Afwijzing registratie aanduiding en logo politieke groepering voor de Tweede Kamerverkiezing; BoerBurgerBeweging

De Kiesraad heeft in zijn vergadering van 11 november 2019 besloten het verzoek tot opneming van de aanduiding ‘BoerBurgerBeweging’ in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal af te wijzen, omdat de aanduiding in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor verwarring te duchten is als bedoeld in artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet. De Kiesraad heeft hiertoe besloten, omdat de aanduiding ‘De Burger Beweging’ reeds op verzoek van de ‘De Burger Beweging’ bij de Kiesraad geregistreerd staat. Het afwijkende deel van de thans voorliggende aanduiding ‘BoerBurgerBeweging’ heeft onvoldoende onderscheidend vermogen ten aanzien van de eerder geregistreerde aanduiding ‘De Burger Beweging’ waardoor verwarring te duchten is.

De Kiesraad heeft in zijn vergadering van 11 november 2019 voorts besloten het verzoek tot registratie van het logo bij de aanduiding ‘BoerBurgerBeweging’ in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal af te wijzen.

De Kiesraad heeft hiertoe besloten omdat de aanduiding ‘BoerBurgerBeweging’ niet in vorenbedoeld register opgenomen is en een ingediend verzoek tot registratie daarvan wordt afgewezen.

Eenieder wiens belang rechtstreeks bij bovenvermelde besluiten betrokken is, kan hiertegen op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel G 5, eerste lid, van de Kieswet beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA Den Haag). Het beroepschrift moet uiterlijk op de zesde dag, na dagtekening van de Staatscourant waarin deze mededeling is opgenomen, worden ingediend, Het beroepschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en dient ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, alsmede de gronden waarop het beroep rust, te bevatten. Indien beroep wordt ingesteld, is griffierecht verschuldigd.

’s-Gravenhage, 11 november 2019

J.G.C. Wiebenga, voorzitter Kiesraad

Naar boven