Kennisgeving bestemmingsplan “Prinsenland”

Burgemeester en wethouders van Rotterdam maken bekend dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak van 23 januari 2019 de ingediende beroepschriften inzake het bestemmingsplan “Prinsenland” (NL.IMRO.0599.BP1056Prinsenland-va03) gedeeltelijk ongegrond heeft verklaard en gedeeltelijk gegrond heeft verklaard.

Als gevolg van de gegrondverklaring is het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan voor een deel vernietigd. De vernietiging betreft de bepaling in artikel 21, lid 21.1, aanhef en onder c, van de planregels voor zover daar in niet is geregeld dat de gronden met de bestemming “Tuin - 3” ter plaatse van de Ringvaartweg 133 tevens ten behoeve van één parkeerplaats mogen worden gebruikt.

De Raad van State is van oordeel dat de gronden met de bestemming “Tuin - 3” behorende bij de Ringvaartweg 133 wel gebruikt mogen worden voor één parkeerplaats. Gelet daarop, is de Raad van State van oordeel dat voor de hiervoor genoemde planregel de volgende bepaling in de plaats moet treden en moet worden opgenomen in het op www.ruimtelijkeplannen.nl gepubliceerde bestemmingsplan:

Ter plaatse van de adressen ’s-Gravenweg 686 en Ringvaartweg 133 ten behoeve van één parkeerplaats.

Het bestemmingsplan “Prinsenland” is met deze uitspraak op 24 januari 2019 onherroepelijk geworden. Het bestemmingsplan met de bijbehorende stukken is beschikbaar via www.ruimtelijkeplannen.nl.

Rotterdam, 27 februari 2019

Burgemeester en wethouders voornoemd,

namens dezen,

mevr. H. van Bockxmeer

Concerndirecteur Stadsontwikkeling