Gemeente Delft, verkeersbesluit Sint Sebastiaansbrug, tijdelijke verkeersmaatregelen

Nummer: 3864430

Burgemeester en wethouders van Delft,

Gelet op:

• artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap;

• artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

• artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van borden model E4 zoals bedoeld in Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) en het plaatsen en verwijderen van onderborden moet geschieden krachtens een verkeerbesluit;

• krachtens artikel 14 van het BABW wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

• artikel 24 BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie;

Overwegende dat:

• op 14 februari 2019 wordt gestart met het vervangen van de Sint Sebastiaansbrug en dat de brug circa een jaar gestremd zal zijn;

• gelijktijdig met de werkzaamheden aan de Sint Sebastiaanbrug ook het Poortlandplein en de Mijnbouwstraat (oostzijde) heringericht worden;

• gedurende deze werkzaamheden diverse tijdelijke verkeersmaatregelen worden getroffen om het verkeer in goede banen te leiden en de verkeersveiligheid van bestuurders en uitvoerders te waarborgen;

• deze tijdelijke verkeersmaatregelen een doorlooptijd hebben van langer dan 4 maanden en daarmee verkeersbesluitplichtig zijn;

• de onder ‘besluiten’ genoemde wegen in eigendom, beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Delft;

• overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemachtigde van de chef van politie en dat er positief is geadviseerd;

• het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

B E S L U I T E N :

• 1. het instellen van een verplichte rijrichting rechtsaf vanuit de Asvest naar de Zuidwal door het plaatsen van bord model D5 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 2. het instellen van een snelheidsregime van 30 km/uur op een deel van de Zuidwal, op de Michiel de Ruyterweg, het Zuidplantsoen en rondom het Poortlandplein op de Schoemakerstraat, de Julianalaan en de Nassaulaan door het plaatsen van borden model A1 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 3. het instellen van een inhaalverbod op de Zuidwal door het plaatsen van het bord model F1 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 4. het instellen van een (verplichte) passeerzijde rechts of links en rechts van het bord op diverse kruispunten door het plaatsen van de borden model D2 en D3 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 5. het instellen van een geslotenverklaring op de Sebastiaansbrug (noordzijde), de Zusterlaan, het Gashouderpad, de Kanaalweg, het Kanaalpad, de Nieuwelaan en de Mijnbouwstraat (oostzijde) door het plaatsen van borden model C1 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 6. het instellen van een geslotenverklaring op de Sebastiaansbrug (zuidzijde) met een uitzondering voor bouwverkeer door het plaatsen van het bord model C1 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede een onderbord met de tekst “uitgezonderd bouwverkeer”;

• 7. het instellen van een geslotenverklaring op de Julianalaan ter hoogte van Bouwkunde met een uitzondering voor (brom)fietsers door het plaatsen van een bord model C1 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede een onderbord OB54 (uitgezonderd fietsers en bromfietsers);

• 8. de bestaande geslotenverklaring van de busbaan op de Michiel de Ruyterweg, tussen de Julianalaan en de Mijnbouwstraat, voorzien van een uitzondering voor bouwverkeer door de borden model C1 van bijlage 1 van het RVV 1990 te voorzien van onderborden met de tekst “uitgezonderd bouwverkeer”;

• 9. de bestaande geslotenverklaring van de busbaan op de Michiel de Ruyterweg, tussen het Zuidplantsoen en de Julianalaan, op te heffen door het verwijderen van het bord model C1 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 10. het instellen van een verplichte rijrichting rechtsaf vanuit de Piet Heinstraat naar het Mijnbouwplein door het plaatsen van het bord model C4 van bijlage 1 van het RVV 1990;

• 11. het instellen van eenrichtingsverkeer, met uitzondering voor fietsers, op de Piet Heinstraat tussen de Maerten Trompstraat en het Mijnbouwplein door het plaatsen van de borden model C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede de onderborden OB52 (uitgezonderd fietsers);

• 12. het instellen van eenrichtingsverkeer, met uitzondering voor fietsers, op de Cornelis Trompstraat tussen de Maerten Trompstraat en de Michiel de Ruyterstraat door het plaatsen van de borden model C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede de onderborden OB52 (uitgezonderd fietsers);

• 13. de bovengenoemde tijdelijke verkeersmaatregelen uit te voeren in de periode van 14 februari 2019 tot en met het moment waarop de werkzaamheden aan de Sint Sebastiaansbrug zijn afgerond;

• 14. de bovengenoemde tijdelijke verkeersmaatregelen uit te voeren conform de bij dit besluit behorende situatietekening van d.d. 9-1-2019 en nummer P18-573-1.

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

Namens het college,

De heer P.A.J. Coene

Assetbeheerder Gebiedsbeheer & Leefbaarheid

Delft, 11 februari 2019

Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u binnen 6 weken na dagtekening een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat dit besluit genomen heeft. Hoe u dat doet, kunt u lezen op www.delft.nl/bezwaarschrift.

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, als er sprake is van spoedeisend belang, ook op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.