Intrekken verkeersbesluit parkeerplaatsen voor opladen elektrische voertuigen Oost Kinderdijk nabij 87 - Gemeente Alblasserdam

Logo Alblasserdam

Kenmerk: 1940612

College van burgemeester en wethouders van Alblasserdam

Inleiding

Op 4 oktober 2017 is een verkeersbesluit gepubliceerd voor het aanwijzen van diverse parkeerplaatsen ten behoeve van elektrische voertuigen. Met betrekking tot de locatie aan de Oost Kinderdijk nabij perceel 87 is een bezwaarschrift ingediend. Tevens bleek na overleg met de aanvrager / exploitant dat de aanleiding voor een oplaadpunt is komen te vervallen. Bij nader inzien wordt op deze locatie geen oplaadpunt geplaatst en is het vanwege de bezwaarschrift wenselijk om het verkeersbesluit in te trekken.

 

Dit besluit heeft betrekking op het intrekken van het verkeersbesluit voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen ten behoeve van elektrische voertuigen voor de locatie Oost Kinderdijk nabij perceel 87. Het verkeersbesluit blijft wel in werking voor de andere locaties zoals genoemd in betreffende verkeersbesluit (met kenmerk 1940612)

 

Bevoegdheid:

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alblasserdam bevoegd dit verkeersbesluit in te trekken. Het betreft namelijk verkeer op wegen onder beheer van de gemeente Alblasserdam.

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Op grond van artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer moet het verkeersbesluit vermelden welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

Met het verkeersbesluit worden de onderstaande doelstellingen beoogd.

 

  • -

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

    * de verkeersveiligheid blijft met dit besluit in voldoende mate gewaarborgd;

     

  • -

    het beschermen van weggebruikers en passagiers;

    * omdat op deze locatie geen oplaadpunt wordt geplaatst is het niet nodig dat parkeerruimte vrij te houden voor weggebruikers met een eletrisch voertuig;

     

  • -

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

    * omdat op deze locatie geen oplaadpunt wordt geplaatst is het niet nodig om de bruikbaarheid daarvan te waarborgen;

    * met het intrekken van het verkeersbesluit voor de locatie Oost Kinderdijk nabij perceel 87 worden de twee parkeerplaatsen op deze locatie niet aangewezen voor alleen elektrische voertuigen en blijven de parkeerplaatsen bruikbaar voor alle weggebruikers;

     

  • -

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

    * door de parkeerplaatsen niet aan te wijzen voor elektrische voertuigen krijgt het overige verkeer meer vrijheid om op deze locaties te kunnen blijven parkeren.

     

  • -

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

    * de kans op overlast, hinder of schade door dit besluit is niet aanwezig of verwaarloosbaar;

     

  • -

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

    * dit besluit heeft geen gevolgen voor de aantasting van het karakter of van de functie van objecten of het gebied;

     

Het is dan ook gewenst om het verkeersbesluit voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen ten behoeve van elektrische voertuigen voor de locatie aan de Oost Kinderdijk nabij perceel 87 in te trekken. Het verkeersbesluit blijft wel in werking voor de andere locaties zoals genoemd in betreffende verkeersbesluit (met kenmerk 1940612)

 

Een verkeersbesluit wordt na overleg genomen.

Conform artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de korpschef van het betrokken regionale politiekorps. De politie is schriftelijk akkoord gegaan met dit besluit tot intrekken van het verkeersbesluit (zie bijlage).

 

BESLUIT

Op grond van voorgaande overwegingen is de gemeente tot het besluit gekomen om het verkeersbesluit voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen ten behoeve van elektrische voertuigen voor de locatie aan de Oost Kinderdijk nabij perceel 87 in te trekken. Het verkeersbesluit blijft wel in werking voor de andere locaties zoals genoemd in betreffende verkeersbesluit (met kenmerk 1940612)

 

Alblasserdam 23 januari 2019

College van burgemeester en wethouders van Alblasserdam

Namens deze,

H. Schnitker

Afdelingshoofd Buitenruimte

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: college van burgemeester en wethouders van Alblasserdam, Postbus 2, 2950 AA Alblasserdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • a.

    naam en adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.

    de gronden van het bezwaar.

Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Naar boven