Verkeersbesluit in verband met het tijdelijk plaatsen van verkeersborden en verkeerstekens ten behoeve van werkzaamheden nabij de Houtribweg (N307), provincie Flevoland

Logo Flevoland

Gelet op:

Artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Overwegende:

Dat de N307 Houtribweg, tussen de Zuigerplasdreef en aansluiting 11 (Lelystad-Noord) van de A6, is gecategoriseerd als een regionale stroomweg buiten de bebouwde kom met twee rijbanen met twee rijstroken.

Dat op de N307 Houtribweg conform RVV 1990 artikel 21 een wettelijke maximumsnelheid geldt van 80 km/h.

Dat de N307 Houtribweg in beheer en onderhoud is van de provincie Flevoland.

Dat door Save Traffic Nederland Rijssen B.V., namens VolkerRail, werkzaamheden worden uitgevoerd aan het spoor, namelijk het verleggen van een spoorbaan.

Dat ten behoeve van deze werkzaamheden een tijdelijke in-/uitrit wordt gerealiseerd op de zuidelijke rijbaan van de N307 Houtribweg voor het werkverkeer in verband met de beperkte ruimte op het terrein van ProRail.

Dat de tijdelijke in-/uitrit uitkomt op de N307 Houtribweg.

Dat de tijdelijke in-/uitrit haaks aansluit op de N307 Houtribweg.

Dat het werkverkeer onder andere bestaat uit vrachtverkeer.

Dat als gevolg van de haakse aansluiting van de in-/uitrit het wegverkeer sneller moet afremmen en sneller moet accelereren in vergelijking met een vloeiende aansluiting.

Dat het niet in het verwachtingspatroon van de weggebruikers ligt dat op de N307 Houtribweg ter hoogte van de werkzaamheden aan het spoor werkverkeer af zal slaan dan wel de weg op komt rijden.

Dat een rustiger en verkeersveiliger verkeersbeeld gecreëerd kan worden welke beter aansluit bij het verwachtingspatroon van weggebruikers en zij ook beter kunnen anticiperen op afslaand en oprijdend werkverkeer wanneer een snelheidsbeperkende maatregel wordt getroffen.

Dat het voor de veiligheid van het wegverkeer alsmede voor het werkverkeer dat gebruik maakt van de tijdelijke in-/uitrit gewenst is dat een tijdelijke beperking van de maximumsnelheid wordt ingesteld voor de duur van de werkzaamheden die aan het spoor uitgevoerd moeten worden.

Dat werkverkeer dat de tijdelijke uitrit op de N307 Houtribweg ter hoogte van de werkzaamheden aan het spoor verlaat, gewezen wordt op het éénrichtingsverkeer op de N307 Houtribweg, om hiermee verkeersonveilige situaties (spookrijden) te voorkomen.

Dat de genoemde werkzaamheden staan gepland vanaf 1 oktober 2019 tot en met 30 april 2021.

Dat op grond van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 het gewenst is om in het kader van het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers gewenst is om maatregelen te treffen.

Dat overleg heeft plaatsgevonden met de politie midden-Nederland, district Flevoland, zoals voorgeschreven in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland

 

  • I.

    Tot het tijdelijk verlagen van de maximumsnelheid naar 50 km/h op de zuidelijke rijbaan N307 Houtribweg, tussen Zuigerplasdreef en aansluiting 11 (Lelystad-Noord) van de A6, door plaatsing van bord A1 (50) van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform de bij dit besluit behorende tekening met nummer STN01;

  • II.

    Tot het tijdelijk instellen van een voorrangsregeling bij de tijdelijke in-/uitrit langs de zuidelijke rijbaan N307 Houtribweg door plaatsing van bord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990, een en ander conform de bij dit besluit behorende tekening met nummer STN01;

 

  • III.

    Tot het aangeven van het einde van de plaatselijk verlaagde maximumsnelheid van 50 km/h op de zuidelijke rijbaan N307 Houtribweg door plaatsing van bord F8 bijlage 1 van het RVV 1990, één en ander conform de bij dit besluit behorende tekening met nummer STN01;

 

  • IV.

    Voornoemde maatregelen worden tijdelijk ingesteld tot en met 30 april 2021 of zoveel langer of korter als noodzakelijk.

 

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking van dit besluit en ligt gedurende 6 weken, samen met de bij dit besluit behorende situatietekening, ter inzage bij het provinciehuis, Visarenddreef 1 te Lelystad.

 

Aldus besloten op grond van de door Gedeputeerde Staten van Flevoland d.d. 10 september 2013 met kenmerk 1529235 vastgesteld besluit mandaat/machtiging en in mandaat besloten door het hoofd van de afdeling Infrastructuur, drs. R. van der Werff.

 

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van publicatie schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

 

Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad.

 

Dit besluit is genomen op 19 november 2019.

 

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland

Bezwaar

Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken.

Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo’ n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter.

Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons – voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift – een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo’n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.

 

Naar boven