Besluiten aanvragen ex artikel 64 Wet op het voortgezet onderwijs, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Besluiten op basis van artikel 64 van de Wet op het voortgezet onderwijs op de aanvragen voor bekostiging van nieuwe scholengemeenschappen met ingang van 1 augustus 2020.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media geeft kennis van de afwijzing van de volgende aanvragen die zijn ingediend voor 1 november 2018 in het kader van de procedure voor bekostiging van een nieuwe scholengemeenschap.

Een belanghebbende kan tegen een besluit, binnen zes weken na de dag waarop het besluit aan de aanvrager is toegezonden (19 april 2019), schriftelijk bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, onder vermelding van ‘Bezwaar’, ter attentie van DUO, Postbus 30205, 2500 GE Den Haag. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl.

Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland te Den Haag

Aanvraag voor stichting van scholengemeenschappen voor mavo, havo en vwo op islamitische grondslag te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag

U verzoekt mij op grond van artikel 64 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), om voor bekostiging in aanmerking te brengen, islamitische scholengemeenschappen voor mavo, havo en vwo, te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag.

Ik heb uw verzoeken voor stichting getoetst aan het bepaalde in artikel 64 van de WVO en de Regeling voorzieningenplanning voortgezet onderwijs van 23 augustus 2018 (VO/BMR/1389467).

Besluit

Met toepassing van artikel 64, 1e en 2e lid van de WVO lid wijs ik uw aanvragen voor stichting van scholengemeenschappen voor mavo, havo en vwo, op islamitische grondslag te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag af.

Motivering

De prognoses die u mij bij uw brief van 8 december 2018 heeft toegestuurd in reactie op mijn verzoek om informatie van 26 november 2018 (OND/ODS-2018/12795 M) zijn niet opgesteld volgens de wettelijk voorgeschreven methode. Van deze wettelijk voorgeschreven methode kan niet worden afgeweken. U heeft gebruik gemaakt van verkeerd cijfermateriaal; het voedingsgebied is niet op de juiste wijze bepaald en er is geen netto potentieel berekend. Daarnaast merk ik op dat volgens uw eigen prognoses -ook al zijn deze niet volgens de voorgeschreven methode opgesteld- voor de aanvragen voor Den Haag, Rotterdam en Utrecht de stichtingsnormen niet worden gehaald. U heeft dus niet aangetoond dat de gevraagde scholen aan de stichtingsnorm voldoen. De stichtingsnormen voor de gevraagde schoolsoorten als onderdeel van een scholengemeenschap zijn:

mavo:

195 leerlingen;

havo:

244 leerlingen;

vwo:

293 leerlingen.

Toelichting op motivering

1.

U heeft niet het juiste cijfermateriaal gebruikt. U heeft cijfermateriaal gebruikt dat afkomstig is uit de DUO publicaties van juni 2017. Dat is niet toegestaan. Een prognose moet zijn opgesteld met gebruikmaking van het meest recente jaarlijks beschikbaar gestelde cijfermateriaal dat u bij DUO moet opvragen. Het voorgeschreven cijfermateriaal betreft:

  • de basisgeneraties en aantallen inwoners per gemeente en per postcodegebied;

  • de deelnamepercentages per gemeente per schoolsoort en per vbo-profiel;

  • de verdeling naar richting in het basisonderwijs per gemeente:

  • het statistisch materiaal (vermenigvuldigingsfactoren per schoolsoort en per vbo-profiel).

Op 26 november 2018 heb ik u per e-mail het meest recente cijfermateriaal toegestuurd. U had dat materiaal, dat al in juli 2018 beschikbaar is gekomen, namelijk niet opgevraagd. In mijn mail heb ik u daarnaast, net als in mijn verzoek om informatie van 26 november, geadviseerd om de basisgeneraties van postcodegebieden van gemeenten die niet volledig in het voedingsgebied van (een van) de gevraagde scholen vallen en eventuele andere benodigde gegevens zo spoedig mogelijk bij mij op te vragen. U heeft geen nadere gegevens bij mij opgevraagd.

2.

De voedingsgebieden van de gevraagde scholen zijn niet vastgesteld op de voorgeschreven manier. Het voedingsgebied van een nieuwe school bestaat uit alle postcodegebieden (vier cijfers) die geheel of gedeeltelijk vallen in een straal van 10 kilometer hemelsbreed gemeten van de beoogde locatie van de gevraagde school. Wanneer geen exact adres bekend is moet worden uitgegaan van het bevolkingszwaartepunt van de wijk of buurt waar de school naar verwachting zal worden gevestigd. U noemt geen exacte locatie en u gaat ook niet uit van een bepaalde wijk of buurt. U vermeldt slechts dat de voedingsgebieden bestaan uit respectievelijk de gemeente Amsterdam, de gemeente Rotterdam, de gemeente Utrecht en de gemeente Den Haag. Dit is niet toegestaan.

