Verkeersbesluit, ontheffing van de aslastbeperking op de Vierde Tochtweg, Oude Spoorbaan, Spoorweglaan, Rijksweg en Parallelweg Zuid, Moordrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas,

Overwegende

dat Van Ooijen B.V. een verzoek heeft ingediend voor een ontheffing van de aslastbeperking op de Vierde Tochtweg, Oude Spoorbaan, Spoorweglaan, Rijksweg en Parallelweg Zuid in Moordrecht ten behoeve van werkzaamheden in opdracht van de gemeente Zuidplas;

dat deze ontheffing geldt voor voertuigen die noodzakelijk zijn bij het uitvoeren van de werkzaamheden op de Vierde Tochtweg, Oude Spoorbaan, Spoorweglaan;

dat op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RW 1990) het bevoegd gezag ontheffing kan verlenen van de in dat artikel genoemde verkeersregels en verkeerstekens van het RW 1990;

gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 en het mandaatbesluit van het college van burgemeester en wethouders van 6 januari 2010;

besluiten:

Op grond van artikel 87 RW 1990 ontheffing te verlenen van de aslastbeperking op de Vierde Tochtweg, Oude Spoorbaan, Spoorweglaan, Rijksweg en Parallelweg Zuid in Moordrecht ten behoeve van werkzaamheden in opdracht van de gemeente Zuidplas onder de volgende voorwaarden:

• 1. van de ontheffing mag alleen gebruik gemaakt worden voor het uitvoeren van de werkzaamheden op de Vierde Tochtweg, Oude Spoorbaan, Spoorweglaan;

• 2. 2. de ontheffing geldt uitsluitend in de periode van week 25 tot en met week 32 van 6.00 tot 18.00 uur;

• 3. de ontheffing zonder kentekenvermelding te vergunnen, maar uitsluitend geldt voor voertuigen verband houdend met de werkzaamheden welke men in dit tijdvak uitvoert;

• 4. voorwaarde bij dit transport is dat men de snelheid op het betreffende traject aanpast om de impact op de weg zo kiein mogelijk houden;

• 5. de veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden te zijn gewaarborgd,

• 6. alle schade welke ten gevolge van het gebruik maken van de ontheffing mocht ontstaan aan wegen of eigendommen van de ontheffingverlenende instantie dan wel derden, dient te worden vergoed;

• 7. van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt in geval van mist, sneeuwval of andere omstandigheden van atmosferische aard, die het zicht beperken tot een afstand van minder dan 200 meter;

• 8. dit besluit dient bij de van ontheffing gebruik makende voertuigen zichtbaar aanwezig te zijn en op aanvraag van een daartoe bevoegde functionaris te worden getoond.