Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 januari 2019, 2018-0000181818, tot goedkeuring van wijziging van de Code Rechtstreeks verzekerde regelingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 11, eerste lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Besluit:

Goedkeuring te verlenen aan de wijziging van de Code Rechtstreeks verzekerde regelingen, zoals beschreven in de brief van het Verbond van Verzekeraars en de Stichting van de Arbeid van 21 december 2018.

Dit besluit zal samen met de gewijzigde Code Rechtstreeks verzekerde regelingen in de Staatscourant worden geplaatst. De wijziging treedt in werking per 1 februari 2019.

Den Haag, 14 januari 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Voorwoord

De Code Rechtstreeks verzekerde regelingen (hierna: de Code) is opgesteld door het Verbond van Verzekeraars en de Stichting van de Arbeid. Met de Code wordt nader invulling gegeven aan de waarborging van goed (pensioen)bestuur. Voor rechtstreeks verzekerde regelingen treedt de Code in de plaats van (onderdeel D van) de Principes voor goed pensioenfondsbestuur, die in 2005 door de Stichting van de Arbeid zijn gepubliceerd. De Code is in werking getreden op 1 juli 2014 en als gevolg van een evaluatie gewijzigd op 1 februari 2019. De Code is een aanvulling op wet- en regelgeving en zelfregulering, waaronder de Gedragscode Verzekeraars en de Governance Principes.

De Stichting van de Arbeid en het Verbond van Verzekeraars hebben de Code geëvalueerd na overleg met landelijke ouderenorganisaties. De evaluatie heeft geleid tot een aantal aanpassingen, Deze aanpassingen hebben vooral te maken met wijzigingen die zich hebben voorgedaan in de Wet op de ondernemingsraden, het zoveel mogelijk achterwege laten van niet noodzakelijke verwijzingen naar bestaande wet- en regelgeving en het schrappen van ‘vertegenwoordiging van pensioengerechtigden’ omdat gebleken is dat dit geen toegevoegde waarde heeft.

Hoofdstuk 1: Verzekeraars en pensioenen

Voor een goed beeld van de waarde van de Code wordt in dit hoofdstuk op hoofdlijnen een beeld geschetst van de belangrijkste kenmerken van rechtstreeks verzekerde regelingen en het hoorrecht van een vereniging van pensioengerechtigden. Ook wordt ingegaan op de communicatie.

Kenmerken rechtstreeks verzekerde regelingen

De inhoud van een rechtstreeks verzekerde pensioenregeling is strak ingekaderd door afspraken die zijn gemaakt in het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgever en (vertegenwoordigers van) werknemers. In de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en verzekeraar wordt vervolgens precies vastgelegd hoe de regeling wordt uitgevoerd, waaronder de voorwaarden voor toeslagverlening. De verzekeraar heeft hierdoor geen ruimte om zelf nadere afwegingen te maken of besluiten te nemen. Opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten mogen bij verzekeraars in beginsel niet worden verlaagd.

Vereniging van pensioengerechtigden1

In artikel 22 Pensioenwet is bepaald aan welke eisen een vereniging van pensioengerechtigden bij uitvoering van de pensioenregeling door een verzekeraar moet voldoen om een beroep te kunnen doen op het hoorrecht. In deze Code wordt aangesloten bij de definitie in de Pensioenwet voor een vereniging van pensioengerechtigden, waarbij vooral van belang is dat een statutaire doelstelling van de vereniging is om de belangen van gepensioneerden – die in dienst zijn geweest bij de werkgever – te behartigen. Het hoorrecht houdt in dat de werkgever de vereniging van pensioengerechtigden in de gelegenheid stelt haar oordeel uit te spreken, voordat hij een besluit neemt dat invloed heeft op de uitvoering of de hoogte van pensioenrechten van gepensioneerden. In de praktijk gaat het daarbij om besluiten rond indexatie, de winstdelingsregeling of afspraken die gemaakt worden bij het onderbrengen van de pensioenovereenkomst. Daardoor is het hoorrecht alleen van belang bij regelingen waarbij de opbouw van aanspraken direct in rentevorm plaatsvindt. Bij een kapitaalovereenkomst of een beschikbare premieregeling op basis van beleggingen of een gegarandeerd kapitaal selecteert de deelnemer namelijk zelf zijn pensioenuitvoerder op de pensioendatum. Hij maakt dan zelf afspraken over de uitvoering, zoals pensioenuitbetaling en eventuele indexaties (nominaal of stijgend pensioen).

Faciliteren

Op grond van de privacywetgeving mogen verzekeraars en werkgevers geen adressenbestand verstrekken aan een vereniging van pensioengerechtigden. Ook mogen ze niet de overlijdensgevallen melden aan de vereniging. In eerste aanleg zijn pensioengerechtigden zelf verantwoordelijk voor het organiseren van hun representativiteit. De vereniging moet haar eigen ledenbestand vormen en bijhouden. In overleg met de werkgever kan wel vanuit werkgever of verzekeraar bijvoorbeeld een brief naar alle pensioengerechtigden worden verstuurd waarin ze in kennis gesteld worden van de voorgenomen oprichting van de vereniging. Aan de verzending kunnen voor de werkgever kosten verbonden zijn. Indien er een vereniging van pensioengerechtigden is, informeert de verzekeraar de pensioengerechtigden bij pensioeningang over het bestaan hiervan.

Pensioencommunicatie

Bij de communicatie met deelnemers en pensioengerechtigden zijn voor verzekeraars en werkgevers de bepalingen in de Pensioenwet hierover de basis. Onderdelen van de pensioencommunicatie zijn bijvoorbeeld Pensioen 1-2-3, het uniform pensioenoverzicht en de website mijnpensioenoverzicht.nl. De werkgever en de verzekeraar kunnen (in aanvulling op de bepalingen in de Pensioenwet) afspraken maken over een adequaat communicatiebeleid.

Hoofdstuk 2: Verplichtingen werkgevers en levensverzekeraars

In dit hoofdstuk treft u de (aanvullende) verplichtingen voor levensverzekeraars die tweede pijler regelingen uitvoeren en werkgevers met een rechtstreeks verzekerde regeling aan. De verplichtingen zijn gegroepeerd in de categorieën Toeslagverlening, Informatie en communicatie, Advies/zeggenschap, Intern toezicht, en Klachtenregeling.

Voor de toepassing van de Code wordt onder een vereniging van pensioengerechtigden aangesloten bij artikel 22 Pensioenwet met dien verstande dat in deze Code geen nadere kwantitatieve voorwaarden worden gesteld aan een dergelijke vereniging. Wel moet de vereniging van pensioengerechtigden (onder meer) als statutair doel het behartigen van de belangen van pensioengerechtigden van de voormalig werkgever hebben.

De artikelen 1 tot en met 4 en 7 zijn niet relevant voor een kapitaalovereenkomst of een beschikbare premieregeling op basis van beleggingen of een gegarandeerd kapitaal. Artikel 8 is niet relevant voor de vereniging van pensioengerechtigden indien sprake is van een kapitaalovereenkomst of een beschikbare premieregeling op basis van beleggingen of een gegarandeerd kapitaal.

Toeslagverlening

  • 1. Als de uitvoeringsovereenkomst bepalingen bevat waardoor de werkgever tijdens het contract invloed heeft op depotvorming, beleggingen in verband met winstdeling of anderszins op de resultaten van de pensioenverzekering, dan legt de werkgever verantwoording af over de door hem gemaakte keuzes aan de ondernemingsraad2 en vereniging van pensioengerechtigden.

  • 2. De verzekeraar legt jaarlijks op inzichtelijke wijze verantwoording af aan de werkgever (de verzekeringnemer) over de behaalde resultaten, voor zover dat relevant is in relatie tot de uitvoeringsovereenkomst. Dit zal in ieder geval aan de orde zijn als er sprake is van een beleggingsdepot of een winstdelingsregeling.

  • 3. De werkgever stelt de ondernemingsraad en de vereniging van pensioengerechtigden op de hoogte van de resultaten zoals genoemd in artikel 2.

