Autorisatiebesluit voor de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 17 januari 2014

Kenmerk: 2013-0000777082

In het verzoek van 28 oktober 2013, 2013-0000674279, heeft de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit:

de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

l. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Artikel 2

  • 1. Aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt op haar verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

  • 2. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de opsporing van strafbare feiten van bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, bedoeld in bijlage XX van het Besluit, mandaat volmacht en machtiging EZ 2012 en voor zover dit noodzakelijk is voor de opsporing, voorkoming en vervolging van strafbare feiten.

  • 3. Aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij haar verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

Paragraaf 3. De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Artikel 3

  • 1. Aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt op haar verzoek een gegeven als opgenomen in bijlage II bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:

    • a. een in het verzoek aangegeven adres, of

    • b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.

  • 2. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de opsporing van strafbare feiten van bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, bedoeld in bijlage XX van het Besluit, mandaat volmacht en machtiging EZ 2012 en voor zover de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de opsporing, voorkoming en vervolging van strafbare feiten en een opsporingsonderzoek is ingesteld naar een op het adres ingeschreven persoon.

  • 3. Aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in haar verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Artikel 4

  • 1. Indien een verstrekking aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5

  • 1. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Artikel 6

  • 1. Indien aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gegevens van een ingeschrevene worden verstrekt op basis van dit besluit, wordt hierover geen informatie verstrekt aan de ingeschrevene.

  • 2. Het Agentschap BPR draagt er zorg voor dat slechts daartoe bevoegde functionarissen informatie kunnen verkrijgen over de verstrekking van gegevens aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit op basis van dit besluit.

Artikel 7

Het besluit van de Minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2011, BPR2010/53213, wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op 17 januari 2014 en werkt terug tot en met 6 januari 2014.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 17 januari 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer ouder1

02.02.10

Voornamen ouder1

02.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1

02.02.40

Geslachtsnaam ouder1

02.03.10

Geboortedatum ouder1

02.03.20

Geboorteplaats ouder1

02.03.30

Geboorteland ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

03.02.10

Voornamen ouder2

03.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2

03.02.40

Geslachtsnaam ouder2

03.03.10

Geboortedatum ouder2

03.03.20

Geboorteplaats ouder2

03.03.30

Geboorteland ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

55

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

55.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

55.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

55.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

55.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

55.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.10

Voornamen kind

09.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

09.03.10

Geboortedatum kind

09.03.20

Geboorteplaats kind

09.03.30

Geboorteland kind

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

De adresverstrekking op verzoek

Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres het betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Geheime en gevoelige gegevensverstrekking

Op basis van dit besluit vindt de gegevensverstrekking plaats onder een zogenoemd geheim regime.

Geheime gegevensverstrekking

In het geval van geheime gegevensverstrekking wordt van deze verstrekking geen aantekening gehouden. In het Besluit BRP is bepaald van welke verstrekkingen geen aantekening wordt gehouden in verband met de veiligheid van de staat of de voorkoming, opsporing of vervolging van strafbare feiten. In dat geval is in het autorisatiebesluit geregeld dat over deze gegevensverstrekking geen informatie wordt gegeven aan de ingeschrevene.

4. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De geadresseerde van dit autorisatiebesluit is de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (in deze toelichting genoemd: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

De Algemene Inspectiedienst (AID), de Plantenziektenkundige Dienst (PD) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) zijn per 1 januari 2012 gefuseerd tot de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De integratie heeft tot doel het toezicht te vernieuwen en tegelijk een efficiëntere en effectievere handhavingsorganisatie te zijn.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is een agentschap en functioneert onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt onder mee bezig met de naleving van voorschriften, bedoeld in bijlage XX van het Besluit, mandaat volmacht en machtiging EZ 2012.

4.1. Taken van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt zich onder meer bezig met het toezicht op voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de agrarische sector en de visserijsector. Bij overtreding van deze voorschriften mogen de opsporingsambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een proces-verbaal opmaken. Ter uitvoering van deze taak heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een aantal registraties aangelegd. Er is bijvoorbeeld een persoonsregistratie voor personen die verdacht worden van het plegen van een of meerdere strafbare feiten (COREG/strafbaar feit). Voor het toezicht op de Visserijregelgeving is er een Visserij Registratie en Informatie Systeem (VIRIS).

4.2. Wijzen van verstrekken aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek en de verstrekking van adresgegevens op verzoek. Tot de doelgroep van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit mag gegevens opvragen over ingeschrevenen van wie de gegevensverstrekking noodzakelijk zijn in verband met de opsporing van strafbare feiten van bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, bedoeld in bijlage XX van het Besluit, mandaat volmacht en machtiging EZ 2012 en voor zover de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de opsporing, voorkoming en vervolging van strafbare feiten.

Adresverstrekking op verzoek aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kan tevens gegevens verstrekt krijgen van personen die op hetzelfde adres in Nederland ingeschreven zijn als een in het verzoek ingeschreven persoon. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kan in zijn verzoek zelf aangeven welk adres dit betreft. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kan in plaats van het adres ook andere gegevens van een ingeschrevene in zijn verzoek opnemen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit krijgt dan gegevens verstrekt van de personen die op hetzelfde adres zijn ingeschreven als deze (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is alleen bevoegd om gegevens te verzoeken over ingeschrevenen van wie de gegevensverstrekking noodzakelijk zijn in verband met de opsporing van strafbare feiten van bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, bedoeld in bijlage XX van het Besluit, mandaat volmacht en machtiging EZ 2012 en voor zover de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de opsporing, voorkoming en vervolging van strafbare feiten en een opsporingsonderzoek is ingesteld naar een op het adres in Nederland ingeschreven persoon.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

In bijlage I zijn onder meer gegevens opgenomen over de ouders, huwelijk en verblijfplaats. Oudergegevens worden verstrekt, omdat deze gegevens noodzakelijk zijn bij het opmaken van een proces-verbaal voor een minderjarige. De aangekruiste huwelijksgegevens worden verstrekt, omdat inzicht in de burgerlijke staat van belang kan zijn voor het vaststellen of voldaan is aan de criteria voor het verkrijgen van landbouwsubsidies. Het gegeven functieadres is noodzakelijk in verband met het bezoeken van een persoon tijdens een opsporingsonderzoek.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit krijgt tevens het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

Bij de uitvoering van genoemde taken van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit behoren de niet-ingezetenen ook tot de doelgroep. De verstrekking van de actuele adresgegevens buitenland (08.13.10 t/m 08.13.50) is noodzakelijk voor het aanschrijven van overtreders die in het buitenland woonachtig zijn, terwijl zij in Nederland een overtreding hebben begaan.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in haar taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 20 juni 2011, BPR2010/53213, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen en van een uitbreiding van de gegevensset. De gegevensset is uitgebreid met de actuele adresgegevens buitenland 08.13.10 t/m 08.13.50.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven