Beveiliging, Particuliere

Fondsen cao 2019/2020

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 december 2019 tot wijziging van het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Fondsen cao Particuliere Beveiliging

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeenverbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij ter ener zijde: Nederlandse Veiligheidsbranche;

Partijen ter andere zijde: FNV, CNV Vakmensen en De Unie.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Fondsen cao Particuliere Beveiliging1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 1 komt te luiden:

‘Artikel 1 Definities

In deze fonds-cao en de daarvan uitmakende bijlagen wordt verstaan onder:

2. Werkgever

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die, al of niet in hoofdzaak, een bedrijf uitoefent als particuliere beveiligingsorganisatie.

3. Werknemer

Iedere natuurlijke persoon die (beveiligings-) werkzaamheden verricht voor werkgever met uitzondering van stagiairs zoals bedoeld in artikel 15 van de cao Particuliere Beveiliging (Staatscourant 19 juli 2013 nummer 12940).

4. Wpbr

Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus van 24 oktober 1997 (Stb. 1997 500)

5. SFPB

Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging

6. Administrateur

De door het fonds aangewezen administrateur.

7. Cao PB

Collectieve arbeidsovereenkomst Particuliere Beveiliging

8. Fonds-cao

Collectieve arbeidsovereenkomst Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging

9. Cao’s

Collectieve arbeidsovereenkomst Particuliere Beveiliging en fonds-cao’

Artikel 2 komt te luiden:

‘Artikel 2 Werkingssfeer

  • 1. Toepassing van de fonds-cao

    De bepalingen van deze fonds-cao zijn van toepassing op de werknemers in dienst van een werkgever die als particuliere beveiligingsorganisatie wordt aangemerkt. Een particuliere beveiligingsorganisatie in de zin van deze cao is:

    • a. een particulier beveiligingsbedrijf, dat is toegelaten op grond van artikel 3 sub a van de Wpbr;

    • b. een particuliere alarmcentrale, die is toegelaten op grond van artikel 3 sub b van de Wpbr;

    • c. een particulier geld- en waardetransportbedrijf, dat is toegelaten op grond van artikel 3 sub c van de Wpbr.

    Deze cao is niet van toepassing op werknemers in dienst van een werkgever die valt onder de werkingssfeer van een rechtsgeldige cao evenementen- en horecabeveiliging voorzover deze werknemers werkzaamheden verrichten in de evenementen- en/of horecabeveiliging.

  • 2. Dispensatie

    • 1. Een werkgever kan verzoeken om dispensatie van (één of meer bepalingen) deze cao. Dispensatie wordt verleend door het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging overeenkomstig het reglement dispensatieverzoek opgenomen in bijlage 5 van deze cao. Dispensatie kan worden verleend als:

      • vanwege zwaarwegende argumenten toepassing van de cao redelijkerwijze niet kan worden gevergd. Van zwaarwegende argumenten is met name sprake als de specifieke bedrijfskenmerken op essentiële punten verschillen van ondernemingen die tot de werkingssfeer van de cao gerekend kunnen worden of;

      • het afwijkende arbeidsvoorwaardenpakket tot stand is gekomen in samenspraak met één of meerdere werknemersorganisaties die onafhankelijk is (zijn) van de werkgever en het gehele arbeidsvoorwaardenpakket tenminste gelijkwaardig blijft aan deze cao.

    • 2. Dispensatie wordt ten hoogste verleend voor de looptijd van de cao of de duur van de regeling die wordt voorgelegd voor dispensatie.

    • 3. Het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging kan een gegeven dispensatie te allen tijde intrekken. Indien zij daartoe overgaat zal zij dit schriftelijk en gemotiveerd kenbaar maken aan degene die om dispensatie had verzocht.’

Artikel 3 komt te luiden:

‘Artikel 3 Algemene bepalingen

  • 1. Uitvoering

    De uitvoering van de fonds-cao is aan SFPB opgedragen en geschiedt volgens de statuten en reglementen van de stichting. De statuten en reglementen van SFPB zijn een integraal onderdeel van deze fonds-cao en zijn als bijlagen aan deze cao gehecht. De statuten en reglementen zullen geen bepalingen bevatten in strijd met deze fonds-cao. SFPB kan de uitvoering delegeren aan een administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur van SFPB.

  • 2. Gegevensverstrekking

    Werkgevers en werknemers zijn verplicht de gegevens te verstrekken die door SFPB dan wel die door de SFPB aangewezen administrateur in het kader van de uitvoering van de statuten of reglementen worden opgevraagd. Werkgevers en werknemers zijn verplicht zich te houden aan het bepaalde in de statuten en reglementen van SFPB. Indien de werkgever of de werknemer – ook na aanmaning – niet voldoet, is SFPB, danwel de door de stichting aangewezen administrateur, bevoegd deze gegevens zelf naar beste weten vast te stellen.

  • 3. Uitwisseling van gegevens

    SFPB en de door SFPB aangewezen administrateur zijn gerechtigd bij elkaar en de uitvoeringsinstelling gegevens op te vragen en uit te wisselen die nodig zijn voor een goede uitvoering van de regelingen, ongeacht de vraag of de betreffende gegevens al dan niet na aanmaning bij de werkgever zijn opgevraagd. Hierbij worden de bepalingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht genomen.

  • 4. Rechten van werknemer en werkgever

    In beginsel heeft iedere werknemer en iedere werkgever het recht deel te nemen aan c.q. gebruik te maken van (de resultaten van) de door SFPB gefinancierde of gesubsidieerde activiteiten. Deze activiteiten zijn opgenomen in het reglement van SFPB (bijlage 2) en zijn in doelstellingen uitgewerkt in de statuten van SFPB.’

Artikel 4 komt te luiden:

‘Artikel 4 Stichting sociaal fonds particuliere beveiliging

  • 1. Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging

    Ter financiering van activiteiten op branche niveau is er een Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging. De reglementen en statuten van dit fonds worden geacht onderdeel uit te maken van deze fonds-cao.

  • 2. Doelstelling van SFPB

    SFPB stelt zich ten doel het financieren, subsidiëren en ontwikkelen van activiteiten die gericht zijn op het in sociaal opzicht optimaal functioneren van de bedrijfstak Particuliere Beveiliging. Deze activiteiten zijn nader uitgewerkt in artikel 2 sub a tot en met r (zie bijlage 2) van het reglement SFPB. Uitgezonderd zijn het cao-overleg en de werkzaamheden van de redactiecommissie.

  • 3. Bijdrage aan SFPB

    • a. De werkgever is met ingang van 1 januari 2015 per kalenderjaar aan SFPB een financiële bijdrage verschuldigd van 0,245% van de loonsom per jaar. De grondslag voor de heffing is de loonsom WW.

    • b. Van de genoemde bijdrage zal met ingang van 1 januari 2015 0,06125% door de werknemer worden bijgedragen. De werkgever is verplicht dit aandeel van de werknemer te vorderen door inhouding per loonperiode op diens loon.

    • c. De hoogte van de bijdrage kan jaarlijks door cao-partijen overeenkomstig het bepaalde in het reglement van SFPB worden gewijzigd. Voor de vaststelling van de loonsom waarover de bijdrage is verschuldigd worden alle werknemers die in dienst zijn van de werkgever en vallen onder de fonds-cao meegenomen.

    • d. De administrateur van SFPB stelt jaarlijks de verschuldigde bijdrage vast aan de hand van de loonsomopgave van het voorgaande jaar.

    • e. De bestemming van de in sub a bedoelde bijdrage aan SFPB wordt vastgesteld door het bestuur, zoals is uitgewerkt in de artikel 8 van het Reglement Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging (bijlage 2).’

Artikel 5 komt te luiden:

‘Artikel 5 Servicecentrum particuliere beveiliging

  • 1. Met verwijzing naar artikel 3, sub g van de statuten van het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging, worden activiteiten uitgevoerd ter bevordering van de arbeidsomstandigheden in de branche onder de naam Servicecentrum Particuliere Beveiliging (verder: Servicecentrum).

  • 2. Het Servicecentrum heeft ten doel werkgevers en werknemers in de beveiliging op onafhankelijke en neutrale wijze te ondersteunen bij de beheersing van ziekteverzuim, re-integratie, arbozorg, leeftijdsfasebewust personeelsbeleid en andere HRM-aangelegenheden. Dit wil het Servicecentrum bereiken door op brancheniveau faciliteiten te bieden zoals instrumenten, adviezen en voorlichting op het gebied van arbo, gezond en veilig werken.

  • 3. De taken van het Servicecentrum zijn:

    • a. faciliteren van arbo, gezond en veilig werken:

      • ontwikkelen en onderhouden van tools voor HRM-/P&O: RIE, functiebelastbaarheidsprofielen, protocol agressie en geweld, digitaal personeelshandboek et cetera;

      • ontwikkelen en onderhouden branche-arbocatalogus (zoals beschreven in lid 6 van dit artikel

      • contracting providers (collectieve zorg, re-integratiebedrijven, psychische hulpverleners, traumazorg, schuldhulpverlening, fysiotherapie, et cetera);

      • voorzien in onafhankelijke deskundigen zoals: adviseur arbo en zorg en een, vertrouwenspersoon.

    • b. input van informatie:

      • onderzoek gegevens uit de branche met betrekking tot arbo- en ziekteverzuim, gezond en veilig werken;

      • contacten met/afvaardiging in diverse instanties

    • c. output van informatie:

      • het organiseren van voorlichtingsbijeenkomst voor de branche

      • bijwonen/participeren bijeenkomsten werknemers- en werkgeversorganisaties

      • bedrijfsbezoeken

      • website en helpdesk

      • organiseren jaarlijks terugkerend evenement

  • 4. Het Servicecentrum kent een stuurgroep bestaande uit werkgevers en werknemersvertegenwoordigers. De stuurgroep komt 4x per jaar bijeen. Een projectmanager zorgt voor het dagelijks management van het Servicecentrum.

  • 5. Jaarlijks maakt het Servicecentrum een beleidsplan met begroting en legt dit voor aan het bestuur van het SFPB. De stuurgroep van het Servicecentrum is gemandateerd binnen de door het bestuur vastgestelde begroting. Niet voorziene ontwikkelingen die buiten de begroting vallen, dienen voorgelegd te worden aan het bestuur.

  • 6. Arbocatalogus

    Het Servicecentrum is belast met de ontwikkeling, implementatie en onderhoud van de arbocatalogus.

    De arbocatalogus beschrijft hoe de sector kan voldoen aan doelvoorschriften uit de arbowet- en regeleving. De arbowet is op 1 januari 2007 aangepast. Een belangrijk gevolg daarvan is dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor een veilige werkomgeving toegenomen is. De wet geeft sociale partners de gelegenheid arbobeleid te maken, specifiek voor de eigen branche. In de arbocatalogus zijn de belangrijkste risico’s voor de Particuliere Beveiliging weergegeven. Hierin staan methoden en/of middelen beschreven die ingezet kunnen worden. De arbocatalogus van de Particuliere Beveiliging bestrijkt de volgende onderdelen:

    Fysieke belasting

    Agressie en geweld

    Werkdruk en stress

    Ongewenste omgangsvormen

    De arbocatalogus is te vinden op www.beveiligingsbranche.nl

  • 7. Branche RI&E

    De Particuliere Beveiliging kent een branche risico-inventarisatie en -evaluatie. Deze is te vinden op www.beveiligingsbranche.nl.

  • 8. Branche vertrouwenspersoon

    Individuele werkgevers en werknemers die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, intimidatie en ander ongewenst gedrag/omgangsvormen kunnen zich tot de daartoe speciaal door de branche aangewezen vertrouwenspersoon wenden. Deze mogelijkheid bestaat eveneens voor de binnen een onderneming aangewezen vertrouwenspersoon die wordt geconfronteerd met klachten over intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie en ander ongewenst gedrag.

    De vertrouwenspersoon van de bedrijfstak heeft een voorlichtende en signalerende taak en is verplicht tot een strikt vertrouwelijke behandeling van de haar/hem toevertrouwde gegevens. Ook dient zij/hij hierbij de anonimiteit van de desbetreffende werkgever/werknemer/vertrouwenspersoon te waarborgen.

    In bijlage 4 is de handelswijze van de vertrouwenspersoon opgenomen.’

BIJLAGE 1 FONDS-CAO

Statuten Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging

Artkikel 2 komt te luiden:

‘Artikel 2 Begripsomschrijving

In deze statuten wordt verstaan onder:

a. cao PB:

de collectieve arbeidsovereenkomst Particuliere Beveiliging;

b. partij aan werkgeverszijde:

de Nederlandse Veiligheidsbranche, gevestigd te ’s-Gravenhage, kantoorhoudende te Gorinchem aan Stephensonweg 14;

c. werknemerspartijen:

De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening gevestigd te Culemborg, FNV gevestigd te Amsterdam, CNV Vakmensen.nl gevestigd te Hoofddorp;

d. werkgeversleden:

door de partij aan werkgeverszijde benoemde bestuursleden;

e. werknemersleden:

door werknemerspartijen benoemde bestuursleden;

f. secretariaat:

het bureau dat onder verantwoordelijkheid van cao-partijen de huishoudelijke en administratieve taken uitvoert, zoals hieronder beschreven;

g. ambtelijk secretaris:

de secretaris van cao-partijen die verantwoordelijk is voor de huishoudelijke en administratieve taken van de stichting;

h. werkgevers:

de natuurlijke- of rechtspersoon die, al of niet in hoofdzaak, een bedrijf uitoefent als particuliere beveiligingsorganisatie.’

Artikel 3 komt te luiden:

‘Artikel 3 Doel

De stichting heeft ten doel ten behoeve van de branche Particuliere Beveiliging:

  • a. Het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg - met uitzondering van de cao-overleg- tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • b. Het geven van voorlichting en uitleg over de collectieve arbeidsvoorwaarden hetzij op verzoek van één of meer partijen bij de cao’s dan wel op verzoek van werkgever en/of werknemer ter bevordering van een eenduidige toepassing van de bepalingen;

  • c. Het doen van onderzoek en publiceren op het gebied van bij de cao’s geregelde arbeidsvoorwaarden ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • d. Het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning, arbeid en zorg;

  • e. Het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op optimale werkgelegenheid in de bedrijfstak;

  • f. Het onderhouden van het branchespecifieke reiskostenprogramma ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • g. Activiteiten uit te (doen) voeren onder de naam Servicecentrum voor Particuliere Beveiliging, ter bevordering van de arbeidsomstandigheden in de branche;

  • h. Het uitvoering geven aan controle op de naleving van de cao’s;

  • i. Publicitaire doeleinden over de sector om het positieve imago van het werken in de bedrijfstak te handhaven of te verbeteren;

  • j. Het communiceren naar alle werkgevers en werknemers in de branche inzake uitvloeisels van cao-afspraken tussen sociale partners en/of het communiceren naar alle werkgevers en werknemers in de branche inzake de uitkomsten van alle activiteiten die zijn uitgevoerd conform dit artikel;

  • k. Het financieren van de beheerskosten van de stichting;

  • l. Activiteiten uit te (doen) voeren onder de naam Opleiden ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • m. Het bevorderen van deelneming aan vakopleidingen en cursussen, alsmede het bevorderen hiervan teneinde bedrijfskwalificaties te bereiken om op deze wijze de vakbekwaamheid van al diegenen die belast zijn of worden met (de organisatie van) beveiligingswerkzaamheden te bewerkstellingen respectievelijk te verhogen;

  • n. Het ontwikkelen en bevorderen van permanente educatie, niet inbegrepen onder voorgaand lid, van alle werknemers die in de branche werkzaam zijn onder andere in het kader van wijzigingen in de arbeidsmarkt en/of arbeidsomstandigheden;

  • o. Het (laten) uitvoeren van toezicht op het praktijkonderwijs in de branche bij alle ondernemingen in de particuliere beveiligingsbranche;

  • p. Het ontwikkelen en verzorgen van opleidingsmethoden t.b.v. deskundigheidsbevordering en inzetbaarheid voor werknemers in de branche alsmede het bevorderen van deelname hieraan;

  • q. Het (laten) ontwikkelen en afstemmen van opleidingsprofielen met het onderwijsveld ten behoeve van het onderhouden het opleidingsaanbod voor (potentiele) werknemers in de branche;

  • r. Het stimuleren en subsidiëren van onderzoeksactiviteiten op het gebied van opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid.’

Artikel 4 komt te luiden:

‘Artikel 4 Vermogen
  • 1. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door de bijdragen op grond van artikel 4 van de fondscao en alle andere verkrijgingen en baten. Het bestuur is belast met het beheer van het fondsvermogen.

  • 2. Bij cao wordt de hoogte van de bijdrage door cao-partijen vastgesteld.

  • 3. De werkgevers- en werknemersbijdrage wordt gesteld op een promillage van de loonsom per jaar. De grondslag voor de heffing is neergelegd in de cao’s en is de loonsom Werkloosheidswet (WW).

  • 4. De inning van de werkgevers- en werknemersbijdrage wordt verzorgd door Wissenraet Van Spaendonck.’

Artikel 5 komt te luiden:

‘Artikel 5 Bestuur
  • 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit minimaal zes leden.

  • 2. Minimaal drie bestuursleden worden benoemd door de partij aan werkgeverszijde uit de cao-onderhandelingsdelegatie en minimaal drie bestuursleden worden benoemd door de werknemerspartijen

  • 3. Uit de leden van partij aan werkgeverszijde wordt een penningmeester benoemd. Deze functie is onverenigbaar met enige andere functie in het bestuur.

  • 4. Uit de leden van werknemerspartijen wordt een secretaris benoemd. Deze functie is onverenigbaar met enige andere functie in het bestuur.

  • 5. Uit de leden van beide partijen wordt een (vice)voorzitter benoemd. De functies voorzitter en vicevoorzitter rouleren jaarlijks tussen werknemerspartij en werkgeverspartij. Deze functie is onverenigbaar met enige andere functie in het bestuur

  • 6. De bestuursleden worden voor onbepaalde tijd benoemd.

  • 7. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur zal, met inachtneming van het in lid 2 bepaalde, binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin worden voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s).

  • 8. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur.

  • 9. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

  • 10. Het bestuur waakt voor handhaving van de statuten en reglementen.

  • 11. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wijze van belegging van de gelden van de stichting, welke op solide wijze binnen Nederland dient te geschieden.

  • 12. De aan de stichting toebehorende vermogenswaarden dienen te worden bewaard, hetzij ten kantore van de stichting, hetzij bij een Nederlandse bankinstelling.’

Artikel 6 komt te luiden:

‘Artikel 6 Dagelijks bestuur
  • 1. Voorzitter en vicevoorzitter vormen tezamen het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur is belast met de behartiging en afdoening van de lopende zaken en alle aangelegenheden, welke hem door het bestuur zijn opgedragen.

  • 3. Het dagelijks bestuur is samen met de penningmeester en secretaris bevoegd zelfstandig op te treden met betrekking tot financiële afspraken.

  • 4. Het dagelijks bestuur is terzake verantwoording schuldig aan het bestuur.’

Artikel 7 komt te luiden:

‘Artikel 7 Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten
  • 1. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.

  • 2. Elk kalenderjaar worden ten minste vier vergaderingen gehouden.

  • 3. De ambtelijk secretaris stelt in overleg met de voorzitter een agenda op voor de vergaderingen.

  • 4. De oproeping tot de vergadering geschiedt -behoudens het in lid 3 bepaalde door de ambtelijk secretaris namens de voorzitter, ten minste zeven dagen van tevoren.

  • 5. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.

  • 6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf een voorzitter aan.

  • 7. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de ambtelijk secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld in de volgende vergadering van het bestuur.

  • 8. De vergaderingen vinden doorgang indien van zowel van werknemerspartijen als partij aan werkgeverszijde ten minste twee vertegenwoordigers aanwezig zijn. Op dat moment kan het bestuur ter vergadering geldige besluiten nemen

  • 9. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.

  • 10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt verslag gemaakt door de ambtelijk secretaris.

  • 11. In de vergadering brengen de aanwezige leden van werknemerspartijen drie stemmen uit. Ook de aanwezige leden van partij aan werkgeverszijde brengen drie stemmen uit.

    Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.

  • 12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

  • 13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

  • 14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.’

Artikel 15 komt te luiden:

‘Artikel 15 Statutenwijziging
  • 1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen.

  • 2. Het besluit daartoe behoeft een meerderheid van twee/derde van de stemmen, uitgebracht in een voltallige vergadering. Is een vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde bestuursleden rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.

  • 3. Indien de voorzitter van het bestuur dit wenselijk acht, en geen der afzonderlijke leden daartegen bezwaar heeft, kan het bestuur, in afwijking van lid 2, het besluit tot statutenwijziging schriftelijk nemen. Alle bestuursleden dienen in dat geval hun stem schriftelijk uit te brengen. Het besluit wordt alsdan genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen stemmen door de ambtelijk secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. Bij staking van stemmen zal het besluit tot statutenwijziging door het bestuur genomen worden op de wijze als is vermeld in lid 2.

  • 4. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een statutenwijziging wordt voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.

  • 5. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.

  • 6. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.

  • 7. Wijzigingen in statuten en reglementen zullen niet in werking treden alvorens een volledig exemplaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur ondertekend, voor een ieder ter inzage neergelegd ter griffie van de rechtbank in het arrondissement waarin de stichting is gevestigd.’

BIJLAGE 2 FONDS-CAO

Reglement Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging

Artikel 2 komt te luiden:

‘Artikel 2 Realisering van het doel

Om de doelstellingen te realiseren financiert de stichting de volgende activiteiten ten behoeve van de branche particuliere beveiliging:

  • a. Het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg - met uitzondering van de cao-overleg- tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • b. Het geven van voorlichting en uitleg over de collectieve arbeidsvoorwaarden hetzij op verzoek van één of meer partijen bij de cao’s dan welk op verzoek van werkgever en/of werknemer ter bevordering van een eenduidige toepassing van de bepalingen;

  • c. Het doen van onderzoek en publiceren op het gebied van bij de cao’s geregelde arbeidsvoorwaarden ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • d. Het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning, arbeid en zorg;

  • e. Het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op optimale werkgelegenheid in de branche;

  • f. Het onderhouden van het branchespecifieke reiskostenprogramma ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • g. Activiteiten uit te (doen) voeren onder de naam Servicecentrum voor Particuliere Beveiliging, ter bevordering van de arbeidsomstandigheden in de branche;

  • h. Het uitvoering geven aan controle op de naleving van de cao’s;

  • i. Publicitaire doeleinden over de sector om het positieve imago van het werken in de bedrijfstak te handhaven of te verbeteren;

  • j. Het communiceren naar alle werkgevers en werknemers in de branche inzake uitvloeisels van cao-afspraken tussen sociale partners en/of het communiceren naar alle werkgevers en werknemers in de branche inzake de uitkomsten van alle activiteiten die zijn uitgevoerd conform dit artikel;

  • k. Het financieren van de beheerskosten van de stichting.

  • l. Activiteiten uit te (doen) voeren onder de naam Opleiden ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche;

  • m. Het bevorderen van deelneming aan vakopleidingen en cursussen, alsmede het bevorderen hiervan teneinde bedrijfskwalificaties te bereiken om op deze wijze de vakbekwaamheid van al diegenen die belast zijn of worden met (de organisatie van) beveiligingswerkzaamheden te bewerkstellingen respectievelijk te verhogen;

  • n. Het ontwikkelen en bevorderen van permanente educatie, niet inbegrepen onder voorgaand lid, van alle werknemers die in de branche werkzaam zijn onder andere in het kader van wijzigingen in de arbeidsmarkt en/of arbeidsomstandigheden;

  • o. Het (laten) uitvoeren van toezicht op het praktijkonderwijs in de branche bij alle ondernemingen in de particuliere beveiligingsbranche;

  • p. Het ontwikkelen en verzorgen van opleidingsmethoden t.b.v. deskundigheidsbevordering en inzetbaarheid voor werknemers in de branche alsmede het bevorderen van deelname hieraan;

  • q. Het (laten) ontwikkelen en afstemmen van opleidingsprofielen met het onderwijsveld ten behoeve van het onderhouden het opleidingsaanbod voor (potentiele) werknemers in de branche;

  • r. Het stimuleren en subsidiëren van onderzoeksactiviteiten op het gebied van opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid.’

Bijlage 3 vervalt en bijlage 5 wordt vernummerd naar bijlage 3 en kop bijlage 3 komt te luiden:

‘BIJLAGE 3 FONDS-CAO

Controlereglement’

Artikel 1 komt te luiden:

‘Artikel 1 Definities

In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de definities omschreven in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst en bijlagen inzake Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging.’

Artikel 5 komt te luiden:

‘Artikel 5 Werkwijze
  • 1. Selectie van te controleren bedrijven vindt in eerste instantie op een aselecte wijze plaats. In geen geval mag de keuze afhankelijk zijn van het feit of de werkgever al dan niet lid is van een werkgeversorganisatie. De keuze kan wel afhankelijk gesteld worden van het wel of niet verstrekken van informatie en, onder voorbehoud van uitermate grote zorgvuldigheid, van verkregen aanwijzingen dat de cao niet wordt nageleefd. In dat laatste geval zal het vermoeden van of de melding van niet naleven zijn gedocumenteerd.

  • 2. Het SFPB controleert daarnaast op basis van een gegrond vermoeden van overtreding van de cao’s. Van een gegrond vermoeden is sprake indien SFPB kennis neemt van signalen in de branche dat het bedrijf de bepalingen van de cao’s overtreden en deze signalen concreet zijn onderbouwd.

  • 3. De te controleren werkgevers zullen ruimschoots van tevoren telefonisch benaderd worden om een datum vast te stellen waarop de controle kan plaatsvinden. De datum en de plaats van het onderzoek worden schriftelijk bevestigd. In de bevestiging wordt aangegeven welke gegevens zullen worden onderzocht. De aangeschreven werkgevers dienen de te onderzoeken administratieve bescheiden, zoals genoemd in artikel 4 lid 1, op het bezoekadres voor controle beschikbaar te houden.

  • 4. Het binnentreden, geschiedt alleen met instemming van de werkgever. Indien de werkgever geen toestemming geeft, zal de controle administratief afgewerkt worden. De werkgever stuurt hiervoor op verzoek alle stukken toe.

  • 5. Indien een aangeschreven werkgever weigert medewerking te verlenen aan de controle op de naleving van de cao’s, zal de werkgever schriftelijk in gebreke worden gesteld en zal SFPB het bestuur hiervan in kennis stellen. Daarnaast ontvangt de werkgever het bedrijfsoordeel ‘onvoldoende’.

  • 6. Binnen 4 weken nadat de onderzochte werkgever de gevraagde controledocumenten volledig heeft getoond ontvangt de werkgever een rapport, waarin is aangegeven of en zo ja, op welke onderdelen van de administratie omissies zijn geconstateerd. Tevens worden correcties en bewijsstukken van de correcties opgevraagd waarbij een termijn wordt gesteld waarbinnen de verbeteringen dienen te zijn uitgevoerd en de nabetalingen te zijn voldaan.

    Bij niet-ernstige overtredingen dient herstel en nabetaling over de controleperiode (een jaar) plaats te vinden. Bij ernstige en zeer ernstige overtredingen moet er hersteld en nabetaald worden over de hele controleperiode tot het moment van de vorige controle (dus maximaal rond de drie jaar).

  • 7. Op het moment dat de rapportage naar aanleiding van de controle naar de werkgever wordt gezonden, wordt separaat het bedrijfsoordeel naar de werkgever gestuurd met vermelding van de kernbepaling waarop een ernstige of zeer ernstige overtreding is begaan. Vanaf dat moment krijgt de onderzochte werkgever 10 werkdagen de tijd om hierop schriftelijk en deugdelijk beargumenteerd te reageren alvorens het bedrijfsoordeel definitief wordt vastgesteld.

  • 8. Nadien aangebrachte verbeteringen zijn niet van invloed op het bedrijfsoordeel omdat het bedrijfsoordeel de stand van de cao naleving weergeeft op het moment van de uitgevoerde cao controle.

  • 9. Het bedrijf waarop het bedrijfsoordeel betrekking heeft kan tegen een bedrijfsoordeel bezwaar maken bij de onafhankelijke bezwarencommissie. De bezwaarprocedure is opgenomen in bijlage 6.

  • 10. De voor het toezien op de naleving van de cao’s ontvangen bescheiden worden op verzoek binnen 4 weken na afronding van het onderzoek retour gezonden.’

Bijlage 4 vervalt en bijlage 6 wordt vernummerd naar bijlage 4 en kop bijlage 4 komt te luiden:

‘BIJLAGE 4 FONDS-CAO

Handelswijze vertrouwenspersoon’

Bijlage 5 vervalt en bijlage 7 wordt vernummerd naar bijlage 5 en kop bijlage 5 komt te luiden:

‘BIJLAGE 5 FONDS-CAO

Reglement dispensatieverzoek (uitwerking artikel 2 lid 2)’

Bijlage 7 wordt nieuw toegevoegd en komt te luiden:

‘BIJLAGE 7 REGLEMENT TEGEMOETKOMING VERLETKOSTEN AMBASSADEURS DUURZAAM MEEDOEN

Artikel 1 Definities

In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de definities omschreven in artikel 1 van deze fondsen-cao, met uitzondering van de definitie van werknemer.

Onder werknemer wordt in dit reglement verstaan: de werknemer die beveiligingswerkzaamheden verricht.

Artikel 2 Tegemoetkoming verletkosten

  • 1. De werknemer die zich heeft aangemeld als ambassadeur Duurzaam Meedoen kan met behoud van salaris bijeenkomsten bijwonen in het kader van het project Duurzaam Meedoen tot een maximum van 4 dagen per jaar. De werkgever ontvangt hiervoor een tegemoetkoming.

  • 2. De werknemer kan deelnemen aan de bijeenkomsten voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten.

Artikel 3 Voorwaarden voor de tegemoetkoming

  • 1. De werkgever is werkgever in de zin van de fondsen-cao.

  • 2. De werknemer is minimaal een jaar werknemer in de zin van de fondsen-cao en heeft een arbeidsovereenkomst van minimaal 80 uur per loonperiode.

  • 3. De werkgever heeft de premie SFPB afgedragen.

  • 4. De werkgever heeft tijdens de duur van de bijeenkomst Duurzaam Meedoen het salaris aan de werknemer doorbetaald.

  • 5. De werkgever dient binnen twee maanden nadat hij het salaris van de werknemer heeft uitbetaald een digitale declaratie ‘tegemoetkoming verletkosten ambassadeur Duurzaam Meedoen’ in via facturen-sfpb@beveiligingsbranche.nl.

  • 6. De werkgever dient bij de declaratie een kopie van de loonstrook toe te sturen.

Artikel 4 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming, zoals bedoeld in artikel 2, bedraagt 100% van het salaris, welk salaris door de werkgever aan de werknemer is uitbetaald tijdens de duur van de bijeenkomst.

  • 2. De tegemoetkoming wordt verleend over maximaal 4 dagen per kalenderjaar per werknemer. Onder een dag wordt verstaan maximaal 7,6 uur en onder een dagdeel wordt verstaan maximaal 3,8 uur.

  • 3. De reiskosten worden vergoed conform het reiskostenprogramma TriOpSys. Voor het bepalen van de reisafstand wordt uitgegaan van de woonplaats van werknemer.

Artikel 5 Betaling van de tegemoetkoming

  • 1. Na ontvangst van de declaratie en als aan alle gestelde voorwaarden is voldaan, betaalt SFPB de tegemoetkoming binnen één maand uit.

  • 2. SFPB verstrekt bij iedere betaling een specificatie met de datum van de bijeenkomst en de berekening van de tegemoetkoming.

  • 3. Indien de werkgever de declaratie niet getrouw en naar waarheid heeft ingevuld, kan de door SFPB onverschuldigd betaalde tegemoetkoming worden terug gevorderd.

Artikel 6 Hardheidsclausule

In gevallen waarin toepassing van dit reglement tot onbillijkheden leidt, kan het bestuur een beslissing in afwijking van de bepalingen van het reglement nemen.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In onvoorziene gevallen beslist het bestuur.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 4 december 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes


X Noot
1

Stcrt. 2 juli 2015, nr. 14919; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 september 2017 (Stcrt. 12 september 2017, nr. 38929).

Naar boven