Autorisatiebesluit de heffings- en invorderingsambtenaar van het openbaar lichaam Regionale Belasting Groep, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 27 mei 2016

Kenmerk: 2016-0000240125

In het verzoek van 30 maart 2016, 2016-0000196774, hebben de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van het openbaar lichaam Regionale Belasting Groep verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het belastingkantoor:

de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Belasting Groep;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering het belastingkantoor aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de conditionele verstrekking van gegevens:

de conditionele verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder b, van het Besluit BRP;

l. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

m. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

n. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

o. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

p. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

q. een waterschapsbelasting:

een waterschapsbelasting als bedoeld in artikel 113 van de Waterschapswet en de verontreinigingsheffing op grond van artikel 7.2, tweede lid, van de Waterwet;

r. een gemeentelijke belasting:

een belasting, bedoeld in titel IV, hoofdstuk XV van de Gemeentewet of de afvalstoffenheffing op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer, voor zover de gemeenten de heffing en invordering van deze belastingen als gedelegeerde bevoegdheid hebben opgenomen in de gemeenschappelijke regeling van het belastingkantoor;

s. een belasting:

een waterschapsbelasting of een gemeentelijke belasting;

t. de belastingplichtige:

een ingeschrevene ten aanzien van wie een belasting wordt geheven of ingevorderd door het belastingkantoor;

u. werkgebied:

de gemeenten die zijn vermeld in de autorisatietabel ”Regionale Belasting Groep (1)” van het belastingkantoor;

v. briefadres:

briefadres als bedoeld in artikel 1.1, onder p, van de Wet BRP.

Paragraaf 2. De conditionele verstrekking van gegevens aan het belastingkantoor

Artikel 2

  • 1. Zodra het gegeven “gemeente van inschrijving”, het gegeven “functie adres” of het gegeven “datum aanvang adreshouding” op de persoonslijst van een ingeschrevene in het werkgebied is opgenomen of gewijzigd, worden van de persoonslijst van deze ingeschrevene de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I aan het belastingkantoor verstrekt.

  • 2. De verstrekking van gegevens vindt slechts plaats voor zover de gegevens op de persoonslijst van de ingeschrevene zijn opgenomen, en

    • a. de afnemersindicatie niet reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld;

    • b. het gegeven “functie adres” aanduidt dat de ingeschrevene geen briefadres heeft;

    • c. de bijhouding van de persoonslijst van de ingeschrevene niet is opgeschort.

  • 3. Indien de wijziging van het gegeven “gemeente van inschrijving”, het gegeven “functie adres” of het gegeven “datum aanvang adreshouding” op de persoonslijst van een ingeschrevene het gevolg is van een infrastructurele wijziging, worden de in bijlage I bij dit besluit vermelde gegevens niet verstrekt, indien hierover door het college van burgemeester en wethouders en het belastingkantoor schriftelijk overeenstemming is bereikt.

Paragraaf 3. De spontane verstrekking van gegevens aan het belastingkantoor

Artikel 3

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan het belastingkantoor eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlage II bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage II op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt het belastingkantoor deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan het belastingkantoor naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 4

  • 1. Op de selectiedatum wordt afnemersindicatie 250701 bij de persoonslijst van een ingeschrevene geplaatst, waarbij op de selectiedatum de afnemersindicatie 250601 voorkomt. Daarna wordt afnemersindicatie 250601 bij de geselecteerde persoonslijsten verwijderd.

  • 2. De selectiedatum wordt door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens in overleg met het belastingkantoor vastgesteld.

  • 3. Zodra het gegeven “gemeente van inschrijving”, “functie adres” of het gegeven “datum aanvang adreshouding” op de persoonslijst van een ingeschrevene in het werkgebied is opgenomen of gewijzigd, wordt de afnemersindicatie bij de persoonslijst van de ingeschrevene opgenomen.

  • 4. De afnemersindicatie wordt tevens op verzoek van het belastingkantoor bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. Het belastingkantoor verzoekt slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een belastingplichtige.

  • 5. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.

Artikel 5

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van het belastingkantoor verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. Het belastingkantoor verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien:

    • a. de ingeschrevene niet meer in een gemeente binnen het werkgebied is ingeschreven, en

    • b. de ingeschrevene geen belasting meer verschuldigd is aan het belastingkantoor.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, verzoekt het belastingkantoor in ieder geval om verwijdering van de afnemersindicatie, indien de ingeschrevene geen belastingplichtige is.

Paragraaf 4. De verstrekking van gegevens op verzoek aan het belastingkantoor

Artikel 6

  • 1. Aan het belastingkantoor wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage III of IV bij dit besluit.

  • 2. Het belastingkantoor verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage III bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een belastingplichtige.

  • 3. Het belastingkantoor verzoekt slechts om een gegeven uit bijlage IV bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een overleden belastingplichtige en deze gegevens nodig zijn om de erven van deze belastingplichtige te traceren.

  • 4. Aan het belastingkantoor worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het belastingkantoor bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II of III bij dit besluit

Paragraaf 5. De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan het belastingkantoor

Artikel 7

  • 1. Aan het belastingkantoor wordt op zijn verzoek het administratienummer van iedere ingeschrevene in het werkgebied verstrekt van wie het adres in Nederland dat als actueel gegeven op de persoonslijst is opgenomen overeenkomt met:

    • a. een in het verzoek aangegeven adres, of

    • b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.

  • 2. Het belastingkantoor verzoekt slechts om de administratienummers van ingeschrevenen op het adres, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over belastingplichtigen in het werkgebied.

  • 3. Aan het belastingkantoor worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan het belastingkantoor in zijn verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

Paragraaf 6. Overige verstrekkingen aan het belastingkantoor

Artikel 8

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan het belastingkantoor dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan het belastingkantoor op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. Indien de spontane verstrekking van gegevens aan het belastingkantoor een gegeven bevat waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld, bevat de verstrekking tevens deze indicatie. De overige verstrekkingen aan het belastingkantoor die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan het belastingkantoor gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan het belastingkantoor, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 7. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 9

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan het belastingkantoor op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan het belastingkantoor met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen het belastingkantoor en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 10

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan het belastingkantoor gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragrafen 2 en 3[en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 8. Slotbepalingen

Artikel 11

  • 1. Het belastingkantoor verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het belastingkantoor;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het belastingkantoor;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het belastingkantoor.

Artikel 12

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 mei 2014, kenmerk 2014-0000276009, wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2016.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 27 mei 2016

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

04

NATIONALITEIT

   

04.82.30

Beschrijving van het document waaraan de gegevens over nationaliteit ontleend dan wel afgeleid zijn

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

BIJLAGE III

Bijlage bij artikel 6 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

04

NATIONALITEIT

   

04.82.30

Beschrijving van het document waaraan de gegevens over nationaliteit ontleend dan wel afgeleid zijn

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

05.07.40

Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.10.10

Functie adres

58.10.20

Gemeentedeel

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

BIJLAGE IV

Bijlage bij artikel 6 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

02

OUDER 1

   

02.01.10

A-nummer Ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer Ouder1

02.02.10

Voornamen Ouder1

02.02.30

Voorvoegsel (geslachts)naam Ouder1

02.02.40

(Geslachts)naam Ouder1

02.03.10

Geboortedatum Ouder1

   

03

OUDER 2

   

03.01.10

A-nummer Ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer Ouder2

03.02.10

Voornamen Ouder2

03.02.30

Voorvoegsel (geslachts)naam Ouder2

03.02.40

(Geslachts)naam Ouder2

03.03.10

Geboortedatum Ouder2

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.10

Voornamen kind

09.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

09.03.10

Geboortedatum kind

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De conditionele verstrekking van gegevens

De conditionele verstrekking van gegevens betreft een eenmalige verstrekking van een vastgestelde set van gegevens. De verstrekking vindt plaats wanneer een bepaald gegeven wijzigt of op de persoonslijst wordt opgenomen en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet. Er worden derhalve géén afnemersindicaties geplaatst.

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

De adresverstrekking op verzoek

Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres dit betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de A-nummers van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte bij persoonslijsten zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen.

Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat schriftelijk overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens anders dan via het alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. De Regionale Belasting Groep

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van het openbaar lichaam genaamd De Regionale Belasting Groep, opgericht bij de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Belasting Groep (In deze toelichting genoemd: het belastingkantoor).

Het belastingkantoor is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

4.1. Taken van het belastingkantoor

Het belastingkantoor is opgericht bij een gemeenschappelijke regeling die de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen uitvoert voor de deelnemende waterschappen en gemeenten. In de heffing en invordering is begrepen de kwijtschelding en dwanginvordering van de belastingen.

De taak heffing en invordering van waterschapsbelastingen is door de deelnemende waterschappen gedelegeerd aan het belastingkantoor. De taak heffing en invordering van waterschapsbelastingen blijkt primair uit het waterschapsreglement en wordt onder meer beheerst door provinciale verordeningen, de Waterschapswet en de Waterwet. Het belastingkantoor houdt zich bezig met de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en de verontreinigingsheffing.

Het belastingkantoor heft voor de gemeenten de gemeentelijke belastingen. Dit zijn de belastingen die de gemeenten mogen heffen en invorderen op grond van hoofdstuk XV van de Gemeentewet, zoals de onroerendezaakbelasting, forensenbelasting, hondenbelasting, grafrechten etc. Het kunnen ook belastingen zijn die de gemeenten op grond van andere wetten uitvoeren, bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing op grond van de Wet Milieubeheer. De heffing en invordering van een of meer van deze belastingen hebben de gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling van het belastingkantoor in delegatie overgedragen.

4.2. Wijzen van verstrekken aan het belastingkantoor

Het belastingkantoor heeft ten behoeve van de heffing en invordering van belastingen systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. Het belastingkantoor krijgt hiervoor: conditionele gegevens-verstrekking, spontane gegevensverstrekking, gegevensverstrekking op verzoek en adresverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen. Tot de doelgroepen waarvan het waterschap gegevens verstrekt mag krijgen behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De conditionele verstrekking van gegevens aan het belastingkantoor

Het werkgebied van het belastingkantoor loopt op bepaalde plaatsen dwars door een of meer gemeenten in het werkgebied heen. Ter bepaling of een ingeschrevene woonachtig is binnen het werkgebied van het belastingkantoor wordt een beperkte gegevensset (bijlage I) verstrekt. Hiervoor heeft het belastingkantoor een extra autorisatietabelregel nodig, genaamd “Regionale Belasting Groep (2)”.

De gegevens die verstrekt worden zijn opgenomen in bijlage I. Met deze beperkte gegevensset kan het belastingkantoor bepalen of een ingeschrevene woont binnen het werkgebied van het belastingkantoor. Indien blijkt dat een ingeschrevene woont binnen het werkgebied van het belastingkantoor plaatst het belastingkantoor een indicatie bij de belastingplichtige ingeschrevene voor spontane gegevensverstrekking met behulp van de autorisatietabelregel “Regionale Belasting Groep (1)”. De gegevens van personen die niet in het werkgebied van het belastingkantoor wonen dienen direct door het belastingkantoor uit zijn bestand verwijderd te worden.

De spontane verstrekking van gegevens aan het belastingkantoor

Het belastingkantoor krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage II. De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek en met behulp van sleutelrubrieken, voor zover op dat deel van het werkgebied geen conditionele verstrekking nodig is om te bepalen of een ingeschreven binnen het werkgebied van het belastingkantoor behoort.

Het belastingkantoor kan afnemersindicaties op verzoek laten plaatsen bij persoonslijsten van ingeschrevenen die een of meer belastingen zijn verschuldigd. Het kunnen ook belastingplichtigen zijn buiten het werkgebied van het belastingkantoor die zijn ingeschreven in de basisregistratie personen.

De afnemersindicatie van het belastingkantoor wordt bij een persoonslijst geplaatst in het geval de gemeente het gegeven “gemeente van inschrijving”, ”datum aanvang adreshouding of “functie adres op de persoonslijst van een persoon heeft opgenomen of gewijzigd. Het betreft de persoonslijst van alle ingeschrevenen van de gemeenten die vallen binnen het werkgebied van het belastingkantoor.

Er worden geen indicaties geplaatst bij persoonslijsten van ingeschrevenen met een briefadres. Gelet op de aard van de belastingen die door de belastingkantoren worden geheven, zijn op een briefadres ingeschrevenen over het algemeen niet belastingplichtig en behoren zij dus niet tot de doelgroep van de belastingkantoren. In uitzonderingsgevallen kan een persoonslijst van een ingeschrevene op een briefadres via een ad hoc verzoek worden opgevraagd.

Na de selectie van de persoonslijsten bepaalt het belastingkantoor of de ingeschrevene belastingplichtig is. Het verzoekt de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens de afnemersindicatie te verwijderen bij de persoonlijsten van de ingeschrevenen die niet belastingplichtig zijn. Bovendien vernietigt het belastingkantoor de gegevens die het verstrekt heeft gekregen van ingeschrevenen die niet belastingplichtig zijn.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet of niet meer behoort tot de doelgroep dan dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie van het belastingkantoor (meer) voor te komen. Dit betekent dat het belastingkantoor aan de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens dient te verzoeken de eerder geplaatste afnemersindicatie bij de persoonslijst te verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historisch gegeven bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan het belastingkantoor

Het belastingkantoor mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlagen III en IV. Het belastingkantoor mag gegevens opvragen in verband met de heffing en invordering van belastingen.

Adresverstrekking op verzoek aan het belastingkantoor

Het belastingkantoor kan in onderstaande gevallen de administratienummers verstrekt krijgen van personen die ingeschreven zijn in het werkgebied van het belastingkantoor.

Wanneer minder dan 75% van de inwoners van een gemeente binnen een bepaalde postcoderange woont, kan het belastingkantoor administratienummers verstrekt krijgen door middel van adresverstrekking op verzoek. De reden voor deze verstrekking is dat slechts een beperkt aantal ingeschrevenen van bovengenoemde gemeente(n) binnen het beheersgebied van het belastingkantoor valt. Met de verkregen administratienummers kan het belastingkantoor de belastingplichtige bepalen en vervolgens bij deze belastingplichtige een indicatie plaatsen. Het belastingkantoor is alleen bevoegd om deze administratienummers te verzoeken, indien deze noodzakelijk zijn voor de heffing en invordering van belastingen.

Tevens kan het belastingkantoor een adresvraag op verzoek stellen indien het plaatsen van afnemersindicaties van het belastingkantoor via sleutelrubrieken geen doorgang heeft gevonden of de afnemersindicatie per abuis is verwijderd. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij nieuwe straten. In zo’n geval kan het belastingkantoor een adresvraag op verzoek stellen om vervolgens afnemersindicaties te kunnen laten plaatsen bij de belastingplichtigen op dat adres.

Het belastingkantoor is alleen bevoegd om een adresvraag op verzoek te stellen, indien dit noodzakelijk is voor de heffing en invordering van belastingen.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

In bijlage II zijn onder meer gegevens opgenomen over de persoon, huwelijk en de verblijfplaats. Huwelijksgegevens worden verstrekt om de belastingplichtige met de juiste geslachtsnaam te kunnen aanschrijven, indien de geslachtsnaam van de partner is gekozen.

Het gegeven “04.82.30 Beschrijving document” is opgenomen om geprivilegieerden te kunnen herkennen, die zijn vrijgesteld van bepaalde belastingen.

Het Burgerservicenummer van de partner is nodig in verband met identificatie.

Het belastingkantoor krijgt tevens het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het belastingkantoor aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

Het gegeven “08.10.30 Datum aanvang adreshouding” wordt verstrekt om te kunnen vaststellen vanaf wanneer een burger belastingplichtig is. Bij ontkenning door de belastingplichtige op een adres gewoond te hebben is dit gegeven tezamen met de historische verblijfplaatsgegevens een middel om een onderzoek in te stellen naar de duur van bewoning op een of meerdere adressen.

De gegevens “08.13.10 Land adres buitenland” en “08.13.20 Datum aanvang adres buitenland” worden verstrekt, omdat hiermee beslist kan worden of een invordering geschorst moet worden, nadat een belastingplichtige naar het buitenland is vertrokken. Het gegeven “08.13.20” is voorts van belang ingeval sprake is van tijdsevenredige heffing. Aan de hand van dit gegeven kan worden bepaald wanneer de woning bewoond is geweest door de betreffende persoon. De door de persoon te veel betaalde heffingen worden door het belastingkantoor terugbetaald.

De gegevens “08.13.30 Regel 1 adres buitenland”, “08.13.40 Regel 2 adres buitenland” en “08.13.50 Regel 3 adres buitenland” zijn noodzakelijk voor de invordering van belastingen bij vertrek naar het buitenland van een belastingplichtige.

In bijlage III zijn naast de hiervoor beschreven gegevens ook historische verblijfplaatsgegevens opgenomen in verband met het feit dat de belastingplichtige kan ontkennen ooit op een bepaald adres te zijn ingeschreven. Voor het erfgenamenonderzoek kunnen aanvullende gegevens (bijlage IV) over de ouders, de echtgenoot/geregistreerd partner of eventuele kinderen van de overleden belastingplichtige worden verstrekt. Het gegeven “05.07.40 Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” is nodig voor de bepaling van de hoofdbewoner ten behoeve van de aanslag verontreinigingsheffing en andere tijdvakheffingen indien daarbij onderscheid wordt gemaakt tussen huwelijksontbinding door echtscheiding dan wel door overlijden.

4.4 Bijzonderheden

De gemeenten die vermeld zijn in de autorisatietabel van het belastingkantoor hebben de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen overgedragen aan het belastingkantoor.

Hoogheemraadschap Delfland en Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard hebben de heffing en invordering van waterschapsbelastingen gedelegeerd aan het belastingkantoor. De Hoogheemraadschappen hebben voor de gegevensverstrekking ten behoeve van hun beheertaken een autorisatiebesluit ontvangen en hebben voor hun beheertaken een eigen autorisatietabelregel.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het belastingkantoor tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het belastingkantoor om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het belastingkantoor.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 22 mei 2014, kenmerk 2014-0000276009, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg een wijziging. De Regionale Belasting Groep maakte voor de systematische gegevensverstrekking gebruik van vier autorisatietabelregels, deze worden samengevoegd tot twee autorisatietabelregels. De autorisatietabelregel “Regionale Belasting Groep (1)” wordt samengevoegd met “Regionale Belasting Groep (3)”, en autorisatietabelregel “Regionale Belasting Groep (2)” met “Regionale Belasting Groep (4)”. Ten behoeve van deze samenvoeging vindt een eenmalige selectie plaats waarbij afnemersindicatie 250601 die actueel bij persoonslijsten voorkomt wordt vervangen door afnemersindicatie 250701. Op deze wijze blijft het belastingkantoor spontaan gegevens verstrekt krijgen van persoonslijsten waarbij reeds een afnemersindicaties van het belastingkantoor voorkwam. Na deze technische wijzigingen worden de samengevoegde autorisatietabelregels “Regionale Belasting Groep (1)” en “Regionale Belasting Groep (2)” genoemd.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, www.rvig.nl.

Naar boven