Instellingsbesluit Review Board digitalisering Rechtspraak 2019

Datum: 28 januari 2019

Kenmerk: 11403 HRM&OO/WW

De Raad voor de rechtspraak,

Gelet op

artikel 91, eerste lid, sub c en e, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

artikel 91, tweede lid, sub a, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder

a. de Raad:

de Raad voor de rechtspraak, bedoeld in artikel 84 van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. de IVO-directie:

de directie als bedoeld in art 1 sub b van het Instellings- en mandaatsbesluit IV-organisatie Rechtspraak (Stcrt 2018, 2354);

c. de CIO:

Chief Information Officer Rechtspraak, voorzitter van de IVO-directie;

d. het IV-bestuur:

de Raad en de IVO-directie gezamenlijk;

e. de IV-boards:

de organen in de IV-governance, die bij gemeenschappelijk reglement (Stcrt 2018, 69511) zijn ingesteld.

Artikel 2. Instelling en samenstelling

  • 1. Er is een Review Board digitalisering Rechtspraak. Deze voert de naam: Review Board.

  • 2. De Review Board bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vier leden. De voorzitter en leden beschikken over ruime ervaring en expertise op het gebied van bestuur, informatievoorziening, ICT en/of organisatieverandering.

  • 3. De Raad benoemt de voorzitter en de leden en kan hen schorsen en ontslaan.

  • 4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaren. Na afloop van de benoemingstermijn kunnen zij opnieuw worden benoemd.

  • 5. De Raad kan de voorzitter of een lid van diens functie al dan niet op eigen verzoek ontheffen.

  • 6. De voorzitter of een lid van de Review Board mogen niet tevens werkzaam zijn op het terrein van de informatievoorziening van de Rechtspraak.

Artikel 3. Taken

  • 1. De Review Board houdt toezicht op

    • a. de innovatie op het gebied van de informatievoorziening binnen de Rechtspraak,

    • b. de kaderstelling met betrekking tot de innovatie en de uitvoering daarvan,

    • c. in hoeverre de door het IV-bestuur gewenste richting, doelen en resultaten worden bereikt,

    • d. de uitvoering van de afspraken die worden gemaakt op het gebied van samenwerken en soft controls.

  • 2. De Review Board rapporteert gevraagd en ongevraagd over zijn bevindingen aan het IV-bestuur en doet zo nodig aanbevelingen.

  • 3. De Review Board vergadert ten minste iedere drie maanden of zoveel vaker als door de Review Board wenselijk wordt geacht.

Artikel 4. Werkwijze

  • 1. Het IV-bestuur geeft zoveel als mogelijk aan welke prioriteiten het wil stellen en welke adviezen het in het komende jaar van de Review Board wil ontvangen. Het slaat daarbij acht op het advies van de IV-boards.

  • 2. Een rapportage van de Review Board wordt zo spoedig mogelijk na vaststelling ervan door de Review Board aan het IV-bestuur en aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid voorgelegd. Na bespreking in het IV-bestuur draagt het IV-bestuur er zorg voor dat de rapportage wordt voorgelegd aan de desbetreffende IV-boards en dat deze gepubliceerd wordt op INTRO-landelijk. Het IV-bestuur geeft daarbij aan welke conclusies het aan de rapportage en de eventuele aanbevelingen daarin verbindt.

  • 3. Het IV-bestuur wordt door de CIO driemaandelijks schriftelijk op de hoogte gebracht van de implementatie van de aanbevelingen. Deze informatie wordt gedeeld met de Review Board.

Artikel 5. Informatie- en onderzoeksrecht

  • 1. Het IV-bestuur stelt de informatie beschikbaar die de Review Board redelijkerwijs voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft.

  • 2. De Review Board kan zich voor de uitoefening van zijn taken zo nodig laten informeren door functionarissen binnen en buiten de Rechtspraak. Indien aan het inschakelen van een functionaris kosten zijn verbonden, verzoekt de voorzitter vooraf aan de directeur van het Bureau van de Raad om instemming om deze kosten te mogen maken.

Artikel 6. Verantwoording

  • 1. De Review Board verstrekt het IV-bestuur in het begin van het jaar een schriftelijk overzicht van zijn activiteiten in het afgelopen jaar.

  • 2. De activiteiten van de Review Board worden vermeld in het jaarverslag Rechtspraak.

Artikel 7. Ondersteuning

  • 1. De Review Board wordt ondersteund door een secretaris, werkzaam bij het bureau van de Raad van de rechtspraak.

  • 2. De secretaris archiveert de stukken van de Review Board met inachtneming van de beheersregels op grond van de Archiefwet en het Archiefbesluit.

  • 3. Na de opheffing van de Review Board wordt het archief overgedragen aan het archief van het bureau van de Raad voor de rechtspraak.

Artikel 8. Eigendom en gebruik. Geheimhoudingsplicht

  • 1. De intellectuele eigendomsrechten op de in het kader van de uitvoering van dit besluit door de Review Board of door de voorzitter of een lid daarvan vervaardigde producten (adviezen, rapporten, nota’s, etc.) berusten bij de Raad.

  • 2. De voorzitter, de leden en de secretaris maken al hetgeen waarvan zij in verband met de uitvoering van deze overeenkomst kennis krijgen en waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen of redelijkerwijs kunnen vermoeden, op generlei wijze bekend, behalve voor zover dat voor de uitvoering van dit Besluit noodzakelijk is of enig wettelijk voorschrift daartoe verplicht.

  • 3. De voorzitter, de leden en de secretaris zijn niet gerechtigd de resultaten van hun werkzaamheden voor de Review Board in enigerlei vorm aan derden beschikbaar te stellen dan wel hierover aan derden enige inlichting te verschaffen, tenzij de Raad schriftelijk toestemming hiervoor heeft verleend. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 9. Vergoedingen

  • 1. De Wet vergoedingen adviescolleges en commissies is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De voorzitter en leden van de Review Board ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland, voor zover zij niet reeds op een vergoeding van reis- en verblijfkosten aanspraak kunnen maken op andere wijze of op grond van een andere regeling.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2023.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Review Board digitalisering Rechtspraak 2019.

Den Haag, 28 januari 2019

H.C. Naves, Voorzitter Raad voor de rechtspraak

Naar boven