Verkeersbesluit toestaan fietsers in twee richtingen Junoplantsoen

Logo Haarlem

Nr. 2018/798767

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat het Junoplantsoen gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat het Junoplantsoen in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat het Junoplantsoen een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat het Junoplantsoen gecategoriseerd is als erftoegangsweg en daarmee deel uitmaken van een verblijfsgebied;

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat het Junoplantsoen gelegen is in de wijk ‘Ter Kleef en te Zaanen’, een wijk gelegen ten noorden van het centrum van Haarlem;

dat het Junoplantsoen, het gedeelte tussen de Meteorenstraat en de Mercuriusstraat, is ingericht als een éénrichtingsweg in oostelijke richting voor alle bestuurders;

dat fietsers op hiervoor genoemd gedeelte van het Junoplantsoen dus ook niet zijn uitgezonderd van het éénrichtingsregime op deze weg;

dat derhalve het voor fietsers niet is toegestaan te fietsen op het Junoplantsoen in westelijke richting;

dat aan het Junoplantsoen onder andere de Liduinaschool gelegen is;

dat dagelijks kinderen met de fiets naar school worden gebracht en tevens weer worden opgehaald;

dat de gemeente Haarlem het fietsgebruik actief stimuleert;

dat vanuit de school en ouders de wens is gekomen om het fietsen op het Junoplantsoen tussen Meteorenstraat en Mercuriusstraat in twee richtingen toe te staan;

dat gelet op de wegbreedte het toestaan van fietsverkeer in twee richtingen niet de bereikbaarheid op de weg frustreert;

dat door middel van het plaatsen van onderborden onder de bestaande verkeersborden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 fietsers worden uitgezonderd van de verplichte rijrichting;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het aanpassen van de werkingssfeer van de bestaande eenrichtingsweg een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van het WVW 1994 de hiervoor genoemde verkeersmaatregel strekt tot het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

dat geen van de overige in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belangen in het geding komt bij het uitvoeren van de hiervoor genoemde verkeersmaatregel;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

-door middel van het plaatsen van onderborden onder de bestaande verkeersborden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 op het Junoplantsoen, de zuidelijke rijbaan tussen de Meteorenstraat en Mercuriusstraat, fietsers uit te zonderen van het éénrichtingsregime.

Situatieschets:

Aldus vastgesteld op 22 11 2018 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

Sylvia van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Op grond van artikel 6.19 van de Algemene wet bestuursrecht hebben reeds ingediende bezwaarschriften van rechtswege mede betrekking op het nieuwe verkeersbesluit. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven