Besluit van de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid van 28 oktober 2018, nummer WBV 2018/13, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/11 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

11. Het asielbeleid ten aanzien van Eritrea

11.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

11.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

11.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
11.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

11.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

11.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
11.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

11.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

11.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

11.4.4. Dienstplichtigen en deserteurs

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan vreemdelingen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij zijn gedeserteerd.

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan vreemdelingen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij vanwege hun dienstweigering of dienstplichtontduiking in de negatieve aandacht van de autoriteiten staan.

11.4.5. Illegale en legale uitreis

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan de Eritrese vreemdeling die aannemelijk maakt illegaal Eritrea uitgereisd te zijn.

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan de Eritrese vreemdeling die Eritrea op legale wijze (bijvoorbeeld met geldig document voor grensoverschrijding en uitreisvisum) heeft verlaten, uitsluitend als de vreemdeling individuele omstandigheden naar voren heeft gebracht die aannemelijk maken dat hij bij terugkeer wordt blootgesteld aan ernstige schade. De enkele omstandigheid dat een legaal uitgereisde vreemdeling buiten Eritrea heeft verbleven is hiervoor onvoldoende.

11.5. Bescherming
11.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende categorieën aan dat het niet mogelijk is de bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties:

  • vreemdelingen die aannemelijk hebben gemaakt vanwege hun geloofsovertuiging gegronde vrees voor vervolging te hebben;

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking;

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging, tenzij uit individuele verklaringen of algemene bron gebleken is dat wel de bescherming kan worden ingeroepen; en

  • LHBT’s.

11.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat geen vlucht- en vestigingsalternatief in Eritrea aanwezig is voor vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking.

11.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In Eritrea is adequate opvang in de zin van paragraaf B8/6 Vc.

11.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

11.8. Bijzonderheden

Gedwongen terugkeer van vreemdelingen naar Eritrea zal niet plaatsvinden. De IND neemt aan dat bij gedwongen terugkeer, zowel na legale als na illegale uitreis, een reëel risico op ernstige schade aanwezig is.

Uitgangspunt is echter dat een vreemdeling die legaal, met toestemming van de Eritrese autoriteiten, is uitgereisd, zelfstandig kan terugkeren. Bij deze groep neemt de IND niet op voorhand aan dat bij terugkeer naar Eritrea sprake is van ernstige schade.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 oktober 2018

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, C. Riezebos waarnemend directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 21 juni 2018 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht Eritrea uitgebracht die de situatie in dat land beschrijft van januari 2017 tot en met mei 2018.

Met deze beleidsaanpassing wordt de in het ambtsbericht beschreven situatie in Eritrea ten aanzien van legale uitreis in het beleid verwerkt. Het ambtsbericht geeft immers aan dat Eritreeërs, die legaal zijn uitgereisd op basis van een uitreisvisum, zonder problemen kunnen terugkeren (geen risico op bestraffing), ook in het geval dat ze niet op tijd terug zijn gekeerd. Ook het vorige ambtsbericht d.d. 6 februari 2017 vermeldt dit. Daarmee wordt deze situatie als voldoende bestendig aangemerkt en is het beleid daarop aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, C. Riezebos waarnemend directeur-generaal Migratie

Naar boven