Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen

Nader Rapport

14 juni 2019

Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 3 april 2019, nr. 2019000671, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 16 mei 2019, nr. W12.19.0085/III, bied ik U hierbij aan.

Het ontwerp heeft de Afdeling advisering van de Raad van State aanleiding gegeven tot het maken van een opmerking over de verschillen in de vormgeving van de tolkvoorzieningen in het leef-, onderwijs- en werkdomein. De Afdeling mist hier een rechtvaardiging mede gelet op het burgerperspectief en vraagt in de toelichting aandacht te besteden aan het burgerperspectief en daarbij aan te geven op welke manier gezorgd wordt dat de betrokkene, na de inwerkingtreding van voorliggend ontwerpbesluit, op een eenvoudige manier aanspraak kan maken op een tolkvoorziening in de drie domeinen. Tevens adviseert de Afdeling aan te geven op welke termijn de aangekondigde harmonisatie van regels omtrent de tolkvoorziening zal plaatsvinden.

Bij de beslissing om de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd te initiëren stond het belang van de mensen met een auditieve beperking voorop. Vanuit dat perspectief kijkend is gekozen door te ontwikkelen naar een geharmoniseerde, centraal uitgevoerde tolkvoorziening voor het werk-, leef- en onderwijsdomein, waarin de specifieke voorwaarden van de verschillende domeinen behouden kunnen blijven. Mede in het licht van aanbevelingen gedaan door Significant naar de knelpunten in de uitvoering van de tolkvoorziening wordt verder ingezet op centralisatie en harmonisatie.1 Voor mensen met een auditieve beperking en de tolken betekent dit dat zij dan nog maar met één uitvoeringsorganisatie van doen hebben, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Het voornemen tot centralisatie en harmonisatie is reeds aangekondigd in de brief aan de Kamer van 8 maart 2017.

Vanaf 1 juli 2019 heeft de auditief beperkte en de tolk alleen nog te maken met één loket, namelijk bij het UWV. Daarnaast is één formulier ontwikkeld dat voor aanvragen in verschillende domeinen kan worden gebruikt (zowel digitaal als op papier). Hierbij is ook de doelgroep van gebruikers betrokken.

Toegezegd is om na 1 juli 2019 de Tweede Kamer te informeren over hoe de centralisatie vanaf die datum bij het UWV is verlopen. Tevens zal worden ingegaan op hoe het traject van de inhoudelijke harmonisatie vanaf 1 juli 2019 zal verlopen. Het gaat daarbij om thema’s als tarieven, beleidsinformatie, wijze van toekennen, sturing en verantwoording.

Daarnaast vraagt de Afdeling nog aandacht voor het feit dat in het onderwijs domein niet is geregeld dat de medische verklaring, waarmee de auditief beperkte aantoont dat hij is aangewezen op tolkvoorzieningen, maar één keer hoeft te worden afgegeven, en dat die verklaring gebruikt kan worden voor een eventuele noodzakelijke tolkvoorziening voor een ander domein.

De Afdeling merkt terecht op dat niet is uitgesloten dat degene die eerst in het onderwijsdomein een verklaring heeft overgelegd, dezelfde verklaring nog een keer voor een ander domein moet overleggen, hetgeen een extra last oplevert.

Op grond van artikel 19a van de Wet Overige OCW-subsidies heeft het UWV de taak om in het onderwijsdomein tolkvoorzieningen toe te kennen. Op basis daarvan kan op grond van artikel 73a van de Wet SUWI worden geregeld dat er slechts een eenmalig uitvraag is van gegevens (i.c. de medische verklaring) als men zich al heeft gemeld bij een ander domein. De eenmalige uitvraag wordt met een wijziging van het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap meegenomen in de wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 ten behoeve van de toekenning en de kwaliteit van tolkvoorzieningen voor auditief beperkten voor het leefdomein. Ten slotte is ook de bewaartermijn van de medische verklaring voor elk domein geharmoniseerd. Het UWV sluit hierbij zoveel mogelijk aan bij de bepalingen inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst, met name de artikelen 7:454, derde lid, en 7:455 Burgerlijk Wetboek (BW).

In verband met de uniformering binnen het werkdomein met deze wijziging van het Reïntegratiebesluit is van de gelegenheid gebruik gemaakt de artikelen 7, 7b en 14 nader aan te passen, zodat de regeling zowel geldt voor personen die aan het werk gaan in een dienstbetrekking of als zelfstandige dan wel deelnemen aan re-integratieactiviteiten en nog een uitkering ontvangen op grond van de Participatiewet of van het UWV op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark.

Advies Raad van State

No. W12.19.0085/III

’s-Gravenhage, 16 mei 2019

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 3 april 2019, no.2019000671, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen, met nota van toelichting.

Het wetsvoorstel centralisering tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein centraliseert de uitvoering van de tolkvoorziening bij het UWV. Hiermee wordt het UWV voor de auditief beperkten, die in meer of mindere mate in het maatschappelijk verkeer zijn aangewezen op een tolk, het centrale loket voor het leef-, werk- en onderwijsdomein. Voorliggend ontwerpbesluit stelt nadere regels voor de tolkvoorziening in de Participatiewet, waaronder over de omvang van het recht op een tolkvoorziening. Tegelijkertijd met het onderhavige ontwerpbesluit is bij de Afdeling advisering van de Raad van State een ontwerpbesluit ten behoeve van tolkvoorzieningen in het leefdomein (VWS) aanhangig gemaakt.1

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over het burgerperspectief. In verband daarmee is aanpassing van de toelichting wenselijk.

De Afdeling merkt op dat beide aan de Afdeling voorgelegde ontwerpbesluiten in essentie dezelfde materie regelen, ter uitvoering van het hiervoor genoemde wetsvoorstel. De voorgestelde uitwerking verschilt echter op punten van elkaar, zonder dat de toelichtingen bij beide ontwerpbesluiten daar een verklaring voor geven. Het ontbreken van een afdoende toelichting bij de verschillen wringt, nu daarmee slechts in beperkte mate inzicht wordt gegeven in de vraag hoe rekening is gehouden met het burgerperspectief. Het gaat in dit geval om het perspectief van een kwetsbare groep die aangewezen is op een tolkvoorziening. Het is ook uitdrukkelijk kabinetsbeleid om het burgerperspectief bij alle voorgenomen regelgeving expliciet mee te wegen.2

Naast de verschillen in gekozen uitwerking voor het werk- en leefdomein, wijst de Afdeling ook op verschillen met het onderwijsdomein. Zo dient de auditief beperkte bijvoorbeeld aan te tonen dat hij is aangewezen op een tolkvoorziening. Dat doet hij door het overleggen van een verklaring van een huisarts of medisch specialist. Voor het leef- en werkdomein is geregeld dat die medische verklaring maar één keer hoeft te worden afgegeven, en dat die verklaring gebruikt kan worden voor een eventuele noodzakelijke tolkvoorziening voor een ander domein. Voor het onderwijsdomein is een dergelijke bepaling niet opgenomen. Niet uitgesloten kan daarom worden dat degene die eerst in het onderwijsdomein een verklaring heeft overgelegd, dezelfde verklaring nog een keer voor een ander domein moet overleggen, hetgeen een extra last oplevert.

Daar komt bij dat de maximale bewaartermijn die het UWV aanhoudt voor diezelfde medische verklaring, voor de verschillende domeinen verschillend is geregeld. Of de betrokkene per ieder afzonderlijk domein een aparte aanvraag formulier moet indienen met de daarbij behorende extra belasting, wordt in de toelichting verder niet duidelijk gemaakt.

De Afdeling adviseert in de toelichting aandacht te besteden aan het burgerperspectief en daarbij aan te geven op welke manier gezorgd wordt dat de betrokkene, na de inwerkingtreding van voorliggend ontwerpbesluit, op een eenvoudige manier aanspraak kan maken op een tolkvoorziening in de drie domeinen. Tevens adviseert de Afdeling aan te geven op welke termijn de aangekondigde harmonisatie van regels omtrent de tolkvoorziening zal plaatsvinden.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Ontwerpbesluit van ... tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 april 2019, nr. 2019-0000042864;

Gelet op de artikelen 73a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en 10g, derde lid, van de Participatiewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [niet invullen],

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING REÏNTEGRATIEBESLUIT

Het Reïntegratiebesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1a wordt na ‘Dit besluit berust op’ ingevoegd ‘artikel 10g van de Participatiewet,’.

B

Na artikel 7 worden in paragraaf 2 twee artikelen ingevoegd, luidende:

7a. Tolkvoorziening in de Participatiewet
  • 1. De tolkvoorziening, bedoeld in artikel 10g, tweede lid, van de Participatiewet, wordt toegekend voor ten hoogste 15% van het aantal uren dat de persoon met een auditieve beperking per kalenderjaar in dienstbetrekking werkzaam is of als zelfstandige arbeid verricht of van de tijd dat de persoon deelneemt aan re-integratieactiviteiten.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het UWV voor een hoger percentage toekennen indien de persoon met een auditieve beperking daartoe een onderbouwd verzoek doet.

  • 3. De tolkvoorziening wordt toegekend indien de persoon een verklaring heeft van de huisarts of behandeld medisch specialist waaruit blijkt dat deze persoon op tolkvoorzieningen is aangewezen. Deze verklaring wordt eenmalig door het UWV gevraagd.

  • 4. Bij de uitvoering van artikel 10g van de Participatiewet kan het UWV gebruik maken van de verklaringen omtrent de auditieve handicap van de persoon, die het UWV heeft verkregen voor de uitvoering van de aanspraken op tolkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet overige OCW-subsidies, of voor de verlening van een intermediaire activiteit ten behoeve van die persoon op grond van artikel 7 of 14.

7b. Kwaliteitseis van de tolk

De activiteiten van tolken kunnen alleen als tolkvoorziening als bedoeld in artikel 7a worden toegekend op grond van artikel 10g van de Participatiewet als de tolken staan ingeschreven in het openbaar register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken.

ARTIKEL II INWERKINGTREDINGBEPALING

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van de Wet centraliseren tolkvoorziening auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd (Stb. 2019, PM) is de Participatiewet gewijzigd in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen ten behoeve van de ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van personen met een auditieve beperking. Deze tolkvoorziening wordt niet zoals andere voorzieningen in het kader van de Participatiewet door het college uitgevoerd maar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: het UWV). Op die manier wordt een centralisatie bereikt in de uitvoering en in de inhoud van alle tolkvoorzieningen voor auditief beperkten, op het terrein van werk en onderwijs en het leefdomein.

In dit besluit worden op grond van artikel 10g Participatiewet regels gesteld over de omvang van de aanspraak, de voorwaarde waaronder de voorzieningen worden verleend en de kwaliteitseisen van de tolk.

Het begrip ‘tolk’ dekt verschillende soorten tolken: tolken gebarentaal (te onderscheiden in onder andere tolken Nederlandse gebarentaal, tolken Nederlands met Gebaren, tactiele tolken voor personen die auditief en visueel beperkt zijn) en schrijftolken. Schrijftolken zijn tolken die een tekstuele weergave van gesproken taal verzorgen. Een tolk kan werken op dezelfde locatie als de auditief beperkte of vanuit een andere locatie; we spreken dan van een tolk op afstand.

De omvang is bepaald op ten hoogste 15% van de arbeidsduur van de dienstbetrekking, het aantal gewerkte uren als zelfstandige dan wel de omvang van het re-integratietraject. Met dit percentage is aangesloten bij de regelgeving in de arbeidsongeschiktheidswetten. Dit percentage kan verhoogd worden als in een individueel geval meer uren nodig zijn. Betrokkene moet dit onderbouwd met argumenten aanvragen. Het UWV stelt hiertoe beleidsregels op. Voor iemand die in een re-integratietraject zit en op grond daarvan recht heeft op de tolkvoorziening, en bijvoorbeeld een sollicitatietraining volgt, is een beperking in het aantal uren niet van toepassing. Een dergelijke training is immers eerder te vergelijken met een onderwijssituatie. Het percentage (en zo nodig een verhoging daarvan) geldt wel als iemand bijvoorbeeld op een proefplaatsing werkt met behoud van uitkering. Voor de volledigheid zij vermeld dat voorgaande ook geldt voor niet-uitkeringsgerechtigden.

Voorwaarde voor het verkrijgen van de voorziening is dat betrokkene een auditieve beperking heeft. Hij moet dit één keer aantonen door middel van een medische verklaring van de huisarts of de specialist.

Een verklaring van de huisarts of behandelend medisch specialist waaruit blijkt dat de persoon op dienstverlening is aangewezen valt onder de categorie bijzondere persoonsgegevens van artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG). Het is niet wenselijk dat de auditief beperkten meerdere keren de verklaring moet afgeven, ook omdat de verklaring niet verandert. Het UWV gebruikt een verklaring die de auditief beperkte aan het UWV heeft geleverd voor een voorziening op grond van artikel 3a.1.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2:22, tweede lid, onderdeel b, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 35, tweede lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en artikel 19a van de Wet overige OCW-subsidies, ook voor de Participatiewet. Andersom gebruikt het UWV een verklaring afgegeven voor de Participatiewet zo nodig ook voor de andere wetten. Dit soort gegevens over de gezondheid verwerken door UWV als bestuursorgaan is toegestaan op grond van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, omdat het doel van de verwerking de re-integratie en begeleiding betreft van werknemers of uitkeringsgerechtigden in verband met arbeidsongeschiktheid.

Artikel 73a, eerste lid, van de Wet SUWI staat het toe dat het UWV zo gegevens die zijn verkregen voor de uitvoering van een wettelijke taak kan verwerken voor de uitvoering van een andere wettelijke taak en dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke gegevens door het UWV zo kunnen worden gebruikt. Artikel 7a, vierde lid, van het Reïntegratiebesluit geeft hier een nadere invulling aan en bepaalt dat het gaat om het gegeven dat de persoon auditief beperkt is.

Het UWV heeft op grond van de Archiefwet een selectielijst waarin regels zijn gesteld over de bewaartermijn voor de verklaring. De verklaring wordt, bij het verlopen van de vastgestelde termijn, niet langer bewaard dan op grond van de uitvoering van de taak noodzakelijk is.

De kwaliteit van het werk van de tolken wordt gegarandeerd omdat zij ingeschreven moeten staan in het openbaar register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken. Een tolk kan hier alleen worden ingeschreven als hij de betreffende HBO-opleiding aan de Hogeschool van Utrecht heeft afgerond en aan de nascholingseisen van dit register voldoet.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,


X Noot
1

Harmonisatie tolkvoorziening – Onderzoek naar knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen voor de tolkvoorziening in het leef-, werk- en onderwijsdomein. Kamerstukken II 2016–2017, 32 805, nr. 51 (Kamerbrief).

X Noot
1

De Afdeling brengt gelijktijdig met dit advies, advies uit over dat ontwerpbesluit (W.13.19.0087/III).

X Noot
2

Zie onder andere de kabinetsreactie op het WRR rapport ‘Weten is nog geen doen’, Kamerstukken II 2017/18, 34 775 VI, nr. 88.

Naar boven