Procesreglement kort gedingen rechtbanken handel/familie

CONSIDERANS

Voor u ligt het Procesreglement kort gedingen ten behoeve van de rechtbanken, afdeling/team voor handelszaken en, in voorkomende gevallen, afdeling/team familie.

Dit procesreglement vindt zijn oorsprong in een initiatief vanuit het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele Sectoren van de rechtbanken (LOVC). Bij de totstandkoming ervan is ook de Nederlandse Orde van Advocaten geconsulteerd. Het LOVC en het Landelijk Overleg van Voorzitters van de Familie- en Jeugdsectoren en -units (LOVF) hebben dit procesreglement op 28 september 2007, respectievelijk 12 oktober 2007 goedgekeurd, waarna de besturen van alle rechtbanken het reglement als eigen reglement hebben vastgesteld (Eerste versie).

Het reglement wordt sindsdien onderhouden door een redactieraad die wijzigingen voorstelt ter goedkeuring aan het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton en Toezicht (hierna het LOVCK&T). Hierna worden de wijzigingen ter goedkeuring voorgelegd aan de Presidentenvergadering en de Gerechtsbesturen. Daarna volgt publicatie in de Staatscourant.

Wijzigingen van het reglement en publicatie van het reglement in de Staatscourant:

  • 1 september 2008 (Tweede versie): aanpassing in verband met de afschaffing van het verplicht procuraat.

  • 1 januari 2011 (Derde versie): regulier onderhoud en aanpassing in verband met de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz)

  • 1 januari 2012 (Vierde versie): regulier onderhoud.

  • 1 april 2013 (Vijfde versie): aanpassing in verband met de invoering van de Herziening gerechtelijke kaart, de Reparatiewet Wgbz en regulier onderhoud.

  • 1 januari 2014 (Zesde versie): regulier onderhoud.

  • 1 januari 2015 (Zevende versie): regulier onderhoud.

  • 1 januari 2017 (Achtste versie): aanpassingen naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 17 april 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1078) en het arrest van de Hoge Raad 3 juni 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1087) en regulier onderhoud.

  • 1 maart 2018 (Negende versie): aanpassingen naar aanleiding van de wetswijziging m.b.t. artikel 30p Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

  • 1 februari 2019 (Tiende versie): regulier onderhoud.

Met het ontwikkelen van het procesreglement wordt beoogd een verdere bijdrage te leveren aan het harmoniseren van de werkwijze en werkprocessen van de verschillende rechtbanken op het punt van de kort gedingprocedure. Hierbij wordt het belang van de justitiabele voorop gesteld, en wordt daarnaast gestreefd naar een zo goed mogelijke interne werkbaarheid en – waar mogelijk – naar verkorting van de doorlooptijden.

Een gedrukte uitgave van het procesreglement wordt niet meer uitgegeven.

De gepubliceerde versie in de Staatscourant bevat géén hyperlinks en bijlagen. Op https://www.rechtspraak.nl/Procedures/Landelijke-regelingen/Pages/default.aspx onder het kopje Civiel recht wordt de versie gepubliceerd mèt de meest recente hyperlinks en bijlagen.

Tiende versie, december 2018

1 ALGEMENE BEPALINGEN

1.1 Strekking reglement

Dit reglement bevat regels voor alle kort gedingen die worden behandeld door de afdeling of het team voor handelszaken of, indien van toepassing zie 17.1 Bijlage I de afdeling of het team familie van de rechtbanken, met uitzondering van het kort geding als bedoeld in artikel 438 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).

Partijen zijn gebonden aan de wijze en termijnen van procesvoering als in dit reglement voorzien. Bij niet naleving van een in dit reglement gegeven voorschrift zal de voorzieningenrechter daaraan het gevolg verbinden dat hem met het oog op de aard van het voorschrift en de ernst van het verzuim passend voorkomt.

1.2 Afwijking van reglement

De voorzieningenrechter kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van dit reglement.

1.3 Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. aanhouding:

het vaststellen van een dag en tijdstip voor de voortzetting van de zitting, nadat de zaak ter zitting is uitgeroepen;

b. aanhouding pro forma:

aanhouding van een zitting tot een uiterste dag en tijdstip waarop partijen in de gelegenheid zijn een bepaalde handeling te verrichten, zonder dat zij ter zitting behoeven te verschijnen;

c. aanvraag:

de aanvraag als bedoeld in artikel 254 Rv;

d. berichten:

de aanvraag, voorstellen, verzoeken, opgaven en mededelingen van andere aard betreffende de procesvoering in een zaak;

e. (werk-)dagen:

maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de dagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet;

f. gedaagde (partij):

de partij die is gedagvaard en de partij die vrijwillig ter zitting verschijnt of, in reconventie, zich verweert tegen de eis in reconventie;

g. pro forma datum en tijdstip:

uiterste dag en tijdstip waarop partijen in de gelegenheid zijn een bepaalde handeling te verrichten, zonder dat zij ter zitting behoeven te verschijnen;

h. zitting:

de mondelinge behandeling van de zaak;

i. verplaatsing:

het uitstellen van een zitting door het bepalen van een andere dag en tijdstip voor de zitting, voordat de zaak ter zitting is uitgeroepen;

j. de zaak:

de kort gedingzaak;

k. zaken betreffende het personen- en familierecht:

zaken die een onderwerp betreffen als geregeld in titel 6 van boek 3 Rv.

1.4 Indiening van berichten en stukken

Indiening van de aanvraag, de (concept-)dagvaarding en overige berichten en stukken geschiedt als volgt:

Berichten en stukken worden in alle hiervoor genoemde gevallen geadresseerd aan: administratie kort geding, afdeling/team voor handelszaken, of – indien van toepassing zie 17.1 Bijlage I – afdeling/team familie.

Indiening van stukken per e-mail is niet mogelijk.

Berichten kunnen wel per e-mail worden ingediend, tenzij het de aanvraag betreft. Voor het e-mailadres van de griffie wordt verwezen naar het onderdeel “Contact” van de betreffende rechtbank op https://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Pages/default.aspx.

De griffie is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur Zie 17.2 Bijlage II.

In bijzonder spoedeisende gevallen kunnen berichten en stukken buiten de openingstijden van de griffie bij de behandelend voorzieningenrechter worden ingediend. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen Zie 17.4 Bijlage IV.

1.5 Afschrift aan wederpartij

Indien een partij na de aanvraag enig bericht aan de voorzieningenrechter doet of enig stuk bij de voorzieningenrechter indient, verzendt deze partij gelijktijdig een afschrift van het bericht of het stuk aan de wederpartij en eventuele overige partijen. De verzending geschiedt op zodanige wijze dat kan worden aangenomen dat deze partijen het bericht of stuk niet later dan de voorzieningenrechter ontvangen. Uit het bericht aan de voorzieningenrechter dient te blijken dat hieraan is voldaan.

1.6 Vermelding zaak- en kort gedingnummer

Op alle correspondentie met en van de voorzieningenrechter wordt het zaak- en kort gedingnummer vermeld, voor zover bekend.

1.7 Berichten voorzieningenrechter aan partijen

De voorzieningenrechter doet mededelingen aan partijen betreffende de procesvoering in een zaak per brief, telefoon, fax en/of per e-mail.

2 AANVRAAG

2.1 Indiening aanvraag

Een aanvraag wordt ingediend door een advocaat. De aanvraag wordt schriftelijk gedaan door indiening van een ingevuld aanvraagformulier. https://formulieren.rechtspraak.nl/formulier/AanvraagKortGeding_007.aspx/Inleiding

Indien de zaak zodanig spoedeisend is dat de aanvraag niet binnen de openingstijden van de griffie schriftelijk kan worden ingediend, kan de aanvraag mondeling worden gedaan aan de voorzieningenrechter. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen zie 17.4 bijlage IV.

2.2 Inhoud aanvraag

De aanvraag vermeldt:

  • de naam van de eisende en de gedaagde partij;

  • de naam en het telefoon- en faxnummer van de behandelend advocaat van de eisende partij;

  • de naam en het telefoon- en faxnummer van de behandelend advocaat van de gedaagde partij, voor zover bekend;

  • de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) partijen over een periode van zes weken na indiening van de aanvraag;

  • het eventuele verzoek tot verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv, en

  • het eventuele verzoek tot verlenging van de zittingsduur als bedoeld in artikel 11.8.

Indien de eisende partij meent dat de zaak een zodanig spoedeisend karakter heeft dat een afwijking van de in dit reglement opgenomen procesregels is gerechtvaardigd, wordt dit gemotiveerd in de aanvraag vermeld.

Indien de eisende partij verzoekt om bepaling van de zitting op een dag die zodanig kort na de indiening van de aanvraag is gelegen dat de wettelijke dagvaardingstermijn niet in acht kan worden genomen, wordt dit verzoek tevens beschouwd als een verzoek om verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv.

2.3 Bijvoeging stukken

Bij de aanvraag wordt in drievoud een (concept-)dagvaarding gevoegd. Als de aanvraag ziet op een zaak betreffende het personen- en familierecht, kan volstaan worden met bijvoeging van de (concept-)dagvaarding in tweevoud.

3 DAGBEPALING

3.1 Zaak- en kort gedingnummer

Na ontvangst van de aanvraag wordt de zaak ter griffie ingeschreven. Aan de zaak wordt een zaak- en kort gedingnummer toegekend.

3.2 Dagbepaling

De voorzieningenrechter bepaalt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag dag en tijdstip van de zitting. De voorzieningenrechter houdt hierbij zoveel mogelijk rekening met de door de eisende partij opgegeven verhinderdata van (de behandelend advocaten van) partijen. In bijzonder spoedeisende gevallen kan aan de verhinderdata van (de behandelend advocaat van) de gedaagde partij worden voorbijgegaan. Indien geen verhinderdata zijn opgegeven, is de voorzieningenrechter in de dagbepaling vrij.

De voorzieningenrechter kan aan de dagbepaling voorwaarden verbinden.

3.3 Mededeling dagbepaling

De voorzieningenrechter meldt de dag en het tijdstip die hij voor de zitting heeft bepaald en het aan de zaak toegekende zaak- en kort gedingnummer zo spoedig mogelijk aan de advocaat van de eisende partij. De eisende partij deelt uiterlijk twee dagen na ontvangst van de dagbepaling de dag en het tijdstip van de zitting mee aan de gedaagde partij en zendt haar de concept-dagvaarding toe.

3.4 Verkorting dagvaardingstermijn

Indien de zitting is bepaald op een dag die zodanig kort na de mededeling van de dagbepaling aan de eisende partij is gelegen dat de wettelijke dagvaardingstermijn niet in acht kan worden genomen, geldt de dagbepaling tevens als beslissing tot verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv. De voorzieningenrechter bepaalt de dag en het tijdstip waarop de dagvaarding uiterlijk wordt betekend.

4 VASTE ZITTINGSDAG

4.1 Toepassingsgebied

Dit hoofdstuk geldt alleen voor zaken die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • de zaak wordt aangebracht bij een rechtbank die algemeen verlof heeft verleend voor het aanbrengen van zaken op een vaste zittingsdag. Zie 17.5 Bijlage V;

  • de zaak betreft een vordering die niet wordt betwist of in redelijkheid niet kan worden betwist of waarin in redelijkheid niet valt te verwachten dat de gedaagde partij ter zitting zal verschijnen.

4.2 Geen aanvraag

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, behoeft geen aanvraag te worden ingediend. De eisende partij kan de dagvaarding met inachtneming van de wettelijke dagvaardingstermijn betekenen tegen de onder 4.4 bedoelde vaste zittingsdag.

4.3 Indiening stukken

In afwijking van het bepaalde in artikel 5.3 en hoofdstuk 6, worden de dagvaarding en de overige stukken uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan de zitting ingediend.

4.4 Zitting

De zitting vindt plaats op een vaste dag en een vast tijdstip Zie 17.5 Bijlage V.

Indien de gedaagde partij ter zitting verschijnt en inhoudelijk verweer tegen de vordering wenst te voeren, kan de voorzieningenrechter een andere dag en tijdstip voor de zitting bepalen.

5 DAGVAARDING EN VRIJWILLIGE VERSCHIJNING

5.1 Inhoud dagvaarding

De dagvaarding vermeldt in ieder geval de volgende gegevens:

  • aan het hoofd van het exploit: de expliciet of impliciet gegeven beschikking als bedoeld in artikel 117 Rv (verkorte termijn);

  • de eventuele voorwaarden die de voorzieningenrechter aan de dagbepaling en aan de beschikking als bedoeld in artikel 117 Rv heeft verbonden;

  • indien de voorzieningenrechter een uiterste dag en tijdstip voor betekening heeft bepaald: het tijdstip van betekening;

  • de mededeling of bij verschijning griffierecht zal worden geheven, en welke termijn dit griffierecht betaald dient te worden, met verwijzing naar de meest recente griffierechttarieven (bijvoorbeeld op http://www.rechtspraak.nl https://www.rechtspraak.nl/Procedures/Tarieven-griffierecht/Pages/Griffierecht-bij-de-rechtbank.aspx;

  • de mededeling dat van een gedaagde partij die onvermogend is, een lager griffierecht wordt geheven, indien zij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven de in artikel 111 lid 2 sub k Rv bedoelde stukken heeft overgelegd waaruit dat blijkt;

  • indien het exploot van dagvaarding een zaak betreft waarbij meerdere gedaagden zijn betrokken: de mededeling dat van partijen die bij dezelfde advocaat verschijnen en gelijkluidende conclusies nemen of gelijkluidend verweer voeren, op basis van artikel 15 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht wordt geheven;

  • een uitdrukkelijke verwijzing naar eventuele bijlagen.

5.2 Betekening dagvaarding

De eisende partij doet de dagvaarding aan de gedaagde partij betekenen, tenzij partijen vrijwillig verschijnen. Indien de voorzieningenrechter een uiterste dag en tijdstip voor betekening heeft bepaald, wordt de dagvaarding uiterlijk op deze dag en dit tijdstip betekend.

5.3 Indiening dagvaarding

De eisende partij dient zo spoedig mogelijk na het uitbrengen van de dagvaarding een afschrift van de dagvaarding in.

5.4 Vrijwillige verschijning

Indien de concept-dagvaarding waarop de gedaagde partij heeft laten weten vrijwillig te zullen verschijnen, is gewijzigd, zendt de eisende partij zo spoedig mogelijk, voorafgaand aan de zitting, aan de voorzieningenrechter en aan de gedaagde partij de concept-dagvaarding waarop de vrijwillige verschijning van de gedaagde partij betrekking heeft.

Op deze concept-dagvaarding zijn de bepalingen van dit reglement met betrekking tot dagvaardingen van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van het kort geding waarbij partijen vrijwillig verschijnen, zich daartegen verzet.

6 INDIENING STUKKEN

6.1 Indiening

Stukken waarop een partij zich wil beroepen, worden in tweevoud ingediend.

Indien de gedaagde partij niet ter zitting is verschenen, wordt op door deze partij ingediende stukken geen acht geslagen.

De stukken worden genummerd. Indien het gaat om 10 of meer stukken wordt bovendien een overzicht bijgevoegd.

6.2 Termijn voor indiening

Stukken worden zo spoedig mogelijk ingediend. Stukken die niet dienovereenkomstig zijn ingediend, kunnen door de voorzieningenrechter buiten beschouwing worden gelaten. Stukken die binnen 24 uur (één werkdag) vóór de zitting worden ingediend, worden in beginsel buiten beschouwing gelaten.

7 RECONVENTIE EN INCIDENTEN

7.1 Verschijning bij advocaat

Een eis in reconventie en een incidentele vordering kunnen alleen worden gedaan door een partij die bij advocaat is verschenen.

7.2 Voorafgaande mededeling eis of incident

Een partij die een eis in reconventie of een incidentele vordering wenst in te stellen, deelt de eis respectievelijk de vordering en de gronden daarvan zo spoedig mogelijk, uiterlijk 24 uur vóór de zitting schriftelijk mee aan de wederpartij, aan eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter.

7.3 Indiening

Een eis in reconventie en een incidentele vordering worden op schrift gesteld en ter zitting ingediend. Indien een eis in reconventie of een incidentele vordering een bijlage of bijlagen bevat, wordt daarnaar uitdrukkelijk verwezen.

7.4 Aantal in te dienen exemplaren

Een eis in reconventie en een incidentele vordering worden in tweevoud ingediend.

7.5 Beslissing

De voorzieningenrechter beslist ter zitting over de toelaatbaarheid van de eis in reconventie en over de incidentele vordering.

8 GRIFFIERECHT EN TOEVOEGING

8.1 Griffierecht

De eisende partij is bij de eerste uitroeping van de zaak ter zitting griffierecht verschuldigd.

De gedaagde partij is griffierecht verschuldigd, indien zij ter zitting verschijnt. https://www.rechtspraak.nl/Procedures/Tarieven-griffierecht/Pages/Griffierecht-bij-de-rechtbank.aspx

Het griffierecht moet, door de eisende partij, binnen vier weken na de eerste zitting en, door de gedaagde partij, vier weken na haar verschijnen ter zitting op de rekening van de rechtbank zijn bijgeschreven of ter griffie zijn gestort.