3.

U heeft bij elke aanvraag alleen het zogenaamde bruto potentieel vermeld en niet het netto potentieel. Dat is niet correct. Van het bruto potentieel moeten nog worden afgetrokken de potentiele leerlingen die wonen in het voedingsgebied van een school van dezelfde soort en richting als de gevraagde school. In Rotterdam is dat het Avicenna College en in Amsterdam het onder uw bestuur staande Cornelius Haga Lyceum. U vermeldt bij elke prognose bij “1.2 Samenvatting”, dat als er leerlingen naar een school voor islamitisch onderwijs gaan uit de gemeente X, deze leerlingenaantallen van de prognose moeten worden afgehaald, maar u voert deze berekening niet verder uit. Los daarvan is dit ook niet de juiste manier om het netto potentieel te berekenen.

Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland te Den Haag

Aanvraag voor stichting van scholengemeenschappen voor vbo, mavo, havo en vwo op islamitische te Rotterdam, Utrecht en Den Haag door splitsing van het Cornelius Haga Lyceum (Brinnummer 31GM)

U verzoekt mij op grond van artikel 64 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), om met ingang van 1 augustus 2019, voor bekostiging in aanmerking te brengen drie islamitische scholengemeenschappen voor vbo, mavo, havo en vwo, die ontstaan door splitsing van het Cornelius Haga Lyceum te Amsterdam. (Brinnummer 31GM). Bij de splitsing beoogt u nieuwe scholengemeenschappen tot stand te brengen in Rotterdam, Utrecht en Den Haag.

Allereerst merk ik op dat een eventuele splitsing naar aanleiding van een voor 1 november 2018 ingediende aanvraag, alleen wanneer geen huisvesting is vereist per 1 augustus 2019 kan worden geeffectueerd. Wanneer wel huisvesting is vereist en die huisvesting ook beschikbaar is vangt de bekostiging op zijn vroegst aan op 1 augustus van het jaar volgend op het besluit van de Minister (zie voor deze bepalingen artikel 68 van de WVO).

Ik heb uw verzoeken voor splitsing van het Cornelius Haga Lyceum getoetst aan het bepaalde in artikel 64 van de WVO en de Regeling voorzieningenplanning voortgezet onderwijs van 23 augustus 2018 (VO/BMR/1389467). Het Cornelius Haga Lyceum beschikt niet over licenties voor vbo. Aan de orde is dus uitsluitend de beoordeling van het verzoek tot splitsing van het mavo, havo en vwo (Zie artikel 4 en de bijlagen 2 en 3 van genoemde Regeling voorzieningenplanning).

Besluit

Met toepassing van artikel 64, lid 3 van de WVO wijs ik uw aanvraag voor splitsing van het mavo, havo en vwo van het Cornelius Haga Lyceum af.

Motivering

Uw aanvraag voldoet niet aan de criteria voor splitsing in de WVO en de Regeling voorzieningenplanning VO.

Om de scholengemeenschap één maal te kunnen splitsen moeten de te splitsen schoolsoorten die deel uitmaken van die scholengemeenschap, op de teldatum in het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag worden bezocht door tenminste twee maal het aantal leerlingen dat nodig is voor stichting van een scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo.

Stichtingsnormen:

mavo:

nodig voor splitsing 2 x 195 =

390 leerlingen;

havo:

nodig voor splitsing 2 x 244 =

488 leerlingen;

vwo:

nodig voor splitsing 2 x 293 =

596 leerlingen;

totaal:

 

1.474 leerlingen.

Het Cornelius Haga Lyceum werd op de teldatum 1 oktober 2017 bezocht door 45 leerlingen. De verschillende schoolsoorten die onderdeel uitmaken van het Cornelius Haga Lyceum werden op de peildatum dus niet bezocht door voldoende leerlingen om de betreffende schoolsoorten één maal te kunnen splitsen. Nu de scholengemeenschap op grond van dit gegeven alleen al niet kan worden gesplitst -niet één maal en dus ook niet drie maal- is toetsing aan de overige criteria voor splitsing niet opportuun.

Ten slotte bericht ik u dat uw aanvragen niet compleet waren. Ik heb er voor gekozen u de aanvragen niet te laten aanvullen omdat uit de telgegevens van 1 oktober 2017 op voorhand al duidelijk was dat de aanvragen niet konden worden gehonoreerd, ook niet wanneer wel alle overige benodigde stukken zouden zijn ingezonden.

De Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob Namens deze, De directeur Onderwijsinstellingen van de Dienst Uitvoering Onderwijs, N. Zeijlemaker

Naar boven