Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakeigen Regelingen 2019/2022

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 september 2019 tot wijziging van het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland (VEBIDAK) mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeenverbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij ter ener zijde: Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland (VEBIDAK);

Partijen ter andere zijde: FNV Bouwen & Wonen en CNV Vakmensen.nl.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen, artikel 3 - Sociale fondsen en bijdrageverplichtingen, derde lid, komt te luiden:

  • ‘3. Werkgever en werknemer betalen hetgeen zij aan bijdragen zijn verschuldigd aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde stichting aan APG, het uitvoeringsorgaan van bedoelde stichting. De werknemersbijdrage bedraagt 1,27% van het brutoloon SV op jaarbasis. Per 1 januari 2020 bedraagt de werknemersbijdrage 1,20% van het brutoloon SV op jaarbasis. De werkgeversbijdrage bedraagt 3,12% van het brutoloon SV op jaarbasis. Per 1 januari 2020 bedraagt de werkgeversbijdrage 2,96% van het brutoloon SV op jaarbasis. De bijdrage van de werkgever, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, bedraagt 2,22% van deze arbeidskosten.’

Hoofdstuk 3. Bijdragereglement Stichting SF BIKUDAK, artikel 2 - Bijdrageverplichting, vierde lid, komt te luiden:

  • ‘4. De bijdrage als bedoeld in lid 2, categorie a. is vastgesteld op 1,27% van het brutoloon SV op jaarbasis. De bijdrage als bedoeld in lid 2, categorie a. is vanaf 1 januari 2020 vastgesteld op 1,20% van het brutoloon SV op jaarbasis. De bijdrage als bedoeld in lid 2, categorie b. is vastgesteld op 3,12% van het brutoloon SV op jaarbasis. De bijdrage als bedoeld in lid 2, categorie b. is vanaf 1 januari 2020 vastgesteld op 2,96% van het brutoloon SV op jaarbasis. De bijdrage als bedoeld lid 2, categorie c. is vastgesteld op 2,22% van de in categorie c. bedoelde arbeidskosten op jaarbasis.’

Hoofdstuk 7. Reglement aanvullingsregelingen van de Stichting SF BIKUDAK, artikel 5 - De eindejaarsuitkering WAO, tweede lid, komt te luiden:

  • ‘2. De hoogte van de eindejaarsuitkering wordt ieder jaar door CAO-partijen vastgesteld en hangt af van de arbeidsongeschiktheidsklasse waarin de werknemer is ingedeeld op 1 november van het kalenderjaar. De bedragen zijn als volgt vastgesteld:

    € 698,20 bruto bij 80% of meer arbeidsongeschiktheid;

    € 558,60 bruto bij 65 tot 80% arbeidsongeschiktheid;

    € 454,40 bruto bij 55 tot 65% arbeidsongeschiktheid;

    € 384,55 bruto bij 45 tot 55% arbeidsongeschiktheid;

    € 314,75 bruto bij 35 tot 45% arbeidsongeschiktheid;

    € 244,90 bruto bij 25 tot 35% arbeidsongeschiktheid;

    € 175,10 bruto bij 15 tot 25% arbeidsongeschiktheid.’

Hoofdstuk 7. Reglement aanvullingsregelingen van de Stichting SF BIKUDAK, artikel 6 - De eindejaarsuitkering IVA, tweede lid, komt te luiden:

  • ‘2. De eindejaarsuitkering bedraagt € 698,20 bruto.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 6 september 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes


X Noot
1

Stcrt. 2017, nr. 60573, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 31 augustus 2018, Stcrt. 2018, nr. 44322.

Naar boven