Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Politie | Staatscourant 2019, 67343 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Politie | Staatscourant 2019, 67343 | Interne regelingen |
De Korpschef van politie
Overwegende dat:
• De politie sinds 1 januari 2016 eigenrisicodrager (ERD) is voor de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA);
• Het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten (Besluit van 23 augustus 2007, houdende regels omtrent de hoogte en duur van de op te leggen administratieve maatregelen op grond van de socialezekerheidswetten, Stbl. 2007, 304) niet geldt voor de ERD, zodat is besloten om te komen tot een beleidsregel maatregelen voor de politie;
• In het Georganiseerd Overleg Korps Bonden van 5 september 2019 overeenstemming is bereikt over deze beleidsregel.
Besluit tot vaststelling van het volgende:
Grondslag
Artikel 89 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).
Met ingang van 1 januari 2016 is de Politie, met positief advies van de centrale ondernemingsraad, eigenrisicodrager voor de WGA.
Eigenrisicodrager zijn betekent dat de uitkeringslasten ingevolge de WGA rechtstreeks worden gedragen door de Politie zelf in plaats van dat hiervoor een premie wordt afgedragen aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Het UWV keert de uitkering wel uit en beslist of aanspraak op de uitkering bestaat, maar de Politie betaalt de factuur van de uitkering aan het UWV. Daarnaast heeft de Politie als eigenrisicodrager een re-integratieverantwoordelijkheid jegens de WGA-gerechtigde, indien deze tot re-integratie in staat moet worden geacht. De Politie draagt zelf zorg voor de uitvoering van deze wettelijke verplichting. Aan de andere kant heeft de WGA-gerechtigde ook verplichtingen die nagekomen moeten worden.
De verplichtingen van de WGA-gerechtigde zijn neergelegd in de WIA. In deze wet is bepaald dat de eigenrisicodrager maatregelen kan treffen als de WGA-gerechtigde zich niet aan zijn wettelijke verplichtingen houdt. Voor WGA-gerechtigden die onder het publieke stelsel vallen, geldt bij het niet nakomen van een wettelijke verplichting het op grond van artikel 90, derde lid, WIA vastgestelde Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten. Dit besluit geldt niet voor eigenrisicodragers. De Politie dient daarom, binnen de wettelijke kaders, zelf invulling te geven aan een eigen maatregelenbeleid. Dat is de onderhavige beleidsregel geworden. In deze beleidsregel zijn maatregelen neergelegd die gelden voor de (voormalige) politieambtenaren die WGA-gerechtigd zijn en hun wettelijke verplichtingen niet nakomen. Voor dit beleid is als richtlijn genomen het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten en de Beleidsregel maatregelen UWV.
Hieronder worden in het kort de verplichtingen van de WGA-gerechtigde beschreven, met de daarbij behorende artikelen uit de WIA. De verplichtingen worden ingedeeld in de volgende categorieën:
1. Tijdig aanvragen van de uitkering (artikel 64, derde lid).
2. Op verzoek of uit eigen beweging zo spoedig mogelijk aan het korps verstrekken van relevante informatie (artikel 27, eerste lid).
3. Naleven van door het korps vastgestelde controlevoorschriften (artikel 27, tweede lid, onderdeel d).
4. Zich op verzoek kunnen legitimeren (artikel 27, tweede lid, onderdeel e).
1. Voldoen aan elke oproep om aanwezig te zijn op een bepaalde plaats en daar de vragen beantwoorden die in verband met het recht op uitkering worden gesteld (artikel 27, tweede lid, onderdelen a en b).
2. Meewerken aan een onderzoek, al dan niet van geneeskundige aard (artikel 27, tweede lid, onderdeel c).
3. Voldoen aan een voorschrift, gegeven door het UWV of de door hem daartoe aangewezen deskundige, om zich ter observatie te doen opnemen of te verblijven in een aangewezen inrichting (artikel 27, vijfde lid).
4. Onmiddellijk meedelen van de reden van niet nakomen van de reïntegratieverplichting als wordt deelgenomen aan een reïntegratietraject (artikel 27, vierde lid).
5. Zich, bij het niet volledig benutten van de resterende verdiencapaciteit, bij het UWV als werkzoekende laten inschrijven, als het korps dit opdraagt (artikel 30, tweede lid).
1. Voorkomen dan wel beperken van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid (artikel 28, eerste lid).
2. In voldoende mate trachten mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid behouden of verkrijgen, in elk geval, door:
a. zich geneeskundig te laten behandelen (artikel 29, tweede lid, onderdeel a)
b. aanwijzingen van een arts op te volgen (artikel 29, tweede lid, onderdeel a)
c. de genezing niet te belemmeren (artikel 29, tweede lid, onderdeel a)
d. mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op inschakeling in de arbeid, die het korps wenselijk acht (artikel 29, tweede lid, onderdeel b)
e. mee te werken aan aanpassingen van de arbeidsplaats en aan persoonsgebonden voorzieningen die het korps verstrekt of het, zo nodig, trachten die aanpassingen of voorzieningen te verkrijgen (artikel 29, tweede lid, onderdeel c)
f. mee te werken aan het opstellen van de reïntegratievisie en het reïntegratieplan (artikel 29, tweede lid, onderdeel d)
g. te voldoen aan verplichtingen die zijn opgenomen in de reïntegratievisie en het reïntegratieplan (artikel 29, tweede lid, onderdeel e)
3. Passende arbeid verrichten indien daartoe in de gelegenheid gesteld (artikel 30, eerste lid, onderdeel a).
4. In voldoende mate trachten passende arbeid te verkrijgen (artikel 30, eerste lid, onderdeel b).
5. Geen eisen stellen in verband met het verrichten van arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren (artikel 30, eerste lid, onderdeel c).
1. Zich onthouden van (zeer) ernstig plichtsverzuim dat leidt tot een disciplinair ontslag en zich onthouden van verwijtbaar gedrag dat aangemerkt kan worden als een dringende reden in de zin van artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek dat leidt tot een ontslag op staande voet (artikel 30, derde lid, onderdeel a).
2. De huidige dienstbetrekking niet door of op eigen verzoek laten eindigen, als dat niet nodig is (artikel 30, derde lid, onderdeel b).
De WGA-gerechtigde die een verplichting niet nakomt wordt, zo mogelijk, eerst schriftelijk gewaarschuwd en daarbij, in voorkomende gevallen, in staat gesteld binnen een gestelde termijn alsnog aan zijn verplichting te voldoen. De mogelijkheid om een schriftelijke waarschuwing te geven, is afhankelijk van de ernst en de aard van de gedraging. Bij overschrijding van een termijngebonden verplichting van meer dan veertien dagen en bij recidive wordt niet volstaan met een schriftelijke waarschuwing.
Indien bij overtreding van een verplichting wordt besloten een maatregel op te leggen, dan is voor het bepalen van de hoogte hiervan van belang in welke categorie de verplichting is ingedeeld.
De hoogte van de maatregel bedraagt bij overtreding van een verplichting uit:
• categorie 1: een korting van 5% van het uitkeringsbedrag gedurende een maand
• categorie 2: een korting van 10% van het uitkeringsbedrag gedurende twee maanden
• categorie 3: een korting van 25% van het uitkeringsbedrag gedurende vier maanden
• categorie 4: blijvende gehele weigering van de uitkering
• categorie 5: afhankelijk van de aard, de ernst en de gevolgen van de overtreding 25, 50 of 100% van het uitkeringsbedrag gedurende drie maanden
Artikel 2, tweede lid, van de Beleidsregel maatregelen UWV is van overeenkomstige toepassing.
Voor de maatregelen uit de categorieën 1 tot en met 4 geldt een bandbreedte, met een boven- en ondergrens, waarbinnen van de geldende maatregelen kan worden afgeweken, indien de ernst en de verwijtbaarheid van het nakomen van een verplichting hiertoe aanleiding geven. Voor het bepalen van de ernst en de verwijtbaarheid en voor het bepalen van de bandbreedte van de op te leggen maatregel is het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 8 van de Beleidsregel maatregelen UWV van overeenkomstige toepassing.
Indien de WGA-gerechtigde aan wie een maatregel is opgelegd, binnen twee jaar na de datum van het besluit tot oplegging van die maatregel opnieuw dezelfde verplichting niet of niet behoorlijk nakomt, wordt het percentage van de op te leggen maatregel verhoogd met 50%.
Artikel 2, derde lid, van de Beleidsregel maatregelen UWV is van overeenkomstige toepassing.
Een maatregel kan niet eerder ingaan dan de datum waarop de verplichting niet is nageleefd. Gelet op de uitvoering is het gewenst de maatregel per een toekomende datum op te leggen, bij voorkeur met ingang van de begindatum van de eerstvolgende betaling. Omdat de uitkering per maand wordt betaald, betekent dit dat de maatregel wordt opgelegd per de eerste van een maand volgend op het niet naleven van de verplichting.
Als het vermoeden bestaat dat een betrokkene een van de hierboven vermelde verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt, kan het korps voor een periode van ten hoogste acht weken de betaling van de WGA-uitkering geheel of gedeeltelijk opschorten of schorsen (artikel 67, tweede lid, onderdeel c, in samenhang met artikel 89, vierde lid).
Het opleggen van een maatregel en het opschorten of schorsen van de betaling van de WGA-uitkering, zijn besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en moeten voldoen aan de daaruit voortvloeiende eisen. Een besluit wordt namens de korpschef genomen. Het UWV ontvangt een afschrift van het besluit in verband met de uitvoering van de genomen beslissing.
Tegen een hiervoor bedoeld besluit kan een belanghebbende, overeenkomstig de Awb, bezwaar aantekenen. Na het horen wordt een beslissing op bezwaar opgesteld waarvan ook een afschrift aan het UWV wordt verzonden. Tegen de beslissing op bezwaar staat beroep bij de rechtbank open.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-67343.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.