De Minister van Economische Zaken maakt bekend:
Op 16 januari 2019 is een mededeling ingevolge artikel 7.16, lid 1 van de Wet milieubeheer
ontvangen van Tulip Oil Nederland B.V. te Den Haag, betreffende voorgenomen activiteit
een proefboring op zee uit te voeren vanaf het mobiele platform Q10-A.
De mededeling betreft het voornemen om met een mobiele installatie een proefboring
uit voeren om te onderzoeken of het prospect winbare gasreserve bevat. De inrichting
Q10-A is gelegen op de geografische positie is 582530 NB en 5816844 OL (ETRS89). De
nieuwe put zal aangeduid worden als Q10-A-06.
In categorie D.17.2 van Besluit m.e.r. is bepaald dat "voor het uitvoeren van diepboringen
dan wel een wijziging of uitbreiding daarvan", de procedure voor m.e.r.-beoordelingsplicht
als bedoeld in de artikelen 7.16 en 7.17 van de Wet milieubeheer van toepassing is.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat is ingevolge artikel 3.3, vierde lid,
onder b, van het Besluit omgevingsrecht bevoegd hierop te beslissen.
Op grond van de verstrekte gegevens is het bevoegde gezag van oordeel dat voor de
voorgenomen activiteit geen milieueffectrapport (MER) opgesteld behoeft te worden.
Het m.e.r.-beoordelingsbesluit zal te zijner tijd, tegelijk met de ontwerpbeschikking
van de omgevingsvergunning voor de inrichting, ter inzage worden gelegd bij het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat, Bezuidenhoutseweg 73 te Den Haag.
Inzage is mogelijk op werkdagen tijdens kantooruren. U wordt verzocht voor de inzage
van het besluit eerst contact op te nemen met het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat.
Voor nadere inlichtingen kunt u zich wenden tot mw. E.M. Bruinenberg (tel. 06 11498334)