Verkeersbesluit voor het plaatsen van een verkeersteken E. 5 bij de ingang van overnachtingshaven Haaften met een onderbord met de tekst: geldt alleen aan de steigers, op werkdagen tussen 18.00–08.00 uur en in het weekend

Datum: 20 februari 2020

Kenmerk: RWS-2020/6729

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Op 21 januari 2020 heeft het Gerechtshof Den Haag bepaald dat de Staat maatregels zoals vermeld in een eerder vonnis van de rechtbank Den Haag van 27 november 1996 moet nemen, op straffe van een dwangsom. Met dit verkeersbesluit geeft de Staat invulling aan de opgelegde maatregel om bij de ingang van de overnachtingshaven Haaften een zichtbaar bord met informatie over het gebruik van de haven te plaatsen. Met dit bord moet worden bereikt dat beroepsschippers gedurende werkdagen overdag niet in de overnachtingshaven blijven liggen. Het bord zal het bestaande bord met de tekst “ligtijd maximaal 3 x 24 uur” vervangen.

Juridisch kader

Op grond van artikel 14.11, eerste lid onder g van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 (Rpr) is het in de overnachtingshavens te Lobith (kmr 863.400), IJzendoorn (kmr 907.800) en Haaften (kmr 936.000) verboden zonder toestemming van de bevoegde autoriteit:

  • g) langer dan 3 opeenvolgende dagen ligplaats te nemen;

Op grond van artikel 2 Scheepvaartverkeerswet (Svw) ben ik bevoegd een verkeersbesluit te nemen.

Op grond van artikel 5 Svw kan ik beslissen een verkeersteken aan te brengen.

In bijlage 7 van het Rpr zijn de verkeerstekens van de vaarweg opgenomen. Onder E van deze bijlage staan de aanwijzingstekens (E. 5) met de mogelijkheid deze tekens aan te vullen met borden of opschriften.

Op grond van artikel 2 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (Babs) mag het bevoegd gezag bij het nemen van een verkeersbesluit uitsluitend gebruik maken van verkeerstekens, zoals opgenomen in bijlage 7 en 8 van het Rpr.

Motivering

Overnachtingshaven Haaften, gelegen aan de rivier de Waal, is in eigendom van Kerkewaard. De overnachtingshaven maakt deel uit van een grotere haven en ligt in het zuidelijk deel ervan. Op dit zuidelijke deel is een zakelijk gebruiksrecht (de erfdienstbaarheid) verleend aan de Staat. Bij de toegangsgeul naar de haven staat een bord met de tekst ”Overnachtingshaven Haaften” met daaronder een kleiner bord met de tekst “ligtijd maximaal 3 x 24 uur”.

De Staat is gehouden de maatregels zoals vermeld in een eerder vonnis van de rechtbank Den Haag van 27 november 1996 te nemen. Dit heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 januari 2020 bepaald, op straffe van een dwangsom van 1.000 euro per dag ingaande op 21 februari 2020.

De maatregels zijn als volgt verwoord in het vonnis van de rechtbank van 27 november 1996 (rechtsoverweging 24):

“(...) De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 24 februari 1993 overwogen dat de Staat maatregels dient te treffen teneinde te bereiken dat beroepsschippers gedurende werkdagen overdag niet in de overnachtingshaven blijven liggen. De Staat heeft hier een inspanningsverplichting. Hij dient op deugdelijke wijze de beroepsvissers (bedoeld is: beroepsschippers, toevoeging hof) te informeren, de denken valt aan een publicatie tenminste eenmaal per jaar in een of meer door beroepsvissers (idem) gelezen periodiek(en), het plaatsen bij de ingang van de haven van een behoorlijk zichtbaar bord met informatie over het gebruik van de haven, het regelmatig controleren van de haven en het optreden tegen “overtreders”, na van Kerkewaard c.s. een klacht te hebben ontvangen. (...)”

Aan het vonnis heeft de Staat geen uitvoering gegeven. Tot 2016 heeft Kerkewaard de Staat niet om nakoming gevraagd. Bij exploot van 22 november 2016 heeft Kerkewaard het vonnis van 27 november 1996 aan de Staat betekend met als doel de verjaring te stuiten en het lopende overleg tussen de Staat en Kerkewaard over verwerving van de haven door de Staat of aanpassing van de erfdienstbaarheid tot een voor Kerkewaard positief einde te brengen. Het overleg heeft niet tot overeenstemming geleid.

Met dit verkeersbesluit geeft de Staat invulling aan de opgelegde maatregel door het Gerechtshof om bij de ingang van de overnachtingshaven Haaften een zichtbaar bord met informatie over het gebruik van de haven te plaatsen.

Zienswijzen/overleg

Bij de voorbereiding van het besluit zijn geen zienswijzen gevraagd aan of is overleg gevoerd met belanghebbenden, zoals de beroepsschippers, omdat eventuele reacties niet kunnen leiden tot een ander verkeersbesluit.

Besluit

Gelet op de bepalingen van de Scheepvaartverkeerswet, het Rijnvaartpolitiereglement 1995, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en de hierboven vermelde overwegingen besluit ik tot het plaatsen van een verkeersteken E.5 bij de ingang van overnachtingshaven Haaften met een onderbord met de tekst: geldt alleen aan de steigers, op werkdagen tussen 18.00–08.00 uur en in het weekend.

Gevolgde procedure

De procedure als bedoeld in afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, hoofd afdeling Vergunningverlening, Rijkswaterstaat Oost-Nederland b.a. hoofd afdeling Verkenning en Planuitwerking Rijkswaterstaat Oost-Nederland, C. Jol

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit beluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Rijkswaterstaat Oost-Nederland, afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan:

  • naam en adres van de indiener;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de reden waarom bezwaar wordt gemaakt;

  • de datum en handtekening.

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat het bezwaarschrift in behandeling is. Om dit te voorkomen bestaat de mogelijkheid een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit kan door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar de indiener woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen.

Rechtstreeks beroep

De indiener van een bezwaarschrift kan in zijn bezwaarschrift verzoeken om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.

Naar boven