Rectificatie: Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 16 november 2018, nr. WJZ/ 18277681, houdende regels omtrent de vergoeding voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2019)

In Staatscourant 2018, nr. 63368, is door de Staatscourant abusievelijk E.D. Wiebes als ondertekenaar vermeld. Dit moet zijn: M.C.G. Keijzer.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

b. agentschap:

Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

c. categorieën:

categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. subcategorieën:

subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

e. jaarlijkse bijdrage:

bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, derde lid, van de wet;

f. vergunning:

een op grond van de artikelen 3.6, 3.10 en 3.12 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte;

g. uurtarieven:

tarieven, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 2

  • 1. Voor de kosten van de door of namens het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in bijlage 1, zijn de in bijlage 1 genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2019 verschuldigd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover werkzaamheden worden verricht voor verlenging van een vergunning, wijziging van een vergunning of van de tenaamstelling, of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning.

  • 3. Indien een vergunning gedeeltelijk wordt overgedragen met gebruik van geografische splitsing, wordt in afwijking van subcategorieën I.A.5, I.A.6 en I.A.7 van bijlage 1 de voor de vergunning verschuldigde vergoeding voor toezicht naar evenredigheid van de grootte van de geografische gebieden van de gesplitste vergunningen over de houders omgeslagen.

  • 4. Indien geen frequentieplanning plaatsvindt bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.B.13 is in afwijking van het eerste lid een vergoeding verschuldigd van € 33. Deze vergoeding is verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage is onderdeel van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage 1 is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën, bedoeld in bijlage 1, genoemde percentage als onderdeel van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

  • a. (sub)categorie I.A.: 3 procent;

  • b. (sub)categorie I.B.: 4 procent;

  • c. (sub)categorie I.C.: 7 procent;

  • d. (sub)categorie I.D.: 3 procent;

  • e. (sub)categorie I.E.: 4 procent;

  • f. (sub)categorie I.F.: 4 procent;

  • g. (sub)categorie II.C.: 8 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door het agentschap verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot uitvoering en het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedragen gezamenlijk voor:

  • a. het Ministerie van Defensie: € 1.410.921;

  • b. het Ministerie van Justitie en Veiligheid: € 335.094;

  • c. het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: € 557.971.

Artikel 5

  • 1. Voor de verlenging van een vergunning of verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 33 bij de categorieën en subcategorieën I.A.1, I.B, met uitzondering van I.B.16, I.C.1, I.C.2, I.C.4, I.C.5, I.C.6, I.C.7, I.C.8, I.C.10, I.C.11 en I.E.1, genoemd in bijlage 1.

  • 2. Voor de wijziging van de tenaamstelling van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 33.

  • 3. Voor de verlenging van een vergunning of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2, bij de categorieën en subcategorieën I.A.2, I.A.3, I.A.4, I.A.5, I.A.6, I.A.7, I.D en I.E.2, genoemd in bijlage 1.

  • 4. Voor de wijziging van een vergunning is een vergoeding verschuldigd die gelijk is aan het uitvoeringstarief, genoemd in bijlage 1 bij de subcategorieën I.B.14, I.C.1, I.C.2, I.C.3, I.C.4, I.C.5, I.C.6, I.C.10, I.E.1 en I.E.2 ingeval die het wijzigen van een of meer geplande frequenties inhoudt.

  • 5. Voor de wijziging van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 172 bij de subcategorieën I.B.1, I.B.2, I.B.5, I.B.15, I.C.7 en I.C.8, ingeval die het wijzigen van een of meer geplande frequenties inhoudt.

  • 6. Voor de wijziging van een vergunning, anders dan bedoeld in het vierde of het vijfde lid, is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

  • 7. Bij het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning alsmede de wijziging van een vergunning bij dat toestemmingsbesluit, is de ingevolge dit artikel vastgestelde vergoeding verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

  • 8. In afwijking van het eerste en derde lid is geen vergoeding verschuldigd voor een verlenging van rechtswege als bedoeld in artikel 3.17, tweede lid, van de wet.

Artikel 6

Voor de kosten van de door het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder de artikelen 2 tot en met 5 is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

Artikel 7

  • 1. Een vergoeding voor de kosten van behandeling van een storingsmelding, bedoeld in de Regeling storingsmeldingen, is verschuldigd door degene die de storing heeft gemeld, indien uit het onderzoek is gebleken dat zijn uitrusting of radioapparaat niet voldoen aan artikel 4, eerste lid, onder b of c, van de Regeling storingsmeldingen of als de uitrusting of radioapparaat niet wordt gebruikt conform artikel 4, eerste lid, onder d of e, van die regeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

Artikel 8

De vergoeding voor het afnemen van een bijzonder examen door de minister als bedoeld in artikel 5 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

Artikel 9

Voor de kosten van andere werkzaamheden of diensten die door het agentschap in het kader van de bij of krachtens de wet opgedragen wettelijke taak worden verricht en waarop de artikelen 2 tot en met 6 niet van toepassing zijn, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2, indien vooraf is aangegeven dat voor de werkzaamheden of diensten een vergoeding in rekening zal worden gebracht.

Artikel 10

  • 1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten voor het agentschap ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

  • 2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeft door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan, indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste zes weken van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 11

De minister kan overeenkomstig artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht een geldschuld jegens de vergunninghouder die verband houdt met een bij of krachtens hoofdstuk 3 van de wet genomen besluit, verrekenen met een vordering op grond van deze regeling.

Artikel 12

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van het agentschap te Groningen.

Artikel 13

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2018 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor werkzaamheden of diensten die zijn verricht vóór het kalenderjaar 2019 het recht van toepassing blijft zoals dat ten tijde van verrichting van die werkzaamheden of diensten gold.

Artikel 14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 15

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 november 2018

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE 1, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID

Over het kalenderjaar 2019 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I

(SUB)CATEGORIEËN

MET BETREKKING

TOT HET GEBRUIK

VAN FREQUENTIE-RUIMTE

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoeding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III)

A.

Elektronisch communicatienet-werken en -diensten, Landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep)

       

1.

GSM-R

Per vergunning (tarief I) en/of

per MHz (tarief II)

€ 13.299

€ 23.185

 

2.

Landelijke volg- en opsporingssystemen

€ 5.583

€ 2.971

3.

Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band

€ 13.573

€ 45.428 (per vergun-ning) en

€ 4.544 (per MHz)

4.

Landelijke DGPS en CGC’s t.b.v. MSS 2 GHz

 

€ 13.147

5.

SMF 3

 

€ 12.857

6.

800-900-1800-2100-2600 MHz

€ 696

€ 6.870 (gepaard)

en

€ 3.436 (onge-paard)

7.

ERMES

 

€ 23.894

 

B.

Elektronisch communicatienet-werken en -diensten, vergunningen met algemene planning met regionaal bereik

 

I

II

III

 

Mobiele communicatie

       
           

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik en lokale mobiele breedband netwerken, alg. planning

Per vergunning

€ 172

€ 65, en per vaste post € 332

 

2.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

€ 234

 

Radioafstandsbesturing

€ 234

 

Telemetrie alg. planning (TLA/ TLM)

€ 234

 

3.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

€ 260

 

4.

Grondstation gedeeld gebruik communicatie-frequenties, inclusief Heli-VHF

€ 65

 

5.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik alg. planning

€ 194

 

6.

Draadloze audioverbinding

   

€ 65

 

Radio-alarmering

   

€ 65

 

Radiobeveiligings-installatie

   

€ 65

 

HF Radiotelefonen (27 MHz)

   

€ 65

 

Luchtvaart

 

I

II

III

           

7.

Recreatieve luchtvaart-frequenties

Per vergunning

   

€ 73

8.

Beperkte toegang luchtvaart-frequenties (hele VHF-band, ELT en SSR-transponder)

   

€ 145

9.

Volledige toegang luchtvaart-frequenties

   

€ 363

 

Maritiem frequentiegebruik

 

I

II

III

           

10.

Walradarstation

Per vergunning

   

€ 31

PLB

11.

Bijzonder gebruik maritieme frequenties

   

€ 23

 

Radiozendamateurs

 

I

II

III

           

12.

Tijdelijke vergunning radiozendamateurs voor niet-ingezetenen van Nederland

Per vergunning

€ 33

   

13.

Overig niet vrijgesteld gebruik amateur-banden

   

€ 61

 

Overige

 

I

II

III

           

14.

Satellite News Gathering (SNG)

Per vergunning

€ 696

€ 420

 

15.

Radarsysteem landmobiel

€ 172

€ 182

 

16.

GNSS Repeaters

   

€ 111

 

C.

Elektronisch communicatienet-werken en -diensten, vergunningen met individuele planning met regionaal bereik

 

I

II

III

           

Mobiele communicatie

       
           

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik en lokale mobiele breedband netwerken, individuele planning

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 696

€ 65 / € 332

 

2.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Radioapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

€ 812,

€ 1.624 en

€ 2.435

 

3.

Telemetrie (TLA/ TLM) individuele planning

€ 234

 

4.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik individuele planning

€ 194

 
           

Luchtvaart

 

I

II

III

           

5.

Grondstations luchtverkeersdienst-verlening/vitaal gebruik

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 696

€ 1.746

 

6.

Baken voor helikopter (helibeacon)

€ 696

€ 64

 
           

Maritiem frequentiegebruik

 

I

II

III

           

7.

Marifoonwalstation

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 172

€ 65

 
 

AIS-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen

   
           

Radiozendamateurs

 

I

II

III

           

8.

Frequentiegebruik relais- en bakenstations radiozendamateurs

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 172

   
           

Overige

 

I

II

II

           

9.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 1.238

   

10.

Kerktelefonie

€ 696

€ 332

 

11.

Satellite Repeater System

   

€ 56

 

D.

OMROEP

 

I

II

III

1.

AM/FM/Kortegolf

Per opstelplaats voor AM/DRM-frequenties, KG/DRM-frequenties en FM-frequenties lager dan 104,9 MHz

€ 633

   

Per opstelplaats voor FM-frequenties 104,9 MHz en hoger

€ 156

 

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 349, en € 578

2.

Digitale omroep in de banden III, IV en V 1

Per opstelplaats

€ 633

   

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 417, en

€ 417

3.

Laag vermogen middengolf waarvan de vergunning is verleend na 11 mei 2016

Per vergunning

€ 156

   

Per vergunning met een vermogen van ≤1 Watt

 

€ 165

Per vergunning met een vermogen van >1 Watt-100 Watt

 

€ 437

 

E.

Vergunningen straalverbindingen

 

I

II

III

1.

Zendende satelliet-grondstations

Per vergunning

€ 570

   

Per radioapparaat met een bandbreedte:

 

– tot 2 MHz

€ 17

–2 MHz –18 MHz

€ 83

–vanaf 18 MHz

€ 413

   

2.

Point-point straalverbindingen

Per vergunning

€ 570

A

 
 

F.

Registraties

 

I

II

III

1.

Registratie maritiem frequentiegebruik

Per registratie

   

€ 38

Registratie radiozendamateur

X Noot
1

Indien artikel 3.21 van de wet van toepassing is, worden de bedragen in subcategorie I.F.2 bepaald door toepassing van de formule A x B, waarbij:

A voorstelt: het minimaal vergunde percentage van de in de vergunning genoemde capaciteit van de frequentieruimte;

B voorstelt: het van toepassing zijnde bedrag dat genoemd is in subcategorie I.F.2.

II.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT EINDAPPARATEN EN RADIOAPPARATEN

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

A.

EXAMENS, CERTIFICATEN EN AANWIJZINGEN ALS EXAMINERENDE INSTELLING

   

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

Per examen / per module

 

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

€ 94

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

€ 94

– basiscertificaat marifonie;

€ 68

– module GMDSS-B.

€ 94

2.

Examens ter verkrijging van een registratie voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

Per examen

 

– examen voor de categorie N;

€ 68

– examen voor de categorie F.

€ 68

3.

Erkenning als bedoeld in artikel 18 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per erkenning

€ 73

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Per certificaat

€ 30

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radioapparaten voor het doen van proeven

€ 30

5.

Aanwijzing van een examinerende instelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per aanwijzing

€ 533

B.

VERKLARINGEN EN ERKENNINGEN

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoe-ding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uit-voering en het toezicht (III)

1.

Aanwijzen van een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 10 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016, aanwijzen van een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 8 van het Besluit radioapparaten 2016, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Aanwijzen van een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan als bedoeld in artikel 15 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016, aanwijzen van een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan als bedoeld in artikel 13 van het Besluit radioapparaten 2016, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Per aanwijzing

€ 1.474

€ 276

 

2.

Vergunning voor de aanleg van zendende radioapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 46

   

C.

EINDAPPARATEN

 

III

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van eindapparatuur bepaalde

Per op 1 januari 2019 bij de ACM bekende nummers

€ 0,013

A Voor het toezicht op point-point-straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

 

frequentieband

Bandbreedte

< 12 GHz

12 GHz -

< 24,5 GHz

24,5 GHz -

< 39,5 GHz

≥ 39,5 GHz

< 10 MHz

€ 168

€ 85

€ 59

€ 34

10 MHz – < 25 MHz

€ 211

€ 102

€ 77

€ 38

25 MHz – < 50 MHz

€ 253

€ 118

€ 93

€ 42

50 MHz – < 150 MHz

€ 295

€ 134

€ 110

€ 46

> 150 MHz

n.v.t.

€ 151

€ 126

€ 50

BIJLAGE 2, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN, 5, DERDE EN ZESDE LID, 6, 7, TWEEDE LID, 8 EN 9

Tarieven personeel (in €):

SALARISSCHAAL BBRA 1984

VERGOEDINGEN PER MANUUR 1

1 tot en met 5

91

6 tot en met 8

99

9 tot en met 11

114

12 tot en met 14

133

15 en hoger

159

X Noot
1

Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2019 (verder: Regeling vergoedingen 2019) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: het agentschap) in 2019 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) worden opgelegd geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten, bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het Besluit).

Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragrafen 3.2. 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte) en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en radioapparaten) van de wet. Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

2. Vaststelling vergoedingen

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid, van het Besluit. Deze categorieën zijn per 1 januari 2019 gewijzigd met de wijziging van het Besluit (Stb. 2018, 358). In de Regeling vergoedingen 2019 is dan ook rekening gehouden met deze nieuwe categorieën. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.

3. Vergoedingenbeleid

Tarieven in alle categorieën

De stijging van de ICT-kosten en het doorberekenen van de loon- en prijsstijging zorgen ervoor dat de tarieven van Agentschap Telecom in 2019 stijgen. In de jaren 2014 tot en met 2017 zijn de loon- en prijsstijgingen ter grootte van 7,4%. niet doorberekend.1 De loon- en prijsstijging voor 2019 bedraagt 2,4%. De rest van de stijging wordt veroorzaakt door ICT-kosten. De ICT-kosten zijn in de periode tussen 2014 en 2019 aanzienlijk gestegen. Deze kosten zijn tot nu toe betaald uit een overschot op de begroting. Dit overschot wordt aangeduid als de post “te verrekenen met vergunninghouders”. Hierdoor hoefden de tarieven in de jaren 2014–2017 niet verhoogd te worden. De post “te verrekenen met vergunninghouders” is inmiddels uitgegeven aan ICT-kosten en de andere stijgende kosten (ter dekking van de niet doorgevoerde toegestane loon-prijscompensatie in 2014 tot en met 2017). Er is nu dus geen overschot meer. Het agentschap kan niet anders dan de gestegen kosten nu wel doorberekenen via de tarieven. Het agentschap moet immers kostendekkend werken.

Tot slot wordt rekening gehouden met de kostendekkendheid in meerjarig perspectief. Dit kan ertoe leiden dat de tarieven met maximaal 10% stijgen. Ook is het mogelijk dat het tarief met maximaal 10% daalt om te komen tot kostendekkende tarieven in meerjarig perspectief. Hieronder wordt toegelicht of een tarief stijgt of daalt.

Tarieven artikel 4 Vergoedingen departementen

De kosten voorvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de departementen die vallen onder de Regeling Behoefte-onderbouwingsplannen moeten door de betreffende departementen worden gedekt. Zoals bovenstaand benoemd, zullen ook deze tarieven stijgen als gevolg van de doorberekening van de loon- en prijsindexatie en de stijgende ICT-kosten. Voor de departementen Justitie en Veiligheid en Infrastructuur en Waterstaat is daarnaast van belang dat het tarief niet toereikend is om de kosten te kunnen dekken. Voor Justitie en Veiligheid geldt daarbij dat zij steeds meer een beroep doen op ondersteuning vanuit Agentschap Telecom bij grote evenementen. De tarieven voor deze departementen zullen dan ook in totaal met 10% stijgen

Tarieven categorieën I.A, I.B en I.C Elektronisch communicatienetwerken en -diensten

Ook deze tarieven stijgen als gevolg van de doorberekening van de loon- en prijsindexatie en de stijgende ICT-kosten. Bij de producten in deze categorieën zijn de kosten hoger dan de inkomsten. De stijging in de kosten leidt dan ook tot een stijging van het tarief met 10%.

Tarieven categorie I.D Omroep

In de categorie I.D. van bijlage 1, tabel I, was sprake van een lichte overdekking in 2018 als gevolg van het verschil in de realisatie van de vooraf begrote werkzaamheden en de inkomsten in deze categorie in 2018. Deze lichte overdekking wordt voor 2019 verrekend in de nieuwe tarieven die gelijk blijven aan 2018.

Tarieven categorie I.E Vergunningen straalverbindingen

In lijn met de trend van de afgelopen jaren zijn de tarieven voor het toezicht op straalverbindingen, opgenomen in bijlage 1, tabel I, categorie E, met 10% verlaagd ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarnaast zijn dit jaar ook de tarieven voor de uitvoering met 10% gedaald. Dit alles als gevolg van de kostendaling van de werkzaamheden.

Tarieven categorie I.F Registraties

De kosten voortvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de registratiehouders zijn het afgelopen jaar licht toegenomen. Dit enerzijds als gevolg van de loon- en prijsbijstelling. Anderzijds als gevolg van de introductie van het nieuwe ICT-systeem, dat medio 2018 online toegankelijk is geworden voor aanvragers van registraties en bestaande registratiehouders. Dit nieuwe ICT-systeem is ter vervanging van het voorgaande, verouderde systeem. De kosten hiervan worden over meerdere jaren doorberekend een de registratiehouders, wat in 2019 een tariefstijging van € 4,– tot gevolg heeft.

Tarief categorie II.C Eindapparaten

Voor eindapparaten, zoals opgenomen in bijlage 1, tabel II, categorie C, heeft het agentschap voor deze categorie in 2018 minder kosten gemaakt dan vooraf begroot. Het tarief wordt vooralsnog gelijk gehouden aan 2018. Dit resulteert in een reële daling van het tarief, omdat de ondervonden stijging van de loon- en prijskosten niet wordt doorberekend. Wel wordt een stijging van de kosten in de komende jaren voorzien. Dit als gevolg van de verwachte toename van eisen voor cyberveiligheid van radioapparaten, die vanuit de Europese Unie worden opgesteld op basis van de Richtlijn betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur (2014/53/EU).

Geplande Multibandveiling

In het Actieplan digitale connectiviteit van juli 2018 is aangekondigd dat nader onderzoek noodzakelijk is naar minimale datasnelheden voor in de Multibandveiling te verdelen vergunningen. Die snelheden zullen ambitieus, maar realistisch moeten zijn. Het onderzoek is nog niet afgerond. De uitkomst van dit onderzoek zal een minimale datasnelheid opleveren die van invloed kan zijn op de hoogte van het toezichtstarief voor de te verlenen vergunningen voor openbare mobiele communicatie in de 700 MHz-band. Een hogere minimumsnelheid zou namelijk meer toezichtsinspanningen en dus een hogere vergoeding voor toezicht met zich kunnen meebrengen, en vice versa. Daarom is voor de 700 MHz-vergunningen vooralsnog geen uitvoerings- en toezichtstarief in deze regeling opgenomen. Zodra dit tarief bekend is zal dit door een tussentijdse wijziging van de Regeling vergoedingen 2019 worden doorgevoerd.

4. Regeldruk

Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het begrip ‘regeldruk’. De stappen om te komen tot betaling daarvan veranderen met deze regeling niet. De regeling is niet geselecteerd voor formele advisering door ATR.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Hiermee is aangesloten bij het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515), maar afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden tussen publicatiedatum en inwerkingtreding. Deze afwijking is noodzakelijk om hoge publieke kosten te voorkomen die ontstaan indien de nieuwe vergoedingen later dan vanaf 1 januari 2019 in rekening kunnen worden gebracht.

II. ARTIKELSGEWIJS

Bijlagen I en II

De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlagen I en II zijn ter dekking van de kosten voor uitvoering, zoals de eenmalige kosten die bij verlening van de vergunning in rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van de toezichtkosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden immers ook jaarlijks gemaakt. De vergoedingen in kolom III zijn voor zowel uitvoering als toezicht en worden jaarlijks in rekening gebracht.

Bijlage 1

Tabelindeling tabel I

De tabelindeling van tabel I van bijlage 1 van de Regeling vergoedingen 2019 is, in vergelijking met de Regeling vergoedingen in voorgaande jaren gewijzigd. Aanleiding hiervoor is de wijziging van het Besluit (Stb. 2018, 358). Daarbij zijn de categorieën, opgesomd in artikel 4, eerste lid, gewijzigd. In lijn hiermee is de indeling in (sub)categorieën in deze regeling aangepast om, ook met de huidige technologische ontwikkelingen en convergentie op het gebruik van frequentiegebruik, de kostendoorberekening van het agentschap ook in de toekomst effectief en transparant te kunnen laten plaatsvinden. Ook is beoogd de tabel beter leesbaar te maken voor de verschillende frequentiegebruikers.

De huidige indeling in categorieën is meer bepaald aan de hand van het bereik en het soort planning van de vergunde frequentieruimte en minder dan voorheen gestoeld op de toepassingen waarvoor de frequenties gebruikt kunnen worden. Zo is er een categorie voor vergunningen waarmee exclusieve landelijke dekking kan worden gerealiseerd (tabel I, categorie A), een categorie voor algemeen geplande frequentieruimte (tabel I, categorie B), een voor vergunningen die betrekking hebben op individueel geplande frequentieruimte (tabel I, categorie C) en een specifiek voor straalverbindingen (tabel I, categorie E). Binnen deze categorieën is in de subcategorieën, ten behoeven van de overzichtelijkheid, een nadere indeling aangebracht op basis van de toepassing. Daarnaast zijn de categorieën voor vergunningen voor omroep (tabel I, categorie D) en voor registraties (tabel I, categorie F) bewaard gebleven.

Vergunningen in de 3,5 GHz-band

Subcategorie I.A.6 van de Regeling vergoedingen 2019 was in de voorgaande versies van de Regeling vergoedingen opgenomen als subcategorie I.C.2. In de huidige subcategorie I.A.6 is de 3,5 GHz-band geschrapt. Reden hiervoor is dat de vergunningen in deze band verleend worden voor lokale mobiele breedbandnetwerken en niet als landelijke exclusieve vergunningen voor elektronisch communicatienetwerken en -diensten, zoals bedoeld met de vergunningen in de andere genoemde banden in deze subcategorie.

Het betreft hier zowel algemeen als individueel geplande vergunningen. Door de aard van het frequentiegebruik komen de werkzaamheden in het kader van deze vergunningverlening overeen met de werkzaamheden ten behoeve van vergunningen voor VHF-UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik. Daarom is in tabel I, aan subcategorieën B.1 en C.1, ”lokale mobiele breedband netwerken” toegevoegd. Afhankelijk van de frequentieplanning (individueel of algemeen) worden de kosten voor vergunninghouders in de 3,5 GHz-band op basis van één van deze subcategorieën in rekening gebracht.

Subcategorie Point-multipoint straalverbinding WLL

In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2018 was in tabel I, subcategorie A.5 Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL (3,5 GHz en 24,5 tot 26,5 GHz) opgenomen. Deze subcategorie is komen te vervallen, omdat dit type vergunning niet meer worden verleend in de genoemde banden. In de 3,5 GHz-band worden op dit moment vergunningen verleend voor lokale mobiele breedband netwerken (tabel I, subcategorieën B.1 en C.1). In de 26 GHz-band (van 24,25 GHz tot 27,5 GHz) is geen vergunning meer van kracht en worden vooralsnog geen nieuwe vergunningen verleend. Hiervoor worden de mogelijkheden voor nieuw uitgiftebeleid onderzocht.

Categorie Immuniteitsbeproeving

De categorie en subcategorie voor immuniteitsbeproevingen, in voorgaande regelingen vergoedingen bekend onder categorie G en subcategorie G.1 van tabel I in bijlage 1, is komen te vervallen. Reden hiervoor is dat dit type vergunningen niet veel wordt aangevraagd en verleend en omdat dergelijke aanvragen en verleningen over het algemeen maatwerk vragen. Een vergoeding op basis van een vast tarief doet daarmee niet voldoende recht aan het maatwerk-karakter van dit type vergunningverlening. Een vergoeding op basis van uurtarief is daarvoor meer gerechtvaardigd.

Bijlage 2

De uurtarieven zoals opgenomen in bijlage 2 bedragen gemiddeld € 117,30. Dit is een nominale tariefstijging van 9,33% ten opzichte van het uurtarief 2018. De reële tariefstijging bedraagt 6,91%. In deze tariefstijging zijn de loon-prijsstijgingen voor de jaren 2014–2017 en 2019 verwerkt en de stijging van de ICT-kosten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

In 2018 is wel de loon-prijsstijging voor 2018 doorgevoerd.

Naar boven