Mededeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 9 april 2019, nr. IENW/BSK-2019/66783, inzake de implementatie van Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2018/736 tot en met (EU) 2018/742 en Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/178 van de Commissie tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

deelt, overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede dat Gedelegeerde Richtlijnen:

  • (EU) 2018/736 van de Commissie van 27 februari 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor bepaalde loodhoudend glas of loodhoudende keramiek bevattende elektrische en elektronische onderdelen;

  • (EU) 2018/737 van de Commissie van 27 februari 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in soldeer voor het solderen aan discoïdale en “planar array” keramische meerlagencondensatoren met een machinaal aangebracht doorlopend gat;

  • (EU) 2018/738 van de Commissie van 27 februari 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in cermet-gebaseerde trimmer-potentiometeronderdelen;

  • (EU) 2018/739 van de Commissie van 1 maart 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood als legeringselement in staal;

  • (EU) 2018/740 van de Commissie van 1 maart 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood als legeringselement in aluminium;

  • (EU) 2018/741 van de Commissie van 1 maart 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood als legeringselement in koper;

  • (EU) 2018/742 van de Commissie van 1 maart 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in soldeer met een hoge smelttemperatuur;

  • en

  • (EU) 2019/178 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor lood in lagers en bussen in bepaalde niet voor de weg bestemde apparatuur voor professioneel gebruik;

zijn geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

De wijzigingen van bijlage III van Richtlijn 2011/65/EU als gevolg van implementatie van Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2018/736 tot en met (EU) 2018/742 gelden met ingang van 1 juli 2019.

De wijziging van bijlage III van Richtlijn 2011/65/EU als gevolg van implementatie van Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/178 geldt met ingang van 22 juli 2019.

Met deze bekendmaking wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van artikel 2, eerste lid, van de hiervoor genoemde gedelegeerde richtlijnen om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken op uiterlijk 30 juni 2019 respectievelijk 21 juli 2019.

Deze mededeling zal aan de Europese Commissie worden gestuurd, waarmee uitvoering wordt gegeven aan artikel 2, tweede lid, van de hiervoor genoemde gedelegeerde richtlijnen.

Onderstaande transponeringstabel geeft aan op welke wijze de betreffende gedelegeerde richtlijnen zijn geïmplementeerd:

Bepalingen EU-richtlijnen

Bepaling in nationale regeling

Toelichting

Artikel 1

Artikel 15 Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

Wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU. Door het instrument van dynamische verwijzing in artikel 15 van de nationale regeling wordt in omzetting voorzien.

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen implementatie

Richt zich tot de lidstaat. Door middel van de dynamische verwijzing in de eerder genoemde bepaling gaan de Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2018/736, (EU) 2018/737, (EU) 2018/738, (EU) 2018/739, (EU) 2018/740, (EU) 2018/741 en (EU) 2018/742 gelden met ingang van 1 juli 2019, de dag waarop aan eerdergenoemde gedelegeerde richtlijnen uitvoering moet zijn gegeven.

Door middel van de dynamische verwijzing in de eerder genoemde bepaling gaat Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/178 gelden met ingang van 22 juli 2019.

De bekendmaking zal aan de Commissie worden gestuurd.

Artikel 3

Behoeft geen implementatie

Betreft de datum van inwerkingtreding van de gedelegeerde richtlijnen.

Artikel 4

Behoeft geen implementatie

De gedelegeerde richtlijnen zijn tot de lidstaten gericht.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE DIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, J.H. Meijer

Naar boven