Autorisatiebesluit Stichting Bevolkingsonderzoek Noord, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum 20 november 2019

Kenmerk 2019-0000612200

In het verzoek van 14 oktober 2019, met kenmerk 2019-0000617796, heeft Stichting Bevolkingsonderzoek Noord verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de uitvoering van bevolkingsonderzoeken.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen en artikel 39 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de screeningsorganisatie:

Stichting Bevolkingsonderzoek Noord;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die de screeningsorganisatie aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP;

m. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

n. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

o. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

p. het werkgebied:

de gemeenten die zijn vermeld in de autorisatietabel van de screeningsorganisatie;

q. het bevolkingsonderzoek:

het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, borstkanker of darmkanker;

r. een uitnodiging:

een uitnodiging aan een ingeschrevene voor deelname aan het bevolkingsonderzoek.

Paragraaf 2. De spontane verstrekking van gegevens aan de screeningsorganisatie

Artikel 2

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen, worden aan de screeningsorganisatie eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in de bijlage op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt de screeningsorganisatie deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan de screeningsorganisatie naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 3

  • 1. Jaarlijks wordt op de selectiedatum de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de ingeschrevene:

    • a. een vrouw is die in het kalenderjaar dat de selectie draait 29 jaar of ouder is en ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied, of

    • b. een man is die in het kalenderjaar dat de selectie draait 54 jaar of ouder is en ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied.

  • 2. De selectiedatum wordt door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens in overleg met de screeningsorganisatie vastgesteld.

  • 3. Zodra de gegevens “datum aanvang adreshouding” of “datum vestiging in Nederland” op de persoonslijst van een ingeschrevene in het werkgebied zijn opgenomen of gewijzigd, wordt de afnemersindicatie bij de persoonslijst van de ingeschrevene opgenomen, indien de ingeschrevene

    • a. een vrouw is die in het kalenderjaar waarin het gegeven op de persoonslijst wordt opgenomen of gewijzigd 29 jaar of ouder is en ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied, of

    • b. een man is die in het kalenderjaar waarin het gegeven op de persoonslijst wordt opgenomen of gewijzigd 54 jaar of ouder is en ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied.

  • 4. De afnemersindicatie wordt tevens op verzoek van de screeningsorganisatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. De screeningsorganisatie verzoekt slechts om de opneming, indien de ingeschrevene

    • a. een vrouw is die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 29 jaar of ouder is en ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied, of

    • b. een man is die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 54 jaar of ouder is en ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied.

  • 5. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien

    • a. de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld, of

    • b. de bijhouding van de persoonslijst van de ingeschrevene is opgeschort.

Artikel 4

De afnemersindicatie wordt op verzoek van de screeningsorganisatie verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. De screeningsorganisatie verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien

  • a. de ingeschrevene niet meer ingeschreven is in een gemeente die valt onder het werkgebied, of

  • b. de ingeschrevene aan de screeningsorganisatie schriftelijk heeft verzocht haar of hem niet meer uit te nodigen voor het bevolkingsonderzoek.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de screeningsorganisatie

Artikel 5

  • 1. Aan de screeningsorganisatie wordt op haar verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De screeningsorganisatie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over de ingeschrevene die

    • a. een vrouw is die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 29 jaar of ouder is, of

    • b. een man is die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 54 jaar of ouder is.

  • 3. Aan de screeningsorganisatie worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de screeningsorganisatie bij haar verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de screeningsorganisatie

Artikel 6

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan de screeningsorganisatie dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan de screeningsorganisatie op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. Indien de spontane verstrekking van gegevens aan de screeningsorganisatie een gegeven bevat waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld, bevat de verstrekking tevens deze indicatie. De overige verstrekkingen aan de screeningsorganisatie die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan de screeningsorganisatie gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan de screeningsorganisatie, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 5. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 7

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan de screeningsorganisatie op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan de screeningsorganisatie met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en de screeningsorganisatie wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 8

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan de screeningsorganisatie gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1. De screeningsorganisatie verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de screeningsorganisatie;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de screeningsorganisatie;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de screeningsorganisatie.

Artikel 10

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 februari 2014, met kenmerk 2014-0000070376, wordt ingetrokken.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2019.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 20 november 2019

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, F.G.A.M. Jacob Directeur Uitvoering Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij de artikelen 2 en 5

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partnerschap

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partnerschap

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

06.81.10

Registergemeente akte waaraan gegevens over overlijden ontleend zijn

06.81.20

Aktenummer van de akte waaraan gegevens over overlijden

ontleend zijn

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens anders dan via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. Stichting Bevolkingsonderzoek Noord

Voor de uitvoering van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, het bevolkingsonderzoek naar borstkanker en het bevolkingsonderzoek naar darmkanker is Nederland in vijf regio’s onderverdeeld. In elk van de vijf regio’s is één stichting (screeningsorganisatie) verantwoordelijk voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken naar baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker.

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van Stichting Bevolkingsonderzoek Noord (in deze toelichting genoemd: de screeningsorganisatie) in verband met de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken naar baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker.

Alle screeningsorganisaties worden op gelijke wijze geautoriseerd voor het op systematische wijze verstrekt krijgen van gegevens in verband met het uitvoeren van de bevolkingsonderzoeken.

De screeningsorganisatie is ingevolge artikel 39 van het Besluit BRP aangewezen als derde die in aanmerking komt voor de systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen voor het verrichten van bevolkingsonderzoek. De bevolkingsonderzoeken naar baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker (verder te noemen het bevolkingsonderzoek) zijn vergunningplichtige bevolkingsonderzoeken als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op het bevolkingsonderzoek.

4.1. Taken van de screeningsorganisatie

Het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is bestemd voor vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 60 jaar. De screeningsorganisatie is verplicht deze vrouwen elke vijf jaar een uitnodiging voor deelname aan dit bevolkingsonderzoek te sturen.

Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is bestemd voor vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 75 jaar. Elke twee jaar moeten deze vrouwen worden uitgenodigd voor deelname aan dit bevolkingsonderzoek.

Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker is bestemd voor mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar, die elke twee jaar uitgenodigd moeten worden voor deelname aan dit bevolkingsonderzoek.

Voor het versturen van de uitnodigingen heeft de screeningsorganisatie gegevens nodig van de personen in de betreffende leeftijdscategorie die zijn ingeschreven in een van de gemeenten die valt onder de regio van de screeningsorganisatie. Personen die niet langer uitgenodigd willen worden voor deelname aan het bevolkingsonderzoek en hun gegevens willen laten verwijderen uit de registratie, kunnen dit schriftelijk aan de screeningsorganisatie verzoeken.

Voorheen maakten de afzonderlijke screeningsorganisaties gebruik van twee aparte autorisatietabelregels voor de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker. Inmiddels zijn de screeningsorganisaties gefuseerd tot vijf regionale screeningsorganisaties, die elk de drie soorten bevolkingsonderzoeken uitvoeren. Aangezien de gegevensbehoefte voor de drie bevolkingsonderzoeken overeenkomt maken de screeningsorganisaties per organisatie gebruik van één autorisatietabelregel.

4.2. Wijzen van verstrekken aan de screeningsorganisatie

De screeningsorganisatie heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor beschreven taken systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. De screeningsorganisatie krijgt hiervoor spontane gegevensverstrekking en gegevensverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen. Tot de doelgroepen van de screeningsorganisatie behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De spontane verstrekking van gegevens aan de screeningsorganisatie

De screeningsorganisatie krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek, met behulp van een selectie en met behulp van sleutelrubrieken. De bevolkingsonderzoeken worden uitgevoerd bij personen in bepaalde leeftijdscategorieën. Deze leeftijdscategorieën kennen een ondergrens en een bovengrens. Zoals hierna zal blijken wordt bij het plaatsen van afnemersindicaties wel een minimale leeftijdsgrens gehanteerd maar geen maximale leeftijdsgrens. De screeningsorganisaties hebben namelijk ook nadat een persoon binnen de doelgroep de maximumleeftijd voor het bevolkingsonderzoek heeft bereikt, diens persoonsgegevens nodig voor onderzoeksdoeleinden. De screeningsorganisatie krijgt een bericht van het overlijden, zodat de doodsoorzaak geregistreerd kan worden van personen die hebben deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek. Hiermee kunnen statistische gegevens worden gegenereerd met behulp waarvan het nut en de noodzaak van het bevolkingsonderzoek kan worden vastgesteld en die kunnen helpen om de onderzoeksmethode te verbeteren.

Plaatsing van de afnemersindicaties met behulp van een selectie

Jaarlijks worden de persoonslijsten van vrouwen geselecteerd, die in het kalenderjaar waarin de selectiedatum valt 29 jaar of ouder zijn en mannen die in het kalenderjaar waarin de selectiedatum valt 54 jaar of ouder zijn. Beide doelgroepen moeten ingeschreven zijn in een gemeente die valt onder het werkgebied. De persoonslijsten van ingeschrevenen van wie de persoonslijst is opgeschort vanwege overlijden of emigratie worden niet geselecteerd.

Bij de geselecteerde persoonslijsten wordt de afnemersindicatie van de screeningsorganisatie geplaatst. Op deze manier kan de screeningsorganisatie een compleet en actueel bestand bijhouden waardoor zij in staat is om op het moment van het versturen van de uitnodigingen over de juiste gegevens van een persoon te beschikken. Deze manier van werken hangt samen met het feit dat de betreffende personen gefaseerd worden uitgenodigd.

In verband met het gefaseerd uitnodigen van personen in samenhang met de datum waarop de gemeenten de selectie uitvoeren is het tevens nodig dat de leeftijdscategorie van vrouwen en mannen, bij wiens persoonslijst een afnemersindicatie wordt geplaatst (vanaf 29 jaar en vanaf 54 jaar) groter is dan de leeftijdscategorie die daadwerkelijk wordt uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek (vanaf 30 jaar en vanaf 54 jaar).

Plaatsing van de afnemersindicatie met behulp van sleutelrubrieken

Indien de gemeente het gegeven "datum aanvang adreshouding" of het gegeven "datum vestiging in Nederland" op de persoonslijst van een ingeschrevene heeft opgenomen of gewijzigd, wordt er een afnemersindicatie van de screeningsorganisatie bij de persoonslijst opgenomen. Het betreft de persoonslijsten van vrouwen die in het kalenderjaar waarin het gegeven op de persoonslijst wordt opgenomen of gewijzigd 29 jaar of ouder zijn en mannen die in het kalenderjaar waarin het gegeven op de persoonslijst wordt opgenomen of gewijzigd 54 jaar of ouder zijn. Deze personen moeten ingeschreven zijn in een gemeente die valt onder het werkgebied. Er worden geen afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten waarvan de bijhouding is opgeschort vanwege overlijden of emigratie. Dit betekent dat bij de persoonslijst van elke persoon in de juiste leeftijdscategorie die in het werkgebied van de screeningsorganisatie komt wonen, onmiddellijk een afnemersindicatie wordt geplaatst. Op deze manier kan de screeningsorganisatie gedurende het hele jaar een compleet bestand opbouwen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van de screeningsorganisatie.

Plaatsing van de afnemersindicaties op verzoek

De screeningsorganisatie kan afnemersindicaties plaatsen bij persoonslijsten van vrouwen die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 29 jaar of ouder zijn en mannen die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 54 jaar of ouder zijn. Beide doelgroepen moeten ingeschreven zijn in een gemeente die valt onder het werkgebied.

Verwijderen van afnemersindicaties

Indien de ingeschrevene niet meer is ingeschreven in het werkgebied van de screeningsorganisatie is de screeningsorganisatie verplicht om de afnemersindicatie bij de persoonslijst van deze persoon te verwijderen.

Ook indien een ingeschrevene de screeningsorganisatie schriftelijk heeft verzocht om hem of haar niet meer uit te nodigen voor een bevolkingsonderzoek, is de screeningsorganisatie gehouden de afnemersindicatie bij de persoonslijst van de betreffende ingeschrevene te verwijderen. De afnemersindicatie dient derhalve ook steeds verwijderd te worden in het geval dat jaarlijks automatisch een afnemersindicatie wordt geplaatst bij ingeschrevenen die schriftelijk hebben verzocht om niet meer uitgenodigd te worden voor een bevolkingsonderzoek.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de screeningsorganisatie

De screeningsorganisatie mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. De screeningsorganisatie mag gegevens opvragen over vrouwen, die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 29 jaar of ouder zijn en mannen die in het kalenderjaar waarin het verzoek wordt gedaan 54 jaar of ouder zijn. Hierbij geldt niet de voorwaarde dat de persoon moet zijn ingeschreven in een gemeente die valt onder het werkgebied van de screeningsorganisatie. In de praktijk kan het nodig zijn voor de screeningsorganisatie om een vraag te stellen over een vrouw of man in een ander werkgebied, bijvoorbeeld omdat de screeningsorganisatie een bericht heeft gemist of zeker wil weten of een persoon is verhuisd. Het kan hierbij ook gaan om niet-ingezetenen (geëmigreerden).

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De screeningsorganisatie gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

Het gegeven 01.04.10 Geslachtsaanduiding is nodig om onderscheid te kunnen maken in mannen en vrouwen.

De screeningsorganisatie heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van de gegevens “datum sluiting”, “aanduiding naamgebruik”, “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.

Het gegeven 08.13.20 Datum aanvang adres buitenland wordt gebruikt om bij emigratie de uitnodigingen voor de screening (tijdelijk) op te schorten. Aan de hand van het gegeven 08.14.20 Datum vestiging in Nederland kan na terugkeer in Nederland het (opgeschorte) uitnodigen weer worden hervat.

De screeningsorganisatie heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de screeningsorganisatie aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de screeningsorganisatie tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de screeningsorganisatie om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de screeningsorganisatie.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 7 februari 2014, met kenmerk 2014-000070376, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de volgende wijziging in de autorisatie van Stichting Bevolkingsonderzoek Noord. De gegevens Geboorteplaats persoon, Geboorteland persoon, Nationaliteit, Aanduiding bijzonder Nederlanderschap, en Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap worden niet meer verstrekt omdat deze niet meer nodig zijn voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven