Autorisatiebesluit voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in verband met het onderzoek naar de migratie-achtergrond van werknemers bij de rijksoverheid, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum 31 januari 2019

Kenmerk 2019-0000002011

In het verzoek van 11 december 2018, 2018-0000964287, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met het onderzoek naar de migratieachtergrond van werknemers bij de rijksoverheid.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.13 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de onderzoeksinstelling:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die de onderzoeksinstelling aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

l. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

m. het onderzoek:

het onderzoek naar de migratieachtergrond van werknemers bij de rijksoverheid.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

Artikel 2

  • 1. Aan de onderzoeksinstelling wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

  • 2. De onderzoeksinstelling verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een persoon waarop het onderzoek zoals omschreven in bijlage I betrekking heeft.

  • 3. Aan de onderzoeksinstelling worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de onderzoeksinstelling bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de onderzoeksinstelling

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de onderzoeksinstelling op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de onderzoeksinstelling die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de onderzoeksinstelling gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De onderzoeksinstelling verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. het onderzoek of de wijze van uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling;

    • b. de regelgeving ten aanzien van het onderzoek of de wijze van uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 2019.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 31 januari 2019

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 1 van dit besluit.

ONDERZOEK NAAR DE MIGRATIEACHTERGOND VAN WERKNEMERS BIJ DE RIJKSOVERHEID

De rijksoverheid heeft rijksbrede data en informatie nodig. Deels om met die data te kunnen sturen op de eigen doelstellingen, maar ook vanwege een aantal rapportageverplichtingen aan de Tweede Kamer, die via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk gepubliceerd worden (zie artikel 5 Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011).

In het Informatiestatuut (een overeenkomst tussen de ministeries en het Directoraat-Generaal Overheidsorganisatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanlevering van basisinformatie) wordt beschreven welke informatie waarom, wanneer en op welke manier verzameld wordt. Over het onderzoek is in het Informatiestatuut 2018 opgenomen:

“Over de culturele/etnische diversiteit wordt, mede vanwege de motie Marchouch – Van Miltenburg (TK 2015 – 2016 30 950, 96) gerapporteerd over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het diversiteitsbeleid, en over de in-, door- en uitstroomgegevens. Jaarlijks wordt gerapporteerd over instroom, doorstroom en standgegevens voor het percentage medewerkers met een westerse- en niet-westerse migratieachtergrond per ministerie. Dit wordt uitgesplitst in schaalniveaus.”

DOEL VAN HET ONDERZOEK

Het volgen van de ontwikkelingen in het aandeel van medewerkers met een (niet)-westerse migratieachtergrond bij de rijksoverheid. Deze ontwikkeling geeft duiding aan de effectiviteit van het gevoerde beleid. Tevens worden de gegevens gebruikt om te voldoen aan de verplichting deze te publiceren in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (JBR), welke jaarlijks op Verantwoordingsdag wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.

ONDERZOEKSGROEP

Het betreft personen (ingezetenen en niet-ingezetenen) die in dienst zijn van de rijksoverheid (opgenomen in de personeelsadministratie van de rijksoverheid). Van deze personen dienen gegevens met betrekking tot het geboorteland van de ouders te worden verstrekt om zodoende het aandeel medewerkers met een westerse en niet-westerse migratieachtergrond van werkgevers in de publieke sector in kaart te kunnen brengen en veranderingen in de tijd te kunnen monitoren.

UITVOERING ONDERZOEK

Voor het onderzoek dienen verschillende gegevens samen te worden gebracht. Het gaat om gegevens uit de personeelsadministratie van het Rijk (P-Direkt) en uit de basisregistratie personen (BRP).

P-Direkt beschikt over de benodigde gegevens van het personeel van de sector Rijk, in de BRP staan de herkomstgegevens van deze personen.

Ten behoeve van het waarborgen van de privacy wordt de gegevensset van P-Direkt over twee bestanden verdeeld.

Het eerste bestand van P-Direkt wordt geleverd aan de Pseudonimiseringsdienst (PD) van de Afdeling beleidsinformatie. Het bestand bevat (meisjes)naam, tussenvoegsel(s), voornamen en geboortedatum van het personeel van de sector Rijk, alsmede een koppelveld. Het koppelveld wordt ook opgenomen in het tweede bestand.

De PD verrijkt de dataset met herkomstgegevens uit de BRP. Nadat het bestand verrijkt is, verwijdert de PD alle opvraaggegevens (naam, geboortedatum, etc.). De PD zet de herkomstlanden om naar de driedeling autochtoon, westers allochtoon, niet-westers allochtoon. Deze driedeling met koppelveld worden aan de analisten van de Afdeling beleidsinformatie aangeboden.

Het tweede bestand dat P-Direkt maakt bevat hetzelfde koppelveld als het eerste bestand en daarnaast achtergrondkenmerken (departement, geslacht, salarisschaal, etc.). P-Direkt levert dit bestand aan de analisten van de Afdeling beleidsinformatie zonder tussenkomst van de PD. De analist koppelt de twee bestanden aan elkaar en kan het nu gebruiken voor statistische doeleinden. Doordat de koppelvelden jaarlijks hetzelfde blijven kunnen ook meerjarige trends inzichtelijk worden gemaakt.

Na levering aan de analisten worden alle bestanden bij de PD definitief verwijderd. Deze gegevens zijn niet nodig voor de analyse/rapportage, maar enkel om de gegevens bij elkaar te krijgen. Na verwijdering zijn er geen herleidbare persoonsgegevens meer de Afdeling beleidsinformatie aanwezig.

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

   

02

OUDER1

   

02.03.30

Geboorteland ouder1

   

03

OUDER2

   

03.03.30

Geboorteland ouder2

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.11.60

Postcode

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijze van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manier plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De geadresseerde van dit besluit is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de Directie Ambtenaar en Organisatie (in deze toelichting genoemd: de onderzoeksinstelling).

Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Directie Ambtenaar en Organisatie en de verwerking van gegevens vindt plaats door de Afdeling Beleidsinformatie. Laatstgenoemde afdeling is organisatorisch geplaatst onder de Directie Inkoop-, Facilitair en Huisvestingsbeleid Rijk. Zowel de Directie Ambtenaar en Organisatie als de Directie Inkoop-, Facilitair en Huisvestingsbeleid Rijk is onderdeel van het Directoraat-Generaal Overheidsorganisatie.

De Afdeling Beleidsinformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een instelling als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP, namelijk een onderzoeksafdeling van een overheidsorgaan. Om als onderzoeksinstelling voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen in aanmerking te komen, moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • het onderzoek moet een algemeen belang dienen,

  • de gegevens uit de basisregistratie personen moeten noodzakelijk zijn voor het betreffende onderzoek,

  • de verzoeker dient te hebben aangetoond dat de nodige voorzieningen zijn getroffen teneinde te verzekeren dat verdere verwerking van de verstrekte gegevens uitsluitend geschiedt ten behoeve van het onderzoek en dat ook overigens is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad,

  • de gegevens mogen slechts in geanonimiseerde vorm aan derden beschikbaar worden gesteld, tenzij de ingeschrevene uitdrukkelijk met de voorgenomen openbaarmaking van de hem betreffende gegevens heeft ingestemd,

  • de verzoeker moet hebben aangetoond dat de systematische verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het onderzoek, en

  • de Autoriteit Persoonsgegevens is over het verzoek om systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen gehoord.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voldoet aan deze voorwaarden.

3.1. Het onderzoek van de onderzoeksinstelling

Een toelichting op het onderzoek waarvoor de onderzoeksinstelling gegevens verstrekt krijgt uit de basisregistratie personen is opgenomen in bijlage I van dit besluit.

3.2 Wijze van verstrekken aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van het hierboven beschreven onderzoek op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de onderzoeksinstelling vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de onderzoeksinstelling behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De onderzoeksinstelling mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II. De onderzoeksinstelling mag gegevens opvragen over personen waar het onderzoek op ziet, te weten personen die in dienst zijn van de rijksoverheid.

3.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De onderzoeksinstelling heeft voor het correct uitvoeren van het statistisch onderzoek, aan de hand van de voornaam, naam en geboortedatum van de personen die behoren tot de doelgroep, de gegevens over het geboorteland van de persoon en van de ouders nodig.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de onderzoeksinstelling tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in het onderzoek, in de regelingen waarop het onderzoek is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling.

5. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven