen. De aanvragers van de geselecteerde aanvragen ontvangen een uitnodiging voor een interview.

INTERVIEW EN ADVIES AAN ZONMW

Tijdens het interview heeft de commissie de gelegenheid om vragen te stellen, dit kunnen ook nieuwe vragen zijn die (nog) niet door de referenten zijn gesteld. De leden van de projectgroep, bestaande uit de hoofdaanvrager en maximaal twee medeaanvragers, kunnen hier tijdens het interview met de commissie op reageren. Het interview is een belangrijk onderdeel van de beoordeling en kan een herijking van de aanvraag tot gevolg hebben.

De commissie gebruikt de motivatie van de referenten, het verweer van de aanvrager én het interview om tot een zelfstandig oordeel op kwaliteit en relevantie van de aanvraag te komen. In de vergadering stelt de commissie een honorerings- en afwijzingsvoordracht (het advies aan ZonMw) op.

Het ZonMw bestuur neemt op basis van dit advies en de beschikbare financiële middelen een besluit over toewijzing of afwijzing van de aanvragen. De hoogst geprioriteerde aanvragen op basis van het beschikbare budget worden gehonoreerd.

Elke aanvrager wordt per brief over de uitslag geïnformeerd en ontvangt daarbij een kwalificatie van de beoordeling en een rapport met een korte tekstuele toelichting per (hoofd)beoordelingscriterium. Een aanvrager kan binnen zes weken na dagtekening van het besluit bij het ZonMw bestuur bezwaar indienen.

5 BEOORDELINGSCRITERIA

5.1 RELEVANTIE

De relevantie van een aanvraag voor de ZonMw Open Competitie wordt beoordeeld door de programmacommissie. Zij toetst in hoeverre de aanvraag past binnen de doelstellingen van het programma, zoals beschreven in 2:

  • innovatieve (grensverleggende) gezondheidswetenschap met een breed uitstralend effect op wetenschap en/of maatschappij;

  • team science: innovatieve en synergistische samenwerking tussen onderzoeksgroepen;

Het doel van deze stap is het selecteren van de projectideeën die het beste aansluiten bij het programma en die het meest kansrijk zijn. Daarnaast is deze stap bedoeld om het aantal projectideeën dat uiteindelijk wordt uitgewerkt in een subsidieaanvraag enigszins af te stemmen op het programmabudget dat voor de subsidieronde beschikbaar is.

5.2 KWALITEIT

De kwaliteit van een aanvraag wordt met behulp van de volgende drie criteria beoordeeld:

A. Wetenschappelijke kwaliteit; B. Kwaliteit van het project team; C. Kennisbenutting en Participatie.

Voor zowel het projectidee als de uitgewerkte aanvraag geldt tijdens de beoordelingsprocedure de weging van de kwaliteitscriteria als volgt: A voor 50%, B voor 30% en onderdeel C voor 20%. Indien de aanvragers voor een interview zijn uitgenodigd, speelt het interview een belangrijke rol tijdens de beoordeling van de uitgewerkte aanvraag.

  • A. Wetenschappelijke kwaliteit

    • hoge vernieuwende waarde qua wetenschappelijke inhoud

    • originele vraagstelling met de potentie tot een baanbrekende bijdrage aan de wetenschap

    • doeltreffende plan van aanpak

    • innovatieve methodologie

    • haalbaarheid, risicoanalyse en back up plan

  • B. Kwaliteit van het project team

    • wetenschappelijk profiel en deskundigheid

    • innovatie en synergie in de samenstelling

    • nationale en internationale positie

    • de individuele rollen in een team met aandacht voor o.a. management en kennisbenutting

  • C. Kennisbenutting en participatie

    • impact van het onderzoeksvoorstel voor de wetenschap en maatschappij

    • een realistische weergave van kennisbenuttingsmogelijkheden en participatie van revelante stakeholders

    • de mate van concretisering van het plan van aanpak omtrent kennisbenutting en participatie

    • betrekken van relevante stakeholders voor participatie bij de opzet, uitvoering en/of het vertalen van uitkomsten van het onderzoek naar concrete acties

    • onderbouwing van mogelijkheden voor benutting van de nieuwe kennis op korte en/of (middel)lange termijn

INVESTERINGSMODULE (OPTIONEEL)

De module Investeringen komt uitsluitend in aanmerking voor subsidie indien sprake is van een evident wetenschappelijk belang en van ten minste lokale en waar mogelijk nationale draagwijdte (bijvoorbeeld via medegebruik door onderzoekers van andere instellingen). Bij de beoordeling spelen onderstaande criteria een belangrijke rol:

Wetenschappelijke kwaliteit

  • belang, urgentie en innovatie van de investering voor de aanvraag en voor het desbetreffende onderzoeksterrein

  • technologische vernieuwing

  • technische haalbaarheid en doeltreffendheid van de investering

  • kwaliteit en competentie projectgroep ten opzichte van de investeringsmodule

Lokaal en nationaal belang

  • potentieel impact voor lokaal en nationaal belang

  • toegankelijkheid (ook op langere termijn) voor onderzoekers anders dan de direct betrokken aanvragers en de betreffende regeling

  • afstemming met andere groepen op het desbetreffende terrein

  • inbedding van de investering in de (langere termijn) onderzoeksstrategie van de instelling

Financiële/technische aspecten

  • mate van medefinanciering en de verhouding tot de omvang en doelstellingen van het project

  • noodzaak van aangevraagde en als eigen bijdrage opgevoerde personeel

  • verzekering van huisvesting van de investering

  • inbedding van de investering in een adequate setting binnen de instelling

  • management- en exploitatieplan van de investering

  • risicoanalyse inclusief voorstel voor mogelijke oplossingen

Effectiviteit van de investering

  • verhouding omvang van de investering en het aantal gebruikers/het gebruik

  • de verwachte bezettingsgraad van de investering

  • continuïteit van de investering na de subsidieperiode

  • toekomstplan voor vervanging/modernisering

Kennisbenutting/participatie: potentie en implementatie

  • de mate waarin realisatie van de investering bijdraagt tot (technologische) innovatie bij bedrijven of in de maatschappij

  • de mate waarin mogelijk verkregen resultaten met de investering bijdragen aan belangrijke wetenschappelijke, technologische of maatschappelijke ontwikkelingen

  • plan van aanpak om opbrengsten die voortvloeien uit het gebruik van de faciliteit ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers

  • betrekken van potentiële kennisgebruikers betrokken bij ontwerp, realisatie en gebruik van de faciliteit en zo ja, hoe gebeurt dit?

  • het verwachte termijn voor mogelijke kennisbenutting en participatie

5.5 KWALIFICATIES EN PRIORITEITSTELLING

De eindkwalificaties voor een uitgewerkte subsidieaanvraag bestaan uit:

Relevantie:

  • Relevant;

  • Onvoldoende relevant.

Kwaliteit

  • Excellent;

  • Zeer Goed;

  • Goed;

  • Ontoereikend.

Het advies voor de kwalificatie wordt gegeven door de beoordelingscommissie en vastgesteld door het bestuur van ZonMw. Hierbij maakt de commissie gebruik van alle op dat moment beschikbare informatie en de geldende beoordelingscriteria. De gemiddelde scores van de commissieleden op de criteria worden in gelijke mate gewogen om door middel van hun gemiddelde tot de kwalificatie van de aanvraag te komen.

Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering. Om voor financiering in aanmerking te kunnen komen, dient een aanvraag ten minste de kwalificatie “relevant” en “zeer goed” te krijgen.

PRIORITEITSTELLING

Bijna altijd zijn er binnen het programma meer aanvragen die gehonoreerd kunnen worden dan het budget toelaat. Daarom brengt de commissie een prioriteitsstelling (ranking) aan in de aanvragen die gehonoreerd kunnen worden op grond van haar eindoordeel over de relevantie en de kwaliteit. Wanneer het beschikbare budget ontoereikend is en er aanvragen met een gelijke score (met twee decimalen) zijn, kan het criterium G(Z)W meewegen voor de prioriteitstelling.

5.6 INDICATIEF TIJDPAD

Deadline indienen projectidee

16 april 2020, 14.00.00 uur

Ontvangst advies commissie

Medio juli 2020

Deadline indienen uitgewerkte subsidieaanvraag

15 september 2020, 14.00.00 uur

Ontvangst commentaar referenten

Medio oktober 2020

Deadline indienen weerwoord

Begin november 2020

Interview

7 – 8 januari 2020

Besluit ZonMw

Eind februari 2020

Het kan zijn dat ZonMw het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in het tijdspad ZonMw Open Competitie 2020 aan te brengen. Deze zullen op de website worden gepubliceerd. Kijk daarom met enige regelmaat op de ZonMw website voor de laatste stand van zaken.

6 PROGRAMMACOMMISSIE

6.1 ALGEMEEN

Voor de beoordeling van aanvragen heeft het ZonMw-bestuur een breed en divers samengestelde beoordelingscommissie ingesteld afkomstig uit verschillende (bio)medische disciplines. De commissie adviseert het ZonMw-bestuur over toewijzing van nieuwe aanvragen.

De samenstelling van de commissie is openbaar en te vinden op onze website. Communicatie met de commissie verloopt altijd via de programmamanager.

PERSOONLIJKE BELANGEN

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken ZonMw-medewerkers is de NWO Code ‘Persoonlijke Belangen’ van toepassing.

6.2 TAKEN COMMISSIE

PROJECTIDEEËN

De beoordelingscommissie beoordeelt de projectideeën. Voor het beoordelen van deze projectideeën worden geen externe referenten geraadpleegd. Na het indienen van de projectideeën maakt de commissie een selectie van de meest kansrijke aanvragen op basis van de beschreven procedure.

UITGEWERKTE AANVRAGEN

In de fase van de uitgewerkte subsidieaanvraag geeft de commissie een eindoordeel op basis van de aanvraag, referentenrapporten, het weerwoord en, indien van toepassing, het interview.

In de vergaderingen stelt de commissie een honorerings- en afwijzingsvoordracht (het advies aan ZonMw) op. De commissie gebruikt de motivatie van de referenten, het verweer van de aanvrager én het interview (indien van toepassing) om tot een zelfstandig oordeel over de aanvraag te komen. Bij het oordeel over de kwaliteit van een aanvraag is de rol van de commissie daarbij afwijkend van die van de referenten omdat:

  • De commissie het verweer van de aanvrager mee weegt, terwijl de referent dat niet ziet en dus niet kan meenemen in zijn beoordeling;

  • De commissie alle rapporten behorende bij een aanvraag ziet en in de weging kan betrekken, terwijl de referenten onderling niet afstemmen;

  • De commissie alle aanvragen, weerwoord en interview in de beschouwing kan betrekken, terwijl de referent in de regel nooit meer dan één aanvraag ziet.

Dit brengt met zich mee dat de commissie tot een ander oordeel kan komen dan de individuele referenten. De beoordeling van de commissie wordt schriftelijk aan de aanvrager toegelicht.

7 CONTACT

7.1 INHOUDELIJKE VRAGEN

Op de website van ZonMw Open Competitie is de meest recente informatie over de huidige ronde te vinden. Daar staat ook een document met antwoorden op veel gestelde vragen. Aanvragers wordt aangeraden eerst de website te raadplegen voordat zij contact opnemen met ZonMw.

Voor inhoudelijke vragen kunt u mailen naar opencompetitie@zonmw.nlof neemt u contact op met:

Lotte Hofstee (programmasecretaris)

Telefoonnummer: 070 349 51 93

Dr Angela Sarabdjitsingh (programmamanager)

Telefoonnummer: 070 349 52 71

E-mailadres: opencompetitie@zonmw.nl

ZonMw – Cluster Fundamenteel Onderzoek

Postbus 93245

2509 AE Den Haag

7.2 TECHNISCHE VRAGEN OVER ELEKTRONISCH AANVRAAGSYSTEEM

Bij technische vragen over het gebruik van Mijn ZonMw kunt u contact opnemen met de servicedesk. De servicedesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)70 349 51 78. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via servicedesk@zonmw.nl.


X Noot
1

Met projectidee wordt bedoeld beknopte aanvraag volgens de Subsidieregeling NWO 2017.

Met uitgewerkte aanvraag wordt bedoeld volledige aanvraag volgens de Subsidieregeling NWO 2017.

X Noot
2

Met projectidee wordt bedoeld beknopte aanvraag volgens de Subsidieregeling NWO 2017.

Met uitgewerkte aanvraag wordt bedoeld volledige aanvraag volgens de Subsidieregeling NWO 2017.

X Noot
3

Ter oriëntatie: gezondheidsonderzoek omvat het onderzoek naar vóórkomen, ontstaan, herkennen en preventie van ziekten, behandeling van ziekten, verlichting van ziektelast, en functioneren van het systeem van de gezondheidszorg. Het doel ervan is een bijdrage te leveren aan bevordering van de gezondheid of verlichting van ziektelast. Het omvat het hele werkterrein van het medisch-biologisch -, het klinisch wetenschappelijk -, het populatie - en het (zorg)stelselonderzoek. Bij twijfel over de meest geschikte (NW domein om een aanvraag in te dienen kunt u contact opnemen met het programmasecretariaat via opencompetitie@zonmw.nl.

X Noot
4

Sanquin is niet toelaatbaar in de categorie toegestane organisaties tenzij vooraf is bewezen dat zij voldoen aan de criteria in artikel 1.1.3 van de NWO Subsidieregeling 2017.

X Noot
5

Buitenlandse onderzoekers zijn toegestaan maar dienen de Money follows Cooperation module te gebruiken (zie module 5b). Een hoofdaanvrager dient ten alle tijden in Nederland gevestigd te zijn.

X Noot
6

Met aanvragers worden zowel hoofdaanvragers als medeaanvragers aangeduid.

X Noot
7

Voor alle personele modules geldt dat de genoemde bedragen telkens worden aangepast aan de meest recente VSNU, NFU en HOT-tabellen

Naar boven