Call for consortium partners Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs 2019–2020, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Den Haag, februari 2019

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

2

 

1.3

Geldigheidsduur call for proposals

2

2

Doel

2

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan zich aanmelden

3

 

3.2

Wat kan aangevraagd worden

4

 

3.3

Wanneer kan aangevraagd worden

4

 

3.4

Het opstellen van de aanmelding

4

 

3.5

Voorwaarden voor deelname aan een consortium

5

 

3.6

Het indienen van een aanmelding

5

4

Beoordelingsprocedure

6

 

4.1

Procedure

6

 

4.1.1

Selectie van de consortiumpartners

6

 

4.1.2

Tijdpad volledige subsidieronde praktijkgericht onderzoek hoger onderwijs

7

 

4.2

Criteria

7

 

4.2.1

Ontvankelijkheidscriteria

7

 

4.2.2

Beoordelingscriteria aanmeldingen (voorselectie door de beoordelingscommissie)

7

5

Contact en overige informatie

8

 

5.1

Contact

8

 

5.1.1

Inhoudelijke vragen

8

 

5.1.2

Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

8

6

Bijlage(n)

8

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

In 2015 publiceerde het Ministerie van OCW de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015-2025, De waarde(n) van weten. In deze agenda werd budget aangekondigd voor onderzoek naar het hoger onderwijs. Doelstelling van dit onderzoek is de verbetering van de kwaliteit van het hoger onderwijs.

Vanaf 2018 komt dit budget geleidelijk beschikbaar. De programmering en besteding van het budget voor onderzoek naar het hoger onderwijs wordt uitgevoerd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). De stuurgroep van het NRO heeft hiervoor in 2018 de programmacommissie hoger onderwijs ingesteld.

De programmacommissie hoger onderwijs stelt zich ten doel een samenhangende programmering voor de besteding van het budget voor onderzoek en innovatie (het Comeniusprogramma) op te stellen. Daarbij streeft zij niet alleen naar samenhang tussen de subsidie-instrumenten die zij zelf opstelt, maar nadrukkelijk ook naar samenhang en samenwerking tussen instellingen en onderzoekers in het hoger onderwijs.

De subsidieronde Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs 2019-2020 is het eerste subsidie-instrument van de programmacommissie hoger onderwijs.

Deze subsidieronde is verdeeld in drie fasen:

  • 1. Selectie van projectleiders. De voorwaarden en procedure voor deze fase zijn beschreven in de call for projectleiders.

  • 2. Werving van consortiumpartners. De voorwaarden en procedure voor deze fase worden beschreven in deze call for consortiumpartners.

  • 3. Opstellen van een definitief onderzoeksvoorstel. De voorwaarden en procedure voor deze fase zijn beschreven in de call for proposals.

1.2 Beschikbaar budget

Voor de subsidieronde Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs 2019-2020 is in totaal € 2.625.000,- beschikbaar. Dit wordt verdeeld over drie projecten; maximaal één per thema. Per project kan maximaal € 875.000,- worden aangevraagd.

1.3 Geldigheidsduur call for proposals

De deadline voor het indienen van aanmeldingen is 12 november 2019, voor 14:00 uur CE(S)T.

2 Doel

Met deze subsidieronde beoogt de NRO programmacommissie hoger onderwijs om praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs te financieren.

Het primaire doel van praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs, zoals dat wordt gefinancierd door het NRO, is het beantwoorden van vragen die leven in de onderwijspraktijk, en daarmee bij te dragen aan de vernieuwing en verbetering van het onderwijs. Het onderzoek voldoet aan de criteria voor wetenschappelijk onderzoek. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijke inzichten.

Het onderzoek vindt plaats in de onderwijspraktijk, en wordt uitgevoerd in intensieve samenwerking tussen onderzoekers en praktijkprofessionals gedurende het gehele traject. Dit begint met formuleren van de onderzoeksvraag en loopt door tot en met de implementatie en verdere verspreiding van de onderzoeksresultaten. Er is dus constant sprake van tweerichtingsverkeer. Het onderzoek brengt nieuwe inzichten en concrete producten voort. Deze zijn relevant en – zoveel mogelijk – bruikbaar voor andere onderwijscontexten dan die waarin het onderzoek plaatsvindt.

