Vaststelling bestemmingsplan Berkum

Logo Zwolle

De gemeenteraad van Zwolle maakt ingevolge het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat hij op 27 mei 2019 (besluitnummer 20190527-7) het bestemmingsplan Berkum gewijzigd heeft vastgesteld.

Het plangebied van het bestemmingsplan wordt globaal begrensd door het Rechterland, de Nieuwe Vecht, de Maatgravendijk, de Bergkloosterweg, de Agnietenbergweg, het Koeweidepad, de watergang "Dieze 30.14" ten oosten van de wijk Aalanden, de Zwartewaterallee en de rijksweg A28.

Het bestemmingsplan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor de wijk Berkum. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard.

Wel is in het plan de een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die het college de bevoegdheid geeft een wijzigingsplan op te stellen en waarvoor een aparte planologische procedure wordt doorlopen. Het betreft de wijzigingsbevoegdheid om op de locatie Kerkepad 4, onder voorwaarden, ter plaatse van het (voormalige) garagebedrijf 4 woningen te realiseren. Deze wijzigingsbevoegdheid was al opgenomen in het geldende bestemmingsplan.

Bij de vaststelling zijn in het bestemmingsplan de volgende wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp:

 

  • 1.

    de wijzigingsbevoegdheid om onder voorwaarden de twee bestaande recreatiewoningen op de locatie Nemelerbergweg (tussen 3 en 7) te vervangen door één recreatiewoning van ruimtelijke kwaliteit, is van de verbeelding en uit de regels verwijderd;

  • 2.

    de regels van de bestemming ‘Maatschappelijk - Begraafplaats’ (locatie Kranenburg) zijn aangepast zodat maximaal één crematorium is toegestaan. De afwijkingsmogelijkheid voor het bebouwingspercentage binnen deze bestemming is teruggebracht tot maximaal 6%;

  • 3.

    de voormalige locatie van de Emmaüskerk aan de Campherbeeklaan 53-55 is uit het plangebied gehaald;

  • 4.

    voor de achterzijde van het woonperceel Campherbeeklaan 57 is de bestemming ‘Wonen’ opgenomen op de verbeelding, overeenkomstig het bestaande gebruik van het perceel;

  • 5.

    de maximum toegestane bouwhoogte voor de locatie Kerkepad 1 - 3, zoals die was opgenomen op de verbeelding, is aangepast aan de bestaande legale situatie;

  • 6.

    in de regels zijn is de begrippenlijst aangevuld met het nog ontbrekende begrip ‘attentiemast’;

  • 7.

    de maximum goot- en bouwhoogte die zijn toegestaan volgende de vastgestelde ‘Ruimtelijke richtlijnen woonwagenlocaties en -standplaatsen’ zijn in de regels van de bestemming ‘Wonen - Wonen en woonwagen’ verwerkt.

 

Het bestemmingsplan Berkum met de daarbij behorende stukken ligt met ingang van 17 juni 2019 gedurende zes weken tot en met 28 juli 2019 in het Stadskantoor (Lübeckplein 2) voor een ieder ter inzage. Daarnaast is het plan te raadplegen op de website

 

www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0193.BP16007-0004

 

De bronbestanden zijn beschikbaar via

 

http://ro.zwolle.nl/plans/NL.IMRO.0193.BP16007-/NL.IMRO.0193.BP16007-0004/

 

Een ieder kan op een computer in het Stadskantoor het digitale plan raadplegen.

 

Het Stadskantoor is geopend op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur en op donderdag van 9.00 tot 19.00 uur.

 

Gedurende de termijn van de terinzagelegging kan een belanghebbende, die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt, alsmede een belanghebbende, aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

 

Gelijke bevoegdheid komt toe aan een belanghebbende die bedenkingen heeft tegen de wijzigingen, die bij de vaststelling van het bestemmingsplan in het ontwerp zijn aangebracht.

 

Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Naar boven