Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2018, 9540 | Overig |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2018, 9540 | Overig |
Datum: 29 oktober 2015
Kenmerk: 2015-0000470166
In het verzoek van 14 september 2015, kenmerk 2015-0000537904, heeft de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de zorg voor de inrichting en het bijhouden van het Centraal Testamentenregister.
Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie ten behoeve van de bijhouding van het Centraal Testamentenregister:
de Wet basisregistratie personen;
het Besluit basisregistratie personen;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;
de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;
de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;
de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;
de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;
de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
het testamentenregister als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Centraal Testamentenregister;
een verzoek zoals bedoeld is in artikel 6 lid 1 van de Wet op het Centraal Testamentenregister.
1. Aan de KNB wordt op verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit.
2. De KNB verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van de zorg voor de inrichting en bijhouding van het Centraal Testamentenregister en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene, die overleden is en waarvan een notaris bij notariële akte de uiterste wil heeft opgemaakt.
3. De KNB verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor het schriftelijk afhandelen van een verzoek zoals bedoeld is in artikel 6 lid 1 van de Wet op het centraal testamentenregister en gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene, die overleden is en waarvan een notaris bij notariële akte de uiterste wil heeft opgemaakt.
4. Aan de KNB worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de KNB bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit.
1. Indien een verstrekking aan de KNB op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.
2. De verstrekking van gegevens aan de KNB die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.
3. Indien aan de KNB gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.
1. De KNB verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.
Het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 februari 2014, kenmerk 2014-00001173736, wordt ingetrokken.
Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.
’s-Gravenhage, 29 oktober 2015
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
51 |
PERSOON |
51.01.10 |
A-nummer persoon |
51.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
51.02.10 |
Voornamen persoon |
51.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
51.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
51.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
51.03.10 |
Geboortedatum persoon |
51.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
51.03.30 |
Geboorteland persoon |
51.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
02 |
OUDER1 |
02.02.10 |
Voornamen Ouder1 |
02.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam Ouder1 |
02.02.40 |
Geslachtsnaam Ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.02.10 |
Voornamen Ouder2 |
03.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam Ouder2 |
03.02.40 |
Geslachtsnaam Ouder2 |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummer toevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummer toevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (in deze toelichting genoemd: de KNB).
De KNB is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.
Op grond van artikel 60 van de Wet op het notarisambt is de KNB een bestuursorgaan. De KNB draagt de zorg voor de inrichting en bijhouding van het Centraal Testamentenregister (CTR) op grond van artikel 1 lid 2 van de Wet op het centraal testamentenregister.
In het CTR worden alle Nederlandse testamenten opgenomen. Het doel van deze registratie is om bij een overlijden te kunnen vaststellen of er een laatste wilsbeschikking bestaat van de overledene en, in geval dat zo is, welke notaris deze wilsbeschikking onder zijn of haar beheer heeft. De belastingdienst wordt periodiek vanuit het CTR geïnformeerd welke in een bepaald tijdvak overleden personen een testament hebben. Daarnaast wordt conform artikel 6 lid 1 van de Wet centraal testamentenregister aan eenieder kosteloos inlichtingen gegeven uit de gegevens van het CTR ten aanzien van personen die zijn overleden.
De KNB krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de KNB vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de KNB behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
De KNB mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I en II, die noodzakelijk zijn voor de zorg van het CTR en het schriftelijk afhandelen van verzoeken conform artikel 6 lid 1 van de Wet centraal testamentenregister.
De KNB mag de in bijlage I opgenomen gegevens opvragen over ingeschrevenen die bij notariële akte een uiterste wilsbeschikking hebben laten opmaken en om die reden in het CTR worden opgenomen. Daarnaast mag de KNB de in bijlage II opgenomen gegevens opvragen over de ingeschrevene die een verzoek om inlichtingen heeft ingediend conform artikel 6 lid 1 van de Wet centraal testamentenregister.
De KNB krijgt gegevens uit categorie “Ouder1 en Ouder2” in combinatie met de identificerende gegevens uit categorie “Persoon” en de adresgegevens uit categorie “Verblijfplaats” verstrekt, zodat de KNB over de juiste overleden persoon de gevraagde inlichtingen kan verstrekken.
De KNB krijgt gegevens verstrekt uit de historische categorie “Persoon”. Het kan namelijk voorkomen dat een persoon om inlichtingen verzoekt over een overledene die is opgenomen in het CTR en daarbij persoonsgegevens gebruikt die overeenstemmen met gegevens uit de historische categorie. De KNB kan in een dergelijk geval in combinatie met de gegevens uit de actuele categorie van de bedoelde overleden persoon de gevraagde inlichtingen verstrekken.
Met het gegeven “06.08.10 Datum overlijden“ en de gegevens “08.13.10 Land adres buitenland“, “08.13.30 t/m 08.13.50 Regel 1,2 en 3 adres buitenland “ krijgt de KNB gegevens verstrekt van de niet-ingezetenen.
De KNB heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de KNB aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.
De KNB krijgt gegevens verstrekt uit de actuele categorie “Verblijfplaats“ voor een goede registratie van testamenten in het testamentenregister. De notaris registreert een testament in het register. Het komt voor dat bij de registratie door de notaris een fout wordt gemaakt, waardoor de registratie door de KNB niet kan worden verwerkt. Als gevolg hiervan is het voor de goede registratie van testamenten noodzakelijk dat de KNB de adresgegevens verstrekt krijgt.
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de KNB tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de KNB om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de KNB.
Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 februari 2014, kenmerk 2014-00001173736, ingetrokken. De reden van intrekking is dat vanaf 1 januari 2013 de KNB zorg draagt voor de inrichting en het bijhouden van het Centraal Testamentenregister (CTR) en niet de Minister van Veiligheid en Justitie.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van het Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, www.rvig.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-9540.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.