Het budget wordt verdeeld over drie projecten, waarin onderzoek wordt gedaan naar drie thema’s die relevant zijn voor het gehele hoger onderwijsveld in Nederland:

  • 1. Professionele ontwikkeling van docenten

  • 2. Internationaal en intercultureel onderwijs

  • 3. Flexibel onderwijs

De thema’s worden nader uitgewerkt door de projectleiders die in de eerste fase van de subsidieronde zijn geselecteerd. Na bekendmaking van de projectleiders zal een geüpdatete versie van deze call for consortium partners gepubliceerd worden, waarin de essays van de projectleiders zijn opgenomen.

Het onderzoek wordt opgezet en uitgevoerd door consortia van onderzoekers, docent- onderzoekers en andere onderwijsprofessionals verbonden aan Nederlandse universiteiten en hogescholen, en eventueel andere aan het hoger onderwijs gelieerde organisaties.

De subsidieronde is ingericht in drie fasen:

  • 1. In de eerste fase worden ervaren onderzoekers uitgenodigd zich te melden als projectleider voor één van de drie projecten. De beoordelingscommissie selecteert de projectleiders, volgens de procedure en aan de hand van de beoordelingscriteria die in de call for projectleiders zijn vastgesteld (zie paragraaf 4.2.2).

  • 2. In deze call for consortium partners worden (individuele of samenwerkende) onderzoekers, docent-onderzoekers en andere onderwijsprofessionals uitgenodigd hun motivering voor deelname aan een van de consortia kenbaar te maken. Tijdens een matchmakingsdag worden drie consortia gevormd: een voor ieder thema. Bij een te groot aantal aanmeldingen maakt de beoordelingscommissie een voorselectie voor de matchmakingsdag, en nodigt de partijen uit die de grootste kans hebben een goede match te kunnen vormen met elkaar en de projectleiders.

  • 3. Nadat de consortia gevormd zijn, worden werkconferenties georganiseerd door het NRO, waar elk consortium kan werken aan het aanscherpen van zijn aanvraag en de consortia onderling de aanvragen met elkaar kunnen afstemmen. De beoordelingscommissie toetst de definitieve voorstellen aan de hand van de beoordelingscriteria zoals vastgelegd in de call for proposals.

De programmacommissie hoger onderwijs wil met deze procedure bijdragen aan het ontstaan van nieuwe samenwerkingsverbanden in het Nederlandse hoger onderwijsveld. Na de selectie van projectleiders, consortiumpartners en de vorming van de consortia is er tussen de consortia onderling geen competitie meer. Hierdoor kan samenhang en eventueel samenwerking tussen de projecten tot stand komen.

De voorwaarden en beoordelingscriteria voor projectleiders en aanvragen nodigen uit om gedurende het onderzoeksproject de onderzoeksactiviteiten nader vast te leggen. Zo wil het NRO bijdragen aan wendbaar onderwijsonderzoek.

3 Richtlijnen voor aanvragers

3.1 Wie kan zich aanmelden

Onderwijsonderzoekers, docent-onderzoekers en andere professionals werkzaam aan bekostigde hoger onderwijsinstellingen in Nederland kunnen zich aanmelden1.

Bij de aanmelding geeft de aanvrager(s) aan in welk onderzoeksproject (welk thema) hij/zij wil deelnemen. Een aanvrager kan zich individueel aanmelden, of als vertegenwoordiger van een projectteam, vakgroep, opleiding, etc.2 Het is niet mogelijk om zich voor meerdere onderzoeksprojecten tegelijk aan te melden.

Allen die overwegen zich aan te melden wordt geadviseerd éérst de Call for proposals Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs 2019-2020 te lezen, waarin de eisen aan de samenstelling van een consortium en de eisen aan een aanvraag staan vermeld. De programmacommissie hoger onderwijs streeft naar brede samenwerkingsverbanden, waar ‘traditionele’ grenzen tussen academische disciplines en opleidingen, en tussen hbo en wo geopend worden. Docent-onderzoekers, onderwijsprofessionals en onderwijsonderzoekers werken in de consortia samen. Op het aanmeldformulier wordt de aanvrager(s) gevraagd een van onderstaande categorieën te kiezen.

  • Een onderwijsonderzoeker is onderzoeker in de onderwijswetenschappen3 en is verbonden aan (onderzoeksinstellingen die gelieerd zijn aan) een universiteit, instelling voor hoger beroepsonderwijs, of andere onderzoeksinstelling in Nederland waar onderwijsonderzoek wordt uitgevoerd.4 De onderwijsonderzoeker heeft aantoonbare ervaring met onderzoek naar het thema waarvoor hij/zij zich aanmeldt in samenwerking met de onderwijspraktijk. De onderzoeker is gemotiveerd samen te werken met onderzoekers, docent-onderzoekers en overige consortiumpartners uit verschillende disciplines, en blikt hierop vooruit in de aanmelding.

  • Een docent-onderzoeker is docent aan een hoger onderwijsinstelling in Nederland en onderzoekt zijn eigen onderwijspraktijk, of wil hiermee beginnen. Hij motiveert hoe hij actief mee kan werken aan het onderzoeksvoorstel en -project. Het eigen praktijkonderzoek vormt een onderdeel van het grotere onderzoeksproject.

    Bij voorkeur is hij/zij betrokken bij een onderwijsinnovatieproject waarvan de doelstellingen aansluiten bij het onderzochte thema.5

  • Een onderwijsprofessional is werkzaam aan een bekostigde hoger onderwijsinstelling in Nederland. Bijvoorbeeld als onderwijsadviseur, docenttrainer, studentbegeleider, career-officer, etc. Het werk dat hij/zij doet sluit aan bij het onderzoeksthema en de schets van het onderzoek zoals voorgesteld in het essay van de projectleider. Binnen het onderzoeksproject zal hij/zij zijn/haar eigen (onderwijs)praktijk onderzoeken, en eventueel ook direct(er) bijdragen aan beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. Bij voorkeur is hij/zij betrokken bij een onderwijsinnovatieproject waarvan de doelstellingen aansluiten bij het onderzochte thema.6

Er wordt in deze fase (dus) gezocht naar mensen die een actieve bijdrage willen leveren aan het ontwerpen en uitvoeren van het onderzoek. Docenten en anderen onderwijsprofessionals die geïnteresseerd zijn in het laten uitvoeren van onderzoek naar de eigen praktijk, zonder daarbij zelf een actieve rol te vervullen, kunnen in deze fase niet indienen.

In de volgende fase, nadat de consortia in de basis gevormd zijn, kan een consortium ook (onderwijs-)professionals werkzaam bij private of semipublieke organisaties uitnodigen. Dit zijn personen die bijvoorbeeld als stagebegeleider bij een stagebedrijf werken, zelfstandig onderwijsadviseur zijn, of werken aan een niet-bekostigde hoger onderwijsinstelling. Het werk dat zij doen sluit aan bij het onderzoeksthema en de schets van het onderzoek zoals voorgesteld in het essay van de projectleider. Binnen het onderzoeksproject onderzoeken zij hun eigen praktijk. De kosten voor hun inzet wordt als (in kind) cofinanciering bijgedragen (zie paragraaf ‘wat kan aangevraagd worden’ in de call for proposals bij deze subsidieronde). Personen in deze categorie kunnen niet op eigen initiatief reageren op deze call for consortium partners.

Voor de volledigheid wordt hierbij opgemerkt dat leden van de programmaraden, programmacommissies en de Stuurgroep van het NRO niet van deelname aan de subsidieronde uitgesloten zijn. Voorwaarde is dat zij vallen onder de geldende definities van ‘aanvrager’ in de NWO Subsidieregeling 2017. In de beoordelingsprocedure is, conform de NWO Gedragscode Belangenverstrengeling, waarborging voor het omgaan met mogelijke betrokkenheid van leden van de programmaraden, programmacommissies en de Stuurgroep van het NRO ingebouwd. Leden van de beoordelingscommissie daarentegen kunnen niet tevens aanvrager in dezelfde ronde zijn.

3.2 Wat kan aangevraagd worden

In deze fase van de procedure wordt nog geen budget aangevraagd voor een onderzoeksproject. De uitnodiging om deel te nemen aan de matchmakingsdag en daarmee een kans op deelname in het consortium is ‘dat wat wordt aangevraagd’.

De aanvrager meldt zich aan om deel te nemen aan één van de drie onderzoeksprojecten die in de volgende fase van de subsidieronde tot stand zullen komen.

Alleen aanvragers die tijdig een aanmelding hebben ingediend kunnen worden uitgenodigd voor de matchmakingsdag.

De consortia worden gevormd op de matchmakingsdag. Op deze dag kunnen projectleiders en consortiumpartners bepalen of dat wat zij kunnen bieden en willen uitvoeren goed op elkaar aansluit, en of zij een verdere samenwerking willen aan gaan. Doel van de dag is het vormen van één (concept-)consortium per thema, en per consortium een plan van aanpak voor het gezamenlijk opstellen van een onderzoeksvoorstel in de volgende fase van de subsidieronde.

Deelname aan de matchmakingsdag biedt de aanvrager (dus) geen garantie op deelname aan het onderzoeksproject, maar ook geen verplichting. De voorwaarden voor deelname aan een consortium staan in paragraaf 3.5.

Wanneer het aantal aanmeldingen voor de matchmakingsdag het maximaal aantal genodigden per thema en categorie overstijgt, wordt een voorselectie uitgevoerd. Deze maxima per thema en categorie zijn als volgt vastgesteld:

  • 8 aanmeldingen van onderwijsonderzoekers

  • 8 aanmeldingen van docent-onderzoekers

  • 6 aanmeldingen van onderwijsprofessionals

De procedure die hiervoor gehanteerd wordt, staat beschreven in hoofdstuk 4 van deze call for consortium partners.

3.3 Wanneer kan aangevraagd worden

Aanmeldingen kunnen worden ingediend nadat de volledige versie van deze call for consortium partners, inclusief de essays van de projectleiders (toegevoegd in hoofdstuk 6) gepubliceerd is.

De deadline voor het indienen van een aanmelding is 12 november 2019, voor 14:00 uur CE(S)T.

Aanmeldingen die vóór publicatie van de essays van de projectleiders of ná de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

3.4 Het opstellen van de aanmelding

In de aanmelding geeft de aanvrager aan voor welk thema en welke categorie hij/zij indient. Daarnaast bestaat de aanmelding uit:

  • een motivatie (maximaal 1500 woorden) waarin de aanvrager aangeeft waarom hij/zij wil deelnemen in het onderzoek zoals geschetst in het essay, en vooruitblikt op wat zijn/haar rol in het consortium zou kunnen zijn. Wanneer docent-onderzoekers of onderwijsprofessionals zich melden als trekker van een innovatieproject, gesubsidieerd uit een stimuleringsregeling of (lokaal) innovatiefonds betreft, worden ook de doelstellingen en status van het project, de expertise van de teamleden en de mogelijke relevantie van het project voor het onderzoek toegelicht;

  • informatie over maximaal acht recente en voor het thema relevante (wetenschappelijke of vak-)publicaties of (afgeronde of lopende) projecten waaraan hij/zij heeft deelgenomen;

  • een cv (maximaal één A4’tje) waaruit de onderzoeks- en/of praktische ervaring met het thema en de huidige werkzaamheden blijken;

  • informatie over of cofinanciering mogelijk zal zijn.

Voor het opstellen van de aanmelding komt een aanmeldformulier beschikbaar, dat vanaf september 2019 is te downloaden via de financieringspagina op de website van NWO, en via ISAAC. Het gebruik van het aanmeldformulier is verplicht. Het cv dient met het aanmeldformulier samengevoegd te worden tot één pdf. Zie voor de procedure voor het indienen van de aanmelding paragraaf 3.6.

3.5 Voorwaarden voor deelname aan een consortium

In deze paragraaf staan de voorwaarden vermeld voor deelnemers aan de matchmakingsdag vanaf het moment dat zij worden uitgenodigd voor de matchmakingsdag, en vanaf het moment dat zij als lid van het consortium worden opgenomen.

  • de genodigden neemt actief deel aan de matchmakingsdag en stelt zich coöperatief op om met de aanwezige partijen te zoeken naar mogelijke samenwerkingsverbanden.

Na vaststellen van het consortium zal ieder lid (individu of een vertegenwoordiger van een project) ...

  • op initiatief van de projectleider meewerken aan voorbereidingen voor de twee werkconferenties en het onderzoeksvoorstel;

  • aanwezig zijn bij beide werkconferenties en een actieve rol vervullen in het opstellen van het onderzoeksvoorstel.

De voorwaarden waar de leden van het consortium zich aan verbinden na toekenning van de aanvraag, staan vermeld in 3. Call for Proposals Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs 2019-2020.

3.6 Het indienen van een aanmelding

Voor het opstellen van de aanmelding is het gebruik van het aanmeldformulier verplicht. Het formulier is beschikbaar via de financieringspagina op de website van NWO, en via ISAAC.

De aanmelding wordt ingediend door het ingevulde formulier te uploaden in ISAAC.

Bij het indienen van uw aanmelding in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom tijdig vóór de deadline van deze call for consortium partners met het indienen van uw aanmelding. Aanmeldingen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Een aanvrager is verplicht zijn/haar aanmelding via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien een aanvrager zich als vertegenwoordiger van een projectteam, vakgroep, opleiding, etc. indient, dient het account van een van de aanvragers gekozen te worden. Dit account wordt door het NRO in het gehele verdere proces als contactadres gebruikt voor officiële berichtgeving.

Indien de aanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat tijdig voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de aanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe intentieverklaring / aanmelding in te dienen.

Na verzenden van uw aanmelding ontvangt u altijd een automatisch per e-mail verstuurde bevestiging. Deze bevestiging wordt verstuurd naar het e-mailadres dat in uw ISAAC- account geregistreerd staat als voorkeursadres. Wanneer u geen ontvangstbevestiging ontvangt, neem dan contact op met de ISAAC-helpdesk. Ook voor overige vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpd...esk, zie paragraaf 5.1.2.

4 Beoordelingsprocedure

4.1 Procedure

Instellen van de beoordelingscommissie

Voor de volledige looptijd van de subsidieronde, bestaande uit drie fasen, wordt één beoordelingscommissie ingesteld. Deze commissie bestaat uit:

  • Ervaren (internationale) onderwijsonderzoekers (hoogleraren/lectoren) met expertise op het gebied van de thema’s (ieder thema twee) en in het samenwerken met consortia. De onderzoekers in de commissie worden geworven uit het gehele spectrum van academische disciplines in de onderwijswetenschappen.

  • Personen die werkzaam zijn of waren in de praktijk van het hoger onderwijs in Nederland, ervaring hebben met het opzetten en uitvoeren van onderwijsvernieuwingsprojecten, en affiniteit hebben met onderwijsonderzoek;

  • Studenten met ervaring in onderwijsbeleid, één uit het HBO, één uit het WO.

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling van toepassing.

De procedure bestaat uit de volgende stappen:

  • Indiening van aanmeldingen;

  • In behandeling nemen van de aanmeldingen;

  • (Eventueel) voorselectie door de beoordelingscommissie;

  • (Eventueel) besluitvorming over de voorselectie door de programmacommissie hoger onderwijs;

  • Uitnodiging voor de matchmakingsdag.

Vanwege de in de beoordelingscommissie aanwezige expertise is besloten gebruik te maken van de mogelijkheid gegeven bij artikel 2.2.4 van de NWO Subsidieregeling 2017 om een afwijkende selectieprocedure te volgen ten aanzien van advisering, beoordeling en besluitvorming. Deze afwijking houdt in dat de beoordelingsprocedure zonder inschakeling van referenten zal worden uitgevoerd.

4.1.1 Selectie van de consortiumpartners

In behandeling nemen van de aanmeldingen

Zo spoedig mogelijk na indiening van de aanmelding krijgt de hoofdaanvrager bericht over het al dan niet in behandeling nemen van de aanmelding. Het NRO-secretariaat bepaalt dat aan de hand van een aantal administratief-technische criteria. Deze staan vermeld in paragraaf 4.2.1. Een aanmelding die niet voldoet aan een van de genoemde criteria, wordt niet in behandeling genomen.

Zo spoedig mogelijk nadat bekend is hoeveel aanmeldingen in behandeling genomen worden, wordt dit aantal via e-mail bekendgemaakt aan de aanvragers. In dit bericht wordt ook bekendgemaakt of een voorselectie uitgevoerd zal worden.

Voorselectie van de aanmeldingen door de beoordelingscommissie

Indien het aantal ingediende aanmeldingen op een bepaald thema en een bepaalde categorie van consortiumpartners groter is dan de maximale capaciteit van de matchmakingsdag zal de beoordelingscommissie een voorselectie uitvoeren.

De aanmeldingen worden naar de projectleider en ten minste drie leden van de beoordelingscommissie verzonden. De projectleiders krijgen de gelegenheid bij iedere aanmelding een schriftelijk advies aan de beoordelingscommissie op te stellen.

De beoordelingscommissie beoordeelt en scoort de individuele aanmeldingen met inachtneming van het schriftelijke advies van de projectleiders, uitgaande van de beoordelingscriteria in paragraaf 4.2.

De beoordelingscommissie voorziet alle aanmeldingen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekendgemaakt bij het besluit over al dan niet uitnodigen van de aanvrager voor de matchmakingsdag.

De kwalificatie kent de volgende categorieën:

  • excellent

  • zeer goed

  • goed

  • ontoereikend

  • komt niet in aanmerking voor de volgende fase van de NWO-beoordelingsprocedure (geldt alleen voor financieringsinstrumenten met een voorselectie)

Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.

Op alle criteria dient de aanvrager de kwalificatie “goed” te scoren om in aanmerking te komen voor uitnodiging van de matchmakingsdag.

De aanmeldingen worden op basis van de scores geprioriteerd. De beoordelingscommissie zal maximaal uitnodigen...

  • 8 aanmeldingen van onderwijsonderzoekers

  • 8 aanmeldingen van docent-onderzoekers

  • 6 aanmeldingen van onderwijsprofessionals

Bij het opstellen van de lijst van genodigden voor de matchmakingsdag worden ook de eisen voor de minimale samenstelling van een consortium in acht genomen:

  • De hoofdaanvrager/projectleider is in de eerste fase van deze subsidieronde tot projectleider benoemd7;

  • De consortiumpartners voldoen aan de eisen gesteld in deze call for consortium partners behorende bij deze subsidieronde;

  • De consortiumpartners zijn voor de werkconferentie(s) geselecteerd en bij de werkconferentie(s) verbonden aan deze subsidieronde aanwezig geweest;

  • De consortiumpartners zijn gezamenlijk verbonden aan ten minste vier hoger onderwijsinstellingen, waarvan ten minste twee hogescholen en twee universiteiten;

  • In het consortium zitten ten minste twee onderwijsonderzoekers. Gezamenlijk hebben zij een aanstelling bij ten minste één hogeschool en één universiteit.

  • De docent-onderzoekers in het consortium zijn gezamenlijk verbonden aan opleidingen in twee verschillende opleidingsdomeinen.8

  • Ten minste drie van de leden van een consortium zijn ten tijde van de start van het onderzoeksproject (ook) betrokken bij een innovatieproject waarvan de doelstelling aansluit bij een van de drie thema’s.9

Dit betekent dat, wanneer nodig, onderscheid gemaakt kan worden op basis van de instelling en/of het opleidingsdomein van de aanvrager.

Besluitvorming door de programmacommissie hoger onderwijs

In het geval van de voorselectie legt de beoordelingscommissie een schriftelijk advies voor aan de programmacommissie hoger onderwijs over de kwalificatie en prioritering van de aanmeldingen. De aanmelding dient op alle criteria ten minste als “goed” beoordeeld te worden om in aanmerking te komen voor honorering. De programmacommissie toetst de procedure, stelt de kwalificaties vast en besluit tot de genodigden voor de matchmakingsdag.

Uitnodiging voor de matchmakingsdag

Indien voor een bepaald thema en bepaalde categorie géén voorselectie nodig blijkt, zullen alle aanvragers binnen dit thema en categorie uitgenodigd worden voor de matchmakingsdag.

Wanneer een aanvrager uitgenodigd wordt, ontvangt hij/zij hier over per e-mail bericht.

Wanneer een aanvrager niet uitgenodigd wordt, ontvangt hij/zij hierover per e-mail en schriftelijk een bericht, voorzien van een motivatie van de beoordelingscommissie waarom de aanmelding is afgewezen.

Disclaimer

De uitnodiging tot deelname aan de matchmakingsdag en andere activiteiten in deze fase biedt geen garantie op honorering van de aanvraag in fase drie van deze subsidieronde.

Bezwaar en beroep

Voor het indienen van formele bezwaren tegen beslissingen in het kader van de subsidieronde Praktijkgericht onderzoek hoger onderwijs 2019-2020 staan, waar van toepassing, de geldende bezwaar- en beroepsprocedures open.

4.1.2 Tijdpad volledige subsidieronde praktijkgericht onderzoek hoger onderwijs 2019-2020

Februari 2019

Call for projectleiders gepubliceerd en procedure voor aanmeldingen projectleiders geopend. Raamwerk van call for consortium partners (excl. essays) en call for proposals gepubliceerd.

19 maart 2019

Deadline indienen intentieverklaring

23 april

Deadline indienen aanmelding voor projectleider

Mei

Beoordeling aanmeldingen door beoordelingscommissie

Juni

Gelegenheid tot weerwoord op eerste schriftelijke beoordeling

Eind augustus

Beoordelingscommissie vergadert

+/- 9 september

Berichtgeving uitnodiging interviewfase

+/- 18 september

Interviews met maximaal 9 projectleiders

+/- 7 oktober

Bekendmaking projectleiders; publicatie volledige call for consortium partners

12 november

Deadline aanmelding consortiumpartners

2 december

Uiterlijk berichtgeving uitnodiging matchmakingsdag (wanneer van toepassing: bericht over uitsluiting

n.a.v. voorselectie)

11 december

Matchmakingsdag

15 januari 2020

Werkconferentie 1

12 februari 2020

Werkconferentie 2

26 maart 2020

Deadline aanvragen

+/- 6 april 2020

Bekendmaking besluit

4.2 Criteria

4.2.1 Ontvankelijkheidscriteria

Om in aanmerking te komen voor toelating tot de beoordelingsprocedure dient iedere aanmelding te voldoen aan een aantal formele voorwaarden, zoals hieronder beschreven. Aanmeldingen zullen eerst op deze ontvankelijkheidscriteria worden getoetst.

Alleen aanmeldingen die aan de onderstaande criteria voldoen zullen tot de beoordelingsprocedure worden toegelaten:

  • De aanmelding is ingediend door een persoon (of personen) die aan de gestelde eisen in paragraaf 3.1 voldoet;

  • Het aanmeldformulier is, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, juist, compleet en volgens de instructies ingevuld;

  • De aanmelding is ingediend via het ISAAC-account van de (hoofd)aanvrager;

  • De aanmelding is tijdig ingediend;

  • De aanmelding is in het Engels opgesteld.

4.2.2 Beoordelingscriteria aanmeldingen (voorselectie door de beoordelingscommissie)

De beoordelingscommissie selecteert uit de aanmeldingen op basis van:

  • 1. Motivatie en passendheid (50%)

    • Motivatie voor deelname aan het onderzoek en de mate waarin deze passend is bij het essay van de projectleider.

  • 2. Expertise en ervaring (50%)

    • De expertise en ervaring die door de partner ingebracht kan worden is passend bij het onderzoek voorgesteld in het essay van de projectleider. Dit blijkt uit het ingediende cv van de aanvrager(s).

Om voor uitnodiging in aanmerking te komen dient een aanmelding op alle criteria ten minste als ‘goed’ gekwalificeerd te worden.

5 Contact en overige informatie

5.1 Contact

5.1.1 Inhoudelijke vragen

Voor inhoudelijke vragen over de subsidieronde Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs en deze call for consortium partners neemt u contact op met:

Pia Hindriks MSc

Telefoonnummer: +31 (0)70 349 42 16

E-mail: opro@nro.nl

5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC- helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

6 Bijlage(n)

In dit hoofdstuk zullen in het najaar van 2019 de essays van de projectleiders gepubliceerd worden.


X Noot
1

Zie voor een volledige lijst van bekostigde instellingen artikel 1.8 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

X Noot
2

Ten behoeve van de leesbaarheid van de tekst wordt in de verdere call for consortium partners steeds “aanvrager” gehanteerd. In het geval van een aanmelding door een projectteam, vakgroep, opleiding etc. kan hier “aanvragers” worden gelezen.

X Noot
3

Onder onderwijswetenschappen worden alle disciplines (en combinaties daarvan) verstaan die zich richten op het ontwikkelen van kennis die van nut is voor het onderwijsbeleid en voor de onderwijspraktijk op micro- (individueel en klasniveau), meso- (onderwijsorganisatie) en macroniveau (beleid en bestel). Voorbeelden van deze disciplines zijn: onderwijskunde, pedagogiek, vakdidactiek, economie, sociologie, cognitieve neurowetenschappen, psychologie, bestuurskunde, ethiek en rechten.

X Noot
4

Onderzoekers die in de eerste fase van deze subsidieronde zijn afgewezen kunnen zich in fase twee aanmelden als onderwijsonderzoeker van een consortium.

X Noot
5

Dit kunnen projecten zijn die reeds gestart zijn en gefinancierd worden door een van de nationale stimuleringsregelingen (Comeniusprogramma, Students4Students, CityDeal Kennismaken, SURF Open & Online, etc.), of projecten die binnen een Nederlandse hoger onderwijsinstelling gestart zijn met geld uit een innovatiefonds van de eigen instelling. Ook nieuwe innovatieprojecten kunnen opgestart worden in het kader van deze ronde. Het aan te vragen budget is bedoeld voor de kosten van het onderzoek naar deze projecten: wanneer het ontwikkelen van nieuwe innovaties onderdeel van het project is, dient de financiering voor de ontwikkeling uit een andere bron te komen (zie ook ‘wat kan aangevraagd worden’ in de call for proposals).

X Noot
6

Zie de toelichting bij de omschrijving van de projecten van de docent-onderzoekers.

X Noot
7

Rond 7 oktober 2019 worden de projectleiders door het NRO bekendgemaakt.

X Noot
8

Deze voorwaarde geldt niet voor het consortium dat een onderzoeksvoorstel naar het thema “professionele ontwikkeling van docenten” indient. De verschillende opleidingsdomeinen zijn: geesteswetenschappen / sociale en maatschappijwetenschappen inclusief lerarenopleidingen / technische & natuurwetenschappen / medische en gezondheidswetenschappen / uitvoerende en beeldende kunsten.

X Noot
9

Zie voetnoot 4.

Naar boven