Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 18 april 2019, nr. IENW/BSK-2019/80310, tot aanwijzing van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel als bevoegd gezag als bedoeld in de Scheepvaartverkeerswet voor de scheepvaartwegen Reevediep en Onderdijkse Waard

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op het verzoek d.d. 15 mei 2018, met kenmerk 2018/0259743, van het College van gedeputeerde staten van Overijssel aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland om op grond van de Scheepvaartverkeerswet aangewezen te worden als bevoegd gezag van de scheepvaartweg het Reevediep en het gedeelte scheepvaartweg in de Onderdijkse Waard van de IJssel en op artikel 2, vijfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

BESLUIT:

Artikel 1 Aanwijzing bevoegd gezag

Het College van gedeputeerde staten van Overijssel wordt aangewezen als bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet van:

  • a. de scheepvaartweg het Reevediep met de daarin gegraven vaargeul vanaf de locatie van de voormalige oostelijke waterkering van het Drontermeer tot en met de schutsluis in de IJsseldijk met bijbehorende wacht- en opstelplaatsen, en

  • b. de scheepvaartweg de Onderdijkse Waard van de IJssel met de daarin gegraven vaargeul die loopt vanaf de onder a genoemde schutsluis tot aan een denkbeeldige lijn tussen de havenbakens aan de linkeroever van de IJssel,

bezien vanuit het Drontermeer in de richting van de IJssel en zoals weergegeven op de overzichtstekening zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2 Samenhang aanwijzing met functie scheepvaartwegen

De aanwijzing als bevoegd gezag op grond van de Scheepvaartverkeerswet van het College van gedeputeerde staten van Overijssel als bedoeld in dit besluit is onlosmakelijk verbonden aan het belang en de functie die de in artikel 1 genoemde scheepvaartwegen hebben voor de recreatieve scheepvaart.

Artikel 3 Toegelaten afmetingen recreatievaart

De grootst toegelaten afmetingen voor de recreatieve scheepvaart op de in artikel 1 genoemde scheepvaartwegen zijn: lengte 20 meter, breedte 5 meter en een diepgang van 1,70 meter ten opzichte van een waterstand van -0,40m N.A.P..

Artikel 4 Melding calamiteiten

Het College van gedeputeerde staten van Overijssel meldt calamiteiten binnen het gebied van de in artikel 1 genoemde scheepvaartwegen zo spoedig mogelijk bij de Centrale Meldpost IJsselmeergebied (CMIJ) (Markerwaarddijk 1, 8242 PM Lelystad / Postbus 2232, 3500 GE Utrecht / telefoon 088-7973300), alsmede bij het hoofd van het district Noord van Rijkswaterstaat Oost-Nederland (Ordelseweg 2, 8035 PB Zwolle / Postbus 2232, 3500 GE Utrecht / telefoon 088 – 797 36 25).

Artikel 5 Rapportageverplichting gedeputeerde staten van Overijssel

  • 1. Het College van gedeputeerde staten van Overijssel rapporteert aan de hoofdingenieur-directeur van respectievelijk Rijkswaterstaat Oost-Nederland en van Rijkswaterstaat Midden-Nederland over bijzonderheden in een afgelopen jaar en alles wat van belang kan zijn voor Rijkswaterstaat als beheerder van de hoogwatergeul Reevediep.

  • 2. Aan de hand van de rapportage, bedoeld in het eerste lid, houden het College van gedeputeerde staten van Overijssel en de Rijkswaterstaat periodiek evaluatiegesprekken over de samenwerking tussen de het College van gedeputeerde staten van Overijssel als bevoegd gezag van de scheepvaartwegen het Reevediep en de Onderdijkse Waard en Rijkswaterstaat als waterbeheerder van de hoogwatergeul Reevediep, de IJssel en het Drontermeer.

Artikel 6 Wijzigingen in gebruik of inrichting van het gebied

Ingeval van gewijzigde omstandigheden in de omgeving van de in artikel 1 genoemde scheepvaartwegen die mede van invloed kunnen zijn op het gebruik van deze scheepvaartwegen zullen het College van gedeputeerde staten, de betrokken hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat en eventuele andere belanghebbenden in overleg treden over de wijze van uitvoering van het bevoegd gezag in de gewijzigde situatie.

Artikel 7 Geldingsduur besluit

  • 1. Dit besluit is onlosmakelijk verbonden met het belang en de functie die de in artikel 1 genoemde scheepvaartwegen hebben voor de recreatieve scheepvaart en is van toepassing voor zover er daadwerkelijk sprake is van dat belang en die functie.

  • 2. Dit besluit vervalt ingeval van wijziging van de scheepvaartwegen, bedoeld in artikel 1, onder a en b, met het oog op toelating van grotere schepen waardoor de vaargeul moet worden vergroot en de schutsluis in de IJsseldijk dienovereenkomstig moet worden aangepast.

  • 3. Indien sprake is van omstandigheden als bedoeld in het eerste en tweede lid, zal de uitoefening van het bevoegd gezag over de in artikel 1, onder a en b, genoemde scheepvaartwegen worden heroverwogen.

Artikel 8 Overgangsbepaling

Besluiten van het College van gedeputeerde staten ter voorbereiding op de uitvoering van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 1, worden geacht te zijn genomen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

BIJLAGE

Bijlage bij het besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 april 2019 tot aanwijzing van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel als bevoegd gezag als bedoeld in de Scheepvaart-verkeerswet voor de scheepvaart-wegen Reevediep en Onderdijkse Waard

TOELICHTING

Inleiding

De hoogwatergeul Reevediep te Kampen is een nieuwe waterverbinding tussen de IJssel en het Drontermeer die bedoeld is om bij extreme omstandigheden het hoogwater van de IJssel af te voeren via het Drontermeer en het Vossemeer, naar het IJsselmeer. Aan weerszijden van het Reevediep zijn nieuwe waterkeringen aangelegd met een lengte van elk ongeveer 7 kilometer. De volledige breedte tussen deze waterkeringen is bedoeld voor de afvoer van hoogwater vanaf de IJssel.

In de bijlage bij dit besluit is een overzichtskaart opgenomen waarin de scheepvaartwegen het Reevediep en de Onderdijkse Waard zijn aangeduid, de vaargeul is in donkerblauw weergegeven.

Ten behoeve van de voorbereiding en realisatie van de hoogwatergeul Reevediep heeft de toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu op 3 juni 2013 met de Provincie Overijssel een bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst alsook een realisatieovereenkomst gesloten.

Binnen de hoogwatergeul Reevediep bevindt zich een vaargeul bestemd voor recreatievaart, inclusief de daarbij behorende infrastructurele werken zoals een schutsluis in de IJsseldijk nabij de Kamperstraatweg te Kampen en als vaarverbinding naar de IJssel een vaargeul in de Onderdijkse Waard aldaar. Deze beide wateren kunnen derhalve worden beschouwd als scheepvaartweg als bedoeld in de Scheepvaartverkeerswet.

Bevoegd gezag scheepvaartwegen Reevediep en Onderdijkse Waard

De Provincie Overijssel heeft het mogelijk gemaakt dat de hoogwatergeul Reevediep als ook de Onderdijkse Waard kunnen worden gebruikt voor recreatievaart. Door realisatie van de scheepvaartweg de Onderdijkse Waard van de IJssel, de schutsluis in de IJsseldijk en de scheepvaartweg het Reevediep ontstaat er een nieuwe vaarroute voor recreatievaart vanaf de hoofdvaargeul van de IJssel (via de schutsluis en hoogwatergeul) tot aan de hoofdvaargeul van het Drontermeer vice versa.

De Provincie Overijssel heeft bovendien aangegeven dat zij ook bereid is alle taken uit te voeren die samenhangen met het bevaarbaar houden van beide vaarwegen alsmede met de nautische inrichting van beide vaarwegen.

In dat kader heeft het College van gedeputeerde staten van Overijssel bij brief van 15 mei 2018, met kenmerk 2018/0259743 bij de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland het verzoek ingediend om op grond van de Scheepvaartverkeerswet aangewezen te worden als bevoegd gezag van de scheepvaartweg het Reevediep en de scheepvaartweg de Onderdijkse Waard van de IJssel hierna genoemd het nautisch beheer.

De Provincie Overijssel heeft ca. 155 kilometer provinciaal water in beheer, waarvan 130 kilometer vaarweg, en houdt zich in dat kader bezig met projecten, vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Als vaarweg- en nautisch beheerder zorgt de Provincie Overijssel voor een goede regionale bereikbaarheid over water voor zowel de beroeps- als de pleziervaart en draagt zo bij aan de regionale economische ontwikkeling. Bij de ontwikkeling en het beheer van haar vaarwegen hanteert de provincie Overijssel een integrale benadering waarbij ook een bijdrage wordt geleverd aan natuur, landschap en sociale/ruimtelijke kwaliteit.

De Provincie Overijssel beschikt niet alleen reeds voor lange tijd over voldoende kennis over en ervaring met de uitoefening van vaarweg- en/of nautisch beheer, maar ook over voldoende budget om het nautisch beheer van de scheepvaartweg het Reevediep en de scheepvaartweg de Onderdijkse Waard op zorgvuldige en kwalitatief goede wijze te kunnen uitoefenen.

Op grond van het bepaalde in artikel 2, vijfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet kan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat voor een scheepvaartweg in beheer bij het Rijk één van de in het eerste lid onder sub a genoemde organen van een openbaar lichaam als bevoegd gezag aanwijzen. Aan een dergelijke aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden. Gelet op het bovenstaande strekt dit besluit tot aanwijzing van het College van gedeputeerde staten van de Provincie Overijssel als bevoegd gezag van de scheepvaartwegen Reevediep en Onderdijkse Waard.

Naast onderhavige aanwijzing als bevoegd gezag wordt het College van gedeputeerde staten tevens aangewezen als bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement. Hiertoe zal de Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement worden aangepast.

De aanwijzing van het College van gedeputeerde staten als bevoegd gezag treedt in werking met ingang van 1 mei 2019. Voor de uitvoering van deze bevoegdheid vanaf die datum zal het College in voorkomend geval besluiten moeten nemen vóór 1 mei 2019 met het oog op inwerkingtreding van die besluiten óp 1 mei 2019. Dergelijke besluiten worden geacht te zijn genomen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. Hierin voorziet artikel 9 van dit besluit.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven