Call for proposals Samenhangende onderzoeksprojecten 2020 Programmaraad voor fundamenteel onderwijsonderzoek (PROO), Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)

2020

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

1

 

1.3

Geldigheidsduur call for proposals

1

2

Doel

2

 

2.1

Aandachtspunten in het onderzoek

2

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan aanvragen

3

 

3.2

Wat kan aangevraagd worden

3

 

3.3

Wanneer kan aangevraagd worden

7

 

3.4

Het opstellen van de aanvraag

7

 

3.5

Subsidievoorwaarden

7

 

3.6

Het indienen van een aanvraag

10

4

Beoordelingsprocedure

10

 

4.1

Procedure

10

 

4.2

Criteria

13

5

Contact en overige informatie

14

 

5.1

Contact

14

 

5.2

Overige informatie

15

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) coördineert en subsidieert onderwijsonderzoek en bevordert de verbinding tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van het onderwijs. Zo werkt het NRO aan vernieuwing en verbetering van het onderwijs.

Het NRO is onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

In deze call for proposals leest u hoe de aanvraagprocedure is ingericht voor de subsidieronde Samenhangende onderzoeksprojecten 2020 van de Programmaraad voor fundamenteel onderwijsonderzoek (PROO) van het NRO. U vindt hierin achtereenvolgens informatie over het doel van dit programma (hoofdstuk 2), de richtlijnen voor de subsidieaanvraag (hoofdstuk 3) en hoe uw aanvraag wordt beoordeeld (hoofdstuk 4). Deze informatie hebt u nodig om een aanvraag voor subsidie te kunnen indienen.

Werkterrein

De PROO subsidieert wetenschappelijk onderzoek in Nederland op het terrein van het primair onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs, voorbereidend, middelbaar en hoger beroeps- en wetenschappelijk onderwijs. Het gaat hierbij om fundamenteel onderzoek dat op de (middel)lange termijn inzichten oplevert die relevant zijn voor beleid over en praktijk in het onderwijs. Verklaringsvragen staan daarbij centraal.

1.2 Beschikbaar budget

Het beschikbare subsidieplafond voor de subsidieronde ‘Samenhangende onderzoeksprojecten 2020’ bedraagt in totaal € 3.800.000.

1.3 Geldigheidsduur call for proposals

De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen is 21 januari 2020, om 14:00:00 uur CE(S)T.

De deadline voor het indienen van aanvragen is 2 juli 2020, om 14:00:00 uur CE(S)T.

2 Doel

Met het subsidie-instrument Samenhangende onderzoeksprojecten beoogt de programmaraad diepgang en samenhang in onderzoek mogelijk te maken. In deze subsidieronde kunnen uitsluitend aanvragen worden ingediend voor onderwerpen en vraagstukken binnen de volgende onderzoeksthema’s:

  • 1. Onderwijsaanbod en curriculum

  • 2. Onderwijs en technologie

  • 3. De socialiserende functie van onderwijs

  • 4. Professionaliseren van onderwijsprofessionals

  • 5. Onderwijs en levensloop

  • 6. Het onderwijsbestel en sturing van en in het onderwijs

  • 7. Onderwijsvernieuwing en de rol van onderzoek

De uitgebreide beschrijving van deze thema’s, waarnaar het NRO tot en met 2020 onderzoek zal uitzetten via nieuwe calls for proposals, treft u aan in het ‘NRO Onderzoeksprogramma 2016-2019’. Deze is beschikbaar op de website van het NRO: www.nro.nl/onderwijsonderzoek2016-2019.

2.1 Aandachtspunten in het onderzoek

De programmaraad wil voorstellen genereren die in conceptueel theoretisch en in methodisch opzicht, maar ook qua impact op het onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk grensverleggend onderzoek opleveren. Voorstellen dienen een aantoonbare meerwaarde ten opzichte van het eerste geldstroomonderzoek te hebben: het onderzoek moet nadrukkelijk vernieuwend en aanvullend zijn. Dit betekent meer aandacht voor onderzoek met een zeker risico. De programmaraad acht daarbij de volgende punten in het onderzoek van belang.

Wetenschappelijke vernieuwing

De programmaraad beoogt voorstellen te genereren voor fundamenteel en strategisch onderzoek dat vooral empirisch en analytisch van aard is. Projectvoorstellen die kapitaliseren op nieuwe methodische en theoretische ontwikkelingen en die een opzet bevatten voor in theorie verankerd onderzoek, acht de programmaraad van groot belang. Het voorstel en de conceptuele uitwerking moeten uitdagend zijn en goed zijn ingebed in internationale grensverleggende ontwikkelingen.

De programmaraad tekent hierbij aan dat zich in het wetenschappelijke onderwijsonderzoek met enige regelmaat een substantiële verschuiving voordoet in de benaderingswijze van een bepaald vraagstuk. Het is van belang de argumentatie van een dergelijke verandering expliciet in onderzoeksvoorstellen op te nemen, om zo zichtbaar te maken op grond van welke overwegingen een nieuwe conceptuele benadering van het vraagstuk in wetenschappelijke zin meer perspectief biedt dan eerder aangehangen benaderingswijzen. Ook is het van belang om te belichten welke waarde eerder verricht onderzoek voor hetzelfde vraagstuk heeft en mogelijk behoudt, om zo de betekenis van de wetenschappelijke kennisontwikkeling inzichtelijk te maken. Deze wetenschappelijke reflectie is voor een samenhangende kennisontwikkeling van groot belang.

Gebruiksmogelijkheden

Tijdens de programmering oriënteert de programmaraad zich op vraagstukken uit de praktijk van het onderwijs en het onderwijsbeleid en op voor het onderwijs relevante maatschappelijke problemen.

De uitkomsten van fundamenteel en strategisch onderwijsonderzoek moeten hun waarde ook in de praktijk of het beleid bewijzen, hoewel dat vaak pas op wat langere termijn zichtbaar zal zijn. Het NRO hecht veel waarde aan het gebruik van wetenschappelijke kennis in de onderwijspraktijk. Het NRO vraagt daarom van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor subsidie om een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun project.

De toelichting op de kennisbenutting zal worden meegewogen in de beoordeling. Alle onderzoeksvoorstellen moeten daartoe ingaan op de disseminatie van de onderzoeksuitkomsten en de manier waarop van deze uitkomsten gebruik gemaakt kan worden, inclusief het mogelijk gebruik van de nieuwe kennisconstructie in de praktijk.

In de Handleiding kennisbenutting wordt nader toegelicht wat van uitvoerders wordt verwacht op het gebied van kennisbenutting en welke ondersteuning het NRO daarbij kan bieden. Deze handleiding is te downloaden via https://www.nro.nl/kennis-verspreiden/handleiding-kennisbenutting/.

In onderzoeksvoorstellen die kapitaliseren op het leggen van vernieuwende relaties tussen conceptontwikkeling en praktijkinnovatie moet die relatie helder geoperationaliseerd worden.

Integratie

De onderzoeksthema’s uit het NRO Onderzoeksprogramma 2016-2019 vertonen onderling veel verbanden. In de voorbereiding van het programma is zorg besteed aan de integratie van thema’s. Juist die knooppunten in het programma zijn interessant. De programmaraad verwelkomt onderzoeksvoorstellen die zich begeven op het snijvlak van de verschillende thema’s uit het programma en die thema’s daadwerkelijk in het onderzoek integreren.

Daarnaast wijst de programmaraad nadrukkelijk op de aanknopingspunten die de thema’s bieden om onderzoek te verrichten met gebruikmaking van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO). Kijk voor meer informatie op www.nationaalcohortonderzoek.nl.

3 Richtlijnen voor aanvragers

In dit hoofdstuk is voor u op een rij gezet welke richtlijnen gelden voor uw subsidieaanvraag. Eerst staat hierin wie subsidie kan aanvragen (paragraaf 3.1), wat voor subsidie u kunt aanvragen (paragraaf 3.2) en wanneer u uw aanvraag uiterlijk moet indienen (paragraaf 3.3). Vervolgens vindt u de richtlijnen voor het opstellen van de aanvraag (paragraaf 3.4) en specifieke subsidievoorwaarden (paragraaf 3.5). In paragraaf 3.6 leest u ten slotte hoe u uw aanvraag indient.

3.1 Wie kan aanvragen

Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers1 met een vergelijkbare aanstelling kunnen een aanvraag indienen als zij:

  • Gepromoveerd zijn;

  • een vooraanmelding hebben ingediend;

  • in dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij één van de onderstaande organisaties:

    • Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;

    • Universitaire medische centra;

    • KNAW- en NWO-instituten;

    • het Nederlands Kanker Instituut;

    • het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

    • de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

    • NCB Naturalis;

    • Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);

    • Prinses Máxima Centrum.

  • én een dienstverband (aanstellingsduur) hebben voor ten minste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een 0-uren aanstelling is uitgesloten van indiening.

Aanvullende voorwaarden2:

  • Een aanvraag voor een samenhangend onderzoeksproject telt een hoofdaanvrager en maximaal drie medeaanvragers. Een onderzoeker kan in deze subsidieronde maximaal éénmaal als aanvrager optreden, hetzij als hoofdaanvrager, hetzij als medeaanvrager. Hoofd- en medeaanvragers kunnen geen subsidie voor zichzelf aanvragen.

  • Onderzoekers van instellingen waar onderwijsonderzoek wordt uitgevoerd, anders dan de instellingen die hierboven genoemd zijn, kunnen als medeaanvrager optreden.

3.2 Wat kan aangevraagd worden

Voor de subsidieronde Samenhangende onderzoeksprojecten is in totaal € 3.800.000 beschikbaar. Aanvragen voor samenhangende onderzoeksprojecten kunnen worden ingediend met een minimale looptijd van vier jaar en een maximale looptijd van vijf jaar en een budget van minimaal € 400.000 en maximaal € 515.000. Zij dienen te bestaan uit minstens twee deelprojecten, die onderling nauw verbonden zijn en gezamenlijk bijdragen aan de beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. Een aanvraag voor samenhangende onderzoeksprojecten omvat een beschrijving van de centrale onderzoeksvraag, de thematiek, de relevantie van het gehele onderzoeksvoorstel, het samenwerkingsverband en de daarin ondergebrachte onderzoeksprojecten en de manier waarop hiermee de centrale onderzoeksvraag beantwoord zal worden.

U kunt subsidie aanvragen voor personele kosten én materiële kosten die direct aan het project verbonden zijn. Alle kosten moeten inhoudelijk gemotiveerd worden. U kunt alleen subsidie aanvragen voor de kosten van personen en instellingen die in het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd zijn, met uitzondering van de budgetmodule Money follows cooperation.

Het NRO waardeert publieke en/of private cofinanciering in de vorm van personele en materiële bijdragen, in cash of in kind. U moet de rol en de garantie van deze publieke en/of private cofinanciering dan wel duidelijk expliciteren in het aanvraagformulier. De cofinanciering mag niet hoger zijn dan het bij het NRO aangevraagde budget, omdat het NRO de hoofdfinancier moet zijn. De verdere voorwaarden voor private cofinanciering leest u in artikel 1.5 van de NWO Subsidieregeling 2017. Voor deze call geldt het NWO-beleid over intellectueel eigendom (www.nwo.nl/documents/ew/projectbeheer-ew/nwo-beleid-inzake-intellectueel-eigendom).

De programmaraad heeft het recht om vanwege budgettaire en inhoudelijke overwegingen minder dan het gehele aangevraagde budget toe te kennen.

Voor een onderzoeksvoorstel in deze ronde kan in totaal minimaal € 400.000 en maximaal € 515.000 worden aangevraagd. De budgetmodules (inclusief de maximum bedragen) die binnen deze call for proposals beschikbaar zijn staan vermeld in de tabel hieronder. Vraag alleen datgene dat essentieel is om het onderzoek uit te voeren.

Toelichting op budgetmodules voor personeel

Voor personeel dat een substantiële bijdrage levert aan het onderzoek kan subsidie voor de salariskosten worden aangevraagd. Subsidiëring van deze salariskosten is afhankelijk van het type aanstelling en de organisatie waar het personeel is/wordt aangesteld.

