Toestemming BPR art 1.23 2e lid Tewaterlating zaterdag 25 mei 2019 op vaarweg de Nieuwe Maas te Rotterdam

Toestemming BPR art 1.23 2e lid

Toestemming / Tewaterlating

Tewaterlating zaterdag 25 mei 2019

De Havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., tevens Rijkshavenmeester regio Rotterdam-Rijnmond,

Overwegende:

  • de aanvraag van IHC Offshore & Marine B.V., kantoorhoudende schaardijk 24 in Krimpen a/d IJssel(hierna aanvrager), tot het houden van een tewaterlating waarbij één schip betrokken is op de vaarweg de Nieuwe Maas te Rotterdam;

  • dat deze tewaterlating, die plaatsvindt op zaterdag 25 mei 2019, omstreeks 10:30 uur, op de Nieuwe Maas ter hoogte van Kilometerraai 993.2. betreft het te water laten van een zeeschip voorzien van bouwnummer Co.1298 en de naam “SEVEN VEGA”;

  • dat de tewaterlating vanwege tij en waterstand slechts op vrijdag 24 mei 2019 omstreeks 10:30 uur kan worden uitgevoerd;

  • dat deze gebeurtenis de veilige of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar kan brengen, maar de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer wordt geacht voldoende te zijn verzekerd als de voorschriften in deze toestemming worden nageleefd;

Gelet op:

  • artikel 1, onder e, van de Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement;

  • artikel 1.23, tweede lid, van het Binnenvaartpolitiereglement;

  • artikel 7, derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet.

Besluit:

Toestemming te verlenen aan de aanvrager, tot het houden van een tewaterlating waarbij één schip betrokken is. Deze toestemming geldt voor de tewaterlating, die plaatsvindt op zaterdag 25 mei 2019 op de Nieuwe Maas Kilometerraai 993.2 waarbij het schip, voorzien van Bouwnummer Co.1298 genaamd “SEVEN VEGA” uit de hal de rivier de Nieuwe Maas oploopt.

Aan deze toestemming worden de volgende voorschriften verbonden:

Artikel 1.

  • tijdens de tewaterlating geldt dat de aanvrager ervoor zorg dient te dragen dat de tewaterlating veilig kan gebeuren.

  • de aanvrager van de tewaterlating draagt er zorg voor dat assisterende schepen aan deze tewaterlating zich houden aan vigerende scheepvaart (gedrags-)regels en voorschriften van het Binnenvaartpolitiereglement;

  • aanvrager draagt er zorg voor dat de snelheid van het te water gelaten (zee)schip zodanig wordt geregeld dat hinderlijke waterbeweging, waardoor schade aan enig varend of stilliggende schip of schepen of drijvende voorwerp(en) of aan een werk of oever kan ontstaan wordt vermeden;

  • de aanvrager dient er voor zorg te dragen dat er permanent wordt uitgeluisterd door assisterende schepen op de betreffende sectorkanaal van Vessel Traffic Services (VTS) en de aanwezige VHF kanalen voor onderlinge communicatie.

  • aan de deelnemende assisterende schepen dienen geen gebruik te maken van de sectorkanalen van Vessel Traffic Services voor organisatorische doeleinden aangaande de tewaterlating;

  • de aanvrager van de tewaterlating meldt de aanvang en het einde van de tewaterlating aan de ter plaatse zijnde aanwezige de Duty Officer Verkeersafhandeling van de divisie Havenmeester;

  • aanwijzingen van de bevoegde autoriteit en/of vanaf het aanwezige patrouillevaartuig van de divisie Havenmeester Rotterdam dienen door de assisterende schepen en door aanvrager stipt te worden opgevolgd;

  • andere activiteiten of wijzigingen met betrekking tot de tewaterlating van het zeeschip of activiteiten die van invloed zijn op de tewaterlating van het schip op de Nieuwe Maas, tussen KMR 992.5 en KMR 994,dienen vooraf gemeld en afgestemd te worden met de Duty Officer van de divisie Havenmeester;

  • het inzetten van de daadwerkelijke tewaterlating vindt slechts plaats na uitdrukkelijke akkoord van de Duty Officer;

  • onvoorziene omstandigheden dienen ter stond te worden gemeld bij de Duty Officer;

  • assisterende schepen dienen vooraf geïnformeerd te zijn via de hiervoor bestemde captainsmeeting welke op zaterdag 25 mei 2019, omstreeks 08:00 uur zal worden gehouden, deelname hieraan is voor de schipper van een assisterende schepen verplicht;

  • hulpmiddelen welke vrijkomen bij de tewaterlating en zich in de rivier de Nieuwe Maas bevinden dienen ter stond na de tewaterlating door aanvrager te worden verwijderd uit het oppervlaktewater van de Nieuwe Maas;

  • het nautisch draaiboek dat betrekking heeft op de tewaterlating van het zeeschip dient vooraf bekend en goedgekeurd te zijn bij en door de (Rijks-) Havenmeester.

Artikel 2.

De bevoegde autoriteit kan deze toestemming, wijzigen of intrekken of ten dele wijzigen of intrekken indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet:

  • één of meer van de belangen die worden beschermd door het Binnenvaartpolitiereglement dat wenselijk maakt;

  • de verbonden voorschriften of beperkingen waaronder zij is verleend, niet zijn of worden nageleefd;

  • zich na de verlening een zodanig feit of omstandigheid voordoet dat, indien het feit of de omstandigheid ten tijde van de verlening bekend was geweest, de toestemming niet of niet onder die voorschriften of beperkingen zou zijn verleend;

  • op grond van een verandering van de (veiligheid)omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de toestemming, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de toestemming is vereist;

  • ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • degene voor wie de toestemming geldt, dit verzoekt;

  • deelnemende dan wel assisterende schepen zover van toepassing niet voldoen aan de daarvoor geldende wettelijke voorschriften (zoals benoemd, in onder andere, Binnenvaartpolitiereglement, Binnenvaartwet);

  • er sprake is van slecht zicht (1.500 meter en minder) dan wel van andere ongunstige klimatologische omstandigheden;

  • door niet voorziene omstandigheden de nautische veiligheid niet kan worden gewaarborgd;

  • er gevaren moet worden bij een windkracht van meer dan 6 BFT (10,8 m/s), gemeten op de Verkeers Centrale Rotterdam;

  • er een calamiteit plaatsvindt.

Artikel 3.

De bevoegde autoriteit zal indien van (ten dele) wijziging, of (ten dele) intrekking sprake is de aanvrager zo spoedig mogelijk hierover informeren.

Artikel 4.

Deze toestemming is geldig op zaterdag 25 mei 2019, van 10:00 uur tot en met het moment van beëindigen van de vaarwegstremming als genoemd in de Bekendmaking aan de Scheepvaart nummer 074/2019 d.d.25 april, aangegeven door de ter plaatse aanwezige Duty Officer Verkeersafhandeling van de divisie Havenmeester.

Artikel 5.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

R.J. de Vries DE HAVENMEESTER VAN ROTTERDAM, Rijkshavenmeester regio Rotterdam-Rijnmond.

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is genomen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Havenmeester van Rotterdam ter attentie van de Afdeling Juridisch Advies, postbus 6622, 3002 AP Rotterdam. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend zijn en ten minste te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • datum bezwaarschrift;

  • de gronden van het bezwaar;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

Naar boven