Verkeersbesluit wijziging verkeersmaatregelen Westerhoutpark

Nr. 2019/632352 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat het Westerhoutpark gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat het Westerhoutpark in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat het Westerhoutpark een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat het Westerhoutpark is gecategoriseerd als erftoegangsweg;

dat de verkeersfunctie op erftoegangswegen ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat het Westerhoutpark is aangewezen als eenrichtingsweg door de aanwezigheid van de verkeersborden C3 (eenrichtingsweg) en C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten) van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat fietsers en bromfietsers zijn uitgezonderd van deze verplichte rijrichting;

dat bromfietsers binnen de bebouwde kom geacht worden om de regels te volgen van het gemotoriseerd verkeer en de eenrichtingsweg dan ook door middel van het aanpassen van de onderborden van toepassing wordt verklaard voor bromfietsers;

dat in de huidige situatie het verboden is te parkeren aan de noordzijde van het zuidelijke deel van het Westerhoutpark door de aanwezigheid van verkeersbord E1 (parkeerverbod) van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat dit parkeerverbod in de huidige situatie niet handhaafbaar is en er daarnaast veelvuldig wordt geparkeerd ondanks de aanwezigheid van het parkeerverbod;

dat in de basis het parkeren van voertuigen mogelijk moet zijn op erftoegangswegen;

dat om deze redenen besloten is het parkeerverbod op te heffen, door het verwijderen van verkeersbord E1 (parkeerverbod) van bijlage 1 van het RVV 1990 op de hoek ter hoogte van Westerhoutpark 9;

dat in de huidige situatie de verbindingsweg tussen het Westerhoutpark en de Koningin Wilhelminalaan is afgesloten, door de aanwezigheid van een fietspaal;

dat in de huidige situatie alleen fietsers en bromfietsers gebruik kunnen maken van deze verbindingsweg;

dat bromfietsers binnen de bebouwde kom geacht worden om de regels te volgen van het gemotoriseerd verkeer;

dat om deze reden is besloten dit deel van het Westerhoutpark aan te wijzen als verplicht fietspad door het plaatsen van verkeersbord G11 (verplicht fietspad) van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van het Westerhoutpark en de Koningin Wilhelminalaan;

dat op dit deel van het Westerhoutpark de verkeersborden E1 (parkeerverbod) door het instellen van een verplicht fietspad overbodig zijn;

dat om deze reden is besloten de parkeerverboden op de verbindingsweg tussen het Westerhoutpark en de Koningin Wilhelminalaan op te heffen, door het verwijderen van de verkeersborden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat tevens de verkeersborden welke de verplichte rijrichting aangeven overbodig worden wanneer dit deel van het Westerhoutpark wordt aangewezen als verplicht fietspad;

dat daarom het bord C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten) van bijlage 1 van het RVV 1990, ter hoogte van Westerhoutpark 11 wordt verwijderd;

dat daarom het bord C4 (eenrichtingsweg, rechts) van bijlage 1 van het RVV 1990, ter hoogte van Westerhoutpark 10 wordt verwijderd;

dat ter hoogte van Westerhoutpark 8 en 10 een verbod tot stilstaan is ingesteld door de aanwezigheid van verkeersborden E2 inclusief onderborden met daarop pijlen die naar elkaar gericht staan;

dat dit verbod tot stilstaan is ingesteld om de bereikbaarheid van het Westerhoutpark voor vrachtauto’s, zoals o.a. de vuilniswagen, te garanderen in verband met boogstraal van het voertuig;

dat in de praktijk blijkt dat de vrachtauto’ niet het gehele deel waarop het verbod tot stilstaan is ingesteld nodig heeft om de draai te kunnen maken;

dat daarom het bord E2 (verbod tot stil staan) van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van Westerhoutpark 8 wordt verplaatst van de westzijde van de inrit naar de oostzijde van de inrit;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen en verwijderen van verkeersborden E1, E2 en G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanpassen van de werkingssfeer door middel va het aanpassen van de onderborden bij de verkeersborden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor genoemde verkeersmaatregel strekt tot het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

dat geen van de in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belangen in het geding is bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

• door het aanpassen van de onderborden onder de borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 de bestaande eenrichtingsweg op de Westerhoutpark ook van toepassing te verklaren voor bromfietsers;

• door het verwijderen van verkeersbord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 het parkeerverbod op te heffen op de volgende locaties;

  • de noordzijde van het Westerhoutpark ter hoogte van huisnummer 1 t/m 7;

  • de verbindingsweg tussen het Westerhoutpark en de Koning Wilhelminalaan ter hoogte van Westerhoutpark 10 en 12;

• door het plaatsen van verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 aan beide zijden van de weg tussen het Westerhoutpark en de Koningin Wilhelminalaan inclusief onderborden waaruit blijkt dat het bord van toepassing is in twee richtingen een verplicht fietspad in twee richtingen in te stellen;

• door het plaatsen en verwijderen van verkeersbord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief onderbord van de westzijde van de inrit naar Westerhoutpark 8 naar de oostzijde van de inrit te verplaatsen;

Situatieschets:

Aldus vastgesteld te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

Sylvia van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.