Verkeersbesluit herziening geslotenverklaring vrachtverkeer Ommen

Logo Ommen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen;

gelet op artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, waarin is bepaald dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of een verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

gelet op artikel 12 van deze algemene maatregel van bestuur, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, waarin de verkeerstekens worden genoemd, waarvan de plaatsing of verwijdering dient te geschieden krachtens verkeersbesluit;

Overwegende:

- dat de wegen als benoemd in het voorliggende verkeersbesluit gelegen zijn binnen de bebouwde kom van de gemeente Ommen;

- dat de wegen als benoemd in het voorliggende verkeersbesluit allen in beheer zijn bij de gemeente Ommen;

- dat de wegencategorisering in de gemeente Ommen is vastgelegd in de Verkeersvisie Ommen 2030;

- dat de Elzenstraat, Hardenbergerweg, Haarsweg, Klaproosstraat en Korenbloemstraat gecategoriseerd zijn als erftoegangswegen met een maximum geldende snelheid van 30 kilometer per uur;

- dat de verkeersfunctie in erftoegangswegen ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

- dat de andere in verkeersbesluit genoemde wegen gecategoriseerd zijn als gebiedsontsluitingswegen met een maximum geldende snelheid van 50 kilometer per uur;

- dat de voornaamste functie van een gebiedsontsluitingsweg de verkeersfunctie is;

- dat in de gemeente Ommen meerdere regionale stroomwegen samenkomen en daardoor ook veel (vracht)verkeer in diverse richtingen door en langs Ommen rijdt;

- dat Ommen echter ook plaats biedt aan drukbezochte verblijfsgebieden waarvan het centrum van Ommen er één is;

- dat het faciliteren van doorgaand (vracht)verkeer en het faciliteren van een leefbaar verblijfsgebied in beperkte openbare ruimte voor conflicten zorgt;

- dat de gemeente Ommen en de Provincie Overijssel daarom vanaf 2008 diverse maatregelen hebben genomen om doorgaand verkeer uit de verblijfsgebieden van Ommen te weren;

- dat in 2010 de omlegging van Ommen is afgerond, een omlegging van de N36 waardoor doorgaand verkeer niet meer door het centrum van Ommen hoeft;

- dat dit voor de gemeente Ommen aanleiding was om de Centrumvisie en het Gemeentelijke Omgevingsplan (GOP) te ontwikkelen;

- dat daarin een verkeerscirculatieplan voor het centrum van Ommen is opgenomen waardoor de verkeersveiligheid en de leefbaarheid verbeterd zijn;

- dat in het verkeerscirculatieplan onder andere verschillende afwaarderings- en herinrichtingprojecten zijn opgenomen;

- dat in het kader van dit plan verschillende gebiedsontsluitingswegen (50 km/h) binnen Ommen werden afgewaardeerd en opnieuw zijn ingericht als erftoegangswegen (30 km/h) binnen de bebouwde kom;

- dat de verblijfsfunctie op erftoegangswegen centraal staat en de verkeersfunctie hieraan ondergeschikt is;

- dat de afwaarderingsprojecten zijn uitgevoerd op de Vechtkade, in de Prinses Julianastraat en de Schurinkstraat en aansluitende kruispunten;

- dat in het centrum van Ommen leefbaarheid en verkeersveiligheid hoog in het vaandel staan en de wegen aldaar ingericht zijn als verblijfsgebied;

- dat doorgaand verkeer van de grotere wegen rond Ommen gebruik kan maken, zoals de N48, N36 en de Coevorderweg;

- dat dit ook geldt voor vrachtverkeer dat geen bestemming heeft in het centrum van Ommen of in een van de woonwijken, wat allen verblijfsgebieden zijn;

- dat om te voorkomen dat vrachtverkeer het centrum van Ommen als doorgaande route gebruikt, op verschillende locaties rondom het centrum van Ommen een geslotenverklaring voor vrachtverkeer met uitzondering van bestemmingsverkeer van kracht is om het doorgaande vrachtverkeer te weren;

- dat gedurende en na de diverse herinrichtingsprojecten de bebording echter niet eenduidig is teruggeplaatst;

- dat de geslotenverklaring voor vrachtverkeer rond het centrum van Ommen daardoor momenteel op verschillende wijzen wordt aangeduid en daardoor geen sprake is van een aansluitend en duidelijk gebied waarin de geslotenverklaring voor vrachtverkeer met uitzondering van bestemmingsverkeer geldt;

- dat door bovengenoemde bovendien verwarring ontstaat bij weggebruikers;

- dat de politie daarop heeft aangegeven dat de huidige situatie door het gebrek aan eenduidigheid niet handhaafbaar is;

- dat een eenduidige geslotenverklaring voor vrachtverkeer gerealiseerd kan worden door een geslotenverklaring met zonale toepassing te realiseren ter vervanging van alle huidige bebording welke een geslotenverklaring aangeeft;

- dat bovengenoemde gerealiseerd kan worden door het plaatsen van C7 (zone, begin en einde) van bijlage 1 van het RVV 1990, inclusief onderbord met de tekst ‘uitgezonderd bestemmingsverkeer’;

- dat deze borden geplaatst worden op de volgende locaties zodat een sluitende zone ontstaat;

o op de Varsenerdijk ter hoogte van de bebouwde komgrens van Ommen;

o op de westelijke en zuidelijk tak van de rotonde tussen de Chevalleraustraat en de Schurinkstraat;

o op de Haven Oost ter hoogte van de aansluiting op de Strangeweg;

o op de Ommeresstraat direct ten zuiden van de Sogenbosstraat;

o op de oostelijke en zuidelijke tak van het kruispunt tussen de Klaproosstraat, Sogenbosstraat en Haarsweg;

o op de Elzenstraat ter hoogte van de rotonde met de Slagenweg;

o op de Hardenbergerweg ter hoogte van de aansluiting op de Slagenweg;

o op de Prinses Julianastraat ter hoogte van het kruispunt met de Coevorderweg en de Stationsstraat;

o op de Hessenweg West ter hoogte van de aansluiting op de Balkerweg;

- dat bij plaatsing van de genoemde verkeersborden een geslotenverklaring voor vrachtverkeer met zonale toepassing met uitzondering voor bestemmingsverkeer wordt gerealiseerd voor de woongebieden en het centrumgebied van Ommen voor zover gelegen tussen de Vecht enerzijds en anderzijds de Slagenweg en Balkerweg;

- dat conform artikel 12 van het BABW de plaatsing of verwijdering van verkeersbord C7 moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

- dat het treffen van de bovengenoemde verkeersmaatregelen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 strekken tot:

o het verzekeren van de veiligheid op de weg;

o het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

o het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

- dat het in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belang van het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het realiseren van bovengenoemde maatregelen, maar dat dit van ondergeschikt belang wordt geacht, gelet op voorgenoemde overwegingen;

- dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer overleg heeft plaatsgevonden met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district IJsselland, daartoe gemandateerd door de Korpschef;

- dat de verkeersadviseur van de politie akkoord is met de voorgestelde maatregelen met inachtneming van het voorbehoud dat het begrip bestemmingsverkeer arbitrair is vanwege het uitgebreide zonale gebied en dat daardoor de toezicht en handhaving op de naleving -an de maatregel uiterst lastig en tijdrovend is;

- dat daarnaast normhandhaving van dergelijke maatregelen bij de politie niet als prioriteit is aangemerkt waarvoor permanent capaciteit wordt vrijgemaakt en dat de handhaving dan ook beperkt zal blijven tot handhaving bij gelegenheid.

Besluit:

  • 1.

    Het instellen van een zonale geslotenverklaring voor vrachtverkeer met uitzondering van bestemmingsverkeer in het woongebied van Ommen, dit middels:

    • a.

      Het verwijderen van C7 van bijlage 1 van het RVV 1990 en bijbehorende onderborden op de volgende locaties:

    • i.

      Op de Varsenerdijk ten oosten van kruispunt Danteweg/Varsenerdijk;

    • ii.

      Op de Vechtkade ten westen van kruispunt Prinses Julianastraat/Vechtkade;

    • iii.

      Haven Oost ter hoogte van Haven Oost 2;

    •  

    • b.

      het plaatsen van C7 (zone begin en einde, met onderschrift uitgezonderd bestemmingsverkeer) van bijlage 1 van het RVV 1990 op de volgende locaties:

    • i.

      op de Varsenerdijk ter hoogte van de bebouwde komgrens van Ommen nabij de aansluiting op de Danteweg;

    • ii.

      op de Haven Oost ter hoogte van kruispunt Strangeweg/Haven Oost;

    • iii.

      op de Hessenweg West ter hoogte van kruispunt Balkerweg/Hessenweg West;

    •  

    • c.

      het vervangen C7 van bijlage 1 van het RVV 1990 en bijbehorende onderborden door C7 (zone begin en einde, met onderschrift uitgezonderd bestemmingsverkeer) van bijlage 1 van het RVV 1990, op de volgende locaties:

    • i.

      op de Prinses Julianastraat ter hoogte van kruispunt Prinses Julianastraat/Stationsweg/Coevorderweg;

    • ii.

      op de Hardenbergerweg ter hoogte van kruispunt Harderbergerweg/Slagenweg;

    • iii.

      op de Haarsweg ter zuiden van rotonde Haarsweg/Slagenweg;

    • iv.

      op de Korenbloemstaat ter hoogte van kruispunt Strangeweg/Korenbloemstraat;

    • v.

      op de Klaproosstraat ter hoogte van kruispunt Klaproosstraat/Haarsweg/Sogenbosstraat;

    • vi.

      op de Haarsweg ten zuiden van kruispunt Klaproosstraat/Haarsweg/Sogenbosstraat;

    • vii.

      op de Ommeresstraat ten zuiden van kruispunt Ommeresstraat/Sogenbosstraat;

    • viii.

      op de Schurinkstraat ten zuiden van rotonde Schurinkstraat/Strangeweg/Chevalleraustraat;

    • ix.

      op de Chevalleraustraat ter hoogte van rotonde Schurinkstraat/Strangeweg/Chevalleraustraat;

 

Situatietekeningen:

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 14 mei 2019 te Ommen.

 

De burgemeester en secretaris van de gemeente Ommen,

Secretaris, J.W.H. Blaauw

Burgemeester, mr. drs. J.M. Vroomen

 

Bezwaarprocedure

Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg. U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen via het digitale loket op www.hardenberg.nl. U hebt hiervoor wel een DigiD nodig.

Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet u het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden. Onderteken uw bezwaarschrift en vermeld:

• uw naam en adres;

• de datum waarop u uw bezwaarschrift hebt geschreven;

• een omschrijving van het besluit waartegen uw bezwaar is gericht of een kopie van dit besluit (deze brief);

• de redenen voor uw bezwaar.

Daarnaast kunt u volgens artikel 8.81 van de Awb de Voorzieningenrechter van Rechtbank Overijssel verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, als er sprake is van zogenoemde ‘onverwijlde spoed’. U kunt alleen een voorlopige voorziening aanvragen, als u ook binnen zes weken een bezwaarschrift indient. U kunt uw verzoek om een voorlopige voorziening richten aan:

Rechtbank Overijssel, de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht

Postbus 10067

8000 GB Zwolle

Naar boven