Autorisatiebesluit TKP Pensioen B.V. namens de in bijlage I genoemde pensioenuitvoerders, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 21 december 2017

Kenmerk: 2017-0000632911

In het verzoek van 5 december 2017, 2017-0000624215, heeft TKP Pensioen B.V. namens de in bijlage I genoemde pensioenuitvoerders verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de uitvoering van uitvoeringsovereenkomsten als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen en artikel 39 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de pensioenuitvoerder:

de in bijlage I genoemde pensioenuitvoerders;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die de TKP Pensioen B.V. aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

m. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

n. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

o. Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

p. een uitvoeringsovereenkomst:

de uitvoeringsovereenkomst tussen een werkgever en een pensioenuitvoerder over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

q. pensioenaanspraak:

de pensioenaanspraak, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

r. pensioenrecht:

het recht op een ingegaan pensioen, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

Paragraaf 2. De spontane verstrekking van gegevens aan de pensioenuitvoerder

Artikel 2

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan de pensioenuitvoerder eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlagen II en III bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage II op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt de pensioenuitvoerder deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan de pensioenuitvoerder naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 3

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van de pensioenuitvoerder bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. De pensioenuitvoerder verzoekt slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. een ingeschrevene die ten opzichte van de pensioenuitvoerder een pensioenaanspraak of een pensioenrecht heeft op grond van een uitvoeringsovereenkomst; of

    • b. een ingeschrevene aan wie de pensioenuitvoerder informatie over een pensioenaanspraak of een pensioenrecht verstrekt, ter uitvoering van de artikelen 38 tot en met 47 van de Pensioenwet.

  • 2. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.

Artikel 4

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van de pensioenuitvoerder verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene.

  • 2. De pensioenuitvoerder verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien:

    • a. een ingeschrevene ten opzichte van de pensioenuitvoerder geen pensioenaanspraak of geen pensioenrecht (meer) heeft op grond van een uitvoeringsovereenkomst, of

    • b. een ingeschrevene geen informatie over een pensioenaanspraak of een pensioenrecht meer ontvangt van de pensioenuitvoerder, ter uitvoering van de artikelen 38 tot en met 47 van de Pensioenwet.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de pensioenuitvoerder

Artikel 5

  • 1. Aan de pensioenuitvoerder wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage IV bij dit besluit.

  • 2. De pensioenuitvoerder verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage IV bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. een ingeschrevene die ten opzichte van de pensioenuitvoerder een pensioenaanspraak of een pensioenrecht heeft op grond van een uitvoeringsovereenkomst; of

    • b. een ingeschrevene van wie de pensioenuitvoerder onderzoekt of deze ingeschrevene een pensioenaanspraak of een pensioenrecht heeft op grond van een uitvoeringsovereenkomst; of

    • c. een ingeschrevene aan wie de pensioenuitvoerder informatie over een pensioenaanspraak of een pensioenrecht verstrekt, ter uitvoering van de artikelen 38 tot en met 47 van de Pensioenwet.

  • 3. Aan de pensioenuitvoerder worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de pensioenuitvoerder bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage IV bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de pensioenuitvoerder

Artikel 6

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan de pensioenuitvoerder dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan de pensioenuitvoerder op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op onjuistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. Indien de spontane verstrekking van gegevens aan de pensioenuitvoerder een gegeven bevat waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld, bevat de verstrekking tevens deze indicatie. De overige verstrekkingen aan de pensioenuitvoerder die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan de pensioenuitvoerder gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan de pensioenuitvoerder, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 5. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 7

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan de pensioenuitvoerder op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan de pensioenuitvoerder met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en de pensioenuitvoerder wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 8

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan de pensioenuitvoerder gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1. De pensioenuitvoerder verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de pensioenuitvoerder;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de pensioenuitvoerder;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de pensioenuitvoerder.

Artikel 10

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 januari 2017, 2017-0000028100, wordt ingetrokken.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 21 december 2017

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 1 van dit besluit.

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Zeevisserij

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Kunststof- en Rubberindustrie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Zoetwarenindustrie

Stichting Pensioenfonds Cargill

Stichting Pensioenfonds GE Pension NL 2007

Stichting Pensioenfonds Honeywell

Stichting Pensioenfonds IBM

Stichting Pensioenfonds KPN

Stichting Pensioenfonds PostNL

Stichting Pensioenfonds PostNL Postbezorgers

Stichting Douwe Egberts Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds UWV

Stichting Pensioenfonds van de Nederlandsche Bank NV

Stichting Pensioenfonds voor de Accountancy

Stichting Mars Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Gasunie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel

Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR)

Stichting Pensioenfonds TNT Express

Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Particuliere Beveiliging

Stichting Pensioenfonds Wonen

Stichting Pensioenfonds Notariaat

BIJLAGE II

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.20

Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

05.07.40

Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.10

Voornamen kind

09.02.20

Adellijke titel/predicaat kind

09.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

09.03.10

Geboortedatum kind

BIJLAGE III

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit

RUBRIEK

OVERLIJDEN

   

55

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

55.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

BIJLAGE IV

Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

51

PERSOON

   

51.02.10

Voornamen persoon

51.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

51.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

51.02.40

Geslachtsnaam persoon

51.04.10

Geslachtsaanduiding

51.61.10

Aanduiding naamgebruik

51.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.20

Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

05.07.40

Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

05.81.10

Registergemeente akte waaraan gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap ontleend zijn

05.81.20

Aktenummer van de akte waaraan gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap ontleend zijn

05.82.10

Gemeente waar de gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap aan het document ontleend zijn

05.82.30

Beschrijving van het document waaraan de gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap ontleend zijn

05.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Huwelijk/Geregistreerd partnerschap

   

55

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

55.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

55.81.10

Registergemeente akte waaraan gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap ontleend zijn

55.81.20

Aktenummer van de akte waaraan gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap ontleend zijn

55.82.10

Gemeente waar de gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap aan het document ontleend zijn

55.82.30

Beschrijving van het document waaraan de gegevens over huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap of ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap ontleend zijn

55.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Huwelijk/Geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.69.10

Gemeente waar de persoonskaart zich bevindt

07.70.10

Indicatie geheim

07.87.10

PK-gegevens volledig meegeconverteerd

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.10.20

Gemeentedeel

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

58.13.10

Land adres buitenland

58.13.20

Datum aanvang adres buitenland

58.13.30

Regel 1 adres buitenland

58.13.40

Regel 2 adres buitenland

58.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.10

Voornamen kind

09.02.20

Adellijke titel/predicaat kind

09.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

09.03.10

Geboortedatum kind

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. De Pensioenuitvoerder (bijlage I)

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van administratiekantoor TKP Pensioen B.V. dat de pensioenadministratie uitvoert voor de in bijlage 1 genoemde pensioenuitvoerders (in deze toelichting genoemd: de pensioenuitvoerder).

De pensioenuitvoerder is ingevolge artikel 39 van het Besluit BRP aangewezen als derde die in aanmerking komt voor de systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen.

De pensioenuitvoerder is een ondernemingspensioenfonds, een bedrijfstakpensioenfonds, een beroepspensioenfonds of een verzekeraar als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

De wettelijke grondslag voor autorisatie van de pensioenuitvoerder in ruime zin is “de pensioenovereenkomst” als bedoeld in de Pensioenwet (hierna: PW). De wettelijke grondslag in enge zin is “de uitvoeringsovereenkomst” als bedoeld in de PW.

De uitvoeringsovereenkomst is via de verplichtstelling ook van toepassing op bedrijfstakpensioenfondsen en de beroepspensioenfondsen o.g.v. de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2002 en de Wet verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling.

Beide overeenkomsten worden hieronder kort uitgelegd.

De pensioenovereenkomst

Een afspraak tussen werkgever en werknemer over een uitkering bij ouderdom, bij arbeidsongeschiktheid of bij overlijden is een afspraak over pensioen in de zin van de PW. Een dergelijke mondelinge of schriftelijke afspraak is een pensioenovereenkomst.

Wettelijke definitie: hetgeen tussen werkgever en werknemer is overeengekomen over het pensioen.

Werkgever en werknemer zijn vrij om de inhoud te bepalen van de overeenkomst. De PW verplicht wel tot afspraken over duur van de uitkering, bescherming opgebouwde aanspraken, leeftijdsopbouw, ontslag, demotie e.d.

De werkgever mag de pensioenovereenkomst niet zelf uitvoeren, maar moet dit onderbrengen bij een pensioenuitvoerder (onderbrengingsplicht). Dit ter waarborging dat de opgebouwde gelden niet voor andere doeleinden dan pensioen worden gebruikt. Pensioenuitvoerders zijn pensioenfondsen, prepensioenfondsen, vroegpensioenfondsen, pensioenverzekeraars of premiepensioeninstellingen. Gelet op het bijzondere karakter van de premiepensioeninstelling is voor die pensioenuitvoerder een separaat autorisatiebesluit ontwikkeld. In de PW is het de werkgever zelf die de pensioenovereenkomst kan onderbrengen bij een pensioenuitvoerder. Er bestaat geen pensioenplicht in de PW. Wel wordt in veel gevallen verondersteld dat er een (aanbod tot een) pensioenovereenkomst is. De enkele verwijzing naar een pensioenreglement in een arbeidscontract is al voldoende om een pensioenovereenkomst te veronderstellen.

De uitvoeringsovereenkomst

Wettelijke definitie: de overeenkomst tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten.

In de uitvoeringsovereenkomst moeten ten minste de volgende vijf onderwerpen voorkomen:

  • Omzetting pensioenovereenkomst in pensioenreglement;

  • Financiële relatie werkgever en pensioenuitvoerder;

  • Toeslagbeleid;

  • Vermogenstekorten en vermogensoverschotten;

  • Informatieverstrekking werkgever aan pensioenuitvoerder.

In de pensioenovereenkomst hebben werkgever en werknemer afspraken gemaakt over een uitkering bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden van de werknemer. Uit de uitvoeringsovereenkomst van de pensioenuitvoerder ontleent de werknemer (als deelnemer) zijn pensioenaanspraken of pensioenrechten.

4.1. Taken van de pensioenuitvoerder

De deelnemers van de pensioenuitvoerders hebben pensioenaanspraken of pensioenrechten ten opzichte van de pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder verplicht zich pensioen uit te keren aan de rechthebbenden vanaf een bepaalde leeftijd of na een bepaalde gebeurtenis (bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of overlijden). Voor deze taak en de hieronder genoemde informatietaak is het noodzakelijk dat de pensioenuitvoerders gegevens uit de basisregistratie personen verstrekt krijgen.

Tot de taak van de pensioenuitvoerders behoort in de PW ook het geven van informatie over het pensioen van de betrokkenen. Door het verzenden van een pensioenoverzicht, het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) geeft de pensioenuitvoerder hier uitvoering aan. Het pensioenoverzicht wordt verstrekt aan deelnemers, gewezen deelnemers (slapers) en ex-partners.

De pensioenuitvoerders ontvangen, evenals voorheen, ook gegevens voor onderzoek dat wordt verricht in verband met aanspraken op pensioen.

De werkgever is voor het gehele bedrag premieplichtig. Voor het innen van premies heeft de pensioenuitvoerder geen gegevens uit de basisregistratie personen nodig.

De personen van wie gegevens worden verstrekt zijn deelnemers (premiebetalers en pensioengerechtigden), gewezen deelnemers (slapers), partners, gewezen partners en kinderen.

Deze doelgroep bestaat uit personen die aanspraak hebben op een nog niet ingegaan pensioen dan wel degenen die pensioenrechten op een ingegaan pensioen hebben ten opzichte van de pensioenuitvoerder. Zo heeft een premiebetaler aanspraak op een nog niet ingegaan pensioen. Een pensioengerechtigde heeft recht op een ingegaan pensioen.

4.2. Wijzen van verstrekken aan de pensioenuitvoerder

De pensioenuitvoerder krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op de systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de pensioenuitvoerder vindt plaats door middel van spontane gegevensverstrekking en een gegevensverstrekking op verzoek.

De spontane verstrekking van gegevens aan de pensioenuitvoerder

De pensioenuitvoerder krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage II en III. Het is noodzakelijk dagelijks een actueel beeld te hebben van de doelgroep in verband met het feit dat bepaalde gebeurtenissen zoals overlijden (nabestaandenpensioen), echtscheiding (ouderdomspensioen) en het krijgen van kinderen gevolgen hebben voor het ontstaan van pensioenrechten of pensioenaanspraken. De doelgroep ontvangt ook periodiek een pensioenoverzicht.

Voor de verschillende taken van de pensioenuitvoerder is één gegevensset voor de spontane verstrekking samengesteld. De gegevensverstrekking kan zo op een doelmatige wijze plaatsvinden terwijl de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in acht wordt genomen. Dit omdat voor de verschillende taken van de pensioenuitvoerder vrijwel dezelfde gegevens nodig zijn betreffende een nagenoeg gelijke doelgroep.

De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek. De doelgroep bij wie afnemersindicaties worden geplaatst bestaat uit deelnemers (premiebetalers en pensioengerechtigden), gewezen deelnemers (slapers), partners, gewezen partners en kinderen. Het zijn personen die een pensioenrecht of een pensioenaanspraak hebben ten opzichte van de pensioenuitvoerder.

In geval van ouderdomspensioen kunnen afnemersindicaties worden geplaatst bij de deelnemer en de gewezen deelnemer. Geen indicaties worden geplaatst bij partners en kinderen van de deelnemer. Afnemersindicaties kunnen worden geplaatst vanaf het moment dat de werkgever de pensioenovereenkomst, gesloten tussen de werkgever en de werknemer, onderbrengt bij een pensioenuitvoerder door een uitvoeringsovereenkomst te sluiten met de pensioenuitvoerder. De werknemer wordt vanaf dat moment een deelnemer. De afnemersindicaties blijven gehandhaafd, indien de werknemer uit dienst treedt bij de werkgever en er geen pensioenovereenkomst meer is tussen de werkgever en de werknemer. De werknemer wordt dan een gewezen deelnemer.

Afnemersindicaties kunnen ook worden geplaatst bij de gewezen partner indien de deelnemer en zijn/haar partner het huwelijk of geregistreerd partnerschap beëindigen. De gewezen partner heeft na beëindiging van het huwelijk of geregistreerd partnerschap recht partnerpensioen. Het recht op ouderdomspensioen is afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer, tenzij een gewezen partner het deel van het ouderdomspensioen heeft omgezet in een eigen aanspraak. In dat geval is de leeftijd van de gewezen partner wel relevant.

In geval van nabestaandenpensioen (deelnemer overlijdt) kunnen afnemersindicaties worden geplaatst bij de partner, de gewezen partner en kinderen. Afnemersindicaties kunnen bij zowel de partner, de gewezen deelnemer als de kinderen worden geplaatst vanaf het moment dat de deelnemer komt te overlijden. Dit is het moment waarop deelnemerschap ontstaat. Voorafgaand aan het overlijden van de deelnemer mogen dus geen afnemersindicaties worden geplaatst. Er is immers slechts sprake van potentieel deelnemerschap. Dit betekent dat er ook geen afnemersindicaties mogen worden geplaatst om in één oogopslag een actueel beeld te krijgen van deze potentiële deelnemers (partner, gewezen partner en kinderen). Het nabestaandenpensioen wordt verdeeld over de partners, de gewezen partners en kinderen. Het recht op nabestaandenpensioen is afhankelijk van het pensioenreglement en de leeftijd van de kinderen (bijvoorbeeld maximum leeftijd 18 of 27 jaar).

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden geen pensioenaanspraken of geen pensioenrechten meer heeft t.a.v. de pensioenuitvoerder, dient op de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van de pensioenuitvoerder. Hetzelfde geldt wanneer de pensioenuitvoerder geen informatie meer behoeft te verzenden aan de ingeschrevene. Wanneer deze situatie zich voordoet verzoekt de pensioenuitvoerder de eerder geplaatste afnemersindicatie van de persoonslijst te verwijderen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de pensioenuitvoerder

De pensioenuitvoerder mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage IV. De pensioenuitvoerder mag gegevens opvragen over deelnemers (premiebetalers en pensioengerechtigden), gewezen deelnemers (slapers), partners, gewezen partners en kinderen. Het zijn personen die een pensioenrecht of een pensioenaanspraak hebben ten opzichte van de pensioenuitvoerder. Bovendien worden op verzoek gegevens verstrekt over een ingeschrevene, die tot de doelgroep behoort, t.a.v. van wie onderzocht wordt of er een pensioenrecht bestaat.

Over personen die (nog) niet tot de doelgroep behoren, zoals partner, gewezen partner en kinderen voorafgaand aan het overlijden van de deelnemer, mogen geen gegevens worden verstrekt.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

In bijlage II en III zijn gegevens opgenomen over de categorieën Persoon, Huwelijk/geregistreerd partnerschap, Overlijden, Verblijfplaats en Kind.

De gegevens uit de categorie Persoon worden gebruikt ter identificatie en voor de juiste aanschrijving van personen. Deze gegevens zijn noodzakelijk om een persoon te kunnen aanschrijven, voor eenduidige identificatie van een persoon en om eventueel een persoon te kunnen traceren in het buitenland.

De grondslag voor het gebruik van het burgerservicenummer is voor de pensioenuitvoerders via de Aanpassingswet burgerservicenummer in artikel 94 van de Pensioenwet en artikel 102 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling opgenomen. Dit gegeven wordt door de pensioenuitvoerders gebruikt ter identificatie van personen.

Het gegeven Adellijke titel/predicaat persoon (01.02.20) wordt verstrekt voor een correcte aanschrijving van de betrokkenen.

De gegevens uit de categorie Huwelijk/geregistreerd partnerschap worden verstrekt om de duur van een huwelijk/geregistreerd partnerschap vast te stellen in verband met het bepalen van de pensioenuitkering aan een echtgenoot/geregistreerd partner.

Het gegeven burgerservicenummer (BSN) echtgenoot/geregistreerd partner (05.01.20) wordt gebruikt ter identificatie van de echtgenoot/geregistreerd partner.

Het gegeven Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap (05.06.10) wordt verstrekt om te bepalen of de persoon nog getrouwd/geregistreerd is. Dit gegeven geeft de datum van de sluiting van het huidige huwelijk/geregistreerd partnerschap aan. De duur van een huwelijk/geregistreerd partnerschap is bepalend voor de hoogte van de pensioenuitkering.

Het gegeven Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap (05.07.10) wordt verstrekt om te bepalen hoe lang een huwelijk/geregistreerd partnerschap heeft geduurd. De duur van een huwelijk/geregistreerd partnerschap is bepalend voor de hoogte van de pensioenuitkering. Dit gegeven kan uit een opsomming van ontbindingen bestaan en geeft tenminste de ontbinding van het laatste huwelijk/geregistreerd partnerschap aan.

Het gegeven Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap (05.07.40) wordt verstrekt, zodat de pensioenuitvoerders weten of er sprake is van een scheiding of een overlijden. De reden van de ontbinding is van invloed op de hoogte van de uitkering en op het soort pensioen dat van toepassing is op de nabestaanden of de gewezen partner (nabestaanden- of ouderdomspensioen).

Het gegeven Datum overlijden (06.08.10) wordt verstrekt om de ingangsdatum van pensioenrechten van eventuele nabestaanden (partner, gewezen partner en kinderen) te kunnen vaststellen. Tevens is dit gegeven noodzakelijk ter voorkoming van het aanschrijven van overleden deelnemers.

De pensioenuitvoerder krijgt tevens het gegeven Indicatie geheim (07.70.10) verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de pensioenuitvoerder aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

Gegevens uit de categorie Verblijfplaats zijn noodzakelijk om een persoon te kunnen aanschrijven, voor eenduidige identificatie van een persoon en om eventueel een persoon te kunnen traceren in het buitenland.

De gegevens Land adres buitenland, Datum aanvang adres buitenland, Regel 1 adres buitenland, Regel 2 adres buitenland en Regel 3 adres buitenland (08.13.10, 08.13.20, 08.13.30, 08.13.40 en 08.13.50) zijn gegevens van niet- ingezetenen, die bijgehouden worden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De verstrekking van deze gegevens is noodzakelijk om de niet-ingezetenen in het buitenland te kunnen traceren.

Gegevens uit de categorie Kind worden verstrekt om de pensioenuitkering van het kind te bepalen voor nabestaandenpensioen ten behoeve van het kind. De gegevens uit categorie Kind dienen te worden verwijderd uit het bestand van het pensioenuitvoerders, zodra een kind niet meer tot de doelgroep behoort, d.w.z. een kind heeft geen pensioenaanspraak of -recht meer.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de pensioenuitvoerder

De gegevensset die de pensioenuitvoerder op verzoek kan vragen is ruimer dan de spontane set. De reden hiervoor is dat de pensioenuitvoerder op verzoek gericht afzonderlijke gegevens kan opvragen die voor een specifieke situatie noodzakelijk zijn. Voor zover de reden van verstrekking niet reeds bij de toelichting op de spontane verstrekking is gegeven, volgt hieronder de reden van verstrekking van bepaalde overige gegevens uit bijlage IV.

De historische gegevens van categorie 51 Persoon kunnen van belang zijn voor een eenduidige identificatie van een deelnemer in verband met wijzigingen van deze gegevens in de periode dat men slaper was, bijvoorbeeld als een persoon van naam of van geslacht is veranderd. Tevens kan door middel van deze historische gegevens een dubbele inschrijving van een deelnemer worden voorkomen.

De administratieve (historische) gegevens uit de categorieën 50 en 55 Huwelijk/Geregistreerd partnerschap worden verstrekt om het huwelijksverleden te achterhalen of om de status van een huwelijk te onderzoeken. Daarnaast worden deze gegevens gebruikt om deelnemers te identificeren en te verifiëren

Uit categorie 07 Inschrijving worden de volgende gegevens verstrekt:

Gemeente waar de persoonskaart zich bevindt (07.69.10). Dit gegeven is noodzakelijk voor de gemeente om te achterhalen waar de persoonskaart zich bevindt. De persoonskaart is relevant voor niet geconverteerde gegevens; PK-gegevens volledig meegeconverteerd (07.87.10). Dit gegeven geeft aan of de gemeente bij de conversie alle kindgegevens van de persoonskaart heeft opgenomen in de basisregistratie personen.

De historische verblijfplaatsgegevens buitenland (58.13.10, 58.13.20, 58.13.30, 58.13.40 en 58.13.50) zijn gegevens van niet- ingezetenen, die bijgehouden worden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De historische verblijfplaatsgegevens uit categorie 58 worden verstrekt voor het geval de pensioenuitvoerder met oude adresgegevens van een deelnemer wordt geconfronteerd die de werkgever heeft opgegeven.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de pensioenuitvoerder tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit een basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de pensioenuitvoerder om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de pensioenuitvoerder.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 27 januari 2017, 2017-0000028100, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van het toevoegen van Stichting Pensioenfonds Wonen en Stichting Pensioenfonds Notariaat aan bijlage I van dit besluit en het verwijderen van Stichting Pensioenfonds Cerestar, Stichting Pensioenfonds SNT, Stichting Voorzieningsfonds Getronics, Stichting Notarieel Pensioenfonds en Stichting Bedrijfspensioenfonds voor Medewerkers in het Notariaat van bijlage I van dit besluit.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven