Statutenwijziging KCB, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Heden, tweeëntwintig augustus tweeduizend negentien (22-08-2019), is voor mij, mr. Daniël Olivier Ohmann, notaris te Wassenaar, verschenen:

de heer Martinus DE GRAAF, geboren te Haarlemmermeer op negenentwintig juni negentienhonderdzesenvijftig (29-06-1956), wonende te (2036 MB) Haarlem, Park Oosterspaarn 52, zich identificerende met zijn Nederlands rijbewijs, met kenmerk 5848692107, uitgegeven te Haarlem op vijftien juli tweeduizend negentien (15-07-2019).

De comparant heeft verklaard dat:

  • a. het bestuur van de stichting: 'Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau', statutair gevestigd te 's‑Gravenhage, met adres: (2719 EE) Zoetermeer, Louis Pasteurlaan 6, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40407410 (hierna te noemen: 'de Stichting'), op veertien mei tweeduizend negentien (14-05-2019) in een op deze datum gehouden vergadering heeft besloten de statuten van de Stichting algeheel te wijzigen alsmede om de comparant te machtigen deze akte te doen verlijden. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft bij brief van vijftien juli tweeduizend negentien (15-07-2019) ingestemd met de voorgestelde wijziging van de statuten.

    Van voornoemde besluiten blijkt uit de notulen van het verhandelde in voormelde vergadering en een brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van welke stukken een exemplaar aan deze akte wordt gehecht.

  • b. de statuten van de Stichting laatstelijk zijn gewijzigd bij akte op vijf december tweeduizend acht voor mr. C.A. de Zeeuw, notaris te 's‑Gravenhage, verleden.

Ter uitvoering van voormeld besluit tot statutenwijziging heeft de comparant, handelend als vermeld, verklaard de statuten van de Stichting bij deze akte algeheel te wijzigen als volgt:

I. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. De stichting draagt de naam: 'Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau', ook wel 'Kwaliteits-Controle-Bureau' of bij afkorting 'KCB' genoemd, en is gevestigd te Zoetermeer.

  • 2. De stichting is voor onbepaalde tijd opgericht.

Artikel 2

  • 1. In deze statuten wordt verstaan onder:

    controlereglement:

    het Controlereglement van het KCB;

    groenten en fruit:

    een of meer van de verse eetbare tuinbouwproducten waarop het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 van toepassing is;

    in de handel brengen:

    bedrijfsmatig ter beschikking of in voorraad houden, uitstallen of te koop aanbieden, verkopen, bezitten met het oog op de verkoop, alsmede tegen of zonder vergoeding beschikbaar stellen, leveren of overdragen;

    KCB:

    het Kwaliteits-Controle-Bureau;

    marktdeelnemer:

    iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die verse groenten en fruit waarvoor handelsnormen gelden, in zijn bezit heeft dan wel als houder daarvan optreedt met de bedoeling deze voor eigen rekening of voor rekening van een derde in de handel te brengen;

    Minister:

    Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    Landbouwkwaliteitsregeling 2007:

    Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van veertien september tweeduizend zeven, nummer TRCJZ/2007/2968, houdende regels inzake de kwaliteit van landbouwproducten (Staatscourant tweeduizend en zeven, nummer 188).

  • 2. Voor het overige nemen de Statuten en Reglementen van het KCB de terminologie over van de Landbouwkwaliteitswet, de Plantenziektenwet (zoals deze op enig moment luiden of komen te luiden, deze laatste wet, hierna ook wel te noemen: "Plantgezondheidswet") en de daarop gebaseerde besluiten, regelingen respectievelijk uitvoeringsvoorschriften, tenzij anders bepaald.

Artikel 3

  • 1. Het KCB heeft ten doel om controle- en inspectiewerkzaamheden te verrichten op planten en plantaardige producten, waarbij de bij het KCB werkzame medewerkers deze werkzaamheden uitvoeren op basis van hetzij de wet, hetzij een ministerieel mandaat, hetzij in de hoedanigheid van onbezoldigd ambtenaar.

  • 2. Het KCB voert uitsluitend taken van openbaar belang uit.

  • 3. Onder de in lid 1 bedoelde werkzaamheden worden in het bijzonder begrepen het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Landbouwkwaliteitswet en Plantgezondheidswet gestelde voorschriften en de uitvoering van kwaliteitscontroles en fytosanitaire inspecties en het waarmerken van kwaliteitscertificaten.

  • 4. Met het verrichten van de in lid 1 bedoelde werkzaamheden levert het KCB een bijdrage aan:

    • a. het verhogen van het kwaliteitspeil van groenten en fruit, waarvoor publiekrechtelijke voorschriften gelden;

    • b. het bewaken en het bevorderen van de gezondheid van planten vanuit een internationale context.

  • 5. Het KCB is voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde werkzaamheden als controle-instantie aangewezen in artikel 14 van het landbouwkwaliteitsbesluit 2007 dan wel zijn de daartoe bij het KCB in dienst zijnde dan wel werkzame nader omschreven functionarissen gemandateerd door de Minister dan wel aangesteld als onbezoldigd ambtenaar.

  • 6. Het KCB streeft het in lid 1 omschreven doel na zonder het oogmerk in enig opzicht winst te behalen. Zijn inkomsten strekken tot bestrijding der uitgaven. Van eventuele overschotten worden door het bestuur fondsen en reserves gevormd, welke, voor het dekken van eventuele tekorten van een boekjaar, dienstbaar zullen worden gemaakt aan de bevordering van het doel van de stichting, overeenkomstig de besluiten van het bestuur.

II. Toezicht op kwaliteitsregels

Artikel 4

  • 1. Krachtens de Landbouwkwaliteitswet is het KCB onder meer belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 gestelde regels ten aanzien van groenten en fruit, bananen.

  • 2. Het KCB heeft de taak het in lid 1 bedoelde toezicht uit te oefenen bij alle marktdeelnemers.

  • 3. Overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 10 van Verordening (EG) nummer 543/2011 van de (Europese) Commissie stelt het KCB een gegevensbank samen betreffende de marktdeelnemers in de sector groenten en fruit. Ten behoeve van de samenstelling en het beheer van deze gegevensbank alsook ten behoeve van het in lid 1 bedoelde toezicht zijn de marktdeelnemers die groenten en fruit in de handel brengen, verplicht zich te laten registreren bij het KCB en zijn zij tevens verplicht op verzoek van het KCB alle benodigde gegevens te verstrekken.

Tuchtrecht

Artikel 5

  • 1. Overtreding van de bij of krachtens de Landbouwkwaliteitswet gestelde voorschriften is aan tuchtrechtspraak onderworpen, voor zover de Officier van Justitie niet heeft beslist dat een overtreding strafrechtelijk zal worden afgedaan.

  • 2. De in lid 1 bedoelde tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend door een tuchtgerecht, bestaande uit een lid-voorzitter en ten minste twee leden, hetwelk wordt bijgestaan door een secretaris.

  • 3. Het bestuur benoemt de leden van het tuchtgerecht en stelt een reglement voor de tuchtrechtspraak vast, een en ander met inachtneming van het Tuchtrechtbesluit Landbouwkwaliteitswet. Bedoeld reglement alsmede wijzigingen en aanvullingen daarop behoeven de goedkeuring van de Minister en de Minister van Justitie.

Artikel 6

  • 1. Het tuchtgerecht kan in geval van geconstateerde overtreding één of meer van de in artikel 13 van de Landbouwkwaliteitswet genoemde maatregelen opleggen.

  • 2. Het bestuur geeft aan de opbrengsten van de in artikel 13 van de Landbouwkwaliteitswet bedoelde geldboete een bestemming, welke de goedkeuring van de Minister behoeft.

IV. Het bestuur

Artikel 7

  • 1. Het bestuur is zodanig samengesteld, dat daarin de belanghebbenden bij de werkzaamheden van het KCB genoegzaam zijn vertegenwoordigd. De leden van het bestuur zijn onafhankelijk en richten zich bij de uitoefening van hun werkzaamheden naar het belang van de stichting. Met inachtneming van het in de vorige volzinnen van dit artikellid bepaalde en het bepaalde in lid 2 bestaat het bestuur uit:

    • a. één (1) door het bestuur van het KCB te benoemen voorzitter, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 lid 1;

    • b. twee (2) door de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: GroentenFruit Huis, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40411250, voor te dragen en in uitgangspunt door het bestuur van het KCB te benoemen leden;

    • c. één (1) door de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten (VGB), ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40596609, voor te dragen en in uitgangspunt door het bestuur van het KCB te benoemen lid;

    • d. één (1) door de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Land- en Tuinbouworganisatie Nederland, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40413400, voor te dragen en in uitgangspunt door het bestuur van het KCB te benoemen lid.

    De onder b. tot en met d. genoemde organisaties kunnen alleen natuurlijke personen voordragen, die niet:

    • als directeur werkzaam zijn bij een bedrijf waar het KCB een controletaak heeft, of;

    • werkzaam zijn bij een bedrijf waar het KCB een controletaak heeft, of;

    • op enige andere wijze als eigenaar of aandeelhouder een financieel belang hebben in een bedrijf waar het KCB een controletaak heeft; of

    • vanwege nevenactiviteiten belemmerd worden om onafhankelijk zijn/haar rol als bestuurslid van het KCB uit te oefenen, waarbij het eindoordeel of daarvan al dan niet sprake is, bij het bestuur van het KCB ligt.

    De onder b. tot en met d. genoemde rechtspersonen zijn bevoegd voor het lid, dat zij voordragen, een plaatsvervanger voor te dragen die door het bestuur van KCB als plaatsvervanger kan worden benoemd. Aan een plaatsvervanger worden dezelfde eisen voor benoembaarheid gesteld als aan het bestuurslid dat hij kan vervangen. Een plaatsvervanger wordt voor dezelfde termijn benoemd en is hetzelfde aantal malen herbenoembaar als het bestuurslid dat hij kan vervangen.

    De rechtspersoon, die een plaatsvervanger heeft voorgedragen, kan het bestuur te allen tijde verzoeken deze plaatsvervanger te schorsen of te ontslaan.

    Een plaatsvervanger treedt als bestuurslid op bij belet of ontstentenis van het bestuurslid wiens plaatsvervanger hij is, en zulks in geval van ontstentenis totdat in de vacature is voorzien. De plaatsvervanger stelt de secretaris voorafgaand aan de plaatsvervanging daarvan schriftelijk, per e-mail daaronder begrepen, op de hoogte.

  • 2. Het bestuur draagt er zorg voor dat zijn samenstelling een weerspiegeling vormt van de activiteiten welke het KCB ontplooit en van de terreinen waarop het KCB zich begeeft.

  • 3. Ingeval van een vacature of vacatures in het bestuur wordt het bestuur gevormd door de in functie zijnde bestuursleden.

  • 4. Bij belet of ontstentenis van de voorzitter neemt het in leeftijd oudste lid van het bestuur het voorzitterschap waar.

  • 5. Het bestuur kan een of meer adviserende leden benoemen. Het bepaalde in artikel 13 is voor deze personen van overeenkomstige toepassing.

  • 6. De algemeen directeur van het KCB is secretaris en penningmeester, maar maakt geen onderdeel uit van het bestuur. Hij is adviserend lid als bedoeld in artikel 7 lid 5.

    In afwijking hiervan kan het bestuur een ander dan de algemeen directeur benoemen tot secretaris en/of penningmeester.

  • 7. Het bestuur zal iemand aanwijzen om bij belet of ontstentenis van de secretaris en/of de penningmeester deze te vervangen.

  • 8. De bestuursleden kunnen niet worden benoemd tot secretaris en/of penningmeester; de bestuursleden kunnen niet worden aangewezen om bij belet of ontstentenis van de secretaris en/of de penningmeester deze te vervangen.

Artikel 8

  • 1. De benoeming en het ontslag van de voorzitter van het bestuur van het KCB behoeven de goedkeuring van de Minister.

  • 2. De voorzitter wordt telkens voor ten hoogste vier jaar benoemd. Hij is terstond herbenoembaar.

  • 3. De voorzitter neemt in de vergadering van het bestuur deel aan de beraadslagingen en de stemmingen en heeft daarbij – evenals de overige bestuursleden – één (1) stem.

  • 4. De voorzitter van het KCB mag niet rechtstreeks betrokken zijn bij de teelt van of de handel in groenten en fruit, snijbloemen en/of potplanten.

Artikel 9

  • 1. De overige leden van het bestuur hebben zitting voor de periode van drie jaar -behoudens het in lid 5 van dit artikel bepaalde – met een maximum van vier zittingsperioden. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op.

  • 2. De leden van het bestuur, met uitzondering van hen die de zittingsduur van maximaal vier zittingsperioden hebben bereikt, zijn na een zittingsperiode terstond herbenoembaar.

  • 3. De rechtspersoon, die een bestuurslid heeft voorgedragen dan wel door welke volgens lid 5 van dit artikel een bestuurslid geacht wordt te zijn voorgedragen, kan het bestuur te allen tijde verzoeken het betreffende bestuurslid te schorsen of te ontslaan, waarop het bestuur zal besluiten.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde bestuursleden kunnen ook door het bestuur worden geschorst of ontslagen zonder dat een in dat lid bedoelde rechtspersoon daarom verzocht heeft.

  • 5. Indien binnen twee maanden na het ontstaan van een vacature daarvoor niet door de betrokken rechtspersoon een kandidaat is voorgedragen, voorziet het bestuur in de vacature en wordt het aldus benoemde bestuurslid geacht te zijn voorgedragen door de betreffende rechtspersoon.

  • 6. Hij, die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, tot bestuurslid is benoemd, heeft zitting voor de periode, gelijk aan het resterende gedeelte van de zittingsperiode van het bestuurslid in wiens plaats hij is benoemd.

  • 7. Adviserende leden treden af wanneer zij de functie, waaraan zij hun adviseurschap ontlenen, niet langer vervullen.

  • 8. Nadere bloed- of aanverwantschap dan in de derde graad mag tussen de bestuursleden niet bestaan.

Artikel 10

  • 1. Het bestuur vergadert ten minste eenmaal per jaar ter goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten en bovendien zo dikwijls als de voorzitter dit wenselijk oordeelt of tenminste twee bestuursleden onder opgaaf van reden dit schriftelijk verzoeken; indien in het laatste geval niet binnen twee weken na de aanvraag de bestuursvergadering is bijeengeroepen, zijn de aanvragers bevoegd zulks zelf te doen.

  • 2. Voor het bijwonen van een bestuursvergadering worden de gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed en een vacatiegeld gegeven tot een door het bestuur vast te stellen bedrag.

Artikel 11

  • 1. Het bestuur is bevoegd zowel in als buiten de vergadering besluiten te nemen. In het laatste geval is daartoe vereist, dat alle in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden hun stem schriftelijk, per e-mail daaronder begrepen, uitbrengen.

  • 2. In de vergadering mogen geen besluiten worden genomen, indien niet ten minste de helft van het aantal in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden aanwezig is.

  • 3. Is op een tweede male voor hetzelfde onderwerp uitgeschreven vergadering wederom het vereiste aantal in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden niet aanwezig, dan kunnen over hetzelfde onderwerp rechtsgeldige besluiten worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde bestuursleden, mits tenminste één stemgerechtigd bestuurslid aanwezig is.

  • 4. Het bestuur betrekt bij zijn besluitvorming een eventueel advies van de adviescommissie(s), als bedoeld in artikel 15a, indien en voor zover dat naar de mening van het bestuur tijdig voor zijn besluitvorming is ontvangen. Het bestuur informeert de adviescommissie(s) over het uiteindelijke besluit.

Artikel 12

  • 1. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.

  • 2. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.

  • 3. Bij staking van stemmen over zaken wordt het betreffende voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 4. Bij staking van stemmen omtrent de benoeming van personen vindt een tweede vrije stemming plaats; staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot.

  • 5. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd. Stemming bij acclamatie is echter mogelijk, indien geen der aanwezige stemgerechtigde bestuursleden zich daartegen verzet.

Artikel 13

  • 1. De bestuursleden en de plaatsvervangende bestuursleden zijn, behoudens het bepaalde in lid 2, verplicht tot geheimhouding van alles wat zij in verband met de uitoefening van hun functie omtrent persoonlijke en zakelijke omstandigheden van marktdeelnemers respectievelijk bedrijven waar het KCB controle- en inspectiewerkzaamheden verricht ervaren.

  • 2. De plicht tot geheimhouding als bedoeld in lid 1 geldt niet tegenover degenen die belast zijn met het in artikel 21 bedoelde toezicht, het tuchtgerecht, tegenover de in het reglement op de tuchtrechtspraak genoemde beroepsinstantie, tegenover het in artikel 22 genoemde beroepscollege en tegenover ambtenaren belast met de opsporing van strafbare feiten.

Artikel 14

  • 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt bovendien toe aan voorzitter en algemeen directeur gezamenlijk.

    Het bestuur kan bovendien één of meer personen, al dan niet uit zijn midden, schriftelijk machtigen, hetzij tezamen hetzij elk afzonderlijk, om namens de stichting in de machtiging te noemen stukken te tekenen of rechtshandelingen te verrichten. Het bestuur is te allen tijde bevoegd deze machtiging weer in te trekken.

  • 2. Het bestuur is belast met het besturen der stichting en is in het raam hiervan bevoegd tot alle rechtshandelingen, waaronder het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

Artikel 15

Het bestuur, de bestuursleden, de plaatsvervangende bestuursleden, de adviseurs van het bestuur, de leden van de directie en andere leidinggevenden onthouden zich van aanwijzingen, of anderszins van handelingen, uitingen of gedragingen, gericht op beïnvloeding vooraf van de oordeelsvorming en besluitvorming bij de uitvoering van wettelijke taken, al dan niet op basis van mandaat, van het met die uitvoering van die taken belast personeel, zodanig dat dat zou dienen te handelen in afwijking van vigerende instructies.

Adviescommissie

Artikel 15a

  • 1. Het bestuur stelt een (of meerdere) adviescommissie(s) in en benoemt de leden daarvan. Bij het besluit tot instelling stelt het bestuur een reglement ten behoeve van die adviescommissie vast. Een aldus ingestelde adviescommissie vergadert ten minste één (1) keer per jaar.

  • 2. In het in lid 1 bedoelde reglement regelt het bestuur in ieder geval:

    • a. de samenstelling van de adviescommissie;

    • b. de voorwaarden om voor benoeming in aanmerking te komen;

    • c. schorsing en ontslag van de leden en de voorzitter en plaatsvervanging; en

    • d. de bevoegdheden en de werkwijze van de adviescommissie.

V. Directie en personeel

Artikel 16

  • 1. De directie bestaat uit een algemeen directeur en een technisch directeur. De leiding van het KCB berust bij de algemeen directeur, onder toezicht van het bestuur.

  • 2. Het bestuur stelt een directiestatuut vast, waarin de relatie wordt vastgelegd tussen enerzijds het bestuur en de directie en anderzijds de directieleden onderling.

  • 3. De algemeen directeur wordt benoemd door het bestuur. Het bestuur ontslaat de algemeen directeur. De bezoldiging voor de algemeen directeur wordt door het bestuur vastgesteld.

  • 4. De algemeen directeur benoemt en ontslaat het personeel overeenkomstig de ter zake door het bestuur gegeven aanwijzingen. De algemeen directeur doet aan het bestuur mededeling van zijn in de vorige zin bedoelde handelingen.

Artikel 17

  • 1. De directie en het personeel zijn, behoudens het bepaalde in lid 2, verplicht tot geheimhouding van alles, wat zij in verband met de uitoefening van hun functie omtrent persoonlijke en zakelijke omstandigheden van marktdeelnemers respectievelijk bedrijven waar het KCB controle- en inspectiewerkzaamheden verricht ervaren. Het bestuur kan, indien het daartoe aanleiding aanwezig acht, de algemeen directeur die, of de technisch directeur die, of het personeelslid dat zich niet aan de plicht tot geheimhouding heeft gehouden, ontslaan.

  • 2. De plicht tot geheimhouding als bedoeld in lid 1 geldt niet tegenover het bestuur, tegenover degenen, die zijn belast met het in artikel 21 bedoelde toezicht, tegenover het tuchtgerecht, tegenover de in het reglement op de tuchtrechtspraak genoemde beroepsinstantie, tegenover het in artikel 22 genoemde beroepscollege en tegenover ambtenaren belast met de opsporing van strafbare feiten.

VI. Geldmiddelen

Artikel 18

  • 1. De geldmiddelen bestaan uit:

    • a. al dan niet jaarlijks door de marktdeelnemers verschuldigde vergoedingen onder meer vanwege de registratie en de verwerking en het opslaan van de gegevens als bedoeld in artikel 4;

    • b. de vergoedingen wegens verrichte werkzaamheden;

    • c. bijdragen van derden;

    • d. boeten;

    • e. andere baten.

  • 2. De betaling van de door het bestuur vastgestelde vergoedingen dient terstond plaats te vinden. Het bestuur kan evenwel bepalen dat de betaling onder voorwaarden bij maandelijkse of halfmaandelijkse verrekening kan geschieden.

VII. Financieel beheer

Artikel 19

  • 1. Jaarlijks wordt een jaarrekening opgemaakt, waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd van het financieel beheer en van de geleverde prestaties over het verstreken boekjaar. De jaarrekening dient te bestaan uit ten minste een staat van baten en lasten, een balans en een bijbehorende toelichting.

  • 2. Een door het bestuur aan te wijzen accountant legt jaarlijks een verklaring af omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. De verklaring heeft mede betrekking op de rechtmatige inning en besteding van de middelen.

  • 3. Het bestuur behandelt de jaarrekening over het verstreken boekjaar met de bijbehorende verklaring van de aangewezen accountant zo spoedig mogelijk na ontvangst. Goedkeuring van het rapport betekent décharge voor de directie.

  • 4. Ten behoeve van het financieel toezicht door de Minister wordt de jaarrekening met de bijbehorende verklaring van de accountant ter goedkeuring aan de Minister toegezonden, waarbij de in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen opgenomen termijn in acht wordt genomen.

  • 5. De accountant is verplicht desgevraagd aan de Minister inzicht te bieden in de controlewerkzaamheden.

  • 6. Het boekjaar loopt van één januari tot en met één en dertig december.

VIII. Toezicht van de Minister

Artikel 20

  • 1. Het financieel beheer van het KCB alsmede de wijze van inning van de vastgestelde bedragen voor de kosten van toezicht en controle, zal geschieden onder toezicht van de Minister.

  • 2. Een of meer door de Minister aangewezen personen hebben recht van toegang tot de vergaderingen van het bestuur en hebben daarin een raadgevende stem.

Artikel 21

Het bestuur en de algemeen directeur zijn verplicht alle inlichtingen te verstrekken en alle medewerking te verlenen ten behoeve van het welslagen van het toezicht, dat vanwege de Minister krachtens het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van de Landbouwkwaliteitswet op het KCB wordt uitgeoefend.

IX. Beroepscollege

Artikel 22

  • 1. Het bestuur benoemt een beroepscollege dat belast is met de behandeling van beroepszaken van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die meent door een door het KCB genomen besluit rechtstreeks in zijn belang te zijn getroffen.

  • 2. Het bestuur stelt een reglement op regelende de samenstelling en de bevoegdheid van het beroepscollege, alsmede de rechtsgang van het ingestelde beroep.

X. Reglementen

Artikel 23

  • 1. Het bestuur stelt, naast het in artikel 5, lid 3, bedoelde reglement voor de tuchtrechtspraak, een controlereglement en zo nodig nog andere reglementen vast.

  • 2. De reglementen van het KCB mogen geen bepalingen bevatten, welke in strijd zijn met deze statuten. Een zodanige bepaling wordt geacht niet te zijn geschreven.

  • 3. Een reglement zoals bedoeld in artikel 10 Landbouwkwaliteitswet treedt eerst in werking nadat dit is goedgekeurd door de Minister. Het bepaalde in de eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op wijzigingen en aanvullingen van dit reglement. Overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 5 lid 3 treedt het reglement voor de tuchtrechtspraak alsmede wijzigingen en aanvullingen daarop eerst in werking nadat zowel de Minister alsook de Minister van Justitie deze hebben goedgekeurd.

Xl. Slotbepalingen

Artikel 24

  • 1. Tot wijziging van deze statuten kan worden besloten door het bestuur met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen, indien minstens twee/derde van het aantal in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden in de vergadering aanwezig is en de voorgestelde wijziging op of bij de oproeping der vergadering is gemaakt.

    Mocht bij een ten tweede male voor hetzelfde doel uitgeschreven vergadering niet twee/derde van het aantal in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden aanwezig zijn, dan kan met twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen der aanwezige in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden tot statutenwijziging worden besloten.

  • 2. Indien echter alle in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden in een vergadering aanwezig zijn kan, mits met algemene stemmen, tot statutenwijziging worden besloten zonder dat het voorstel tevoren is bekend gemaakt.

  • 3. Wijzigingen van deze statuten behoeven de goedkeuring van de Minister.

Artikel 25

  • 1. De stichting wordt ontbonden, indien daartoe met overeenkomstige toepassing van het in artikel 24 bepaalde wordt besloten door het bestuur.

  • 2. Het bestuur is in geval van ontbinding belast met de liquidatie. Het bepaalt, onder goedkeuring van de Minister, wat met het saldo en de bezittingen zal geschieden.

  • 3. De liquidateur wijst een persoon aan, onder wie de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting na liquidatie blijven berusten.

Artikel 26

Het KCB draagt generlei financiële aansprakelijkheid voor de kwaliteit van de door haar gecontroleerde en onder haar toezicht verhandelde producten.

Artikel 27

  • 1. Over de uitleg ener bepaling van de statuten, van enig reglement, behoudens het reglement op de tuchtrechtspraak, of van een ander wettig besluit van het KCB, wordt door het bestuur beslist.

  • 2. In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

EINDE STATUTENWIJZIGING

Slot akte.

De comparant is mij, notaris, bekend.

WAARVAN AKTE in minuut is verleden te Wassenaar op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.

Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en het geven van een toelichting daarop, heeft de comparant verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte gelegenheid te hebben gehad om van de inhoud van deze akte kennis te nemen en daarvan ook kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.

Onmiddellijk na voorlezing van in elk geval die gedeelten van deze akte, waarvan de wet voorlezing verplicht stelt, is deze akte vervolgens eerst door de comparant en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend.

Naar boven