8.2 Indiening toevoeging of inkomensverklaring

Indien een toevoeging of inkomensverklaring is verleend, wordt een afschrift daarvan uiterlijk ter zitting ingediend.

Indien een toevoeging is aangevraagd maar nog niet of nog niet definitief is verleend, wordt een afschrift van de aanvraag uiterlijk ter zitting ingediend.

8.3 Vermindering van griffierecht

Indien de toevoeging, inkomensverklaring of de toevoegingsaanvraag is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 8.2, heft de griffier het griffierecht voor onvermogenden.

Indien de toevoeging, inkomensverklaring of de toevoegingsaanvraag niet is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 8.2, wordt het volledige griffierecht in rekening gebracht.

8.4 Overlegging definitieve toevoeging en uitstel

De definitieve toevoeging of inkomensverklaring wordt binnen vier weken na de uitspraak of doorhaling ingediend, tenzij na een daartoe strekkend verzoek aan de griffie uitstel is verkregen voor het indienen van de toevoeging of inkomensverklaring.

8.5 Verhoging griffierecht bij toevoeging

Indien bij het bepalen van het griffierecht rekening is gehouden met een toevoegingsaanvraag maar de definitieve toevoeging niet tijdig is ingediend, zal het griffierecht worden verhoogd. De betreffende partij doet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na de in artikel 8.4 bedoelde termijn op de rekening van de rechtbank bijschrijven of ter griffie storten.

Indien bij het bepalen van het griffierecht rekening is gehouden met een toevoeging, maar de toevoeging wordt geweigerd of ingetrokken, zal het griffierecht eveneens worden verhoogd.

De betreffende partij moet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na de intrekking of weigering van de toevoeging op de rekening van de rechtbank bijschrijven of ter griffie storten.

8.6 Verhoging griffierecht bij eisvermeerdering

Indien de eisende partij haar vordering op zodanige wijze vermeerdert dat een hoger griffierechttarief van toepassing is, zal het griffierecht worden verhoogd, tenzij op het tijdstip waarop de eis wordt vermeerderd de toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag is overgelegd. Het griffierecht wordt niet verhoogd als de vermeerdering een eis in reconventie betreft. De betreffende partij doet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na het doen van de betreffende eisvermeerdering op de rekening van de rechtbank bijschrijven of ter griffie storten.

8.7 Verlaging griffierecht bij toevoeging

Indien bij het bepalen van het griffierecht geen rekening is gehouden met een toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag maar de definitieve toevoeging of inkomensverklaring alsnog tijdig, in de in artikel 8.4 bedoelde zin, wordt ingediend, zal het griffierecht worden verlaagd.

9 INTREKKING

9.1 Intrekking procedure

De eisende partij kan de procedure intrekken tot het moment dat de zaak is uitgeroepen. Indien de gedaagde partij na intrekking van de procedure tijdig aan de eisende partij en de voorzieningenrechter meedeelt dat hij een beslissing over de proceskosten wenst, komt de aanhangigheid van de procedure niet te vervallen en beslist de voorzieningenrechter over de proceskosten. De gedaagde partij dient deze mededeling te doen binnen veertien dagen na de datum waartegen hij was opgeroepen, vanaf dat moment wordt griffierecht verschuldigd.

9.2 Wijze van intrekking

De intrekking wordt gedaan door een schriftelijk bericht aan de voorzieningenrechter, tenzij de spoedeisendheid zich daartegen verzet. Indien de intrekking mondeling is gedaan, wordt deze zo spoedig mogelijk nadien schriftelijk bevestigd. Indien de eisende partij de gedaagde partij en eventuele overige partijen reeds op de hoogte heeft gesteld van de datum het tijdstip van de zitting, deelt zij de intrekking gelijktijdig aan deze partijen mee.

9.3 Voortzetting na intrekking

Een eenmaal ingetrokken procedure kan niet worden voortgezet.

10 VERPLAATSING ZITTING

10.1 Verplaatsingsverzoek

Een verzoek om verplaatsing van de zitting wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle partijen. Het verzoek kan tot uiterlijk 24 uur vóór de zitting worden gedaan. Een verplaatsingsverzoek kan in een procedure in totaal maar één maal worden gedaan.

10.2 Gronden

Verplaatsing kan alleen worden toegestaan:

  • op eenstemmig verzoek van alle partijen;

  • op verzoek van een partij op grond van klemmende redenen; of

  • op verzoek van de gedaagde partij, indien de eisende partij de verhinderdata van (de behandelend advocaat van) de gedaagde partij niet heeft opgegeven.

Een verzoek om verplaatsing op grond van klemmende redenen wordt gemotiveerd.

10.3 Mededeling beslissing

De beslissing op het verzoek wordt schriftelijk medegedeeld aan de behandelend advocaten van partijen, voor zover bekend. Indien de naam van de behandelend advocaat van een partij niet is vermeld op het aanvraagformulier, maar wel bekend is bij de verzoekende partij, bericht de verzoekende partij deze advocaat zo spoedig mogelijk over de beslissing. Indien geen advocaat van de partij bekend is, verzendt de verzoekende partij het bericht rechtstreeks aan deze partij.

10.4 Oproeping

Indien een verplaatsingsverzoek van de eisende partij wordt verleend en de gedaagde partij op de nader bepaalde zitting niet verschijnt, legt de eisende partij een exploot van oproeping van de gedaagde partij voor die zitting over.

11 ZITTING

11.1 Eisverandering of -vermeerdering

Een partij die een eis wenst te veranderen of vermeerderen, deelt de inhoud van deze verandering of vermeerdering zo spoedig mogelijk en bij voorkeur vóór de zitting schriftelijk mee aan de wederpartij, aan de eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter.

De eisverandering of -vermeerdering wordt op schrift gesteld en ter zitting ingediend.

11.2 Verschijning gedaagde partij

De gedaagde partij kan ter zitting alleen bij advocaat of in persoon verschijnen. Indien de gedaagde partij in persoon verschijnt en zich ter zitting wil doen bijstaan door een persoon die geen advocaat is, kan de voorzieningenrechter dit weigeren op grond van de eisen van de goede procesorde.

11.3 Vertegenwoordiging rechtspersoon

Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door het bestuur, voor zover de wet niet anders bepaalt, of door een andere hiertoe in de statuten aangewezen persoon.

11.4 Aanwezigheid tolk

Indien een partij de aanwezigheid van een tolk ter zitting gewenst acht, draagt deze partij zorg voor de aanwezigheid van de tolk ter zitting.

11.5 Aanwezigheid gedetineerde

Indien een partij op de voor de zitting bepaalde dag en tijdstip is gedetineerd en deze partij haar aanwezigheid ter zitting gewenst acht, verzoekt zij de voorzieningenrechter tijdig schriftelijk haar aanwezigheid ter zitting te bevorderen.

Dit verzoek bevat tenminste de volgende gegevens:

  • de voor- en achternamen van de gedetineerde (voluit);

  • de geboortedatum van de gedetineerde;

  • de geboorteplaats van de gedetineerde; en

  • de huidige verblijfplaats van de gedetineerde.

11.6 Aanwezigheid parketpolitie

Indien een partij de aanwezigheid van parketpolitie ter zitting gewenst acht, dient zij hiertoe tijdig schriftelijk een gemotiveerd verzoek bij de voorzieningenrechter in.

11.7 Aanspreektitel

De voorzieningenrechter draagt gedurende de zitting de aanspreektitel van president in kort geding.

11.8 Duur zitting

Voor de zitting wordt de bij de rechtbank gebruikelijke tijd gereserveerd zie 17.6 Bijlage VI.

Indien een partij voorziet dat deze gebruikelijke tijd onvoldoende is, kan zij de voorzieningenrechter verzoeken voor de zitting meer tijd te reserveren.

11.9 Openbaarheid zitting in zaken betreffende personen- en familierecht

De behandeling van zaken betreffende het personen- en familierecht geschiedt in beginsel met gesloten deuren.

11.10 Pleitnotities

Partijen kunnen ter zitting een pleitnotitie voordragen en overleggen.

11.11 Aanhouding en voortzetting

De behandeling van de zaak kan ter zitting op verzoek van een partij of ambtshalve worden aangehouden tot een bepaalde dag en tijdstip of een pro forma datum en tijdstip zie 17.7 Bijlage VII.

Een verzoek tot voortzetting van de behandeling wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle verschenen partijen.

12 VERSTEK

12.1 Verstek

Indien de gedaagde partij niet ter zitting verschijnt en alle wettelijke formaliteiten in acht zijn genomen, wordt verstek tegen haar verleend.

