Kennisgeving bestemmingsplan en milieueffectrapport (plan-m.e.r.) Waterpark Veerse Meer

Logo Middelburg

Burgemeester en wethouders van Middelburg maken, conform bepaalde in artikel 7.11 van de Wet milieubeheer (Wm) en 1.3.1. Bro bekend, dat een bestemmingsplan en een plan-milieueffectrapport (plan-m.e.r.) voor het Waterpark Veerse Meer wordt voorbereid. De notitie Reikwijdte en detailniveau zal gedurende een periode van zes weken van 23 mei 2019 t/m 3 juli 2019 ter inzage worden gelegd bij de vakbalie in het Stadskantoor aan de Kanaalweg 3 te Middelburg.

De notitie is tevens digitaal in te zien op onze website www.middelburg.nl onder wonen en (ver)bouwen / bestemmingsplannen / plannen in procedure.

 

Aanleiding

Driestar BV is voornemens het bestaande recreatiepark Veerse Meer te Arnemuiden te herontwikkelen tot een kwalitatief hoogstaand familiepark met stijlvolle entourage en een aanzienlijk programma aan centrumvoorzieningen.

Verder is het de bedoeling dat de jaarplaatshouders worden uitgeplaatst naar de naastgelegen kampeerboerderij de Kruitmolen.

Deze ontwikkelingen passen niet in de ter plaatse geldende bestemmingsplannen. Om deze ontwikkelingen dan ook planologisch mogelijk te maken zal een tweetal bestemmingsplannen worden opgesteld.

 

Plan- m.e.r .-plicht

In de Wet Milieubeheer (Wm) is in hoofdstuk 7 geregeld dat van plan- en besluitvorming met mogelijke grote milieugevolgen de effecten op het milieu in beeld gebracht moeten worden. In de bijlage bij het Besluit m.e.r. is bepaald voor welke activiteiten een m.e.r. procedure doorlopen moet worden.

In het geval van het Waterpark Veerse Meer zijn de categorieën D10 (> 250.000 bezoekers en > 25 hectare) en D16.1 (mogelijk > 12,5 hectare ontgronding) uit het besluit m.e.r. relevant. In dit geval zou categorie D10 op zich kunnen leiden tot een bestemmingsplan met alleen een m.e.r. beoordeling. Driestar wenst de mogelijkheid te krijgen om meer dan 12,5 hectare te ontgronden (m.e.r. beoordelingsplichtig besluit). Dit betekent dat het nieuwe bestemmingsplan mogelijk kaderstellend is voor een eventuele ontgrondingenvergunning en dus planm.e.r.-plichtig. Of de ontgronding ten behoeve van het initiatief daadwerkelijk 12,5 hectare is moet nog nader worden bepaald. Indien deze drempel niet wordt gehaald zou er mogelijk alleen sprake zijn van een m.e.r. beoordeling.

De gemeente en de initiatiefnemer zien echter vanuit zorgvuldigheid sowieso een meerwaarde voor het doorlopen van een m.e.r.-procedure. Om deze reden wordt los van de hiervoor genoemde mogelijke formele plicht een (vrijwillige) m.e.r.-procedure doorlopen.

 

Planmer -procedure

In de ‘Notitie Reikwijdte en Detailniveau’ (NRD), die aan het opstellen van de plan-m.e.r. vooraf moet gaan, wordt een voorstel gedaan over de in acht te nemen bandbreedte van de milieuruimte en over de daarvoor op te stellen milieuonderzoeken voor het plan-m.e.r. In het plan-m.e.r. worden de bestaande en mogelijk gemaakte ontwikkelingen in het (nieuwe) bestemmingsplan getoetst aan de beschikbare milieuruimte. Op basis hiervan worden knelpunten en mogelijke maatregelen in beeld gebracht.

 

Zienswijzen op NRD

De mogelijkheid wordt aan een ieder geboden om zienswijzen in te dienen over de NRD en het voornemen om een bestemmingsplan en plan-m.e.r. op te stellen. De NRD zal gedurende een periode van zes weken van 23 mei 2019 t/m 3 juli 2019 ter inzage worden gelegd. Zienswijzen kunnen tijdens deze termijn kenbaar worden gemaakt bij het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Middelburg, Postbus 6000, 4330 LA Middelburg.

Tijdens de termijn dat de NRD ter inzage ligt zal eveneens een informatieavond worden georganiseerd. Hieromtrent volgt op een later moment informatie via de Faam.

 

Vervolg procedure

Alle zienswijzen worden voorzien van een reactie en opgenomen in een Nota van Zienswijzen. Daarin staat hoe uw reactie wordt meegenomen in het uit te werken plan-m.e.r. Het plan-m.e.r. maakt als milieuonderbouwing deel uit van het ontwerp en het definitief vastgestelde bestemmingsplan. Het plan-m.e.r. zal te zijner tijd tegelijkertijd met het ontwerp-bestemmingsplan worden gepubliceerd en ter inzage worden gelegd. U krijgt op dat moment uiteraard nog de gelegenheid om op het plan-m.e.r. te reageren.

 

 

Naar boven