Verkeersbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, d.d. 1 november 2018, nr. 1143009/1143010, tot het instellen van een inhaalverbod voor voertuigen (uitgezonderd langzaam verkeer) op de N231 tussen het kruispunt met de N201 en het kruispunt met de Beneluxbaan, in de gemeente Amstelveen

Logo Noord-Holland

 

Aanleiding

Op de N231 tussen de kruispunten met de N201 en de Beneluxbaan geldt momenteel geen inhaalverbod. Op deze weg is er sprake van tweerichtingsverkeer.

 

Er bevinden zich veel uitritten op deze weg. Gebruikers van de aangrenzende woningen ondervinden regelmatig problemen bij het op- en afrijden van de weg door onverantwoorde inhaalmanoeuvres van andere weggebruikers. De kans op ernstige ongevallen is hierdoor reëel. Daarnaast is in het algemeen inhalen op een weg met tegenliggers verkeersonveilig, gezien het risico op zeer ernstige ongevallen.

 

Als wegbeheerder willen wij deze ongevallen zoveel mogelijk voorkomen. Dat kan bereikt worden door middel van een inhaalverbod. Bij voorkeur wordt een inhaalverbod fysiek afgedwongen, middels een rijstrookscheiding. Gezien de vele uitritten op korte afstand van elkaar is het aanbrengen van een fysieke rijstrookscheiding op dit weggedeelte echter niet mogelijk: deze zou te vaak onderbroken dienen te worden om het afslaan naar de uitritten mogelijk te kunnen maken. Daarnaast rijdt er ook langzaam verkeer op deze weg. Daarom wordt er een inhaalverbod door middel van borden (F1) met onderbord “uitgezonderd landbouwverkeer” gerealiseerd.

 

Motivering maatregel

Deze maatregel draagt bij aan het verkeersveiligheidsbelang door inhaalmanoeuvres tegen te gaan. Langzaam verkeer kan sneller worden ingehaald dan gewone motorvoertuigen, waardoor de inhaalbeweging korter duurt en minder verkeersonveilig is. Hiermee kan worden voorkomen dat het verkeer onnodig wordt gehinderd waardoor irritatie ontstaat bij andere weggebruikers.

 

Afweging belangen

De belangen van aanwonenden die door het inhaalverbod op een veiligere manier gebruik kunnen maken van hun uitritten en van weggebruikers in het algemeen om zo min mogelijk te worden geconfronteerd met tegenliggers op hun weghelft, zijn afgewogen.

Gelet op de lengte van het wegvak en het gegeven dat er zeer veel uitritten op korte afstand zijn, is gekozen voor een inhaalverbod door middel van borden. Daarnaast is het inhalen van langzaam verkeer toegestaan. Aangezien het algemene verkeersveiligheidsbelang zwaarder weegt dat het individuele belang van de weggebruiker die wenst in te halen, zijn wij van mening dat deze maatregel zal leiden tot een veiligere verkeersafwikkeling. Dit dient de belangen van de weggebruiker. Gelet hierop verwachten wij niet dat door deze maatregel belangen onevenredig geschaad zullen worden.

 

Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit

Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het verwijderen van bord F1 en het plaatsen van het onderbord “uitgezonderd landbouwverkeer” een verkeersbesluit worden genomen. De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid op de weg. Dit belang is genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

Advies politie

Over dit verkeersbesluit is op grond van artikel 24 van het BABW overleg gevoerd met de daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van politie.

 

Bevoegdheid

Het weggedeelte waar deze maatregel voor wordt getroffen, is in beheer bij de provincie Noord-Holland. Daarom zijn wij (Gedeputeerde Staten van Noord-Holland) op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.

 

 

Besluit

Gelet op het voorgaande besluiten wij:

 

  • 1.

    door het plaatsen van de borden F1 van bijlage I van het RVV 1990 op de N231 tussen het kruispunt met de N201 en het kruispunt met de Beneluxbaan, bestuurders van motorvoertuigen te verbieden om elkaar onderling in te halen in beide richtingen. Onder bord F1 wordt een onderbord “uitgezonderd landbouwverkeer” (OB101) geplaatst.

  • 2.

    Van dit besluit mededeling te doen in De Staatscourant.

 

 

Haarlem, 1 november 2018,

 

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

namens dezen,

 

 

 

F.J. van der Linden

Sectormanager Beheerstrategie en Programmering Infrastructuur

 

 

 

Rechtsmiddelen

  • 1.

    Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

    Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens van het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken, Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u –bij een spoedeisend belang- een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland.

  • 2.

    Voor vragen of opmerkingen over het besluit kunt u bellen met het Servicepunt Noord-Holland, telefoon: 0800-0200 600

 

 

 

 

Naar boven