12.2 Verstek zuiveren

Tot aan de uitspraak van het eindvonnis kan de gedaagde partij het verstek zuiveren door indiening van een hiertoe strekkend schriftelijk bericht. Het bepaalde in artikel 13.3 is op een dergelijk bericht niet van toepassing.

12.3 Voortzetting procedure na zuivering

Indien het verstek is gezuiverd, verzoekt de partij zo spoedig mogelijk om bepaling van een dag en tijdstip voor voortzetting van de zitting. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle partijen.

13 UITSPRAAK VONNIS

13.1 Dag uitspraak

Een uitspraak kan schriftelijk worden gedaan of er kan ter zitting mondeling uitspraak worden gedaan als bedoeld in artikel 30p Rv.

De schriftelijke uitspraak kan worden gedaan op een vaste dag en vast tijdstip zie 17.8 Bijlage VIII.

De dag en het tijdstip van de schriftelijke uitspraak worden tijdens de zitting aan partijen medegedeeld.

13.2 Aanhouding uitspraak

Tenzij ter zitting mondeling uitspraak is gedaan, wordt op eenstemmig schriftelijk verzoek van partijen de uitspraak één maal uitgesteld tot een nader bepaalde dag en een nader bepaald tijdstip.

13.3 Berichten na dagbepaling uitspraak

De voorzieningenrechter neemt geen kennis van berichten van een partij die hem bereiken nadat uitspraak is bepaald, tenzij blijkt dat de wederpartij en de eventuele overige partijen ermee hebben ingestemd dat het bericht ter kennis van de voorzieningenrechter wordt gebracht.

13.4 Verstrekking vonnis

Tenzij ter zitting mondeling uitspraak is gedaan, verstrekt de griffier bij de uitspraak een afschrift van het vonnis aan de in de procedure verschenen partijen.

In bijzonder spoedeisende gevallen kan een afschrift van een verkort vonnis worden afgegeven, dat zo spoedig mogelijk nadien wordt gevolgd door afgifte van een afschrift van de uitgewerkte versie daarvan.

Indien mondeling uitspraak is gedaan als bedoeld in artikel 30p Rv, wordt binnen twee weken daarna een afschrift van een proces-verbaal verstrekt van de zitting waarop de uitspraak is gedaan. De partij die tot tenuitvoerlegging kan overgaan, ontvangt het afschrift van het proces-verbaal in executoriale vorm.

13.5 Telefonische informatieverstrekking uitspraak

Bij een aantal rechtbanken is het voor de behandelend advocaten van partijen, of voor partijen zelf indien zij zich niet hebben doen bijstaan door een advocaat, mogelijk telefonisch naar de beslissing te informeren. zie 17.8 Bijlage VIII.

14 DOORHALING

14.1 Doorhaling op verzoek

Nadat de zaak is uitgeroepen, kan de procedure op eenstemmig verzoek van de verschenen partijen of ambtshalve worden doorgehaald.

14.2 Ambtshalve doorhaling

Indien de behandeling van de zaak of de uitspraak is aangehouden tot een pro forma datum en tijdstip en partijen uiterlijk op die dag geen verzoek tot voortzetting van de procedure of tot het wijzen van vonnis hebben gedaan, wordt de procedure ambtshalve doorgehaald.

14.3 Voortzetting na doorhaling

Een eenmaal doorgehaalde procedure geldt als geëindigd en kan niet worden voortgezet.

15 PERSREGELING

15.1 Persrichtlijn Gerechten

Voor de pers gelden de regels zoals vermeld in de landelijke Persrichtlijn Gerechten. https://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Persinformatie/Pages/default.aspx

16 SLOTBEPALING

16.1 Vaststelling en inwerkingtreding

Dit gewijzigde reglement is door het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton en Toezicht (LOVCK&T) in oktober 2018 vastgesteld.

Dit reglement treedt in werking op 1 februari 2019.

16.2 Overgangsbepaling

Het reglement is van toepassing op alle kort gedingen waarvan de aanvraag is ingediend na 1 februari 2019. Het reglement is tevens van toepassing op proceshandelingen in op dat moment lopende procedures, die na 1 februari 2019 nog worden verricht.

16.3 Vervanging

Dit reglement vervangt de bestaande reglementen.

17 BIJLAGEN

(worden alleen gepubliceerd in de versie op rechtspraak.nl)

Naar boven