Mededeling in het kader van de uitvoering van het project Blankenburgverbinding, Rijkswaterstaat

Watervergunning Hoogheemraadschap van Delfland

Op grond van artikel 20 van de Tracéwet bevordert de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen, ontheffingen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een Tracébesluit. Op deze besluiten is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

Ten behoeve van de realisatie van de Blankenburgverbinding heeft de toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu op 28 maart 2016 het Tracébesluit Blankenburgverbinding vastgesteld. De Blankenburg­verbinding bestaat uit de aanleg van een autosnelweg van 2x3 rij­stroken, een landtunnel, een watertunnel, een verdiepte aansluiting op de A20 en een hoge aansluiting op de A15. Verder wordt de A20 tot aan het Kethelplein verbreed.

In het kader van deze coördinatie geeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat kennis van het feit dat het volgende besluit is genomen.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

Voor de uitvoering van het tracébesluit Blankenburgverbindiing is onderstaand besluit genomen, overeenkomstig de procedures van artikel 20, lid 4 van de Tracéwet in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Bij besluit van 25 november 2019 (kenmerk 2019-012970/D2019-10-000478) is door het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland aan Rijkswaterstaat West-Nederland een watervergunning op grond van de Keur Delfland en de Waterwet verleend. Het besluit heeft betrekking op het hebben en houden van de Maasdeltatunnel inclusief het ‘Dirkviaduct’ (KW31, ter plaatse van de doorsnijding in de Delflandsedijk) als onderdeel van de Blankenburgverbinding.

Het besluit is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit en is op 5 december 2019 aan de aanvrager bekendgemaakt.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

Het besluit en de bijbehorende stukken liggen met ingang van 6 december 2019 tot en met 16 januari 2020 ter inzage bij het Hoogheemraadschap van Delfland, Phoenixstraat 32, 2611 AL Delft.

Voor het inzien van de stukken dient u een telefonische afspraak te maken. Op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur kunt u hiertoe contact opnemen met het klantcontactcentrum (KCC), te bereiken via telefoonnummer 015 – 260 81 08 of via e-mail: loket@hhdelfland.nl.

Het ontwerpbesluit is tevens beschikbaar via de website van het Hoogheemraadschap van Delfland: www.hhdelfland.nl.

Hoe kunnen belanghebbenden beroep indienen?

Van 6 december 2019 tot en met 16 januari 2020 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift kan door burgers tevens digitaal worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State middels deze website: https://digitaalloket.raadvanstate.nl/.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en, zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit;

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

Op dit besluit is hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke zijn beroepsgronden zijn. Na afloop van de beroepstermijn kunnen deze gronden niet meer worden aangevuld. In het beroepschrift dient tevens te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet.

Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag of (door burgers) digitaal middels deze website: https://digitaalloket.raadvanstate.nl/. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en dient ten minste het volgende te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

  • de gronden van het verzoek (motivering).

Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Gewezen wordt op het feit dat alleen belanghebbenden die zienswijzen hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit of aan wie redelijkerwijs niet verweten kan worden dat zij geen zienswijze hebben ingebracht op het ontwerpbesluit, beroep kunnen instellen tegen het besluit.

Meer informatie?

Nadere informatie met betrekking tot het besluit kunt u inwinnen bij het klantcontactcentrum (KCC), te bereiken via telefoonnummer 015 – 260 81 08 of via e-mail: loket@hhdelfland.nl.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, het hoofd van de afdeling BJV-Projectadvisering bij de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat, W. Warmerdam

Naar boven