  • 4. Als er sprake is van een pensioentoezegging met een voorwaardelijke toeslagverlening, verantwoordt de werkgever aan de ondernemingsraad en vereniging van pensioengerechtigden, of en zo ja in welke mate aan de voorwaarden voor toeslagverlening is voldaan. De verzekeraar moet de daarvoor benodigde gegevens aan de werkgever leveren conform het bepaalde in artikel 2.

Informatie en communicatie

  • 5. De verzekeraar informeert de werkgever over veranderingen in wet- en regelgeving welke gevolgen hebben voor de pensioen- of uitvoeringsovereenkomst.

  • 6. De werkgever stelt de ondernemingsraad en de vereniging van pensioengerechtigden op de hoogte van wat is genoemd in artikel 5.

Advies/zeggenschap3

  • 7. De werkgever stelt de vereniging van pensioengerechtigden in staat te adviseren over de (verlenging van de) uitvoeringsovereenkomst.

  • 8. De werkgever wint advies in bij de ondernemingsraad en de vereniging van pensioengerechtigden over het niveau van de serviceverlening dat de werkgever voornemens is overeen te komen met de (nieuwe) verzekeraar. Het advies moet gemotiveerd zijn. Als de werkgever het advies niet (geheel) opvolgt, moet hij zijn besluit motiveren.

Intern toezicht

  • 9. Het interne toezicht van een verzekeraar, waaronder bijvoorbeeld verstaan wordt de raad van commissarissen, beziet kritisch het functioneren van het bestuur en/of de directie van de verzekeraar.

  • 10. De rapportage van het interne toezicht met betrekking tot de rechtstreeks verzekerde regelingen is kosteloos opvraagbaar bij (de directie van) de verzekeraar.

  • 11. Het interne toezicht van de verzekeraar rapporteert over zijn bevindingen aan het bestuur of de directie van de verzekeraar en bespreekt deze met het bestuur of directie.

Klachtenregeling4

  • 12. De verzekeraar heeft een laagdrempelige, oplossingsgerichte interne klachtenregeling die toegankelijk is voor werkgevers, deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, evenals voor de ondernemingsraad en vereniging van pensioengerechtigden.

  • 13. In de uitvoeringsovereenkomst wordt de werkgever geïnformeerd over de interne klachtenregeling.

  • 14. In het pensioenreglement worden de deelnemers op de hoogte gesteld van de interne klachtenregeling.

  • 15. Klachten worden helder, in begrijpelijke woorden en binnen een redelijke termijn afgehandeld door de verzekeraar.


X Noot
1

In de vorige versie van de Code werd bij het ontbreken van een vereniging van pensioengerechtigden ook nog gesproken van een ‘vertegenwoordiging van pensioengerechtigden’. In de evaluatie zou bezien worden of de open definitie van een vertegenwoordiging nader gekwantificeerd kan worden. In overleg met de landelijke ouderenorganisaties ANBO, NVOG, PCOB-KBO en KNVG is de conclusie getrokken dat het beter is het begrip ‘vertegenwoordiging van pensioengerechtigden’ niet langer op te nemen in de Code, omdat er geen goede kwantificering mogelijk is die recht doet aan een goede borging van gewenste kwalitatieve voorwaarden als representativiteit, draagvlak en evenwichtige belangenbehartiging voor alle pensioengerechtigden.

X Noot
2

In de Code wordt onder ondernemingsraad ook verstaan de personeelsvertegenwoordiging en de personeelsvergadering.

X Noot
3

Voor de ondernemingsraad zijn de betreffende bepalingen hierover in de WOR van toepassing.

X Noot
4

De Ombudsman Pensioenen behandelt individuele klachten en geschillen over de uitvoering van een pensioenreglement. Zaken kunnen aan de Ombudsman Pensioenen worden voorgelegd door (gewezen) deelnemers of pensioengerechtigden. Zij kunnen zich laten vertegenwoordigen door een belangenbehartiger of -organisatie, zoals een vereniging van pensioengerechtigden. Voordat een klacht wordt ingediend bij de Ombudsman Pensioenen, moet eerst volledig gebruik zijn gemaakt van de interne klachtenregeling.

Naar boven