Autorisatiebesluit VGZ Zorgkantoor B.V. in verband met verlenen van zorg in natura, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 19 maart 2019

Kenmerk: 2019-0000088981

In het verzoek van 11 februari 2019, 2019-0000081371, heeft VGZ Zorgkantoor B.V. verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met verlenen van zorg in natura, ter uitvoering van de Wet langdurige zorg.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Wlz-uitvoerder:

VGZ Zorgkantoor B.V., die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Wet langdurige zorg heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die de Wlz-uitvoerder aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

m. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

n. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de Categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

o. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

p. zorg in natura:

de zorg in natura, zoals genoemd in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;

q. verzekerde:

de ingeschrevene die overeenkomstig artikel 2.1.1 van de Wet langdurige zorg verzekerd is en overeenkomstig artikel 2.2.1 van de Wet langdurige zorg is ingeschreven bij VGZ Zorgkantoor B.V. Gelijkgesteld aan de verzekerde is de ingeschrevene die als verzekerde, overeenkomstig de Wet langdurige zorg, woont in het gebied waarvoor VGZ Zorgkantoor B.V. is aangewezen op grond van artikel 4.2.4, tweede lid van de Wet langdurige zorg en artikel 4.2.2, eerste lid van het Besluit langdurige zorg, maar niet als verzekerde is ingeschreven bij VGZ Zorgkantoor B.V.

Paragraaf 2. De spontane verstrekking van gegevens aan de Wlz-uitvoerder

Artikel 2

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan de Wlz-uitvoerder eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in de bijlage op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst staat vermeld, krijgt de Wlz-uitvoerder deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. Elke verstrekking bevat tevens het A-nummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan de Wlz-uitvoerder naar aanleiding van de wijziging van het A-nummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 3

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van de Wlz-uitvoerder bij de persoonslijst van een verzekerde opgenomen. De Wlz-uitvoerder verzoekt slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over de verzekerde:

    • a. waaraan de Wlz-uitvoerder zorg in natura heeft verleend, of

    • b. waarvan de Wlz-uitvoerder de kosten van toegekende zorg in natura terugvordert.

  • 2. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een verzekerde opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de verzekerde is vermeld.

Artikel 4

De afnemersindicatie wordt op verzoek van de Wlz-uitvoerder verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. De Wlz-uitvoerder verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien de spontane verstrekking van gegevens over de ingeschrevene niet of niet meer nood-zakelijk is voor het verkrijgen van gegevens over de verzekerde:

  • a. waaraan de Wlz-uitvoerder zorg in natura heeft toegekend, of

  • b. waarvan de Wlz-uitvoerder de kosten van toegekende zorg in natura terugvordert.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Wlz-uitvoerder

Artikel 5

  • 1. Aan de Wlz-uitvoerder wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een verzekerde, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Wlz-uitvoerder verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over de verzekerde:

    • a. die zorg in natura aanvraagt,

    • b. waaraan de Wlz-uitvoerder zorg in natura verleent, of

    • c. waarvan de Wlz-uitvoerder de kosten van reeds eerder toegekende zorg in natura terugvordert.

  • 3. Aan de Wlz-uitvoerder worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Wlz-uitvoerder bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de Wlz-uitvoerder

Artikel 6

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan de Wlz-uitvoerder dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan de Wlz-uitvoerder op grond van dit besluit een gegeven betreft dat door het college van burgemeester en wethouders op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. Indien aan de Wlz-uitvoerder gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting.

  • 4. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan de Wlz-uitvoerder, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 5. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 7

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan de Wlz-uitvoerder op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan de de Wlz-uitvoerder met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en de Wlz-uitvoerder wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 8

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan de Wlz-uitvoerder gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1. De Wlz-uitvoerder verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Wlz-uitvoerder;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Wlz-uitvoerder;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Wlz-uitvoerder.

Artikel 10

Het besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 december 2018, 2018-0000961724, wordt ingetrokken.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 19 maart 2019,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Algemeen Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij de artikelen 2 en 5 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het A-nummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. VGZ Zorgkantoor B.V.

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen op verzoek van VGZ Zorgkantoor B.V. (hierna: de Wlz-uitvoerder) die zich overeenkomstig artikel 4.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg (Wlz) heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet.

De Wlz-uitvoerder is voor het uitvoeren van de Wlz een bestuursorgaan1 en daarmee tevens een overheidsorgaan in de zin van artikel 1.1, onder t, van de Wet BRP.

4.1. De taak van de Wlz-uitvoerder

De Wet langdurige zorg (Wlz) bepaalt dat die wet wordt uitgevoerd door ‘Wlz-uitvoerders’. Een Wlz-uitvoerder is een rechtspersoon die door een zorgverzekeraar is opgericht voor het uitvoeren van de Wlz. De zorgverzekeraar meldt zijn verzekerden aan bij die Wlz-uitvoerder. De Wlz-uitvoerder schrijft de verzekerde in op grond van artikel 2.2.1. van de Wlz.

De Wlz-uitvoerder heeft, op grond van artikel 4.2.1., eerste lid, van de Wlz een zorgplicht voor de bij hem ingeschreven verzekerden. Die zorgplicht houdt onder meer in dat de Wlz-uitvoerder aan de verzekerde informatie verschaft over de vormen waarin langdurige zorg kan worden geleverd. Die zorg kan bestaan uit verschillende vormen van ‘zorg in natura’. Met zorg in natura wordt bedoeld dat de zorg wordt geleverd door zorgaanbieders op grond van een overeenkomst tussen de Wlz-uitvoerder en de zorgaanbieder. Dit wordt ook wel ‘gecontracteerde zorg’ genoemd. De Wlz-uitvoerder geeft ook informatie over de mogelijkheid om bij een zorgkantoor een persoonsgebonden budget aan te vragen. Indien zorg in natura wordt verstrekt, zorgt de Wlz-uitvoerder ervoor dat de zorg binnen een redelijke termijn en in een zorginstelling op redelijke afstand van waar de verzekerde wenst te wonen (of bij hem thuis) wordt geleverd. Ook geeft de Wlz-uitvoerder de verzekerde de keuze uit alle geschikte gecontracteerde zorgaanbieders of bemiddelt hij de verzekerde naar geschikte gecontracteerde zorgaanbieders.

Doelgroep van de Wlz-uitvoerder

Tot de doelgroep van de Wlz-uitvoerder behoren verzekerden. Deze doelgroep is te onderscheiden in verzekerden en niet-eigen verzekerden. De verzekerden van de Wlz-uitvoerder zijn degenen die overeenkomstig artikel 2.1.1 van de Wet langdurige zorg ingeschrevene zijn en verzekerd zijn door de Wlz-uitvoerder in kwestie. Daarnaast is er een groep niet-eigen verzekerden. Deze niet-eigen verzekerden zijn ingeschreven door een andere Wlz-uitvoerder. Nederland is ingedeeld in regio’s. Per regio is er een specifieke Wlz-uitvoerder aangewezen om zorg in natura te verlenen. De aangewezen Wlz-uitvoerders verlenen ook aan niet-eigen verzekerden zorg in natura. Dit doen zij namens de Wlz-uitvoerder waar de niet-eigen verzekerde wel ingeschreven is. Om de verstrekking van persoonsgegevens transparant te houden zal de aangewezen Wlz-uitvoerder bijhouden namens welke Wlz-uitvoerder hij de gegevens van de verzekerde opvraagt.

Op grond van artikel 2.1.1 van de Wlz is een persoon verzekerd overeenkomstig die wet, indien die persoon een ingezetene is of werk doet waarvoor die persoon in Nederland of op het continentaal plat aan loonbelasting is onderworpen. Personen die in het buitenland verblijven kunnen dus onder voorwaarden aanspraak maken op zorg uit hoofde van de Wlz. Ook voor het afwikkelen van openstaande vorderingen, als gevolg van verleende zorg, kan het noodzakelijk zijn om gegevens te krijgen van personen die naar het buitenland zijn vertrokken. Ook personen die slechts tijdelijk in Nederland verblijven kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op zorg uit hoofde van de Wlz. Tot de kring van verzekerden behoren dus zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

4.2. Wijzen van verstrekken aan de Wlz-uitvoerder

De Wlz-uitvoerder krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Wlz-uitvoerder vindt plaats door middel van spontane verstrekking en gegevensverstrekking op verzoek.

De spontane verstrekking van gegevens aan de Wlz-uitvoerder

De Wlz-uitvoerder krijgt de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage spontaan verstrekt. Wanneer de Wlz-uitvoerder aan een verzekerde zorg in natura heeft verleend, dient de Wlz-uitvoerder op de hoogte te blijven van veranderingen in de situatie van de verzekerde. De Wlz-uitvoerder krijgt deze gegevens om vast te kunnen stellen of de verzekerde nog steeds recht heeft op zorg in natura en om de verzekerde op het juiste adres aan te kunnen schrijven. Door middel van het plaatsen van een afnemersindicatie bij de persoonslijst van de verzekerde ontvangt de Wlz-uitvoerder automatisch wijzigingen in die gegevens op de persoonslijst van de verzekerde die zijn opgenomen in de bijlage. De afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt geplaatst op verzoek van de Wlz-uitvoerder.

Wanneer de verzekerde niet in aanmerking komt voor zorg in natura, is het plaatsen van een afnemersindicatie niet noodzakelijk. De afnemersindicatie bij de persoonslijst van een verzekerde die niet langer zorg in natura ontvangt, dient te worden verwijderd op verzoek van de Wlz-uitvoerder. Een uitzondering hierop is de situatie waarin een verzekerde niet langer zorg in natura ontvangt, maar de Wlz-uitvoerder de kosten van onrechte toegekende zorg in natura geheel of gedeeltelijk van de verzekerde wil terugvorderen. In dat geval kan de afnemersindicatie worden gehandhaafd tot de Wlz-uitvoerder de kosten terug heeft gevorderd.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Wlz-uitvoerder

De Wlz-uitvoerder mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. De Wlz-uitvoerder mag gegevens opvragen betreffende de persoon die door de zorgverzekeraar bij hem wordt aangemeld en die door de Wlz-uitvoerder als verzekerde wordt ingeschreven. Ook mag de Wlz-uitvoerder gegevens opvragen van de verzekerde die zorg in natura aanvraagt, de verzekerde aan wie zorg in natura is toegekend en de verzekerde waarvan de Wlz-uitvoerder de kosten van reeds toegekende zorg in natura terugvordert.

De gegevens die de Wlz-uitvoerder spontaan verstrekt zijn, zijn identiek aan de gegevens de Wlz-uitvoerder op verzoek kan opvragen.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De gegevens die de Wlz-uitvoerder ten behoeve van het verlenen van zorg in natura spontaan nodig heeft, zijn gelijk aan de gegevens die de Wlz-uitvoerder op verzoek nodig heeft.

Categorie 01 Persoon

De Wlz-uitvoerder is verplicht de identiteit vast te stellen van de persoon die zorg in natura aanvraagt. De Wlz-uitvoerder heeft hiertoe de identificerende gegevens uit categorie 01 van de persoonslijst van de ingeschrevene nodig, waaronder het burgerservicenummer en het A-nummer. Het burgerservicenummer en het A-nummer dienen tevens om de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen aan elkaar te koppelen en tot de juiste persoon te herleiden. Gegevens uit categorie 01 dienen tevens om de ingeschrevene op de juiste wijze aan te kunnen schrijven.

Categorie 05 Huwelijk/geregistreerd partnerschap

De Wlz-uitvoerder heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap uit categorie 05 van de persoonslijst van de ingeschrevene nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van het gegeven aanduiding naamgebruik uit categorie 01 en de gegevens “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner”, “datum sluiting” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.

Categorie 06 Overlijden

De Wlz-uitvoerder heeft het gegeven “datum overlijden” uit categorie 06 van de persoonslijst van de ingeschrevene nodig om vast te kunnen stellen of de ingeschrevene nog in leven is. Indien de aanvrager is overleden wordt de zorg in natura beëindigd.

Categorie 07 Inschrijving

Aan de hand van het gegeven “indicatie geheim” uit categorie 07 van de persoonslijst van de ingeschrevene kan de Wlz-uitvoerder vaststellen of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de Wlz-uitvoerder aanvullende maatregelen treffen ten behoeve van de privacy van de ingeschrevene.

Categorie 08 Verblijfplaats

Gegevens uit categorie 08 zijn noodzakelijk voor correspondentie met de ingeschrevene en het vaststellen van het recht op zorg in natura. Het recht op zorg in natura is afhankelijk van de duur van het verblijf in Nederland. Om vast te stellen hoe lang een ingeschrevene in Nederland heeft verbleven, is het gegeven “datum vestiging in Nederland” noodzakelijk. Een verhuizing naar het buitenland kan een reden zijn voor het beëindigen van de zorg in natura. Het is daarom noodzakelijk dat de Wlz-uitvoerder spontaan het gegeven “datum aanvang adres buitenland” verstrekt krijgt. Na vertrek naar het buitenland kan een vordering uit hoofde van het de verleende zorg in natura ontstaan. Voor de correspondentie over de afhandeling van een dergelijke vordering heeft de Wlz-uitvoerder op verzoek het adres in het buitenland nodig. De Wlz-uitvoerder krijgt vanwege een systeemtechnische noodzakelijkheid tijdelijk het gegeven “functie adres” verstrekt. De Wlz-uitvoerder draagt ervoor zorg dat dit gegeven niet nader wordt verwerkt.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Wlz-uitvoerder tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Wlz-uitvoerder om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Wlz-uitvoerder.

6. Bijzonderheden

Naast dit besluit voor het verlenen van zorg in natura is er voor VGZ Zorgkantoor B.V. ook een besluit voor het verlenen een persoonsgebonden budget (PGB). Dit besluit is genomen op 19 december 2018 en heeft kenmerk 2018-0000955437.

7. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 december 2018, 2018-0000961724, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van het toevoegen van het gegeven “functie adres”.

8. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2013–2014, 33 891, nr. 3, p.172.

Naar boven