Zaaknummer: 118281
Burgemeester en wethouders van Ridderkerk
Gelet op:
De voor het nemen van een verkeersbesluit relevante wetgeving in de Wegenverkeerswet 1994, het RVV’90, het BABW en de Algemene Wet Bestuursrecht.
Motivering:
Aanvrager wonende aan de Merel heeft verzocht om een algemene parkeerplaats te mogen inrichten tot een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats nabij de ingang van de woning.
Hiermee wordt de bereikbaarheid van en naar de eigen woning gewaarborgd.
Aanvrager voldoet aan de voorwaarden tot toewijzing van een gehandicaptenparkeerplaats.
Om bovengenoemde reden is door het bestuur van de gemeente Ridderkerk besloten om een algemene parkeerplaats aan de Merel in te richten tot een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.
Overeenkomstig artikel 2, lid 1, sub a t/m d, van de WW 1994 en artikel 21 BABW op de bovengenoemde weg maatregelen dienen te worden genomen met als doel:
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
Hoofdstuk 10, titel 1, afdeling 1 van de Algemene wet bestuursrecht hebben wij de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten gemandateerd aan de Wethouder Verkeer en Vervoer op 17 december 2013.
Op grond van artikel 24 BABW, overleg heeft plaats met de korpschef van het landelijk politiekorps, in deze vertegenwoordigd door zijn gemachtigde de heer P. Sepers en dat deze instemt met de maatregel (en).
Besluit:
Het aanwijzen en inrichten van een gehandicapten parkeerplaats, door het plaatsen van bord E06 met onderbord kenteken en de bijbehorende belijning, aan de Merel ter hoogte van huisnummer 52.
Aldus besloten te Ridderkerk 11 oktober 2019,