Gemeente Uithoorn - Verkeersbesluit parkeerverbod Hélène Swarthlaan/Rodenbachlaan - Uithoorn

Logo Uithoorn

Uithoorn, kenmerk 2019-018673

 

Burgemeester en Wethouders van Uithoorn;

Formeel kader

Op grond van artikel 18, eerste lid, onderdeel d van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten op alle gemeentelijke wegen.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Advisering

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de, namens de politiechef politieregio Amsterdam, gemandateerde specialist van het team Verkeersadvisering over dit verkeersbesluit.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Motivering

Ter hoogte van Hélène Swarthlaan 35 stond in het verleden een verkeersbord met het verkeersteken G7 ‘Voetpad’. Dit verkeersbord stond hier zonder verkeersbesluit. Met het vervangen van het riool is dit bord verwijderd, evenals een hoge haag (groen). Ook is het bestratingsprofiel aangepast. Dit profiel loopt door tot aan Rodenbachlaan 9. Hierdoor heeft dit laatste deel van de Hélène Swarthlaan een andere uitstraling gekregen. Ook is vanaf de doorgaande weg te zien dat er langs dit deel van de Hélène Swarthlaan parkeerruimte beschikbaar is. Het gevolg is dat er nu wordt geparkeerd tot aan de rand van de tuin van Rodenbachlaan 9. Om deze parkeeroverlast te bestrijden is het wenselijk om een parkeerverbod in te stellen tussen Hélène Swarthlaan 35 en Rodenbachlaan 9.

Hiermee wordt tevens de weg in stand gehouden en de bruikbaarheid gewaarborgd en de vrijheid van verkeer gewaarborgd (resp. art. 2, lid 1 sub c en d Wegenverkeerswet 1994). Ook wordt door deze regel voorkomen of beperkt dat door het verkeer aantasting van het karakter of van de functie van het gebied wordt aangetast (art. 2, lid 2 sub b Wegenverkeerswet 1994).

Het parkeerverbod wordt bewerkstelligd door het plaatsen van het verkeersbord E1 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 conform dit bij dit besluit behorende afbeelding.

Doel

Door het instellen van het genoemde parkeerverbod wordt in wezen de oude situatie hersteld ten tijde van het verkeersbord G7 ‘Voetpad’. Ook in die situatie mochten hier geen voertuigen parkeren. Enkel in dat geval mochten er formeel ook geen voertuigen naar de erven van de aanwezige woningen rijden om daar op het erf te parkeren, ondanks dat er een verkeersbord G7 ‘Voetpad’ stond zonder verkeersbesluit. Het resultaat is dat met het verkeersbord E1 ‘Parkeerverbod’ de nu ontstane parkeeroverlast wordt aangepakt en de weg wordt voorzien van de formeel juiste bebording.

Belangenafweging

Het belang van een onbelemmerde doorgang en vrij parkeren in dit deel van de Hélène Swarthlaan is afgewogen tegen het belang van bewoners om op rechtmatige wijze hun auto op eigen erf te parkeren en het waarborgen van een vrije doorgang en toegang tot de woning. Het parkeerverbod houdt een beperking van het vrij parkeren in de straat in maar dit valt te rechtvaardigen door het belang van een vrije doorgang voor al het verkeer, evenals de ongehinderde toegang tot de woningen.

Besluiten

  • 1.

    Door het plaatsen van het bord E1 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 ter hoogte van Hélène Swarthlaan 35, zijde groen perk, conform de bij dit besluit behorende afbeelding, een parkeerverbod in te stellen tussen Hélène Swarthlaan 35 en Rodenbachlaan 9 te Uithoorn.

     

Uithoorn, 13 maart 2019

Namens dezen,

 

 

 

M.R. Kooymans

Afdelingshoofd,

afdeling Buurt,

Uitvoeringsorganisatie Duo+

 

 

 

 

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Een bezwaarschrift tegen dit besluit kan door belanghebbenden worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders (Postbus 8, 1420 AA Uithoorn) binnen zes weken na bekendmaking van het besluit. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • 1.

    naam en adres,

  • 2.

    datum bezwaarschrift,

  • 3.

    omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt,

  • 4.

    de reden(en) waarom u bezwaar maakt,

  • 5.

    schrijft u het bezwaarschrift in een vreemde taal, dan zorgt u voor een vertaling,

  • 6.

    (bij voorkeur) een kopie van het besluit waartegen u bezwaar wilt maken.

 

Mogelijkheid tot het aanvragen van een voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van het besluit niet op. De mogelijkheid bestaat om – zodra het bezwaarschrift is ingediend – tevens een verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen. Er moet sprake zijn van een spoedeisend belang. Dit verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Aan het verzoek zijn kosten verbonden.

 

Naar boven