  • Voor universitaire instellingen worden salariskosten gefinancierd conform de VSNU-salaristabellen van 2019. NRO corrigeert niet voor de verhoging van de VSNU-tarieven, er moet gecorrigeerd worden binnen het aangevraagde budget (www.nwo.nl/salaristabellen).

  • Voor universitaire medische centra worden salariskosten gefinancierd conform de NFU-salaristabellen van 2019. NRO corrigeert niet voor de verhoging van de NFU-tarieven, er moet gecorrigeerd worden binnen het aangevraagde budget (www.nwo.nl/salaristabellen).

  • Voor de Nederlandse Cariben geldt dat de rijksoverheid in Caribisch Nederland ambtenaren op de BES- eilanden onder andere voorwaarden in dienst neemt dan in Europees Nederland. https://www.rijksdienstcn.com/werken-bij-rijksdienst-caribisch-nederland/arbeidsvoorwaarden.

De tarieven voor alle budgetmodules zijn verwerkt in het begrotingsformat bij het aanvraagformulier. Voor de budgetmodules ‘Promovendus’ en ‘Postdoc’ komt bovenop de salariskosten een eenmalige persoonsgebonden benchfee van € 5.000 ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker. Vergoedingen voor promotiestudenten/beursalen aan een Nederlandse universiteit komen niet in aanmerking voor subsidie van NWO.

Hieronder volgt een toelichting op de beschikbare budgetmodules.

Promovendus

Een promovendus wordt 48 maanden voor 1,0 fte aangesteld. Het equivalent van 48 voltijdsmaanden, bijvoorbeeld een aanstelling van 60 maanden voor 0,8 fte, is ook mogelijk. Indien voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek een afwijkende aanstellingsduur noodzakelijk wordt geacht, kan, mits goed gemotiveerd, hier van afgeweken worden. De aanstellingsduur moet wel altijd minimaal 48 maanden zijn.

Postdoc

De omvang van de aanstelling van een postdoc is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 48 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn.

Voor een beperktere inzet van een postdoc staat het materieel budget ter beschikking.

Niet-wetenschappelijk personeel (NWP) bij universiteiten

Financiering voor de aanstelling van niet-wetenschappelijk personeel dat noodzakelijk is voor de uitvoering van het onderzoeksproject kan alleen worden aangevraagd als er ook financiering voor een promovendus of postdoc wordt aangevraagd. Voor NWP kan maximaal € 100.000 aangevraagd worden. Het kan hier gaan om student-assistenten, programmeurs, technisch assistenten of analisten. Afhankelijk van het functieniveau kan worden gekozen uit de salaristabellen NWP MBO, NWP HBO en NWP Academisch.

De omvang van de aanstelling is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 48 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn.

Voor een beperktere inzet van NWP staat het materieel budget ter beschikking.

Toelichting op budgetmodule Materieel

Deze module mag maximaal twee maal per wetenschappelijke positie worden ingezet. Er kan in deze call dus maximaal € 30.000 per fte aangevraagde wetenschappelijke positie (promovendus, postdoc) per jaar worden aangevraagd. Per module gelden de volgende voorwaarden:

Per fte aangevraagde wetenschappelijke positie (promovendus, postdoc) kan per jaar van de aanstelling maximaal € 15.000 materieel budget worden aangevraagd. Materieel budget voor kleinere aanstellingen wordt naar rato aangevraagd en door NWO beschikbaar gesteld3.

De verdeling van het totaalbedrag aan materieel budget over de door NWO gesubsidieerde personeelsposities ligt bij de aanvrager. Het aan te vragen materieel budget is gespecificeerd naar de onderstaande drie posten:

Projectgebonden goederen/diensten

  • verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.)

  • meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.)

  • kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. van het CBS), waarvoor het totaalbedrag niet meer dan € 25.000 per aanvraag bedraagt.

  • toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanroom, synchrotron, etc.)

  • werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, etc.)

  • personele kosten voor een aanstelling van een postdoc en/of niet-wetenschappelijk personeel voor een kleinere omvang dan aangeboden onder deze personele budgetmodules.

Reis- en verblijfskosten ten behoeve van de aangevraagde personeelsposities

  • reis- en verblijfskosten

  • veldwerk

  • werkbezoek

Uitvoeringskosten

  • zelf te organiseren binnenlands symposium/conferentie/workshop

  • kosten voor Open Access-publiceren (uitsluitend in full gold Open Access tijdschriften, geregistreerd in de ‘Directory of Open Access Journals’ https://doaj.org/)

  • kosten datamanagement

  • kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven)

  • auditkosten (alleen voor instellingen die niet onderworpen zijn aan het onderwijsaccountantsprotocol van OCW), maximaal € 5.000 per aanvraag; voor projecten van drie jaar of korter maximaal € 2.500 per aanvraag.

Niet aangevraagd kunnen worden:

  • basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptop, kantoormeubilair etc.)

  • onderhouds- en verzekeringskosten

Indien het maximumbedrag van € 15.000 per jaar per fte per aangevraagde wetenschappelijke positie niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.

Toelichting op budgetmodule Investeringen (t/m € 150.000)

In deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd tot maximaal € 150.000 voor investeringen in apparatuur, dataverzamelingen en/of software (bijv. lasers, specialistische computers of computerprogramma's).

Toelichting op budgetmodule Kennisbenutting

Het doel van deze budgetmodule is het bevorderen van de benutting van de uit het onderzoek voortkomende kennis4. Het aangevraagde budget mag niet hoger zijn dan € 25.000.

Aangezien kennisbenutting in de verschillende wetenschapsgebieden zeer veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke kosten nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van een lespakket, een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden, of kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag.

Het aangevraagde budget dient in de aanvraag adequaat gespecificeerd te worden.

Toelichting op budgetmodule Internationalisering

Met budget voor internationalisering wordt het stimuleren van internationale samenwerking beoogd. Het

aangevraagde budget mag niet hoger zijn dan € 25.000. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn. Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.

Subsidiabel zijn:

  • reis- en verblijfskosten voor zover het om directe onderzoekskosten gaat voortvloeiende uit de internationale samenwerking en additionele kosten voor internationalisering die niet op een andere manier – bijvoorbeeld vanuit de benchfee – worden gedekt;

  • reis- en verblijfskosten voor buitenlandse gastonderzoekers;

  • kosten voor de organisatie van internationale workshops/ symposia / wetenschappelijke bijeenkomsten.

Toelichting op budgetmodule Money follows Cooperation (MfC)

De module Money follows Cooperation geeft de mogelijkheid om een deel van het project aan een kennisinstelling met een publieke taak buiten Nederland uit te voeren.

De aanvrager moet overtuigend onderbouwen op welke wijze de onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling specifieke expertise aan het onderzoeksproject bijdraagt die in Nederland niet op het voor het project noodzakelijke niveau beschikbaar is.

Deze voorwaarde geldt niet wanneer NWO een bilaterale overeenkomst omtrent Money follows Cooperation heeft gesloten met de nationale onderzoeksfinancier van het land waar de buitenlandse kennisinstelling zich bevindt.

Het aangevraagde budget binnen deze module moet minder dan 50% van het totale aangevraagde budget bedragen.

Een onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling dient aan de in paragraaf 3.1 van deze call for proposals gestelde vereisten voor medeaanvragers te voldoen, met uitzondering van de voorwaarde dat de medeaanvrager binnen het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd dient te zijn.

De aanvrager ontvangt de subsidie en is verantwoordelijk voor het overmaken aan de buitenlandse kennisinstelling en het verantwoorden van het MfC-deel van de subsidie.

Het wisselkoersrisico ligt bij de aanvrager. Baten of lasten door wisselkoersen zijn derhalve niet subsidiabel. De aanvrager is verantwoordelijk voor:

  • de financiële verantwoording van alle kosten in zowel Euro’s als de lokale munteenheid, waarbij de gehanteerde wisselkoers zichtbaar moet zijn;

  • een redelijke vaststelling van de hoogte van de wisselkoersen. Op aanvraag van NWO moet de aanvrager een beschrijving van deze redelijke vaststelling te allen tijde kunnen geven.

NWO verstrekt geen subsidie aan medeaanvragers in het buitenland die vallen onder (inter-)nationale sanctiewet- en regelgeving. De EU Sanctions map (https://www.sanctionsmap.eu) is hiervoor richtinggevend.

Het MfC-deel van de subsidie wordt gefinancierd conform de in het land geldende tarieven voor een dergelijke onderzoeker (na te gaan bij de betreffende research council).

3.3 Wanneer kan aangevraagd worden

De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen is 21 januari 2020, om 14:00:00 uur CE(S)T.

De deadline voor het indienen van aanvragen is 2 juli 2020, om 14:00:00 uur CE(S)T.

Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

3.4 Het opstellen van de aanvraag

De procedure van de subsidieronde Samenhangende onderzoeksprojecten bestaat uit twee fasen: 1) de verplichte vooraanmeldingsfase, waarin verkorte onderzoeksaanvragen (vooraanmeldingen) worden ingediend; en 2) de uitwerkingsfase, waarbij de PROO een deel van de aanvragers adviseert een uitgewerkte aanvraag in te dienen.

Het volledig ingevulde vooraanmeldingsformulier dient uiterlijk op dinsdag 21 januari 2020, 14:00:00 uur, via ISAAC te zijn ingediend. Na genoemd tijdstip is indiening niet meer mogelijk.

De meest kansrijke kandidaten op subsidiëring van het voorstel ontvangen in april 2020 het advies om een uitgewerkte aanvraag in te dienen. De minder kansrijke kandidaten wordt afgeraden een uitgewerkte aanvraag te schrijven.

Alleen aanvragers die een vooraanmelding hebben ingediend kunnen een uitgewerkte aanvraag indienen. Het volledig ingevulde aanvraagformulier dient uiterlijk op donderdag 2 juli 2020, 14:00:00 uur, via ISAAC te zijn ingediend. Na genoemd tijdstip is indiening niet meer mogelijk.

Vooraanmeldingen en uitgewerkte aanvragen worden opgesteld aan de hand van een standaardformulier. Indiening geschiedt uitsluitend via ISAAC. Het NRO-bureau stuurt na ontvangst van de vooraanmelding en de uitgewerkte aanvraag een ontvangstbevestiging naar de indiener. Het opstellen en indienen van een vooraanmelding en een uitgewerkte aanvraag werkt als volgt:

  • Download het aanvraagformulier en begrotingsformat vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument).

  • Vul het aanvraagformulier en begrotingsformat in.

  • Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC.

Deze call for proposals is het uitgangspunt bij het opstellen van uw vooraanmelding en uitgewerkte aanvraag. Daarnaast geldt hiervoor de programmering in het NRO onderzoeksprogramma 2016-2019.

Vooraanmeldingen en uitgewerkte aanvragen moeten in het Engels worden opgesteld.

Disciplinecodes

Bij het indienen van uw vooraanmelding en uitgewerkte aanvraag bent u verplicht om een of meerdere disciplinecode(s) in te vullen die van toepassing is of zijn op het voorgestelde onderzoek. U kunt hiervoor alleen gebruikmaken van de NWO-disciplinecodes, te vinden via www.nwo.nl/disciplinecodes U moet deze informatie in ISAAC invullen voor u de aanvraag indient. Dit doet u in het tabblad ‘Algemeen’ bij ‘Disciplines’.

3.5 Subsidievoorwaarden

Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

Ethische aspecten

Een aanvrager is verantwoordelijk voor het nagaan of zijn/haar onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het tijdig verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie, indien nodig en aanwezig. Dit kan de aanvrager doen na honorering van de aanvraag.

Open Access

Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op www.nwo.nl/openscience.

Datamanagement

Bij goed onderzoek hoort verantwoord datamanagement. NWO wil dat onderzoeksdata die voortkomen uit met publieke middelen gefinancierd onderzoek zo veel mogelijk ‘vrij’ en duurzaam beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO wil bovendien het bewustzijn bij onderzoekers over het belang van verantwoord datamanagement vergroten. Aanvragen dienen daarom te voldoen aan het datamanagementprotocol van NWO. Dit protocol bestaat uit twee stappen:

  • 1. Datamanagementparagraaf

    De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers dienen vier vragen te beantwoorden over datamanagement binnen hun beoogde onderzoeksproject. Hij of zij wordt dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al bij het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken.

    Onderzoekers kunnen zelf aangeven welke onderzoeksdata zij voor opslag en hergebruik relevant achten.

  • 2. Datamanagementplan

    Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Het datamanagementplan is een concrete uitwerking van de datamanagementparagraaf. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.

    Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.

NARCIS

De start van het onderzoek dient u te melden bij NARCIS (via www.narcis.nl). Dit is de Nederlandse onderzoekdatabank van Data Archiving and Networked Services (DANS) van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Op die manier komt er een onderzoeksbeschrijving terecht in de databank van NARCIS. Het onderzoek staat binnen vijf werkdagen na aanmelding in NARCIS. Het krijgt daarbij een uniek onderzoeknummer (OND-nummer). Daarmee is het bekend voor andere onderzoekers.

DANS

Alle producten en tussenproducten moet u binnen drie maanden na publicatie van een rapport uploaden in EASY. Dit is het online archiveringssysteem van Data Archiving and Networked Services (DANS) van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW, i.c. www.easy.dans.knaw.nl). Het gaat hier met name om de databestanden met onderzoeksgegevens die zich lenen voor meervoudig gebruik. Uiteraard moet u ervoor zorgen dat de bestanden geen vertrouwelijke gegevens en gerubriceerde gegevens bevatten. Ook schrapt u de gegevens waarvan op grond van de wet- en regelgeving het openbaar maken achterwege moet blijven. U moet bij het aanbieden van de databestanden het unieke OND-nummer vermelden. Ook moeten de databestanden voldoen aan de richtlijnen van DANS. Na opname van de databestanden in EASY kent DANS een Persistent Identifier toe aan het databestand.

NCO

Omvangrijke landelijk representatieve databestanden moet u mogelijk ter beschikking stellen aan het CBS. Dit doet u voor het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) dat onderdeel is van het NRO. De NCO-coördinatoren bepalen of het wenselijk is dat deze verbinding met het NCO wordt gemaakt. Als het project start, bespreekt u dit met een van de coördinatoren van het NCO. Als het NRO besluit dat het bestand integraal onderdeel wordt van het NCO dan ontvangt u instructies en handleidingen over de voorwaarden waaraan de dataverzameling moet voldoen en hoe u de respondenten informeert.

Na toekenning

Uiterste startdatum

Een toegekend project moet uiterlijk een half jaar na de toekenning beginnen. Als het project te laat start dan kan het NRO het subsidieverleningsbesluit intrekken.

Voor de start van het project stuurt u de volgende startdocumenten toe aan het NRO:

  • Een volledig ingevuld en ondertekend projectmeldingsformulier (PMF);

  • Bij iedere aanstelling van een promovendus of postdoc op het project stuurt u ook een volledig ingevuld en ondertekend personeelsinformatieformulier (PIF) toe;

Tussentijdse wijzigingen melden

U bent als hoofdaanvrager verplicht om het onmiddellijk te melden als er wijzigingen zijn in de planning of uitvoering van het onderzoek. In die melding geeft u het NRO een beargumenteerde motivatie voor de wijzigingen.

Voor budgetverschuivingen geldt dat u een verschuiving tussen personele en materiële kosten en een verschuiving binnen personele kosten altijd moet voorleggen aan het NRO. Een verschuiving binnen het materieel budget hoeft u alleen voor te leggen als:

  • de verschuiving gevolgen heeft voor de inhoud, planning en/of beoogde opbrengsten van het onderzoek;

  • de verschuiving groter is dan 20% van het totale materieel budget.

Monitoring voortgang onderzoek

Halverwege de looptijd van het onderzoek moet de hoofdaanvrager verslag doen van het tot dan toe uitgevoerde onderzoek. Daarbij dient u aan te geven hoe het onderzoek in de resterende looptijd wordt uitgevoerd.

Het NRO monitort de voortgang en evalueert de resultaten van het onderzoek. Hierbij gaan we uit van de planning en beoogde opbrengsten zoals vermeld in uw aanvraag. Zien we een aanzienlijke afwijking op de aanvraag, terwijl we daarvoor geen toestemming hebben gegeven? Dan heeft het NRO het recht om de betaling van tranches (tijdelijk) stop te zetten, en de subsidie gedeeltelijk of geheel in te trekken, en waar nodig terug te vorderen. In het subsidieverleningsbesluit ontvangt de hoofdaanvrager een nader uitgewerkte toetsings- en evaluatieprocedure.

Daarnaast vraagt het NRO dat u gedurende de looptijd, en tot twee jaar na de looptijd van het project, iedere publicatie of andere vorm van output registreert in ISAAC. U volgt hierbij het Standaard Evaluatie Protocol (SEP). Op www.isaac.nwo.nl vindt u een uitgebreide beschrijving van welke stappen u doorloopt om producten in ISAAC te registreren.

Kennisbenutting

Het NRO vindt het belangrijk dat de resultaten van het onderzoek maximaal ten goede komen aan praktijk en beleid. Daarom nemen wij tijdens het onderzoek een aantal keer contact met de hoofdaanvrager op. Op die momenten kunnen we bespreken hoe wordt gewerkt aan de kennisdisseminatie en -benutting zoals beschreven in de subsidieaanvraag.

In de Handleiding Kennisbenutting leest u een toelichting op wat we van u verwachten als het gaat om het stimuleren van kennisbenutting. Ook ziet u hierin hoe wij u daarbij kunnen ondersteunen. Deze handleiding is te downloaden via https://www.nro.nl/kennis-verspreiden/handleiding-kennisbenutting/

Beoordeling output

Het onderzoek is pas succesvol afgerond als minimaal de in de aanvraag genoemde output is opgeleverd en is goedgekeurd door de programmaraad. Nadat uw project succesvol is afgerond publiceert het NRO de output op de website.

De producten (inclusief dissertaties) die u tijdens het project en tot twee jaar daarna ontwikkelt, dient u via ISAAC in.

Presentatie projecten

Het NRO belegt regelmatig bijeenkomsten waar onderzoeken die zijn gehonoreerd gepresenteerd worden. Daarmee beoogt het NRO, conform zijn missie, bij te dragen aan het verbeteren en vernieuwen van het onderwijs. Uitvoerders van dit project worden geacht om aan de bijeenkomsten een bijdrage te leveren indien vanuit het NRO gewenst.

Eindverslag en financiële verantwoording

Uiterlijk binnen drie maanden na afronding van het onderzoek dient de hoofdaanvrager een eindverslag en een financiële verantwoording in via ISAAC. Daarnaast registreert u afzonderlijk in ISAAC alle tot dan toe in het project gerealiseerde en in de aanvraag genoemde output. Als de programmaraad het eindverslag heeft goedgekeurd, sluit het NRO de subsidieperiode af en stelt de definitieve subsidie vast.

3.6 Het indienen van een aanvraag

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, wordt hij/zij sterk aangeraden dit ruim van tevoren aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Als u uw aanvraag indient in ISAAC, moet u ook online nog gegevens invoeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, nemen wij niet in behandeling.

Werkt een medeaanvrager bij een organisatie die niet is opgenomen in de database van ISAAC? U kunt dit dan melden via relatiebeheer@nwo.nl. Wij voegen de organisatie dan toe. Hier zijn enige dagen voor nodig. Meld dit daarom uiterlijk een week voor de deadline.

Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.

4 Beoordelingsprocedure

In dit hoofdstuk staat eerst hoe de beoordelingsprocedure verloopt (paragraaf 4.1). Vervolgens ziet u in paragraaf 4.2 aan welke criteria de programmaraad uw aanvraag toetst.

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de Code persoonlijke belangen van toepassing.

4.1 Procedure

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast.

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO- code belangenverstrengeling van toepassing.

De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te kennen. Zowel de referenten als de commissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de referenten en commissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO.

NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering.

Om voor financiering in aanmerking te kunnen komen, dient een aanvraag op het criterium ‘wetenschappelijke kwaliteit’ ten minste de kwalificatie zeer goed, en op de drie overige criteria ten minste de kwalificatie goed te krijgen.

Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.

In deze subsidieronde is gekozen voor een procedure met vooraanmeldingen en uitgewerkte aanvragen. De procedure bestaat uit de volgende stappen:

  • Indiening van vooraanmeldingen

  • Beoordeling en selectie van vooraanmeldingen (met niet-bindend advies)

  • Indiening van aanvragen

  • In behandeling nemen van aanvragen

  • Referentencommentaren

  • Weerwoord

  • Beoordeling door de beoordelingscommissie

  • Besluitvorming programmaraad

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast.

Indiening van vooraanmeldingen

Een vooraanmelding is een beperkt uitgewerkt onderzoeksvoorstel. Voor indiening van de vooraanmelding kunt u het standaardformulier gebruiken. Uw vooraanmelding moet uiterlijk dinsdag 21 januari 2020, 14.00:00 uur, via ISAAC zijn ontvangen. Het indienen van een vooraanmelding is verplicht. U ontvangt als hoofdaanvrager een ontvangstbevestiging van de vooraanmelding.

Voeg bij de vooraanmelding ook een definitieve opgave van de namen van hoofdaanvrager en medeaanvragers. U kunt hier niet meer van afwijken in de uitgewerkte aanvraag.

Overigens kunt u uw vooraanmelding intrekken. U wordt gevraagd om dit via e-mail aan het NRO door te geven.

Beoordeling en selectie van vooraanmeldingen

Vervolgens beoordelen één of meer breed en internationaal samengestelde commissies uw vooraanmelding aan de hand van de beoordelingscriteria (zie paragraaf 4.2.2 voor de beoordelingscriteria). Daarbij prioriteert de commissie de voorstellen naar kansrijkheid. Dit gebeurt zonder gebruik te maken van externe adviseurs of referenten. De beoordelingscommissie adviseert de programmaraad over welke voorstellen volgens haar in aanmerking komen voor de volgende fase van de beoordelingsprocedure. Op basis hiervan adviseert de programmaraad de aanvragers om het voorstel wel of niet uit te werken.

De meest kansrijke aanvragen voor subsidiëring ontvangen in april een uitnodiging om een uitgewerkte aanvraag in te dienen. De minder kansrijke kandidaten wordt afgeraden een uitgewerkte aanvraag te schrijven. Aangezien het om een advies gaat, staat hiertegen geen bezwaar en beroep open.

Indiening van aanvragen

Voor indiening van de aanvraag is een standaardformulier beschikbaar op de financieringspagina van deze subsidieronde. In uw aanvraag moet u zich houden aan de vragen die in dit formulier staan en aan de werkwijze die in de toelichting staat. Ook moet u zich houden aan de richtlijnen voor het maximale aantal woorden en pagina’s.

Uw volledig ingevulde aanvraagformulier moet voor donderdag 2 juli 2020, 14.00:00 uur via ISAAC zijn ontvangen. Na dit tijdstip kunt u uw aanvraag niet meer indienen. Na ontvangst van de aanvraag ontvangt de indiener hiervan een bevestiging.

In behandeling nemen van de aanvragen

Zo snel mogelijk nadat u uw aanvraag hebt ingediend, hoort u of het NRO uw aanvraag in behandeling neemt. Het NRO-secretariaat bepaalt dat aan de hand van een aantal administratief-technische criteria (zie de ontvankelijkheidscriteria in paragraaf 4.2.1). Alleen als uw aanvraag hieraan voldoet, kan het NRO deze in behandeling nemen.

Beoordeling door referenten

De in behandeling genomen uitgewerkte aanvragen worden voor commentaar voorgelegd aan drie onafhankelijke referenten uit binnen- en buitenland. Hen wordt gevraagd een inhoudelijk en beargumenteerd commentaar op het voorstel te geven. Zij formuleren hun commentaar aan de hand van de beoordelingscriteria. De referenten worden gekozen op basis van hun expertise en mogen niet betrokken zijn bij de aanvragen. Aanvragers kunnen bij het indienen van de aanvraag via ISAAC suggesties doen voor potentiële referenten met wie zij geen directe samenwerkingsrelatie onderhouden. Het geven van suggesties biedt geen garantie dat deze referenten ook zullen worden benaderd om de aanvraag te beoordelen.

Het bureau bepaalt, onder verantwoordelijkheid van de programmaraad, wie als referenten worden benaderd. De leden van de beoordelingscommissie kunnen om suggesties worden gevraagd. Indien blijkt dat een referentencommentaar zich te zeer richt op de persoon van de aanvrager of uitvoerder, of anderszins onzakelijk is, behoudt de programmaraad zich het recht voor dit commentaar te doen herzien alvorens het voor te leggen aan de beoordelingscommissie dan wel het commentaar niet door te zenden.

Weerwoord

U als hoofdaanvrager ontvangt vervolgens de geanonimiseerde referentencommentaren op de aanvraag. U hebt daarna minimaal vijf werkdagen de gelegenheid om een weerwoord te formuleren. Mocht de teneur van de referentencommentaren overwegend negatief zijn, dan kunt u overwegen de aanvraag terug te trekken. Mocht u besluiten de aanvraag terug te trekken, dan dient u dit zo snel mogelijk per e-mail aan het bureau te melden en de aanvraag in ISAAC in te trekken.

Beoordeling door de beoordelingscommissie

De aanvragen, referentencommentaren en weerwoorden fungeren als startpunt voor de bespreking door de internationale beoordelingscommissie. De programmaraad stelt deze beoordelingscommissie in op basis van expertise. Voor de beoordelingscommissie geldt de ‘Code omgang met persoonlijke belangen’. De commissie stelt naar aanleiding van de bespreking een schriftelijk advies op voor de programmaraad over de kwaliteit en prioritering van de aanvragen. Dit advies baseert zij op de beoordelingscriteria. Het voorstel als geheel moet ten minste de kwalificatie goed krijgen. Daarnaast moet het criterium ‘wetenschappelijke kwaliteit’ ten minste de kwalificatie zeer goed, en de drie overige criteria ten minste de kwalificatie goed krijgen om in aanmerking te komen voor honorering.

De kwalificaties komen tot stand op basis van scores per criterium volgens de NWO scoretabel (op een schaal van 1 tot 9, waarbij ‘1’ excellent is en ‘9’ zeer matig). Indien na beoordeling blijkt dat twee of meer aanvragen met dezelfde gewogen totaalscore (twee decimalen achter de komma) gelijk eindigen, en deze aanvragen bevinden zich op de grens van honorering binnen het subsidieplafond, dan zal de aanvraag die de hoogste score heeft behaald op het criterium ‘wetenschappelijke kwaliteit’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen, zal de aanvraag die de hoogste score heeft behaald op het criterium ‘wetenschappelijke betekenis’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen bepaalt de commissie met behulp van een (anonieme) meerderheidsstemming de rangorde (art. 2.2.7. lid 3 sub a, onderdeel iv NWO Subsidieregeling 2017). Mochten de stemmen staken zal het NRO door middel van een door een notaris uit te voeren loting de prioritering vaststellen.

Besluitvorming door de programmaraad

Tot slot toetst de programmaraad het advies van de beoordelingscommissie. Vervolgens stelt zij de definitieve kwalificaties vast en besluit hij welke aanvragen worden gehonoreerd. Er kunnen naar verwachting 7 aanvragen gehonoreerd worden.

Bezwaar en beroep

Voor het indienen van formele bezwaren tegen beslissingen in het kader van de subsidieronde Samenhangende onderzoeksprojecten staan, waar van toepassing, de geldende bezwaar- en beroepsprocedures open.

21 januari 2020, 14:00:00 uur

Deadline indienen vooraanmeldingen

Eind januari 2020

Vaststelling in behandeling nemen door het secretariaat; bericht naar aanvragers hierover

Februari/maart 2020

Opstellen adviezen door de beoordelingscommissie

April 2020

Selectie door de programmaraad

Eind april 2020

Versturen advies tot uitwerken onderzoeksvoorstellen

2 juli 2020, 14:00:00 uur

Deadline indienen uitgewerkte voorstellen

Half juli 2020

Vaststelling in behandeling nemen door het secretariaat; bericht naar aanvragers hierover

Juli/augustus/september 2020

Raadplegen referenten

Oktober 2020

Gelegenheid tot wederhoor aanvragers op commentaar referenten.

Onderzoekers krijgen tenminste een week de tijd voor een reactie.

November 2020

Vergadering beoordelingscommissie en advies over honorering aanvragen

December 2020

Besluit PROO

December 2020

Het NRO informeert de indieners over het besluit

Aanpassingen tijdpad

Het kan zijn dat het NRO het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in het tijdpad van deze subsidieronde aan te brengen. Uiteraard ontvangt u hierover op tijd bericht.

4.2 Criteria

Het NRO neemt uw vooraanmelding en uitgewerkte aanvraag alleen in behandeling als deze voldoet aan een aantal formele voorwaarden. Deze voorwaarden zijn:

  • de aanvraag is ingediend door een persoon die aan de gestelde eisen in paragraaf 3.1 voldoet;

  • de aanvraag bevat maximaal drie medeaanvragers;

  • de aanvragers zijn bij maximaal één aanvraag in deze subsidieronde betrokken;

  • de aangevraagde onderzoeksformatie valt binnen de in paragraaf 3.1 gestelde eisen;

  • het aanvraagformulier is, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, juist, compleet en volgens de instructies ingevuld;

  • de aanvraag is ingediend via het ISAAC-account van de hoofdaanvrager;

  • de aanvraag is op tijd ontvangen;

  • de aanvraag is in het Engels opgesteld;

  • er is één hoofdthema aangevinkt;

  • de aanvraag valt binnen het werkterrein van de programmaraad;

  • de aanvraag bestaat uit ten minste twee deelprojecten en heeft een omvang van maximaal € 515.000,-;

  • het budget is volgens de richtlijnen in de call for proposals opgesteld;

  • de periode waarover u subsidie aanvraagt, is minimaal 4 jaar en maximaal 5 jaar.

Het NRO toetst uw aanvraag eerst op deze voorwaarden. Alleen als uw aanvraag hieraan voldoet, wordt deze toegelaten tot de beoordelingsprocedure. U wordt gevraagd om na indiening van een aanvraag beschikbaar te zijn om eventuele wijzigingen door te voeren om (alsnog) te voldoen aan de ontvankelijkheidscriteria.

Inhoudelijke beoordelingscriteria

De onderzoeksvoorstellen voor deze call for proposals worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • 1. Wetenschappelijke kwaliteit (40%)

  • 2. Wetenschappelijke betekenis (20%)

  • 3. Past performance en track record (20%)

  • 4. Programmatische betekenis (20%)

De criteria hebben de volgende onderliggende onderdelen.

  • 1. Wetenschappelijke kwaliteit (40%)

    • a. Uitwerking probleemstelling

      • Is er een centrale probleemstelling die in de deelonderzoeken wordt uitgewerkt?

      • Zijn de problemen die in het onderzoek aan de orde worden gesteld helder beschreven en afgebakend?

      • Is er een duidelijke samenhang tussen de centrale probleemstelling en de onderliggende deelprojecten (verticale integratie) en tussen de deelprojecten onderling (horizontale integratie)? Is dat in het voorstel goed onderbouwd?

      • Is de aanduiding van en de aansluiting op bestaande kennis en theorieën, ook domeinspecifieke, adequaat?

      • Is de probleemstelling op consequente wijze uitgewerkt in een model, veronderstellingen enzovoort?

    • b. Opzet en methoden

      • Zijn de voorgestelde methoden en technieken doelmatig en geschikt om de onderzoeksvragen te beantwoorden?

      • Is de gekozen methodisch-technische opzet consistent en wordt deze voldoende gemotiveerd?

      • Zijn de genoemde bronnen en data toegankelijk en beschikbaar, en zijn ze geschikt om de in de probleemstelling genoemde vragen te beantwoorden?

      • Is de raming van de aangevraagde personele en materiële middelen redelijk voor het voorgestelde onderzoek en voldoende adequaat beargumenteerd?

    • c. Multidisciplinariteit

      • Vereist de vraagstelling van het voorstel een multidisciplinaire opzet en zo ja, is deze goed uitgewerkt?

    • d. Organisatie van het onderzoek

      • Is de organisatie van het voorstel helder omschreven?

    • e. Haalbaarheid van het onderzoek

      • Is er een goed doordacht en haalbaar werk- en publicatieplan waarbij rekening wordt gehouden met de maximale looptijd van het onderzoeksproject?

  • 2. Wetenschappelijke betekenis (20%)

    • a. Wetenschappelijk belang

      • In welke mate en op welke wijze is het onderzoek theoretisch, en/of methodisch en/of in descriptief opzicht van belang?

      • Lost het onderzoek een wetenschappelijk belang op, of bevat het onderzoek wetenschappelijke aspecten in die zin dat het een wetenschappelijk probleem op een nieuwe wijze formuleert en aldus de oplossing ervan naderbij brengt?

    • b. Originaliteit

      • Verdienen keuze en uitwerking van de probleemstelling, en/of de theoretische uitwerking en/of de methodologie de kwalificatie origineel en vernieuwend?

      • Worden bestaande inzichten uit de eigen of andere disciplines op originele wijze toegepast of wordt aan bestaande methoden een nieuwe toepassing gegeven?

      • Draagt het onderzoek bij aan de methodische vernieuwing in termen van het gehanteerde design, de relatie onderzoek met innovatie en praktijk, en de inzet van nieuwe technologie als onderzoekshulpmiddel?

    • c. Wetenschappelijke meerwaarde

      • Is er sprake van een wetenschappelijke meerwaarde van het programma als geheel ten opzichte van de onderliggende deelprojecten en wat houdt die in?

      • Biedt het onderzoek belangwekkende wetenschappelijke perspectieven?

    • d. Verwachte wetenschappelijke output

      • Wat is de omvang en kwaliteit van de verwachte output?

  • 3. Past performance en track record (20%)

  • 4. Programmatische betekenis (20%)

    • a. Betekenis voor het NRO Onderzoeksprogramma

      • Wat is de relevantie van het voorgestelde onderzoek voor de in het NRO Onderzoeksprogramma 2016-2019 geproblematiseerde vraagstukken?

      • Wat zouden de verwachte resultaten kunnen betekenen voor praktijk en/of beleid?

Op het criterium ‘wetenschappelijke kwaliteit’ moet ten minste sprake zijn van een kwalificatie ‘zeer goed’, en op de drie overige criteria moet ten minste sprake zijn van een kwalificatie ‘goed’ om in aanmerking te komen voor subsidietoekenning.

5 Contact en overige informatie

5.1 Contact

5.1.1 Inhoudelijke vragen

Voor inhoudelijke vragen over Samenhangende onderzoeksprojecten 2020 en deze call for proposals neemt u contact op met:

Beleidsmedewerkers

Manisha Ramesar

T: 070 – 349 41 25, E: m.ramesar@nwo.nl

Vera Counet

T: 070 – 349 42 49, E: v.counet@nwo.nl

Nina Ouddeken

T: 070 – 349 41 04, E: n.ouddeken@nwo.nl

Secretariaat

T: 070 – 344 09 04, E: proo@nro.nl

5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

5.2 Overige informatie

Het NRO verwerkt gegevens van aanvragers conform de NWO privacyverklaring.

Na afronding van de subsidieronde zal het NRO aanvragers mogelijk benaderen voor een evaluatie van de procedure.


X Noot
1

In deze call for proposals worden met ‘onderzoekers’ zowel vrouwen als mannen aangeduid.

X Noot
2

Met ‘aanvragers’ worden zowel hoofdaanvragers als medeaanvragers aangeduid.

X Noot
3

Per 0.2 fte aangevraagde wetenschappelijk medewerker hogeschool (junior-, medior- en seniorniveau, met minimale aanstelling van 0.2 fte gedurende 12 maanden) kan per jaar van de aanstelling maximaal € 15.000 materieel budget worden aangevraagd.

X Noot
4

In deze budgetmodule wordt aangesloten bij de definitie voor “kennisoverdracht” die de Europese Commissie hanteert in de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PbEU 2014, C 198).

Naar boven