Autorisatiebesluit voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van het Basisregister Reisdocumenten, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum 23 juli 2019

Kenmerk 2019-0000391173

In het verzoek van 23 november 2018, 2018-0000925184, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van het Basisregister Reisdocumenten, als bedoeld in artikel 4a van de Paspoortwet, verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van het Basisregister Reisdocumenten zoals bedoeld in artikel 4a van de Paspoortwet;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. de ingezetene:

de ingezetene, bedoeld in artikel 1.1, onder f, van de Wet BRP;

j. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

k. de conditionele verstrekking van gegevens:

de conditionele verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder b, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

m. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de Categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

n. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

o. een reisdocument:

een reisdocument als bedoeld in artikel 2 van de Paspoortwet.

Paragraaf 2. De conditionele verstrekking van gegevens aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 2

  • 1. Zodra het gegeven “aanduiding inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument” op de persoonslijst van een ingezetene is opgenomen of gewijzigd, worden van de persoonslijst van deze ingeschrevene de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt.

  • 2. Zodra het gegeven “datum overlijden” op de persoonslijst van een ingezetene is opgenomen of gewijzigd, worden van de persoonslijst van deze ingeschrevene de gegevens die zijn opgenomen in bijlage 1 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt, indien uit op de persoonslijst van de ingeschrevene opgenomen gegevens blijkt dat:

    • a. het gegeven “Nummer Nederlands reisdocument” als actueel gegeven op de persoonslijst is opgenomen, en

    • b. niet alle op de persoonslijst opgenomen reisdocumenten zijn ingehouden.

  • 3. Zodra het gegeven “A-nummer Persoon” op de persoonslijst van een ingezetene is gewijzigd, worden van de persoonslijst van deze ingeschrevene de gegevens die zijn opgenomen in bijlage 1 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt, indien op de persoonslijst van de ingeschrevene opgenomen gegevens blijkt dat:

    • a. het gegeven “Nummer Nederlands reisdocument” als actueel gegeven op de persoonslijst is opgenomen,

    • b. niet alle op de persoonslijst opgenomen reisdocumenten zijn ingehouden.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 3

  • 1. Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit.

  • 2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. de ingeschrevene die houder is van een reisdocument als bedoeld in artikel 2 van de Paspoortwet, waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken, en

    • b. het reisdocument is ontvreemd of anderszins als vermist is opgegeven, of

    • c. het reisdocument ingevolge artikel 47, eerste lid, aanhef en onder c, e, f, h of i van de Paspoortwet van rechtswege is vervallen.

  • 3. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. de ingeschrevene die houder is van een reisdocument, bedoeld in artikel 2 van de Paspoortwet, waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken; en

    • b. wiens reisdocument ingevolge artikel 47, eerste lid, onder a, van de Paspoortwet van rechtswege is vervallen; of

    • c. wiens reisdocument voor vluchtelingen of reisdocument voor vreemdelingen vanwege het verkrijgen van het Nederlanderschap dan wel de nationaliteit van een ander land, ingevolge artikel 47, eerste lid, onder b van de Paspoortwet, van rechtswege is vervallen.

  • 4. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit;

    • a. indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor het vastleggen van gegevens met betrekking tot in artikel 4a, derde lid, van de Paspoortwet genoemde documenten;

    • b. indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is in het kader van het beheer van het Basisregister Reisdocumenten.

  • 5. Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 4

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld.

  • 2. Indien een verstrekking aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 3. De verstrekking van gegevens aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 5. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 5

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 6

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 7

  • 1. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 8

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 juli 2014 met het kenmerk 2014-0000357321, wordt ingetrokken.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2019 en werkt terug tot en met 7 oktober 2016.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 24 juli 2019

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, F.G.A.M. Jacob Directeur Uitvoering Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij de artikelen 2 en 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van

de categorie Persoon

01.86.10

Datum van opneming met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

51

PERSOON

   

51.01.10

A-nummer persoon

51.01.20

Burgerservicenummer persoon

51.02.10

Voornamen persoon

51.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

51.02.40

Geslachtsnaam persoon

51.03.10

Geboortedatum persoon

51.03.20

Geboorteplaats persoon

51.03.30

Geboorteland persoon

51.04.10

Geslachtsaanduiding

51.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

   

12

REISDOCUMENT

   

12.35.10

Soort Nederlands reisdocument

12.35.20

Nummer Nederlands reisdocument

12.35.30

Datum uitgifte Nederlands reisdocument

12.35.40

Autoriteit van afgifte Nederlands reisdocument

12.35.50

Datum einde geldigheid Nederlands reisdocument

12.35.60

Datum inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument

12.35.70

Aanduiding inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument

12.86.10

Datum van opneming met betrekking tot de elementen van de categorie Reisdocument

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

01.86.10

Datum van opneming met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

51

PERSOON

   

51.01.10

A-nummer persoon

51.01.20

Burgerservicenummer persoon

51.02.10

Voornamen persoon

51.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

51.02.40

Geslachtsnaam persoon

51.03.10

Geboortedatum persoon

51.03.20

Geboorteplaats persoon

51.03.30

Geboorteland persoon

51.04.10

Geslachtsaanduiding

51.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

04.63.10

Reden opname nationaliteit

04.64.10

Reden verlies Nederlandse nationaliteit

04.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van

de categorie Nationaliteit

04.86.10

Datum van opneming met betrekking tot de elementen van de categorie Nationaliteit

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

   

12

REISDOCUMENT

   

12.35.10

Soort Nederlands reisdocument

12.35.20

Nummer Nederlands reisdocument

12.35.30

Datum uitgifte Nederlands reisdocument

12.35.40

Autoriteit van afgifte Nederlands reisdocument

12.35.50

Datum einde geldigheid Nederlands reisdocument

12.35.60

Datum inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument

12.35.70

Aanduiding inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument

12.86.10

Datum van opneming met betrekking tot de elementen van de categorie Reisdocument

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De conditionele verstrekking van gegevens

De conditionele verstrekking van gegevens betreft een eenmalige verstrekking van een vastgestelde set van gegevens. De verstrekking vindt plaats wanneer een bepaald gegeven wijzigt of op de persoonslijst wordt opgenomen en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De geadresseerde van dit autorisatiebesluit is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van het Basisregister Reisdocumenten zoals bedoeld in artikel 4a van de Paspoortwet (in deze toelichting genoemd: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

4.1. Taken van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Het Basisregister Reisdocumenten is een registratiesysteem met gegevens van Nederlandse reisdocumenten die niet in het vrije verkeer mogen voorkomen. Het doel van het instellen van dit Basisregister is het voorkomen en bestrijden van fraude met en misbruik van Nederlandse reisdocumenten en het verstrekken van deze gegevens aan daartoe ingevolge de Paspoortwet bevoegde autoriteiten en derden. De wettelijke grondslag voor deze zogenoemde negatieve registratie is vastgelegd in artikel 4a van de Paspoortwet.

Voor wat betreft de persoonsgegevens van de houder van het reisdocument bevat het register uitsluitend de in artikel 3, eerste, vierde en zesde lid, van de Paspoortwet genoemde gegevens, die in het reisdocument zelf voorkomen. Het administratienummer waarmee de houder in de basisregistratie persoonsgegevens (BRP) dan wel in de Nederlandse Antillen of Aruba (PIVA) is opgenomen vergemakkelijkt de gegevensuitwisseling tussen de betrokken autoriteiten en het basisregister en maakt het tevens eenvoudiger om in het register zelf na te gaan of eenzelfde persoon verder nog reisdocumenten heeft vermist of een van rechtswege vervallen reisdocument niet heeft ingeleverd (register meervoudige vermissingen als onderdeel van het Basisregister Reisdocumenten).

Naast de persoonsgegevens van de houder worden in het register ook de belangrijkste documentgegevens opgenomen. Voorts wordt de reden van opneming van gegevens met betrekking tot een reisdocument in het register vermeld, alsmede daarmee verband houdende informatie (datum vermissing of verval van rechtswege, de autoriteit die de gegevens heeft verstrekt en de datum van verstrekking).

Artikel 4a van de Paspoortwet legt de verantwoordelijkheid voor de verwerking van de gegevens bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die de uitvoering heeft neergelegd bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).

4.2. Wijzen van verstrekken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vindt plaats door middel van een conditionele verstrekking en gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De conditionele verstrekking van gegevens aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft gegevens uit de basisregistratie personen nodig in het geval dat de gegevens “aanduiding inhouding dan wel vermissing Nederlands reisdocument”, “datum overlijden” of het historische gegeven “A-nummer Persoon” op de persoonslijst van een ingeschrevene wijzigt of wordt opgenomen en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet. De gegevens die verstrekt worden zijn opgenomen in bijlage I.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I en II. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mag gegevens opvragen wanneer deze noodzakelijk zijn voor het verwerken van de C7-formulieren (Melding vermist of van rechtswege vervallen reisdocument) en C7b-fomulieren (Melding van rechtswege vervallen of vermist reisdocument of Nederlandse identiteitskaart). Om de informatie goed over te nemen in het Basisregister Reisdocumenten is het noodzakelijk dat de juistheid van de op het formulier opgenomen persoonsgegevens wordt gecontroleerd in de Basisregistratie personen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mag daarnaast gegevens opvragen wanneer deze noodzakelijk zijn voor het vastleggen van gegevens met betrekking tot in artikel 4a, derde lid, van de Paspoortwet genoemde documenten en de verstrekking van die gegevens aan de daartoe ingevolgde de Paspoortwet bevoegde autoriteiten en derden ter voorkoming en bescherming van fraude met en misbruik van reisdocumenten.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

De gegevensset die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op verzoek kan vragen is ruimer dan de conditionele set. De reden hiervoor is dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op verzoek gericht afzonderlijke gegevens kan opvragen die voor een specifieke situatie noodzakelijk zijn.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 4 juli 2014 met het kenmerk 2014-0000357321 ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de wijzigingen in de autorisatietabelregel van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties per 7 oktober 2016.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven