Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Nieuwezijds Voorburgwal Amsterdam

Nummer CE18-01284 d.d. 8 februari 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam

Overwegingen ten aanzien van dit besluit

Gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het mandaatbesluit van het college van 1 juni 2015 en het onder mandaatbesluit van de Directeur Verkeer en Openbare ruimte van 3 december 2014 (herhaald in de bekendmaking van mandaatbesluiten van 3 maart 2016) en het onder mandaatbesluit van de gemandateerde functionaris (stadsdeelsecretaris stadsdeel Centrum) van 3 maart 2016,

Overwegende

dat de Nieuwezijds Voorburgwal en de Martelaarsgracht gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Amsterdam en in beheer zijn bij de gemeente Amsterdam;

dat de wegen, die hiervoor zijn benoemd, wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat in het kader van de Uitvoeringsagenda Mobiliteit maatregelen worden getroffen om de druk op de schaarse openbare ruimte in de (binnen-)stad beheersbaar te houden;

dat daarom in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit projecten zijn geïnitieerd om de stad bereikbaar en veilig te houden en de openbare ruimte toegankelijk en aantrekkelijk te houden voor de inwoners en bezoekers;

dat de Nieuwezijds Voorburgwal is opgenomen in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (maatregel 2) als toekomstige fiets- en wandelboulevard;

dat door de straat meer autoluw te maken en parkeerplekken op te heffen er meer ruimte ontstaat voor fiets en voetganger;

dat vanuit programma ‘Stad in Balans’ het streven is om de leefbaarheid in de binnenstad te vergroten ondanks de toenemende drukte waarbij de Nieuwezijds Voorburgwal is aangewezen als gebied waar een grotere verblijfskwaliteit gewenst is om de negatieve effecten van meer drukte tegen te gaan;

dat de algemene verkeersaanpak van de gemeente Amsterdam erop is gericht om de doorstroming te bevorderen door scherpere keuzes te maken voor modaliteiten, waarbij in de binnenstad geldt dat fiets, voetganger en tram daarbij belangrijker zijn dan autoverkeer;

dat de Nieuwezijds Voorburgwal en de Martelaarsgracht zijn gelegen in de binnenstad van Amsterdam en in de directe omgeving van het gebied waar het project ‘de Rode Loper’ is gerealiseerd waarbij fasegewijs de buitenruimte is/ wordt heringericht waarbij het creëren van meer ruimte voor de fietsers en voetgangers de belangrijkste doelstelling is;

dat gemeente Amsterdam sinds 2 november 2016 project: ‘Verkeersmaatregelen Omgeving Muntplein’ heeft uitgevoerd waarbij belangrijke stappen zijn gezet voor het bieden van meer ruimte aan de voetganger en de fietsers en het verbeteren van de doorstroming van het openbaar vervoer middels het weren van doorgaand (auto)verkeer in de binnenstad;

dat voorafgaand aan - en na - de uitvoering van Verkeersmaatregelen Omgeving Muntplein een monitoringsprogramma is uitgevoerd waarmee de impact van de verkeersmaatregelen, op het verkeer in de omliggende straten, in beeld is gebracht;

dat uit de monitoring is gebleken dat de invoering van de Verkeersmaatregelen Omgeving Muntplein een positieve uitwerking heeft op de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de binnenstad;

dat op de Prins Hendrikkade nabij de entree van het Centraal Station per 26 mei 2018 uitvoering gegeven wordt aan verkeersbesluit ‘verkeersmaatregelen de Entree’;

dat voor project de Entree in 2015 reeds - door het college van burgemeester en wethouders - een verkeersbesluit genomen is waarbij een knip wordt gerealiseerd voor gemotoriseerd verkeer op Prins Hendrikkade ter hoogte van de Martelaarsgracht dusdanig dat het niet langer mogelijk is om komende vanuit de richting van het Singel naar het Damrak te rijden en komende vanuit de richting van het Damrak richting het Singel/ de Martelaarsgracht te rijden;

dat dit verkeer op de Prins Hendrikkade in die situatie alleen nog gebruik kan maken van de hiertoe bestemde alternatieve hoofdroute via de Droogbak, De Ruijterkade, de Michiel de Ruijtertunnel en de Oosterdokskade/ Odebrug;

dat met deze maatregel wordt beoogd om het doorgaande gemotoriseerde verkeer te weren en ruimte te bieden aan fietsers en voetgangers;

dat ten gevolge van de knip op de Prins Hendrikkade wordt voorzien dat er een sluiproute gaat ontstaan waarbij gemotoriseerd verkeer vanaf het Rokin, via de Dam, de Paleisstraat en de Nieuwezijds Voorburgwal richting de Raadhuisstraat/ dan wel de Prins Hendrikkade, gaat rijden;

dat het gemotoriseerd verkeer dat deze routes gebruikt als ongewenst doorgaand verkeer wordt beschouwd welke zoveel mogelijk gebruik zouden moeten maken van de daartoe geschikte route via de Ring (S100);

dat daarom voor de Dam en de Paleisstraat tussen het Rokin en de Nieuwezijds Voorburgwal de keuze is gemaakt om een maatregel te treffen om het gemotoriseerd verkeer te weren;

dat hiervoor een apart verkeersbesluit ‘verkeersmaatregelen Paleisstraat’ is opgesteld waarbinnen de maatregelen om het sluipverkeer te weren zijn vastgelegd;

dat op de Nieuwezijds Voorburgwal een project genaamd: ‘De Nieuwe Zijde’ in voorbereiding is welke voortvloeit uit de Uitvoeringsagenda Mobiliteit;

dat op advies van het Algemeen Bestuur van stadsdeel Centrum d.d. 16 januari 2017 naar aanleiding van de door het college opgestelde gebiedsvisie de opdracht is mee gegeven om te onderzoeken welke variant van eenrichtingsverkeer op Nieuwezijds Voorburgwal Noord wenselijk is;

dat het Principebesluit over het eenrichtingsverkeer op 13 juni 2017 in de Centrale Verkeerscommissie (CVC) is besproken en dat het CVC positief heeft geadviseerd over de voorgestelde rijrichting noord-zuid en dat de CVC als aandachtspunten heeft meegegeven om laden en lossen mee te laten rijden op de rijbaan;

dat op 26 juni 2017 een consultatieavond met de buurt heeft plaatsgevonden over het Principebesluit instellen eenrichtingsverkeer Nieuwezijds Voorburgwal Noord waarvoor de hele westelijke Grachtengordel is uitgenodigd om mee te denken over de plannen;

dat op basis van deze consultatieavond is geconcludeerd dat er flankerende maatregelen gewenst zijn voor het Singel, waarbij eventuele overlast ten gevolge van het instellen van het eenrichtingsverkeer op de Nieuwezijds Voorburgwal zoveel mogelijk wordt beperkt;

dat voor deze flankerende maatregelen op het Singel een separaat verkeersbesluit is opgesteld die tegelijkertijd met dit besluit is vastgesteld;

dat het Algemeen Bestuur van stadsdeel Centrum op 4 juli 2017 positief heeft geadviseerd aan het college van burgemeester en wethouders over het Principebesluit van de rijrichting Nieuwezijds Voorburgwal Noord;

dat op 27 september 2017 het ‘Principebesluit rijrichting Nieuwezijds Voorburgwal Noord’ is vastgesteld door de gemeenteraad;

dat hierin is geconstateerd dat op de Nieuwezijds Voorburgwal Noord eenrichtingsverkeer van noord naar zuid wordt ingevoerd;

dat de keuze voor de rijrichting van noord naar zuid is gemaakt vanwege de baten voor fietser, voetganger en openbaar vervoer;

dat gekozen is om in eerste instantie met beperkte middelen een tijdelijke inrichting te realiseren om de maatregel van eenrichtingsverkeer te realiseren en dat de definitieve herinrichting later volgt;

dat de maatregel wordt uitgevoerd door middel van het realiseren van een ‘verplicht fietspad’ op de Nieuwezijds Voorburgwal welke ingaat ter hoogte van huisnummer 3 in noordelijke richting, via de Martelaarsgracht tot aan de Prins Hendrikkade;

dat de maatregel wordt uitgevoerd door middel van het realiseren van een ‘verplicht fietspad’ op de Nieuwezijds Voorburgwal voor fietsers komende vanuit de Paleisstraat en gaande richting de Mozes en Aäronstraat;

dat door het aanwijzen van het bovengenoemde tweetal wegvakken tot een ‘verplicht fietspad’ het niet langer mogelijk is om vanuit de Nieuwezijds Voorburgwal komende vanuit de Raadhuisstraat richting de Prins Hendrikkade te rijden;

dat de fietsstroken, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, op de weggedeelten van de Nieuwezijds Voorburgwal - ter hoogte van huisnummer 3 in noordelijke richting - en de Martelaarsgracht tot aan de Prins Hendrikkade worden opgeheven omdat deze geen functie meer hebben;

dat het wenselijk wordt geacht om het bevoorradend verkeer komende vanuit de Raadhuisstraat linksaf gaande richting de Nieuwezijds Voorburgwal en de Spuistraat - tijdens de venstertijden tussen 7.00 – 12.00 uur - te faciliteren om de bereikbaarheid voor verkeer dat komt laden en lossen te borgen en onnodige omrijdbewegingen te voorkomen;

dat er momenteel lijnbussen vanaf de Raadhuisstraat linksaf richting de Nieuwezijds Voorburgwal naar het centraal station rijden;

dat daarom de Nieuwezijds Voorburgwal tussen de Raadhuisstraat en de Mozes en Aäronstraat met een bord wordt aangewezen als ‘Tram/busbaan’ waarvan door middel van een onderbord met de tekst: ‘laden en lossen toegestaan 7.00 – 12.00 uur’ bevoorradend verkeer wordt toegestaan op de tram/busbaan;

dat verkeer dat komt laden en lossen vervolgens op de Nieuwezijds Voorburgwal, ten noorden van de Mozes en Aäronstraat, gebruik kan maken van de rijbaan en dat daarom de trambaan in noordelijke richting tot aan de Spuistraat wordt aangewezen met het bord ‘trambaan’;

dat de Martelaarsgracht in noordelijke richting wordt aangewezen als ‘Tram/busbaan’ waarvan door middel van een onderbord met de tekst: ‘taxi’s toegestaan’ taxivoertuigen als categorie worden toegelaten;

dat van de trambaan op de Martelaarsgracht en de Nieuwezijds voorburgwal in zuidelijke richting alleen trams gebruik maken van de trambaan en dat deze met borden zal worden aangewezen als ‘Trambaan’ tot aan de Raadhuisstraat;

dat om dit mogelijk te maken op de Raadhuisstraat – ten oosten van de aansluiting Spuistraat - onder de ‘gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee’ een onderbord met de tekst: ‘uitgezonderd laden en lossen 7.00 – 12.00 uur’ wordt geplaatst;

dat op Raadhuisstraat ter hoogte van de aansluiting met de Spuistraat bord ‘trambaan’ wordt geplaatst in oostelijke richting;

dat ter hoogte van de Raadhuisstraat ter hoogte van de aansluiting met de Nieuwezijds Voorburgwal een ‘gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven’ (links) wordt ingesteld waarvan door middel van een onderbord taxi’s en trams worden uitgezonderd zodat deze de taxistandplaats op de Nieuwezijds Voorburgwal – welke gelegen is ten zuiden van de aansluiting met de Raadhuisstraat – kunnen blijven bereiken;

dat aan de Nieuwezijds Voorburgwal (westzijde) ter hoogte van huisnummer 100-102 in de bestaande situatie een drietal parkeerplaatsen zijn aangewezen als parkeergelegenheid bestemd voor politievoertuigen;

dat deze parkeervakken worden opgeheven om ruimte te maken voor openbare gefiscaliseerde parkeerplaatsen;

dat de parkeergelegenheid voor de politie wordt gecompenseerd door vier parkeervakken aan de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) aan te wijzen in de parkeerstrook die direct ten zuiden van de aansluiting met de Nieuwe Nieuwstraat is gelegen;

dat de drie parkeerplekken op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde), die in de parkeerstrook die direct ten noorden van de aansluiting met de Nieuwe Nieuwstraat zijn gelegen, aangewezen worden als ‘gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen’;

dat de parkeersituatie op de Nieuwezijds Voorburgwal (westzijde) tussen de Spuistraat en de Raadhuisstraat vooruitlopend op de definitieve herinrichting niet wordt gewijzigd;

dat de Nieuwezijds Voorburgwal tussen de Raadhuisstraat en de Spuistraat (oostzijde) gekozen wordt om de gefiscaliseerde parkeervakken om te zetten tot (brom)fiets parkeerplekken;

dat in de huidige situatie op de Nieuwezijds Voorburgwal aan de oostzijde laad- en losplekken zijn gecombineerd met taxistandplaatsen;

dat het omwille van de duidelijkheid wenselijk is dat de laad- en losplekken aan de oostzijde van de Nieuwezijds Voorburgwal gedurende de hele dag van kracht zijn;

dat de betreffende autodateplaats aan de oostzijde van de Nieuwezijds Voorburgwal, direct ten zuiden van de aansluiting met de Nieuwe Nieuwstraat, wordt verplaatst naar de overzijde van de weg;

dat het ontwerp dat hoort bij de tijdelijke inrichting van de Nieuwezijds Voorburgwal tot aan de herinrichting op 9 januari 2018 is besproken in de Centrale Verkeerscommissie (CVC) wat heeft geleid tot een positief advies;

dat voor de hiervoor beschreven maatregelen op grond van artikel 12 van het BABW een verkeersbesluit genomen dient te worden;

dat bovengenoemde verkeersmaatregelen, conform artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, strekken tot: het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat bovengenoemde verkeersmaatregelen, conform artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, tevens strekken tot: het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast en hinder en het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;

dat hierbij is afgewogen dat de vrijheid van het gemotoriseerd verkeer (behoudens laden en lossen) op de Nieuwezijds Voorburgwal/ de Martelaarsgracht minder zwaar weegt dan het beschermen van weggebruikers en passagiers en het beperken van door het doorgaande (sluip)verkeer veroorzaakte overlast en hinder in de binnenstad;

dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gepleegd met de gemandateerde van de politie, regionale eenheid Amsterdam en dat dit heeft geleid tot een positief advies.

BESLUIT

Overzicht verkeersstructuur autoverkeer Amsterdam centrum na invoering verkeersmaatregelen

• 1. Door middel van het plaatsen van verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 op de Nieuwezijds Voorburgwal en de Martelaarsgracht een verplicht fietspad aan te wijzen op de volgende wegvakken:

  • a. op de Nieuwezijds Voorburgwal vanaf huisnummer 3 voor fietsers in noordelijke richting en verder via de Martelaarsgracht tot aan de Prins Hendrikkade;

  • b. op de Nieuwezijds Voorburgwal, voor fietsers komende vanuit de richting Paleisstraat en gaande in noordelijke richting tot aan de aansluiting met de Mozes en Aäronstraat.

• 2. Door middel van het verwijderen van fietssymbolen en markering de fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 op de Nieuwezijds Voorburgwal en de Martelaarsgracht te verwijderen op de volgende wegvakken:

  • a. op de Nieuwezijds Voorburgwal vanaf huisnummer 3 voor fietsers in noordelijke richting en verder via de Martelaarsgracht tot aan de Prins Hendrikkade;

  • b. op de Nieuwezijds Voorburgwal, voor fietsers komende vanuit de richting Paleisstraat en gaande in noordelijke richting tot aan de aansluiting met de Mozes en Aäronstraat.

• 3. Door middel van het plaatsen van bord G12 van bijlage 1 van het RVV 1990 op de Nieuwezijds Voorburgwal nabij de Mozes en Aäronstraat het verplichte fietspad in noordelijke richting te beëindigen.

• 4. Door middel van het plaatsen van onderbord ‘uitgezonderd laden en lossen 7.00 – 12.00 uur’ onder bord C1 van bijlage 1 van het RVV 1990 op de Raadhuisstraat - ten oosten van de aansluiting met de Spuistraat - bevoorradend verkeer uit te zonderen van de ‘gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee’.

• 5. Door middel van het plaatsen van verkeersborden F17 van bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende wegvakken aan te duiden als tram/busbaan:

  • a. op de Nieuwezijds Voorburgwal vanaf de aansluiting met de Raadhuisstraat tot en met de Mozes en Aäronstraat voor trams in noordelijke richting en hiervan door middel van een onderbord - ‘laden en lossen tussen 7.00 – 12.00 uur toegestaan’ bevoorradend verkeer toe te staan;

  • b. op de Martelaarsgracht vanaf de aansluiting met de Spuistraat voor trams in noordelijke richting tot aan de Prins Hendrikkade en hiervan door middel van een onderbord met de tekst: ‘Taxi toegestaan’ taxivoertuigen toe te staan.

• 6. Door middel van het plaatsen van verkeersborden F15 van bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende wegvakken aan te duiden als trambaan:

  • a. op de Nieuwezijds Voorburgwal vanaf de aansluiting met de Mozes en Aäronstraat voor trams in noordelijke richting tot aan de Spuistraat en hiervan door middel van een onderbord met de tekst: ‘Taxi toegestaan’ taxivoertuigen toe te staan;

  • b. op de Martelaarsgracht vanaf de aansluiting met de Prins Hendrikkade voor trams in zuidelijke richting tot aan de Raadhuisstraat;

  • c. op de Raadhuisstraat vanaf de aansluiting met de Spuistraat voor trams in oostelijke richting tot aan de Nieuwezijds Voorburgwal.

• 7. Door middel van het plaatsen van bord D5(l) van bijlage 1 van het RVV 1990 op de Raadhuisstraat nabij de aansluiting met de Nieuwezijds Voorburgwal een ‘gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven’ (links) in te stellen waarvan - door middel van het plaatsen van een onderbord met de tekst: ‘uitgezonderd taxi’s en tram’ - taxi’s en trams worden uitgezonderd.

• 8. Door middel van het verwijderen en plaatsen van bord E8 ‘politie’ van bijlage 1 van het RVV 1990 een drietal parkeervakken, welke zijn aangewezen voor de doelgroep politievoertuigen, op te heffen op de Nieuwezijds Voorburgwal (westzijde) ter hoogte van huisnummer 100-102 en een viertal parkeervakken, welke zijn aangewezen voor de doelgroep politievoertuigen, aan te wijzen op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) direct ten zuiden van de aansluiting met de Nieuwe Nieuwstraat.

• 9. Door middel van het verwijderen van bord E5 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het verwijderen van het onderbord onder bord E7 van bijlage 1 van het RVV 1990, waaruit blijkt dat het bord geldt van 6 - 20 uur, op Nieuwezijds Voorburgwal de volgende stroken aan te wijzen tot gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen:

  • a. op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) ter hoogte van huisnummer 121 over circa 12 meter;

  • b. op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) ter hoogte van huisnummer 67 over circa 18 meter;

  • c. op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) ter hoogte van huisnummer 45/47 over circa 12 meter;

  • d. op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) ter hoogte van huisnummer 29/31 over circa 18 meter;

  • e. op de Nieuwezijds Voorburgwal (oostzijde) ten noorden van de Nieuwezijds Armsteeg over circa 12 meter.

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens deze,

Iris Reuselaars

Afdelingshoofd Schoon en Heel

MEDEDELINGEN

Bezwaar of beroepsclausule

Op grond van artikel 7.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kunt u, als uw belang rechtstreeks bij dit besluit betrokken is, binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen bij het algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor stadsdeel Centrum, afdeling Juridische Zaken, Amstel 1, 1011 PN Amsterdam. Het maken van bezwaar schorst de werking van dit besluit niet. In spoedeisende gevallen kunt u bij de Voorzieningenrechter een voorlopige voorziening vragen, nadat u bezwaar heeft gemaakt, bij de Voorzieningenrechter, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. U betaalt hiervoor griffierechten.

Origineel aan: Stadsdeel Centrum Bedrijfsvoering/DIV

Afschrift aan: Stadsdeel Centrum Bekendmakingen

Stadsdeel Centrum Dienstverlening/Vergunningen regulier

Stadsdeel Centrum Bedrijfsvoering/Informatievoorziening/Geoinformatie

Stadsdeel Centrum /Dienstverlening/Algemeen en sociaal loket

           Stadsdeel Centrum /Omgevingsmanagement/Projecten

Stadsdeel Centrum Schoon&Heel Procesunit

             Dienst Stadstoezicht

              Cliëntenbelang

              Fietsersbond